Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 600 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2024–2025

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over productartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln). Totaal € 9.429,1 miljoen

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over productartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln). Totaal € 9.429,1 miljoen

Figuur 3 Gemiddelde jaarlijkse ontvangsten (-) en uitgaven (+) per productartikel in de periode 2024–2038 (bedragen x € 1 mln). Totaal € 9.544,2 miljoen

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat B.Madlener

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Voor u ligt de ontwerpbegroting 2025 van het Mobiliteitsfonds (A).

Structuur

De opzet en structuur van de begroting voor het Mobiliteitsfonds zijn gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. De begrotingstoelichting kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd.

  • Allereerst is de begroting(wet)staat voor het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025 opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de budgetten die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld;

  • In de Uitvoeringsagenda Mobiliteit is vervolgens inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2025 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2025 begint;

  • Het laatste onderdeel van de agenda, Begroting op hoofdlijnen, verstrekt inzicht in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting. Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel;

  • In de artikelgewijze toelichting bij dit wetsvoorstel zijn de MIRT-tabellen met de realisatieprojecten alsmede de verkenningen en planuitwerkingprogramma’s opgenomen waarin de begrotingsmutaties op projectniveau zichtbaar zijn gemaakt. Deze MIRT-tabellen zijn in ieder geval voorzien van toelichtingen indien sprake is: 1) van een wijziging (anders dan door de verwerking van loon- en prijsbijstelling ) in het taakstellend projectbudget groter dan 10% of meer dan € 10 miljoen; 2) van een wijziging groter dan 1 jaar in de oplevering van het project. De stand vorig betreft de stand in de eerste suppletoire begroting 2024. Meer gedetailleerde informatie over de projecten die zich thans in de fase van verkenning, planuitwerking en realisatie bevinden, kunt u vinden in de individuele projectbladen van het MIRT Overzicht 2025. Voor de projecten in de MIRT tabellen is waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar het projectblad van dat project in het MIRT Overzicht;

  • In de verdiepingsbijlage is door middel van een meerjarige mutatietabel (voor gehele looptijd van het fonds) op artikelonderdeelniveau de aansluiting gemaakt tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand in de Ontwerpbegroting 2025;

  • De overige bijlagen geven voor enkele specifieke onderwerpen inhoudelijk meer toelichting of betreffen overzichtsconstructies.

Normering

Mede naar aanleiding van overleg met de Tweede Kamer zijn in aanvulling op de rijksbegrotingsvoorschriften de onderstaande punten in deze begroting verwerkt:

  • Naar aanleiding van de motie van de leden Van Helvert en Van Veldhoven (Kamerstukken II 2015–2016, 34 475 XII, nr. 12) worden bij alle begrotingsartikelen op het Mobiliteitsfonds en Deltafonds groter dan € 1 miljard de begrotingsmutaties boven de € 5 miljoen toegelicht. Dit heeft als praktische uitwerking dat bij de artikelen tussen de € 200 miljoen en € 1 miljard de ondergrens voor technische mutaties ook neerwaarts is bijgesteld. Voor beleidsmatige mutaties was er bij de artikelen van deze omvang reeds sprake van een ondergrens van € 5 miljoen. De norm voor het toelichten van de begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel is hiermee als volgt:

Norm bij te verklaren verschillen

  

Omvang begrotingsartikel (stand Ontwerpbegroting in € miljoen)

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

≥ 50 en < 200

2

4

≥ 200 < 1000

5

5

≥ 1000

5

5

  • In bijlage 1 wordt de voeding van het Mobiliteitsfonds weergegeven. Daarbij is het verschil met artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen van de begroting Hoofdstuk XII uitgewerkt. Dit verschil betreft de overige ontvangsten van het fonds.

  • Op de productartikelen worden onder de desbetreffende tabel «budgettaire gevolgen van de uitvoering» na de begrotingsperiode extracomptabel de budgetten op het niveau van artikelonderdeel weergegeven voor de looptijd tot en met 2038.

  • Significante kasschuiven en begrotingsmutaties op de beschikbare budgetten worden in de verdiepingsbijlage op hetzelfde detailniveau (artikelonderdeel) tot en met 2038 toegelicht. Dit rekening houdend met de norm zoals hierboven is aangegeven.

  • Voor Exploitatie, Onderhoud en Vervanging (Instandhouding) is een aparte bijlage 4 opgenomen. Specifiek voor Spoorwegen (artikelonderdeel 13.02) geldt dat in bijlage 5 een meer uitgebreide inhoudelijke toelichting is opgenomen op de aanwending van de bijdrage aan ProRail. In deze begroting is een specificatie van de uitgaven opgenomen, conform de specificatie zoals opgenomen in het beheerplan en de jaarrekening van ProRail.

Kasschuiven

In het Wetgevingsoverleg begrotingsonderzoek van 12 oktober 2016 is uitgebreid met de Kamer gesproken over kasschuiven op de fondsbegrotingen. In het kader van de informatievoorziening wordt hieronder aangegeven waarom deze kasschuiven worden doorgevoerd op de fondsbegrotingen en op welke plek de doorgevoerde kasschuiven in de begroting 2025 worden toegelicht.

Op de begrotingen van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds vinden jaarlijks kasschuiven plaats. Middels kasschuiven blijft het beschikbare kasbudget per jaar en per modaliteit aansluiten op de geactualiseerde programmering. Kasschuiven zijn altijd budgetneutraal, hetgeen betekent dat de hoeveelheid middelen die meerjarig beschikbaar is niet wijzigt als gevolg van de kasschuif. In de verdiepingsbijlage van het Mobiliteitsfonds zijn de significante kasschuiven in de begroting 2025 over de gehele looptijd van de begroting inzichtelijk gemaakt en toegelicht. Indien sprake is van politiek relevante kasschuiven dan worden deze tevens opgenomen en toegelicht in de begroting op hoofdlijnen. De begroting op hoofdlijnen treft u aan in hoofdstuk Uitvoeringsagenda Mobiliteit.

Rijksbrede Taakstellingen Hoofdlijnenakkoord (HLA)

Op 16 mei 2024 is het HLA van het kabinet-Schoof gepubliceerd. Uit de budgettaire bijlage volgt dat aan de begrotingen van IenW geen middelen zijn toegevoegd. Wel staat er in totaal € 2,5 miljard gereserveerd op de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën voor de infrastructurele ontsluiting van nieuwe woningbouw.

In het HLA zijn vier taakstellingen opgenomen die IenW direct raken: een taakstelling op het ambtenarenapparaat, een subsidietaakstelling, een taakstelling op de specifieke uitkeringen (SPUKs) en een taakstelling op het non-Official Development Assistance (ODA) budget van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

Voor het MF zijn twee taakstellingen van toepassing: taakstelling op het ambtenarenapparaat en de taakstelling op de SPUKs. Bij RWS geldt er een taakstelling op het ambtenarenapparaat. De taakstelling is ingepast door RWS op de apparaatsbudgetten van RWS (artikelonderdeel 12.06 en artikelonderdeel 15.06).

In het HLA is daarnaast opgenomen dat SPUKs worden overgeheveld naar het Gemeente- of Provinciefonds met een budgetkorting van 10%. De korting is verwerkt in de begroting 2025 van het MF op de artikelen 12, 14 en 15. De SPUK-budgetten zijn hiermee met 10% gekort.

Voor nadere toelichting omtrent taakstellingen wordt verwezen naar de Begroting op Hoofdlijnen, de Verdiepingsbijlage en de Beleidsbegroting HXII.

Financiële risico's en onzekerheden

In verschillende onderdelen van de begroting van het Mobiliteitsfonds wordt stil gestaan bij financiële risico's en onzekerheden.

  • In onderdeel 2.3 wordt het risico op een voordelig saldo en daarop genomen beheersmaatregelen in de vorm van het instrument overprogrammering toegelicht.

  • In onderdeel 2.4 wordt de flexnorm in beeld gebracht. Dit geeft aan in welke mate de begroting van het Mobiliteitsfonds planflexibel is om tekorten en financiële risico's op te vangen.

  • In onderdeel 3.1 bij artikelonderdeel 11.04 wordt toegelicht hoe de investeringsruimte op het Mobiliteitsfonds ervoor staat en welke ruimte resteert om potentiële risico's op te vangen.

  • In de onderdelen 3.2 t/m 3.6 wordt de stand van zaken op de instandhoudings- en aanlegprojecten en -programma's toegelicht. Hier wordt ook stil gestaan bij mogelijke financiële risico's en onzekerheden.

  • In bijlage 4 wordt bij instandhouding van alle IenW-netwerken stil gestaan en toegelicht wat de mogelijke financiële risico's en onzekerheden zijn.

2. Uitvoeringsagenda Mobiliteit

2.1 Mijlpalen en Resultaten

Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen in het lopende programma. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt, welke projecten in 2025 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2025 start.

Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

In 2025 gaat IenW onder meer de volgende activiteiten in het kader van exploitatie, onderhoud en vernieuwing uitvoeren.

Tabel 1 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

Mijlpaal

 

Project

Hoofdwegen

Verkeersmanagement waaronder inzet weginspecteurs bij incidenten, het op alle bemeten wegvakken inwinnen van betrouwbare route- en reisinformatie. Deze informatie tijdig aan de NDW te leveren, het realiseren van benuttingsmaatregelen en connecting mobility.

 

Beheer en onderhoud waaronder verhardingsonderhoud, onderhoud aan kunstwerken en onderhoud aan Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) systemen.

 

Uitvoering van het programma vervangingen en renovaties waaronder het programma Stalen Bruggen.

Spoorwegen

Regulier beheer en onderhoud, waaronder het inspecteren en schouwen van de infrastructuur, functieherstel bij verstoringen, het saneren van geluidsschermen en het onderhouden en schoonmaken van stations.

 

Groot onderhoud, waaronder het slijpen van spoorstaven en het seizoenbestendig houden van de sporen.

 

Het vervangen van spoorstaven, dwarsliggers en wissels en de vervanging van andere systemen, zoals energie, transfer en treinbeveiliging en treinbeheersing.

Hoofdvaarwegen

Verkeersmanagement waaronder activiteiten in het kader van verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering.

 

Uitvoering van het programma vervangingen en renovaties en afronding «NoMo AOV» achterstallig onderhoud vaarwegen programma.

 

Beheer en onderhoud maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven en maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te kunnen laten functioneren.

Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van exploitatie, onderhoud en vernieuwing wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT Projectenoverzicht 2025.

Ontwikkeling

Hieronder zijn de mijlpalen voor 2025 per modaliteit opgenomen.

Tabel 2 Hoofdwegennet

Mijlpaal

  

Openstelling

A16 Rotterdam

 

A1 Apeldoorn-Azelo 2e fase (verbreding naar 2 x 4 rijstroken tussen Apeldoorn en Twello)

Tabel 3 Spoorwegen

Mijlpaal

  

Indienststelling

Diverse deelprojecten bij de landelijke programma’s (o.a. fietsparkeren Toegankelijkheid stations, Kleine functiewijzigingen, Overwegenaanpak en Meerjarenprogramma geluidsanering Spoor)

 

Programma suïcide preventie

 

ERTMS: Diverse deelprojecten

 

Goederen: Emplacementen op orde (diverse deelprojecten)

 

PHS: Ede

 

PHS: Tilburg

 

PHS: Rijswijk – Rotterdam

Start aanleg

Diverse deelprojecten bij landelijke programma’s (o.a. Fietsparkeren, Toegankelijkheid Stations, Kleine Functiewijzigingen, Overwegenaanpak en Meerjarenprogramma Geluidsanering Spoor)

 

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer, diverse deelprojecten

 

Goederen: emplacementen op orde (diverse deelprojecten)

 

PHS Nijmegen

 

ERTMS, diverse deelprojecten

Tabel 4 Hoofdvaarwegennet

Mijlpaal

  

Openstelling

Nieuwe Sluis Terneuzen

 

Toekomst visie Waal: Overnachtingshaven Lobith (locatie Spijk)

Start aanleg

  

2.2 Begroting op Hoofdlijnen

Tabel 5 Belangrijkste wijzigingen (bedragen x € 1.000)
  

Artikel

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030-2037

2038

 

Stand ontwerpbegroting 2024

 

10.245.581

19.325.126

9.989.139

9.731.856

9.185.003

10.258.896

67.007.994

 
 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2024

 

‒ 406.979

‒ 9.713.115

471.752

456.755

644.000

87.639

2.032.759

 
 

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

9.838.602

9.612.011

10.460.891

10.188.611

9.829.003

10.346.535

69.040.753

 
 

Mutaties NvW 1e suppletoire begroting 2024

 

‒ 4.000

‒ 6.200

      
 

Stand 1e suppletoire begroting 2024 Na Nota van Wijziging

 

9.834.602

9.605.811

10.460.891

10.188.611

9.829.003

10.346.535

69.040.753

 
 

Belangrijkste mutaties Mobiliteitsfonds ontwerpbegroting 2025

         
 

Kaderrelevante mutaties hoofdstuk MF

 

355.868

‒ 176.690

172.701

416.110

488.890

339.704

3.612.489

8.647.410

1

Rijksbrede Taakstellingen

  

‒ 12.501

‒ 31.629

‒ 16.811

‒ 19.911

‒ 15.682

‒ 100.008

‒ 12.501

 

- Specifieke Uitkeringen

   

‒ 19.128

‒ 4.310

‒ 7.410

‒ 3.181

  
 

- Apparaat RWS

  

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 100.008

‒ 12.501

2

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming

  

‒ 466.000

‒ 133.000

‒ 7.000

93.000

 

438.270

74.730

3

Bijdragen derden

 

11.332

219

21

  

‒ 15.135

‒ 349.917

‒ 35.300

 

- Hoofdwegen

 

8.331

219

21

  

‒ 15.135

‒ 48.717

 
 

- Spoorwegen

 

82

     

‒ 301.200

‒ 35.300

 

- Vaarwegen

 

2.026

       
 

- Megaprojecten

 

893

       

4

CA-middelen BKN Spoor

       

678.467

 

5

Extrapolatie

        

8.260.051

 

- Bijdrage aan MF

        

7.974.384

 

- Ontvangsten derden

        

285.667

6

Loon- en prijsbijstelling

 

324.334

332.151

317.234

309.422

293.045

327.430

2.619.440

327.430

7

Omvorming ProRail

 

40.000

20.000

20.000

20.000

40.000

40.000

320.000

33.000

8

Overboekingen HXII

 

14.812

‒ 49.959

‒ 12.835

102.575

73.775

1.100

1.144

 
 

- NS tarieven

  

‒ 42.000

      
 

- Overige overboekingen HXII

 

14.812

‒ 7.959

‒ 12.835

102.575

73.775

1.100

1.144

 

9

Overboeking Deltafonds

 

‒ 951

       

10

Overboekingen ministeries

 

‒ 33.659

‒ 600

12.910

7.924

8.981

1.991

5.093

 

Stand ontwerpbegroting 2025

 

10.190.470

9.429.121

10.633.592

10.604.721

10.317.893

10.686.239

72.653.242

8.647.410

 

Mutatie onder kader MF

         

1

Dekkingsopgave Mobiliteitsfonds

         
 

Opgave Totaal

11.03

29.388

 

5.330

3.630

4.305

6.880

125.955

 
  

11.04

‒ 190.763

‒ 117.501

‒ 64.724

‒ 111.025

‒ 75.355

‒ 72.930

‒ 196.355

 
 

Risicoreserveringen

11.04

 

1.000

7.000

54.300

53.300

53.300

44.000

 
  

12

4.031

10.850

10.850

30.839

10.850

10.850

10.900

 
  

13

122.550

64.550

21.544

4.900

1.900

1.900

15.500

 
  

15

32.794

34.101

10.000

5.000

5.000

   
  

17

2.000

7.000

10.000

12.356

    
 

Dekking Totaal

11.04

70.495

113.644

15.981

106.815

77.344

3.541

338.833

102.000

 

Dekkingsbronnen Risicoreserveringen

11.04

 

105.739

    

338.833

102.000

  

12

28.107

4

14.771

  

3.541

  
  

13

5.197

6.766

1.210

1.815

2.344

   
  

15

27.191

1.135

      
  

HXII

10.000

  

105.000

75.000

   

2

Prijsstijgingen

11.04

‒ 140.638

‒ 27.500

‒ 126.884

‒ 63.500

‒ 26.000

‒ 26.000

‒ 138.400

 
  

12

19.220

1.910

54.112

7.500

  

99.000

 
  

13

103.000

2.000

      
  

15

12.418

17.590

61.772

40.000

8.000

7.000

12.400

 
  

17

6.000

6.000

11.000

16.000

18.000

19.000

27.000

 

3

Toevoeging instandhoudingsmiddelen 2031 en 2032 RWS

11.03

      

‒ 2.240.000

 
  

12

      

1.444.000

 
  

15

      

796.000

 

4

BKN Spoor

11.03

      

‒ 400.000

 
  

11.04

  

‒ 59.751

‒ 79.325

‒ 79.325

‒ 79.325

‒ 503.979

‒ 485.000

  

13.02

 

20.000

79.751

99.325

79.325

79.325

903.979

485.000

  

13.07

 

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

    

Toelichting

Kader relevante mutaties MF: Dit zijn mutaties die effect hebben op het totale kader van het MF.

  • 1. Rijksbrede Taakstellingen:

    In het Hoofdlijnenakkoord (HLA) van kabinet-Schoof zijn Rijksbrede taakstellingen opgenomen. Voor het MF zijn er twee taakstellingen relevant:

    • Op het ambtenarenapparaat van RWS is structureel € 12,5 miljoen van de apparaatsbudgetten van RWS (artikel 12 en artikel 15) generaal afgeboekt.

    • De budgetten voor Specifieke Uitkeringen (SPUK's) zijn met 10% gekort. Het gaat om de volgende SPUKs: Regeling Slim, Veilig en Duurzame Mobiliteit, Schoon Emissieloos Bouwen (artikel 12) , Woningbouw op Korte Termijn, Mobiliteitspakketten (artikel 14) en de Regeling Kademuren (artikel 15). In de begrotingsperiode 2024 tot en met 2029 gaat het om een totaalbedrag van € 34 miljoen;

  • 4. Kaderaanpassing Mobiliteitsfonds Augustusbesluitvorming: In het Voorjaar is op het MF kritisch gekeken naar de budgetten en zijn er middelen naar latere jaren toe geschoven om zo een meer realistische begroting te creëren. Deze exercitie is herhaald in de huidige ontwerpbegroting conform de begrotingsregels van het kabinet-Schoof. Zodoende is er een additionele kaderaanpassing geweest op het MF van in totaal € 606 miljoen. Over de gehele looptijd van het fonds is de kaderaanpassing budgetneutraal. De kaderaanpassing bestaat uit twee delen:

    • Er vindt een budgettaire schuif van € 83 miljoen uit 2025 en € 98 miljoen uit 2026 plaats naar 2030 en later en daarmee is de schuif budgetneutraal. Deze kaderaanpassing wordt gefaciliteerd omdat een deel van de programmering op de Reservering Scheepvaartveiligheid Wind op Zee niet wordt gerealiseerd in 2026 en daarmee kan wegschuiven naar 2030 en later.

    • Volgens de begrotingsregels van het kabinet-Schoof dient de raming van de uitgaven realistisch te zijn en moeten de uitgaven in een realistisch kasritme geplaatst worden, rekening houdend met de capaciteit op de arbeidsmarkt, de uitvoering en productie.

    • Voor het MF en DF geldt dat de overprogrammering in 2025 is verhoogd als pilot om te onderzoeken of dit tot een realistischere raming leidt. Voor het MF gaat het om een verhoging van € 425 miljoen. De overprogrammering in 2025 komt hiermee op € 1.283 miljoen in 2025. In paragraaf 2.3 wordt dit nader toegelicht;

  • 8. Bijdragen derden: Dit betreft de wijziging van diverse bijdragen van derden aan het Mobiliteitsfonds. In de artikelgewijze toelichting en verdiepingsbijlage worden deze bijdragen per modaliteit nader toegelicht;

  • 9. BKN Spoor (AP-middelen EOV): Op de Aanvullende Post zijn vanuit het Coalitieakkoord Rutte-IV middelen gereserveerd voor de instandhouding (zowel voor RWS als ProRail). Deze middelen (€ 678 miljoen) worden op prijspeil 2024 bij de Ontwerpbegroting 2025 overgeboekt ten behoeve van de opgave voor BKN Spoor;

  • 10. Extrapolatie: Bij de begroting 2025 wordt de looptijd van het Mobiliteitsfonds beleidsarm met een jaar verlengd tot en met 2038. Het niveau van extrapolatie is gelijk aan het jaar 2037 in de begroting 2024 na verwerking van structurele begrotingsmutaties. Daarnaast zijn de structurele bijdragen van derden doorgetrokken. Met de verlenging tot en met 2038 komt in totaal – inclusief structurele ontvangsten van derden – een ruimte van circa € 8,3 miljard beschikbaar op het Mobiliteitsfonds. Deze ruimte wordt met voorrang ingezet voor het dekken van de doorlopende verplichtingen, zoals de uitgaven die benodigd zijn voor de instandhouding van het huidige areaal en het opvangen van risico's en tegenvallers. Hiervoor is in 2037 alle ruimte nodig. Er resteert geen vrije investeringsruimte in 2037. Er wordt bovendien € 485 miljoen van de vrije investeringsruimte in 2038 ingezet voor de instandhoudingsopgave BKN Spoor. Bij de mutaties onder het kader wordt dit nader toegelicht.

  • 11. Loon- en prijsbijstelling 2024: Dit betreft de verwerking van de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2024. Deze middelen zijn bij de eerste suppletoire begroting 2024 aan de beleidsbegroting Hoofdstuk XII toegevoegd. Deze tranche is bij de begroting 2025 overgeboekt vanuit Hoofdstuk XII naar het Mobiliteitsfonds en toebedeeld aan diverse artikelen;

  • 12. Omvorming ProRail: De in de begroting 2024 beoogde datum van de omvorming van ProRail per 1 januari 2025 is niet langer haalbaar. Bij Voorjaarsnota 2024 zijn de middelen reeds grotendeels technisch uit de begroting gehaald, dat wil zeggen dat zowel het inkomstenkader (belastinginkomsten) als het uitgavenkader (Mobiliteitsfonds) is verlaagd voor de eenmalige belastingverrekening. Bij de begroting 2025 vindt het restant van deze budgetneutrale technische verwerking plaats. Zodra er meer duidelijkheid is over de omvorming, worden de middelen op basis van actuele standen opnieuw geraamd met inachtneming van de geldende budgettaire afspraken op dit dossier;

  • 13. Overboekingen HXII: Voor de uitvoering van diverse projecten en programma's op het MF is tot en met 2038 in totaal € 130,6 miljoen overgeboekt vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII naar het Mobiliteitsfonds.

    • De grootste betreft de overboeking voor NS-tarieven in 2025. In 2023 heeft de Kamer met het amendement-Bikker (36410A, nr. 10) de tariefsverhoging van de NS tarieven over 2024 (8,7%) eenmalig afgewend. Om te voorkomen dat de tarieven in 2025, naast de reguliere prijsontwikkeling van 2025, alsnog stijgen met deze 8,7% extra, heeft het kabinet besloten de kosten voor 2025 evenredig over de reiziger, NS en IenW te verdelen. De middelen voor deze demping voor 2025 komen uit de generieke investeringsruimte op het Mobiliteitsfonds, nadat deze middelen in het juiste ritme zijn gezet.

    • In de artikelgewijze toelichting en verdiepingsbijlage worden de overige overboekingen tussen HXII en het MF nader toegelicht;

  • 16. Overboeking Deltafonds: Er is € 0,95 miljoen van het Eigen Vermogen RWS overgeboekt naar het Deltafonds;

  • 17. Overboekingen ministeries: Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken voor de periode 2025 tot en met 2038. In totaal gaat het om € 2,7 miljoen. In de artikelgewijze toelichting en verdiepingsbijlage worden deze overboekingen nader toegelicht.

Mutaties binnen kader MF: dit zijn mutaties die binnen het kader van MF plaatsvinden en kunnen dus niet het kader verhogen of verlagen.

  • 1. Dekkingsopgave MF 2025: In deze begroting is de interne dekkingsopgave op het Mobiliteitsfonds verwerkt. De totaalopgave betreft € 838,9 miljoen, waarvan € 178,3 miljoen voor het Hoofdwegenet, € 411,1 miljoen voor Spoorwegen, € 247,5 voor het Hoofdvaarwegennet en € 2 miljoen voor de opgave Fietsareaal. Met de Nota van Wijziging op de eerste suppletoire begroting 2024 is € 10,2 miljoen (€ 4 miljoen in 2024 en € 6,2 miljoen in 2025) van de dekkingsopgave reeds verwerkt voor de uitvoering van het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI), waardoor de totale dekkingsopgave op het MF in de begroting 2025 uitvalt op € 828,7 miljoen. Dekking komt uit diverse meevallers en terugbetalingen en de inzet van risicoreserveringen bij de modaliteiten (in totaal: € 407,7 miljoen). Het overige deel wordt gedekt uit de extrapolatieruimte 2037 op het MF (€ 330,3 miljoen) en de inzet van de reservering CA-middelen in 2025 (€ 90,7 miljoen). De dekkingsopgave MF wordt nader toegelicht in artikel 11, 12, 13, 15, 17 en in de verdiepingsbijlage;

  • 2. Prijsstijgingen: Bij de verschillende modaliteiten hebben diverse projecten en programma's last gehad van excessieve prijsstijgingen mede als gevolg van de stijgende prijsindex in de GWW-sector. De opgave betreft in totaal € 549 miljoen. Dekking komt vanuit de generieke investeringsruimte op artikelonderdeel 11.04 en wordt overgeboekt naar de artikelen 11, 12, 13, 15 en 17.

  • 3. Toevoeging CA-middelen Instandhouding 2031 en 2032: Op het MF zijn de overgehevelde middelen tot en met 2030 toebedeeld voor het BKN RWS. Bij de begrotingsbesluitvorming 2025 is besloten om de onverdeelde instandhoudingsmiddelen voor de jaren 2031 en 2032 bij RWS beleidsarm door te trekken om zodoende aan de voortrollende achtjarige instandhoudingsprogrammering te voldoen. Er is in de jaren 2031 en 2032 in totaal € 2.240 miljoen aan het instandhoudingskader op artikel 12 en 15 toegevoegd.

  • 4. BKN-spoor: Dit betreffen mutaties onder het kader om de instandhoudingsopgave (BKN Spoor) te dekken. Het betreffen de volgende mutaties:

    • Uit de generieke investeringsruimte op artikel 11.04 wordt € 821 miljoen overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02. Hiervan komt € 223 miljoen uit het restant van de extrapolatieruimte 2037 en het overige gedeelte uit risicoreserveringen.

    • De € 60 miljoen, die met de Voorjaarsnota 2024 was overgeboekt naar artikelonderdeel 13.07 Rente en Aflossing vanwege de technische afboeking van omvorming ProRail, is met de ontwerpbegroting 2025 weer overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 ten behoeve van de BKN Spoor instandhoudingsopgave.

    • Er is € 485 miljoen ingezet vanuit de extrapolatieruimte in 2038. Met deze middelen uit de vrije investeringsruimte wordt een belangrijke stap gezet naar een nieuw basiskwaliteitsniveau voor de OV-infrastructuur.

    • Er wordt € 400 miljoen ingezet uit de CA-reservering instandhouding (2035-2038) die bij Rutte IV is toegevoegd aan het MF. 

2.3 Overprogrammering

Het Mobiliteitsfonds is een productbegroting. Op het Mobiliteitsfonds worden dus voor een groot deel investeringsuitgaven gedaan voor het uiteindelijk realiseren van projecten. De programmering van projecten wordt doorlopend geactualiseerd op basis van de laatst beschikbare informatie. De kasramingen van de projecten in de begroting worden op de reguliere begrotingsmomenten aangepast. De afgelopen jaren heeft bijvoorbeeld de stikstofproblematiek bij meerdere projecten geleid tot (kas)vertraging. De kasramingen in de begroting zijn hier vervolgens op aangepast.

Het kabinet-Schoof heeft in de startnota het advies van de 17e Studiegroep Begrotingsruimte opgevolgd en het investeringsplafond afgeschaft. Het MF behoudt wel de 100% eindejaarsmarge, waardoor de middelen die aan het einde van het jaar resteren via het voordelig saldo aan het volgende jaar kan worden toegevoegd.

Het instrument overprogrammering wordt als instrument ingezet om te voorkomen dat programmavertragingen direct tot een voordelig saldo leiden en zorgt ervoor dat de beschikbare budgetten voor het investeringsprogramma zo veel mogelijk tot besteding komen in de jaren waarin deze beschikbaar zijn gesteld. Hiermee wordt geanticipeerd op een voorspelbare mate van vertraging, die zich op portfolio-niveau altijd voordoet. Overprogrammering houdt in dat de programmering in de eerste jaren hoger is dan het beschikbaar budget. Over de planperiode zijn beiden in evenwicht.

Overprogrammering kan alleen worden ingezet voor beheersing van reguliere ramingsonzekerheden. Onzekerheden van exogene aard, bijv. juridische ontwikkelingen of krapte op de arbeidsmarkt, kunnen hiermee niet (volledig) opgevangen worden. De hoogte van de overprogrammering wisselt van jaar op jaar binnen een bepaalde marge en hangt af van bijvoorbeeld het risicobeeld van de onderliggende programmering. Over de maximale hoogte hebben het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Financiën afspraken gemaakt.

Tabel 6 Overprogrammering Mobiliteitsfonds (bedragen x € 1 miljoen)

Artikel

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2024-2029

2030-2038

12 Hoofdwegennet

‒ 234

‒ 602

‒ 395

‒ 106

‒ 178

‒ 258

‒ 1.773

1.773

- Aanleg

‒ 144

‒ 221

‒ 169

144

221

169

  

- Planning en studies

‒ 90

‒ 381

‒ 226

‒ 250

‒ 399

‒ 427

‒ 1.773

1.773

13 Spoorwegen

‒ 139

‒ 265

‒ 274

‒ 292

‒ 227

‒ 239

‒ 1.435

1.435

- Aanleg

‒ 101

‒ 227

‒ 182

‒ 223

‒ 176

‒ 166

‒ 1.074

1.074

- Planning en studies

‒ 38

‒ 39

‒ 92

‒ 69

‒ 50

‒ 73

‒ 361

361

15 Hoofvaarwegennet

‒ 49

‒ 106

‒ 10

‒ 102

‒ 70

‒ 129

‒ 467

467

- Aanleg

‒ 44

‒ 69

‒ 27

44

69

27

  

- Planning en studies

‒ 5

‒ 37

17

‒ 146

‒ 139

‒ 156

‒ 467

467

17 Megaprojecten

‒ 141

‒ 310

‒ 268

‒ 428

‒ 385

‒ 340

‒ 1.873

1.873

- Aanleg

‒ 137

‒ 307

‒ 262

‒ 410

‒ 330

‒ 288

‒ 1.734

1.734

- Planning en studies

‒ 4

‒ 3

‒ 6

‒ 18

‒ 55

‒ 52

‒ 139

139

Totale overprogrammering

‒ 562

‒ 1.283

‒ 948

‒ 928

‒ 860

‒ 965

‒ 5.547

5.547

Toelichting

De Ontwerpbegroting 2025 laat het volgende zien:

  • Bij de eerste suppletoire begroting 2024 is de programmering op het Mobiliteitsfonds meerjarig geactualiseerd op basis van de beschikbare informatie over de ontwikkeling van de projectramingen.

  • Als gevolg daarvan is er, in het kader van realistisch ramen en rekening houdend met het advies van de 17e Studiegroep Begrotingsruimte, een kaderaanpassing doorgevoerd in de eerste suppletoire begroting 2024 op het MF. Er is € 819 miljoen in 2024 en € 770 miljoen in 2025 (in totaal circa € 1,6 miljard) verschoven naar latere jaren. Hierbij is zoveel mogelijk rekening gehouden met de programma-actualisaties die zijn verwerkt in de Ontwerpbegroting 2025.

  • Bij Ontwerpbegroting 2025 is er nogmaals kritisch gekeken naar de projectramingen en zijn vervolgens de laatste programma-actualisaties meerjarig doorgevoerd. Het gaat met name om de programma-actualisatie op de Reservering Scheepvaartveiligheid Wind op Zee waar een deel van de middelen uit 2026 zijn verschoven naar 2030 en later, omdat voorzien is dat de programmering niet in 2026 wordt gerealiseerd. Er schuift in totaal € 181 miljoen weg uit 2025 en 2026.

  • Bovendien is er een schuif nodig geweest om het basiskwaliteitsniveau Spoor vast te stellen. Het gaat om een schuif van in totaal € 920 miljoen naar de jaren 2026 tot en met 2029.

  • Volgens de begrotingsregels van het kabinet-Schoof dienen de ramingen van de uitgaven realistisch te zijn en moeten de uitgaven in een realistische kasritme geplaatst worden, rekening houdend met de capaciteit op de arbeidsmarkt, de uitvoering en productie. Op het MF zijn daarom extra middelen weggeschoven door de overprogrammering in 2025 (zowel op aanleg als planning en studies), op het Hoofdwegennet, Spoorwegennet, het Hoofdvaarwegennet en de programma's ERTMS en PHS, te verhogen.

  • Bovengenoemde actualiseringen leiden tot een overprogrammering van € 562 miljoen in 2024 en € 1.283 miljoen in 2025. Dit betekent dat mogelijke programmavertragingen van € 562 miljoen in de laatste maanden van 2024 niet leiden tot aanpassing van het uitgavenkader.

  • De eenmalig hoge overprogrammering in 2025 is een pilot met het Ministerie van Financiën. Er is afgesproken dat IenW niet remt op de productie, want de ambitieuze agenda van het kabinet staat. Gedurende 2025 wordt gemonitord of de hogere overprogrammering effectief is om kasvertragingen op te vangen.

Figuur 4 Investeringsprogramma en budget (bedragen x € 1.000)

In de bovenstaande grafiek wordt het investeringsprogramma over 15 jaar weergegeven, onderverdeeld naar de MIRT-categorieën. De categorieën: aanleg, geïntegreerde contractvormen (DBFM-contracten), planning en studies vallen onder de budgetten voor ontwikkeling. De categorie vernieuwing valt onder de budgetten voor exploitaite, onderhoud en vernieuwing. Deze categorieën vormen tezamen het investeringsprogramma binnen het Mobiliteitsfonds. De onderliggende projecten komen middels het kas-verplichtingenstelsel tot betaling. Het instrument overprogrammering wordt toegepast op het investeringsprogramma, omdat er sprake kan zijn van kasversnellingen en kasvertragingen als gevolg van geactualiseerde projectramingen. Op het onderhoudsprogramma vindt geen overprogrammering plaats, omdat kasversnellingen en –vertragingen hierop worden opgevangen binnen de begroting van de uitvoeringsorganisaties.

De zwarte lijn geeft het totale beschikbare budget weer in het investeringsprogramma en geldt als het vastgestelde uitgavenplafond. De grafiek laat zien dat het investeringsprogramma in de eerste jaren hoger ligt dan het beschikbare budget. Waarbij er dus sprake is van overprogrammering. Vanaf 2031 is sprake van de omgekeerde situatie en ligt het beschikbare budget hoger dan het investeringsprogramma; er is sprake van onderprogrammering. De totale programmering en het budget over de looptijd van het fonds zijn hiermee aan elkaar gelijk, zodat het investeringsprogramma volledig budgettair gedekt is.

2.4 Flexnorm

In de begroting 2018 is de flexnorm geïntroduceerd, waarmee het inzicht in de meerjarige hardheid van de bestuurlijke afspraken is aangescherpt. De flexnorm is een percentage dat aangeeft welk aandeel van de aanlegbudgetten (inclusief investeringsruimte) naar mening van het kabinet flexibel is om bij nieuwe planvorming te betrekken. Het betreft de ruimte binnen de begroting waar nog geen definitieve oplossing is bepaald en gekozen kan worden voor een alternatieve aanwending of oplossing. Overigens geldt ook dat waar wél bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, maar er nog geen juridische verplichtingen zijn aangegaan, de budgetten nog altijd onverminderd door de Tweede Kamer te amenderen zijn.

In onderstaande tabel is weergegeven welke budgetten in de begroting 2025 conform hierboven geschetste flexnorm flexibel zijn om bij nieuwe planvorming te betrekken. Voor nadere duiding over de generieke investeringsruimte wordt verwezen naar de toelichting in artikel 11.

Tabel 7 Flexnorm

Artikel onderdeel

Omschrijving

Budgetten t/m 2038 (x € 1 miljoen)

11.01

Verkenningen

4.758

11.02

Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

 

11.03

Reserveringen

10.381

11.04

Generieke investeringsruimte

4.415

Totaal

 

Als percentage van de budgetten (inclusief investeringsruimte)

13,7%

3. Productartikelen

3.1 Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Met het artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte wordt invulling gegeven aan een meer flexibele planning van infrastructuur zoals toegezegd in de kabinetsreactie op IBO Flexibiliteit in infrastructurele planning (Kamerstukken II 2016-2017, 34 550 A, nr. 5).

Het artikel bevat alle (pla­n)flexibele budgetten die gereserveerd zijn voor het verbeteren van de bereikbaarheid en gerelateerd aan de beleidsdoel­ stellingen zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII, Hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie 2050 en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). De planflexibele budgetten zijn de budgetten die naar mening van het kabinet flexibel zijn om bij (nieuwe) planvorming te betrekken. Het gaat om de (beschikbare) investeringsruimte, reserveringen die worden aangehouden en om budgetten voor projecten in de verken­ningsfase. Over deze budgetten zijn nog geen (definitieve) bestuurlijke afspraken gemaakt en ze zijn niet-juridisch verplicht. Door deze budgetten te plaatsen op één artikel zijn alle flexibele budgetten overzichtelijk gepresenteerd. Na besluitvorming, zoals een voorkeursbe­slissing, wordt budget overgeheveld naar het desbetreffende productartikel. Het gaat om algemene reser­veringen, de investeringsruimte, verkenningen naar bereikbaarheidsopgaven en reserveringen voor korte termijn mobiliteitsmaatregelen. De budgetten op artikel 11 zijn de basis voor het berekenen van de flexnorm in de uitvoeringsagenda mobiliteit.

In dit artikel staan ook de brede verkenningen nieuwe stijl. Kenmerkend aan deze verkenningen is dat ze – indien mogelijk - modaliteitsneutraal zijn, een niet-infrastructurele oplossing wordt meegenomen en dat ze niet automatisch doorgaan naar de planuitwerking, maar dat een expliciete afweging (tussen verkenningen) plaatsvindt. Dit is vastgelegd in de MIRT- werkwijze. In deze werkwijze staat het opgavengericht werken voorop. Samen met bestuurlijke partners wordt steeds bezien welke maatregel op welk schaalniveau, op de korte en op de lange termijn het meest bijdraagt aan de opgave bereikbaarheid. Zo ontstaat een mix van maatregelen die samen met andere partners over een langere periode worden uitgevoerd.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

0

374.296

316.826

1.038.524

676.797

1.035.680

1.285.637

Uitgaven

0

63.266

235.168

458.142

821.529

987.694

1.541.301

11.01 Verkenningen

0

1.258

37.215

90.858

218.373

264.686

708.907

11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

0

0

0

0

0

0

0

11.03 Reserveringen

0

55.508

133.730

256.868

182.936

316.127

357.767

11.03.01 Gebiedsrogramma's

0

2.503

2.498

142.072

27.934

113.931

150.931

11.03.02 Overige reserveringen

0

43.775

77.765

74.752

83.870

109.222

124.934

11.03.03 Reserveringen Coalitieakkoord

0

9.230

53.467

40.044

71.132

92.974

81.902

11.04 Generieke investeringsruimte

0

6.500

64.223

110.416

420.220

406.881

474.627

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

47.500

11.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

47.500

Geschatte Budgetflexibiliteit

De budgetten zijn in 2025 niet juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De verkenningen zijn bestuurlijk gebonden, de reserveringen en de risicoreserveringen binnen de generieke investeringsruimte zijn in 2025 beleidsmatig gereserveerd.

Tabel 9 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 11
 

2025

Juridisch verplicht

 

Bestuurlijk gebonden

16%

Beleidsmatig gereserveerd

84%

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 
C. Toelichting

11.01 Verkenningen

Motivering

In dit artikel staan de brede verkenningen nieuwe stijl. Kenmerkend aan de verkenningen nieuwe stijl is dat ze - indien mogelijk - modaliteitsneutraal zijn, een niet-infrastructurele oplossing wordt meegenomen en dat ze niet automatisch doorgaan naar de planuitwerking maar een expliciete afweging (tussen verkenningen) plaatsvindt. De verkenningen op dit artikel dragen bij aan de bereikbaarheidsdoelstellingen uit de Hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie 2050 en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).

Tabel 10 Projectoverzicht behorende bij 11.01: Verkenningen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

Voorkeursbeslissing

 

Projecten Noord Nederland

    

Verkenning Groningen Suiker

97

94

 

*

Projecten Noordwest-Nederland

    

A9 Rottepolderplein

5

5

  

OV en Wonen in en rond Utrecht

905

879

  

OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer

872

847

 

*

Verkenning Oude Lijn

1402

1361

 

*

A27 Zeewolde-Eemnes

3

3

ntb

 

Projecten Zuidwest-Nederland

    

A15 Papendrecht-Gorinchem

138

134

ntb

 

Verkenning MerwedeLingelijn

57

55

 

*

Verkenning Rail Gent Terneuzen

106

103

 

1

Verkenning BRT Leiden-Zoetermeer

37

36

  

Capaciteitsverruiming A16 Van Brienenoordcorridor Rotterdam

290

282

ntb

 

Projecten Zuid-Nederland

    

A2 Deil-Den Bosch/Vught

126

122

ntb

 

A58 Tilburg-Breda

25

24

ntb

 

Verkenning HUB Den Bosch

142

138

 

*

Projecten Oost-Nederland

    

A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven & corridor Nijmegen-Eindhoven

452

438

2024

 

Verkenning Knooppunt OV Nijmegen

45

44

  

N35 Wijthmen-Nijverdal

112

15

ntb

2

Totaal verkenningsprogramma

    

Begroting (MF 11.01)

4.814

4.578

  

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Verkenning Rail Gent Terneuzen: Indien het project onverhoopt geen doorgang vindt, vloeien de dan nog onbestede middelen weer terug naar de onverdeelde middelen van het NGF.

  • 2. N35 Wijthmen-Nijverdal: Via het amendement (36 410 A, nr. 27) heeft de Tweede Kamer de budgetschuif voor de N35 verkenning Wijthmen-Nijverdal ongedaan gemaakt. Het eerder afgeroomde bedrag van € 94 miljoen is weer toegevoegd aan het projectbudget.

De projecten in de verkenningenfase zijn geïndexeerd naar prijspeil 2024.

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen gereserveerd voor korte termijn mobiliteitsmaatregelen. Met het programma Beter Benutten is de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan door met kleine en/of slimme maatregelen mobiliteitsvraagstukken aan te pakken. De gereserveerde middelen op dit artikel zijn nog niet specifiek toegewezen aan decentrale overheden of specifieke uitvoeringsmaatregelen. Daarmee zijn deze budgetten planflexibel.

11.03 Reserveringen

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen gereserveerd voor beleidsprioriteiten of voorziene omstandigheden waarbij nog geen sprake is van een formele verkenning of gedragen uitwerking. Deze middelen zijn bestemd voor specifieke toekomstige opgaven. Dit zijn bijvoorbeeld de gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s. In deze gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s wordt de bereikbaarheidsopgave in deze gebieden adaptief en integraal opgepakt. Daarbij wordt samengewerkt met de verschillende decentrale overheden. Wanneer duidelijk is hoe en wanneer de opgaven worden aangepakt, bijvoorbeeld met een verkenning of ander soortige (korte termijn) maatregelen worden de gereserveerde middelen overgeboekt naar het betreffende productartikel of artikelonderdeel op artikel 11.

Producten

Tabel 11 Projectoverzicht behorende bij 11.03: Reserveringen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

Voorkeursbeslissing

 

Projecten Noordwest-Nederland

    

Programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid

8

8

nvt

 

Projecten Zuid-Nederland

    

Reservering Netwerkontwikkeling A2/N2

239

 

ntb

1

Multimodaal Metropool Regio Eindhoven

175

 

nvt

2

Brainport Eindhoven

828

813

nvt

*

Reserveringen

    

N33 en Nedersaksenlijn

340

480

ntb

3

Beheer en onderhoud Caribisch Nederland

72

69

nvt

 

Maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer

7

8

nvt

 

ERTMS

725

704

nvt

*

Programma Hoogfrequent Spoor

133

 

nvt

4

Slimme en duurzame mobiliteit

4

4

nvt

 

Pakket Zeeland

112

93

nvt

5

Schoon Emissieloos Bouwen (rijksdiensten)

105

102

nvt

 

Reservering Bereikbaarheid WoMo HWN

17

16

nvt

 

Robuuste Hoofdvaarwegen

173

168

nvt

 

Goederenvervoercorridors

11

12

nvt

 

Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI)

146

 

nvt

6

Stikstof

14

13

nvt

 

Strategisch Capaciteitsmanagement

3

3

nvt

 

Verduurzaming Gebouwen

1

 

nvt

7

Modaliteitspecifieke reservering

43

16

nvt

8

Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur

100

100

nvt

9

Westerscheldetunnel

 

147

nvt

10

Lelylijn

6

5

nvt

 

RegioExpress

87

85

nvt

 

EurregioRail

33

32

nvt

 

Ontsluiting Woningbouw

36

39

nvt

 

Reservering Instandhouding

7.017

7.767

nvt

11

Totaal reserveringen

10.435

10.683

  

Begroting (MF 11.03)

10.435

10.683

  

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Reservering Netwerkontwikkeling A2/N2: dit betreft een reservering voor het project Hoofdwegennet/Onderliggend Wegennet A2/N2 met Brainportlijn en noordwestelijke ontsluiting, ontvangen vanuit het Nationaal Groeifonds. De middelen zijn met VJN 2024 al overgeboekt ten behoeve van de Brainportregio Eindhoven;

  • 2. Multimodaal Metropool Regio Eindhoven: dit betreft een reservering voor het Multimodaal pakket Metropool Regio Eindhoven (MRE), ontvangen vanuit het Nationaal Groeifonds. Deze middelen worden ingezet voor de Ruimtelijke Schaalsprong met Brainportregio Eindhoven. De middelen zijn met VJN 2024 al overgeboekt naar het MF

  • 3. N33 en Nedersaksenlijn: voor de N33 Midden (Zuidbroek-Appingedam) is € 145 miljoen overgeboekt naar het artikel 12. Voor de N33 Noord (Appingedam-Eemshaven) is € 5 miljoen van de totale reservering (€ 250 miljoen) overgeboekt naar het artikel 12 om de studiekosten van het MIRT-onderzoek te bekostigen;

  • 4. Programma Hoogfrequent Spoor (PHS): Er is een overboeking geweest vanuit de risicoreservering PHS naar de reservering PHS. De risico is al opgetreden, daarom zijn de middelen overgemaakt van artikelonderdeel 11.04 naar 11.03;

  • 5. Maatregelenpakket Zeeland: vanuit de generieke investeringsruimte (artikelonderdeel 11.04) is € 20,4 miljoen toegevoegd voor de meerjarige dekking van de exploitatiebijdrage aan NS voor de contractlijn in Zeeland. Daarnaast is € 4,5 miljoen overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII ten behoeve van de exploitatiebijdrage NS 2024;

  • 6. Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI): Voor de jaren 2026 tot en met 2037 is in totaal € 146,1 miljoen gereserveerd voor het IenW-aandeel in de uitvoering van het actieplan Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI);

  • 7. Verduurzaming Gebouwen: dit betreft de reservering voor de verduurzaming van RWS-gebouwen;

  • 8. Modaliteitspecifieke reservering: dit betreft een aanvulling van de modaliteitspecifieke reservering voor de modaliteiten Wegen, Vaarwegen en Spoor. Dekking komt vanuit de integrale opgave op het MF;

  • 9. Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur: er zijn middelen vanuit het Klimaatfonds met VJN 2024 overgeboekt naar het MF. Het gaat om € 100 miljoen ten behoeve van het uitvoeringsprogramma Klimaatneutrale en Circulaire Infrastructuur (KCI). Per abuis is deze reservering niet toegevoegd aan het projecttabel bij de eerste suppletoire begroting 2024. Deze is nu meegenomen bij de begroting 2025.

  • 10. Westerscheldetunnel: dit betreft een overboeking naar het beleidsartikel voor de mogelijke verlening van een Specifieke Uitkering (SPUK) aan de provincie Zeeland voor de gederfde tolinkomsten als gevolg van het vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel.

  • 11. CA-middelen instandhouding: De resterende middelen in 2025 (€ 90,7 miljoen) zijn ingezet voor de integrale opgave op het MF. Daarnaast is in de begroting van 2025 besloten om vanuit de reservering instandhouding de financiering van het BKN RWS beleidsarm met twee jaar door te trekken. Het instandhoudingskader op artikel 12 en artikel 15 op het MF is in totaal met circa € 1.120 miljoen voor 2031 en 2032 verhoogd.

Voor zover hierboven niet toegelicht zijn de getroffen reserveringen geïndexeerd naar prijspeil 2024.

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

11.04 Generieke investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel is de generieke investeringsruimte tot en met 2038 begroot. Dit betreft de investeringsruimte waarvoor nog geen bestemming is aangegeven, en ook niet specifiek is toebedeeld aan een beleidsreservering, (gebieds)programma, verkenning of een modaliteit.

De generieke investeringsruimte is onder meer beschikbaar voor het kunnen opvangen van (toekomstige) risico’s en nieuwe beleidswensen onder andere op basis van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), toekomstb­eelden en de IMA (Integrale Mobiliteitsanalyse). De vrije investeringsruimte wordt jaarlijks gevoed door de verlenging van het fonds. Na bestuurlijke overleggen MIRT informeert het kabinet de Tweede Kamer over de voorstellen om de voor het huidig kabinet beschikbare investeringsruimte in te zetten.

Het beschikbare budget op artikelonderdeel 11.04 bedroeg in de ontwerpbegroting 2024, € 6,1 miljard; waarvan € 6,8 miljard gereserveerd voor risicoreserveringen en € 700 miljoen staat op de minregel Vrachtwagenheffing.

Door de aanpassingen doorgevoerd bij de 1e suppletoire begroting 2024 en de hieronder genoemde aanpassingen is de omvang van de investeringsruimte in de begroting 2025, € 4,9 miljard tot en met 2038. De investeringsruimte is grotendeels gereserveerd voor risicoreserveringen en tegenvallers (€ 4,2 miljard). Daarnaast is de minregel van de vrachtwagenheffing met de 1e suppletoire begroting 2024 verhoogd met € 160 miljoen tot een bedrag van € 860 miljoen. Verder Er restereert een vrij investeringsruimte van € 1,56 miljard vanwege de extrapolatie 2038.

Tabel 12 11.04 Generieke investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Vrije investeringsruimte

        

Risicoreserveringen

6.500

64.223

110.416

420.220

406.881

474.627

436.596

276.740

Voorfinanciering vrachtwagenheffing

      

‒ 215.000

‒ 215.000

Totaal

6.500

64.223

110.416

420.220

406.881

474.627

221.596

61.740

Tabel 13 (vervolg) 11.04 Generieke investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024-2038

Vrije investeringsruimte

      

1.077.506

1.077.506

Risicoreserveringen

346.001

279.796

325.916

305.642

338.317

212.237

193.449

4.197.561

Voorfinanciering vrachtwagenheffing

‒ 215.000

‒ 215.000

     

‒ 860.000

Totaal

131.001

64.796

325.916

305.642

338.317

212.237

1.270.955

4.415.067

Producten

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Dekkingsopgave MF 2025: In deze begroting is de interne dekkingsopgave op het Mobiliteitsfonds verwerkt. De opgave betreft in totaal € 838,9 miljoen, waarvan € 178,3 miljoen voor het Hoofdwegenet, € 411,1 miljoen voor Spoorwegen, € 247,5 miljoen voor het Hoofdvaarwegennet en € 2 miljoen voor de opgave Fiets. Met de Nota van Wijziging op de eerste suppletoire begroting 2024 is € 10,2 miljoen (€ 4 miljoen in 2024 en € 6,2 miljoen in 2025) van de dekkingsopgave reeds verwerkt voor de uitvoering van het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI). De opgave wordt gedekt uit verschillende dekkingsbronnen bij de modaliteiten. Vanuit het Hoofdwegennet wordt er € 226,4 miljoen gedekt. Vanuit het Spoorwegennet wordt er € 153 miljoen gedekt en vanuit het Hoofdvaarwegennet wordt er € 28,3 gedekt. Verder is een deel van de opgave gedekt door de reservering CA-middelen in 2025 (€ 90,7 miljoen). Tot slot is het overige deel gedekt uit de extrapolatieruimte 2037 (€ 330,3 miljoen). Zowel de dekkingsmutaties als de opgavemutaties zijn verwerkt op artikelonderdeel 11.04;

  • Loon-en prijsbijstelling 2024: De loon- en prijsbijstelling tranche 2024 is vanuit het Ministerie van Financiën toegvoegd aan artikelonderdeel 11.04 en verdeeld over de verschillende projecten en reserveringen op het Mobiliteitsfonds;

  • NS-tarieven: In 2023 heeft de Kamer met het amendement-Bikker (36410A, nr. 10) de tariefsverhoging van de NS tarieven over 2024 (8,7%) eenmalig afgewend. Om te voorkomen dat de tarieven in 2025, naast de reguliere prijsontwikkeling van 2025, alsnog stijgen met deze 8,7% extra, heeft het kabinet besloten de kosten voor 2025 evenredig over de reiziger, NS en IenW te verdelen. De middelen voor deze demping voor 2025 komen uit de generieke investeringsruimte op het Mobiliteitsfonds (€ 42 miljoen), nadat deze middelen in het juiste ritme zijn gezet.  

  • Minregel Vrachtwagenheffing: De minregel voor vrachtwagenheffing is met de Voorjaarsnota 2024 verhoogd met € 160 miljoen tot € 860 miljoen om de verplichtingen op de contracten in de exploitatiefase vast te leggen. De vrachtwagenheffing wordt nu geraamd op de beleidsbegroting HXII, artikel 15. Het streven is om de minregel met de Voorjaarsnota 2025 definitief op te heffen op het Mobiliteitsfonds;

  • Prijsstijgingen: diverse aanleg- en instandhoudingsprojecten op de verschillende modaliteiten hebben last gehad van excessieve prijsstijgingen. Bij de ontwerpbegroting 2025 gaat het om een opgave van € 549 miljoen. Voor het Hoofdwegennet gaat het om een opgave van € 182 miljoen. Voor het Spoorwegennet gaat het om een opgave van € 208 miljoen en voor het Hoofdvaarwegennet gaat het om een opgave van € 159 miljoen. Dekking is gevonden binnen het MF en komt uit de generieke investeringsruimte. De middelen zijn toegevoegd aan de verschillende projecten op de artikelen 12, 13, 15 en 17 van het Mobiliteitsfonds.

  • BKN-Spoor: Vanaf 2026 is er een tekort in het Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwingsbudget bij ProRail. De middelen vanuit de generieke investeringsruimte op artikelonderdeel 11.04 zijn inclusief loon-en prijsbijstelling 2024 overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 (€ 578 miljoen). Dit geldt eveneens voor de resterende extrapolatieruimte 2037 van € 223 miljoen, dat is overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02. De middelen gelden als dekking voor de tekorten die zijn ontstaan bij de instandhoudingsbudgetten van ProRail.

3.2 Artikel 12 Hoofdwegennet

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van het hoofdwegennet verantwoord. Dit betreft de onderdelen exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling, geïntegreerde contractvormen/PPS, en netwerkgebonden kosten. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 12 Hoofdwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

4.431.149

4.575.841

4.696.363

3.989.805

2.898.831

3.070.126

3.226.278

Uitgaven

3.210.933

3.898.451

3.940.969

4.475.822

4.198.790

4.275.981

3.946.443

12.01 Exploitatie

5.763

6.293

5.676

9.922

10.550

9.764

8.618

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

5.763

6.293

5.676

9.922

10.550

9.764

8.618

12.02 Onderhoud en vernieuwing

1.034.926

1.258.444

1.369.323

1.479.874

1.450.530

1.534.478

1.376.014

12.02.01 Onderhoud

774.855

929.188

983.801

922.160

932.349

946.368

957.055

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

774.855

929.188

983.801

922.160

932.349

946.368

957.055

12.02.04 Vernieuwing

260.071

329.256

385.522

557.714

518.181

588.110

418.959

12.03 Ontwikkeling

581.266

740.684

730.850

1.011.721

902.231

1.007.529

897.144

12.03.01 Aanleg

445.216

377.306

345.388

646.939

627.880

546.194

300.429

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

22.591

2.775

0

0

0

0

0

12.03.02 Planning en studies

128.602

235.937

219.327

271.972

241.100

458.403

484.459

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

19.130

21.487

16.095

10.040

7.830

7.830

10.882

12.03.03 Optimalisering gebruik

7.448

127.441

166.135

92.810

33.251

2.932

112.256

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

778.672

1.123.476

1.057.604

1.063.119

904.439

835.056

799.823

12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

810.306

769.554

777.516

911.186

931.040

889.154

864.844

12.06.01 Apparaatskosten RWS

631.499

657.991

661.958

660.428

654.407

655.384

651.920

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

631.499

657.991

661.958

660.428

654.407

655.384

651.920

12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

178.807

111.563

115.558

250.758

276.633

233.770

212.924

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

170.307

111.563

115.558

250.758

276.633

233.770

212.924

Ontvangsten

116.288

104.959

124.305

118.556

122.404

112.016

207.422

12.09 Ontvangsten

116.288

104.959

124.305

118.556

122.404

112.016

207.422

12.09.01 Ontvangsten

0

63.410

11.834

3.200

14.156

11.010

43.838

12.09.02 Tolopgave

0

41.549

112.471

115.356

108.248

101.006

163.584

Budgetflexibiliteit

Tabel 15 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 12
 

2025

Juridisch verplicht

94%

Bestuurlijk gebonden

6%

Beleidsmatig gereserveerd

 

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 

Toelichting

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

C. Toelichting

12.01 Exploitatie

Motivering

Met exploitatie streeft IenW naar een veilig en optimaal gebruik van de beschikbare weginfrastructuur en het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur op de meest duurzame manier en met oog voor de leefomgeving. Daarmee worden de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid in Nederland bevorderd.

Producten

De uitgaven voor de exploitatie hebben betrekking op het verzamelen en verspreiden van verkeersdata en op besturingssoftware voor informatiepanelen en andere apparatuur. Samen met de weginspecteurs van Rijkswa­terstaat (RWS) resulteert dit in:

  • Verkeersbegeleiding bij grote drukte, inclusief grootschalige evenementen en crisissituaties zoals bij een weeralarm;

  • Hulpverlening, bevorderen doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement);

  • Maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag, bijvoorbeeld ter voorkoming van het negeren van rode kruizen en vlucht- strookparkeren;

  • Voorlichting over rijkswegen, zoals voorlichting over de gevolgen van wegwerkzaamheden.

De meeste van deze maatregelen worden ingezet vanuit zes regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door toepassing van gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking.

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden bekostigd uit het budget voor netwerkgebonden kosten.

Meetbare gegevens

Tabel 16 Specificatie bedieningsareaal

Areaalomschrijving

Eenheid

Realisatie 2023

Prognose 2024

Prognose 2025

Verkeerssignalering

km op rijbaan

2.964

2.984

3.011

Verkeerscentrales

aantal

6

6

6

Spitsstroken

km

293

286

254

Toelichting

De lengte van de verkeerssignalering neemt in 2025 naar verwachting toe als gevolg van de openstelling van de A16 Rotterdam.

De lengte spitsstroken zal in 2025 afnemen doordat bij de verbreding op de A2 tussen Het Vonderen en Kerensheiden de spitsstroken omgezet worden naar permanente rijstroken.

Tabel 17 Indicator exploitatie
 

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Streefwaarde 2024

Streefwaarde 2025

Levering verkeersgegevens: op alle bemeten wegvakken wordt betrouw­bare reis en routeinformatie ingewonnen en tijdig geleverd aan de serviceproviders

    

1. beschikbaarheid data voor derden: % van de RWS-meet­locaties dat goed functioneert

93%

91%

90%

90%

2. actualiteit data voor derden: % van de gege­vens van een meet­­minuut, dat binnen 75 sec. daarna door RWS wordt geleverd aan NDW

100%

99%

95%

nvt

Toelichting

Deze indicator geeft aan in welke mate RWS intensiteit- en snelheidsgegevens van de meetlocaties beschikbaar heeft en ze tijdig doorgeeft aan het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW).

De indicator kent twee aspecten, namelijk:

  • de mate van beschikbaarheid van de RWS meetlocaties (aantal x tijd);

  • de mate waarin meetgegevens tijdig (binnen 75 seconden) verstuurd zijn naar de NDW.

Dit tweede aspect van deze indicator komt vanaf 2025 te vervallen. De meting is niet meer relevant, aangezien het ontvangende systeem tegenwoordig gebruik maakt van Floating Car Data (mobiele telefoons in auto's).

De percentages worden berekend ten opzichte van de totalen.

12.02 Onderhoud en vernieuwing

Motivering

Door middel van onderhoud en vernieuwing worden het hoofdwegennet en de directe omgeving op orde gehouden, zodat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is: het faciliteren van veilig, vlot en comfortabel vervoer van personen en goederen met aandacht voor de kwaliteit van het milieu. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen regulier onderhoud enerzijds en vernieuwingen anderzijds.

Producten

Het regulier onderhoud van hoofdwegen omvat maatregelen aan verhar­ dingen, kunstwerken (zoals bruggen, tunnels en viaducten), verkeersvoor- zieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement (zoals signalering en verkeerscentrales).

In bijlage 4 'Instandhouding' van deze begroting wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verant­ woordelijkheid van IenW vallen.

Maatregelen

In de begroting van 2024 is besloten tot een verschuiving van financiële middelen en personele capaciteit naar instandhouding1, aanvullend op de extra vrijgemaakte middelen uit het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV. Met deze middelen werkt IenW aan de grootste onderhoudsopgave van onze infrastructuur ooit. Het streven is een structurele groei van het productievolume te realiseren van € 2 miljard naar € 3 miljard per jaar (prijspeil 2022), waarvan € 0,8 miljard per jaar voor vernieuwing van infrastructuur. Dit is toegelicht in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart 2023 (Kamerstuk 29 385, nr. 119). Over de aanpak van IenW om de productie op instandhouding te vergroten en de validatie van de omvang van de instandhoudingsopgave is de Kamer op 17 juni 2024 per brief geinformeerd (Kamerstuk 29 385, nr. 139).

12.02.01 Onderhoud

IenW zet in op veiligheid, beschikbaarheid en betrouw­baarheid van het hoofdwegennet over de hele levenscyclus van de infrastructuur. Die omhelst wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales en verkeersvoorzieningen. Onderhoud betreft zowel het preventief als het correctief onderhoud.

Zoals in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 11 november 2022 (Kamerstuk 29 385, nr. 116) is toegelicht, worden drie uitgangspunten gehanteerd bij de nadere uitwerking van keuzes, namelijk een efficiënte en duurzame inzet, haalbaar en maakbaar, en een eerlijke verdeling van kosten. Het doel is om op alle netwerken de veiligheid te blijven bieden en toe te werken naar hoger niveau van voorspelbaarheid en beschikbaarheid. Hiermee zorgen we ervoor dat nu en in de toekomst onze wegen, vaarwegen en waterwerken goed te gebruiken zijn. Dit is de basis. Deze basis geeft ook voorspelbaarheid in de uitvoering, zowel voor marktpartijen als voor RWS.

De uitgaven voor het onderhoud bestaan hoofdzakelijk uit:

  • Uitgaven voor onderhoud van verhardingen waaronder het herstel van vorstschade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan;

  • Uitgaven voor onderhoud van kunstwerken;

  • Uitgaven voor onderhoud aan (Dynamisch Verkeersmanagement) DVM- systemen zoals matrixborden, informatiepanelen en verkeerscentrales;

  • Klein variabel en vast onderhoud aan verkeersvoorzieningen, zoals onderhoud aan bermen, geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting;

  • Uitgaven voor geluidmaatregelen (landschap en milieu) als gevolg van naleving van geluidproductieplafonds voor zover geen onderdeel van een aanlegproject.

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de onderhoudskosten. De percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde over de periode 2021-2025.

Figuur 5 Onderverdeling van de onderhoudskosten hoofdwegennet

Tabel 18 Areaal Rijkswegen1
  

Eenheid

Realisatie 2023

Prognose 2024

Prognose 2025

Rijbaanlengte

Hoofdrijbaan

km

5.858

5.849

5.893

Rijbaanlengte

Verbindingswegen en op- en afritten

km

1.612

1.619

1.631

Areaal asfalt

Hoofdrijbaan

km2

77,3

77,4

77,7

Areaal asfalt

Verbindingswegen en op- en afritten

km2

14,4

14,4

14,6

Groen areaal

 

km2

184,4

184

184,4

X Noot
1

Bron: Rijkswaterstaat 2024

Toelichting

In 2025 wordt een toename van de lengte van de hoofdrijbaan voorzien met name als gevolg van de openstelling van de A16 Rotterdam. Er wordt een toename van de oppervlakte voorzien met name als gevolg van de openstelling van de A16 Rotterdam en de verbreding van de A1 tussen Apeldoorn en Twello. De verbindingswegen en op- en afritten nemen in 2025 naar verwachting in lengte en oppervlakte toe als gevolg van de aanleg van de A16 Rotterdam.

Tabel 19 Omvang areaal1
 

Areaal

Eenheid

Omvang 2025

Budget (x € 1.000) 2025

Wegen

Oppervlakte wegdek(Exclusiefverzorgingsbanen)

km2

92,3

983.801

X Noot
1

Bron: Rijkswaterstaat 2024

Toelichting

In deze tabel wordt het totale areaal exclusief verzorgingsbanen weergegeven. In 2025 betreft dit in totaal 92,3 vierkante kilomer als gevolg van de aanleg van de A16 Rotterdam en de openstelling van extra rijstroken op de A1 tussen Apeldoorn en Twello.

Voor de netwerken in beheer van RWS moeten de afspraken over het basiskwaliteitsniveau worden vertaald naar nieuwe indicatoren en streefwaarden. Daarom wordt in afwachting daarvan in onderstaande tabel nog uitgegaan van de prestatieafspraken vanuit de Beheer en Onderhoud (BenO) overeenkomst 2022-2023.

Tabel 20 Indicatoren onderhoud
 

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Streefwaarde 2024

Streefwaarde 2025

Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onder­houd (1):

2,8%

4,4%

10,0%

10,0%

Technische Beschikbaarheid: deel van lengte en tijd (%) dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rij- of vluchtstroken zijn afgesloten als gevolg van aanleg of geplande onderhoudswerkzaamheden

98,2%

98,5%

90,0%

90,0%

Veiligheid (2):

    

a.    voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming)

99,7%

99,6%

99,7%

99,7%

b.    voldoen aan norm gladheidbestrijding (binnen 2 uur preventief strooien).

99%

99%

95%

95%

Toelichting

  • 1. Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onderhoud (1): deze indicator betreft de verhouding ‘Files door aanleg, beheer en onderhoud’ ten opzichte van ‘Alle files’. Hierbij worden alleen files meegeteld die een snelheid hebben lager dan 50 km/uur en een lengte van minstens 2 km. De overige vertragingen, namelijk die met een snelheid tussen 50 en 100 km/uur en/of over korte lengte, worden niet benoemd als files, maar als congestie.

  • 2. Veiligheid (2): de indicator kent twee aspecten, namelijk:

    a) het voldoen aan de veiligheidsnormen: dit wordt gemonitord aan de hand van de schadekenmerken stroefheid en spoorvorming, enb) het tijdig bestrijden van wintergladheid: dit wordt gemonitord aan de hand van de situaties waarin tijdig preventief dient te worden gestrooid.

12.02.04 Vernieuwing

Op dit artikelonderdeel staan de beschikbare budgetten voor vernieuwing (voorheen: vervanging en renovatie) van het hoofdwegennet. Sinds medio vorige eeuw is in hoog tempo een groot deel van de infrastructuur aangelegd. Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Op basis van onderzoek wordt jaarlijks een analyse gemaakt voor welke kunstwerken vervanging of renovatie aan de orde is. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 7 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma op een later moment concreet. De werkwijze staat verder toegelicht in bijlage 4 'Instandhouding'. In het MIRT-projectenoverzicht worden onderliggende projecten inzichtelijk gemaakt.

12.03 Ontwikkeling

Motivering

Om een betrouwbaar netwerk te realiseren en de verwachte verkeersgroei te faciliteren, worden infrastructuurprojecten voorbereid en uitgevoerd. Zo wordt bereikt dat de noodzakelijke wegcapaciteit beschikbaar is en komt. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.

Maatregelen

Herprioritering MIRT

In 2023 heeft IenW besloten om meerdere MIRT-projecten te pauzeren vanwege een opeenstapeling van factoren (stikstof, capaciteit en financiën). IenW focust op wat wél kan en zet haar financiële middelen en capaciteit zo in dat de bereikbaarheid en veiligheid daar het meeste van profiteren. Dit betekent inzet op het in stand houden van de infrastructuur en aanlegprojecten die in (naderende) realisatie zijn. Dit samen betekende bij de begroting 2024 een financiële schuif, waarbij gereserveerde budgetten van (weg)projecten grotendeels anders zijn ingezet. Voor het hoofdwegennet was de omvang van de financiële schuif € 3,4 miljard (prijspeil 2022), waarvan € 2,3 miljard is geschoven binnen het aanlegprogramma (Kamerstuk 36 410 A, nr. 2).

Verkeersveiligheid hoofdwegennet

Er wordt op verschillende manieren geïnvesteerd in verder verbeteren van de verkeersveiligheid op het hoofdwegennet. Vanuit het Coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV is voor de jaren 2023-2026 in totaal € 200 miljoen beschikbaar gesteld voor het verbeteren van de verkeersvei­ligheid op Rijks-N-wegen. Daarnaast worden verschillende verkeersveiligheids-maatregelen genomen vanuit het programma Meer Veilig. Zo is € 25 miljoen beschikbaar voor het veiliger maken van de bermen van N-wegen in beheer van het Rijk.

12.03.01 Aanleg

Motivering

Op dit artikel staan de beschikbare budgetten die noodzakelijk zijn voor de (realisatie)activiteiten bij het hoofdwegennet. Voorbeelden zijn uitgaven die worden gedaan voor de uitvoering (bouwfase) van MIRT-projecten.

Mijpalen Aanlegprojecten

In 2025 wil IenW de volgende mijlpalen realiseren.

Tabel 21 Mijlpalen Aanlegprojecten

Mijlpaal

Project

Openstelling

A16 Rotterdam

A1 Apeldoorn-Azelo 2e fase (verbreding naar 2 x 4 rijstroken tussen Apeldoorn en Twello)

Producten

Tabel 22 Projectoverzicht behorende bij 12.03.01: Aanleg Hoofdwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Openstelling

Toelichting

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

 

Projecten Nationaal

             

Kleine projecten / Afronding projecten

6.079

6.080

6.005

24

10

6

11

12

1

10

   

Programma snelheidsaanpassing

55

55

52

 

3

        

Programma aansluitingen

133

133

127

6

         

Quick Wins Wegen

12

12

12

          

ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding)

1.478

1.478

1.476

2

      

2016

2016

 

Projecten Noordwest-Nederland

             

A10 Amsterdam praktijk-proef FES

41

41

38

 

3

     

2018

2018

 

A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel (Zuidas)

833

809

96

42

87

99

94

78

106

230

2032-2036

2032-2036

 

A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere

1.218

1.211

982

31

33

60

84

28

  

2027

2027

 

A1 Bunschoten-Knooppunt Hoevelaken

19

19

19

       

2015

2015

 

A2 Holendrecht - Oudenrijn

1.209

1.209

1.209

       

2012

2012

 

A9 Badhoevedorp

292

292

288

4

      

2017

2017

 

N50 Ens - Emmeloord

19

19

19

       

2016

2016

 

Projecten Zuidwest-Nederland

             

A15 Papendrecht-Sliedrecht

22

22

18

4

      

2021

2021

 

A4-A44 Rijnlandroute

557

553

407

59

62

 

29

   

regio

regio

 

A4 Burgerveen - Leiden

541

541

541

       

2015

2015

 

A4 Delft - Schiedam

642

642

642

       

2015

2015

 

A4 Vlietland / N14

16

16

16

       

2020

2020

 

N57/N59 EuroRAP (verkeersveiligheid)

22

21

8

3

11

     

n.t.b.

n.t.b.

 

N61 Hoek-Schoondijke

111

111

111

       

2015

2015

 

Projecten Zuid-Nederland

             

A2 Passage Maastricht

686

686

679

      

7

2016

2016

 

A4 Dinteloord-Bergen op Zoom

260

260

259

       

2014

2014

 

A76 Aansluiting Nuth

59

61

59

       

regio

regio

 

A27 Houten Hooipolder

110

110

110

          

A2 Het Vonderen-Kerensheide

417

348

44

26

60

89

133

65

  

2025-2027

2025-2027

1

Projecten Oost-Nederland

             

A12-A15 Ressen - Oudenbroeken (ViA15)

686

671

173

8

61

432

7

5

  

n.t.b.

n.t.b.

 

A1 Apeldoorn - Azelo: fase 1 en fase 2a

493

489

345

97

46

5

    

2023-2025

2023-2025

 

A1 Apeldoorn Zuid - Beekbergen

29

29

29

       

2017

2017

 

A50 Ewijk - Valburg

269

269

269

       

2017

2017

 

N35 Combiplan Nijverdal

319

319

317

1

   

1

  

2015

2015

 

N35 Wijthmen - Nijverdal

24

24

4

12

7

  

2

  

2018

2018

 

N35 Zwolle - Wijthmen

50

50

49

       

2018

2018

 

Projecten Noord-Nederland

             

A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

928

915

744

82

83

11

8

   

2025

2025

 

N31 Leeuwarden (De Haak)

222

222

220

2

      

2014

2014

 

Overige maatregelen

             

Fileaanpak

61

61

61

1

         

Meer kwaliteit leefomgeving

152

158

152

1

         

Meer veilig

117

115

115

1

         

Afrondingen

             

Totaal aanlegprogramma

18.181

18.051

15.695

406

466

702

366

191

107

247

   

Totaal uitvoeringsprogramma

18.181

18.051

15.695

406

466

702

366

191

107

247

   

Aanleg uitgaven op MF 12.03.01 mbt Planning en studies

   

99

100

113

117

134

24

    

Programma Aanleg

   

505

566

815

483

325

131

    

Budget Aanleg (MF 12.03.01)

   

361

345

646

627

546

300

    

Overprogrammering (-)

   

‒ 144

‒ 221

‒ 169

144

221

169

    

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Dit betreft een budgetoverheveling vanuit beheer en onderhoud omdat de onderhoudswerkzaamheden en Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) werkzaamheden geïntegreerd zijn opgedragen, een budgettoevoeging voor tweetal noodzakelijke scopewijzigingen, een budgettoevoeging die voornamelijk wordt veroorzaakt door prijsstijgingseffecten op de scopewijziging en de verwerking van de loon- en prijsbijstelling 2024.

In het contract A2 Vonderen-Kerensheide zijn de geplande beheer en onderhoud en Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) werkzaamheden geïntegreerd opgedragen. Deze middelen worden d.m.v. een budgetoverheveling aan het projectbudget toegevoegd.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

12.03.02 Planning en studies

Motivering

Op dit artikel staan de beschikbare budgetten die noodzakelijk zijn voor de (studie)activiteiten bij het hoofdwegennet. Voorbeelden zijn de greserveerde realisatiebudgetten voor de projecten in de planning- en studiefase (planuitwerking).

Wettelijke grondslag subsidieverlening

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt dat in het algemeen subsidie wordt verleend op grond van een wettelijk voorschrift. Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt dat één van de uitzonderingen hierop subsidies vormen waarvan zowel de subsidieontvanger als het maximale bedrag in de begroting worden vermeld.

In de tabel budgettaire gevolgen van uitvoering bij dit artikel is onder artikelonderdeel 12.03.02 Planning en Studies een bedrag van € 146,5 miljoen aan subsidieverplichtingen opgenomen. Voor het jaar 2025 bedraagt dit € 29,3 miljoen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een Specifieke Uitkering (SPUK) aan de provincie Zeeland voor de gederfde tolinkomsten als gevolg van het vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel. Ook in de periode 2026 t/m 2029 zal jaarlijks maximaal € 29,3 miljoen verstrekt voor de gederfde tolinkomsten. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde verlening van een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Financiële-Verhoudingswet jo. artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Producten

Tabel 23 Projectoverzicht behorende bij 12.03.02: Planning en Studies Hoofdwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Planning

Toelichting

Projectomschrijving

huidig

vorig

TB

Openstelling

 

Aanleg uitgaven op MF 12.03.01 mbt Planning en studies -projecten

‒ 1.444

‒ 1.599

   

Projecten Nationaal

     

Beter Benutten

97

96

nvt

nvt

 

Geluidsaneringprogramma – weg

562

550

nvt

nvt

 

Kosten voorbereiding tol

110

109

nvt

nvt

 

Exploitatie tol

497

471

nvt

nvt

 

Reservering voor LCC

484

424

nvt

nvt

 

Snelfietsroutes

46

44

nvt

nvt

 

Voorbereiding vrachtwagenheffing

399

343

nvt

nvt

1

Exploitatie vrachtwagenheffing

474

460

nvt

nvt

 

Impuls Strategisch Plan Verkeersveiligheid

436

421

nvt

nvt

 

Maatregelen Fietsveiligheid

52

0

nvt

nvt

2

Verkeersveiligheid Rijks-N-wegen

198

194

nvt

nvt

 

Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen

170

165

nvt

nvt

 

Projecten Noordwest-Nederland

     

A1/A28 Knooppunt Hoevelaken

480

471

ntb

ntb

 

A12/A27 Ring Utrecht

1.773

1.725

ntb

ntb

 

A7/A8 Corridor Amsterdam-Hoorn

547

531

ntb

ntb

 

A6 Almere Oostvaarders-Lelystad

149

144

ntb

ntb

 

Rijksbijdrage aan de Noordelijke Randweg Utrecht

28

27

Regio

Regio

 

Stedelijke Bereikbaarheid Almere

32

31

Regio

Regio

 

Projecten Zuidwest-Nederland

     

A20 Nieuwerkerk a/d IJssel – Gouda

216

209

ntb

ntb

 

A4 Burgerveen – N14

358

347

ntb

ntb

 

A4 Haaglanden – N14

157

153

ntb

ntb

 

Westerscheldetunnel

151

0

nvt

nvt

3

Projecten Zuid-Nederland

     

A67/A73 Knooppunt Zaarderheiken

5

6

ntb

ntb

 

N65 Vught – Haaren

89

89

2024-2026

Regio

 

Toegangsweg Maastricht-Aachen Airport

4

4

ntb

ntb

 

Programma SmartwayZ.NL: A67 Leenderheide-Geldrop

79

77

ntb

ntb

 

Programma SmartwayZ.NL: InnovA58

588

572

ntb

ntb

 

Programma SmartWayZ.nl: ASML De Run

1

1

nvt

nvt

 

Programma SmartwayZ.NL: ITS en Smart Mobility

10

10

nvt

nvt

 

SmartWayZ.NL programmaorganisatie

1

1

nvt

nvt

 

Projecten Oost-Nederland

     

A1/A30 Barneveld

23

23

ntb

ntb

 

N35 Nijverdal – Wierden

129

125

ntb

ntb

4

N35 Knooppunt Raalte

26

15

Regio

Regio

 

N50 Kampen – Kampen Zuid

17

17

ntb

ntb

 

A28 Amersfoort-Hoogeveen

34

33

2026

2026

 

A1/A35 Azelo-Buuren

1

1

ntb

ntb

 

Projecten Noord-Nederland

     

Toegangsweg Groningen Airport Eelde

7

7

ntb

ntb

 

N33 Midden (Zuidbroek-Appingedam)

200

115

ntb

ntb

5

N33 Noord (Appingedam - Eemshaven)

5

0

ntb

ntb

6

Overige projecten en reserveringen

163

198

   

Projecten in voorbereiding

     

Projecten Nationaal

     

Studiebudget Verkenningen / MIRT onderzoeken

     

Programma DUMO

     

Programma Fiets

     

Strategisch plan Verkeersveiligheid

     

Afrondingen

     

Totaal programma planning en studies

7.352

6.610

   

Begroting (MF 12.03.02)

7.352

6.610

   

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Voorbereiding vrachtwagenheffing: dit betreft een actualisatie om het budget voor de uitvoeringskosten van de realisatiefase van Vrachtwagenheffing op een actueel prijspeil te brengen. De daadwerkelijke gerealiseerde kosten zullen vanaf 2026 vanuit de opbrengsten van de Vrachtwagenheffing worden terugbetaald aan het Mobiliteitsfonds.

  • 2. Maatregelen Fietsveiligheid: voor vernieuwende maatregelen die de fietsveiligheid verbeteren wordt er een nieuwe regeling uitgewerkt. Hiervoor wordt vanuit de reservering Strategisch Plan Verkeersveiligheid totaal € 50 miljoen euro overgeboekt naar artikel 12.

  • 3. Westerscheldetunnel: dit betreft een overboeking vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel voor de mogelijke verlening van een Specifieke uitkering (SPUK) voor de gederfde tolinkomsten als gevolg van het vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel aan de Provincie Zeeland.

  • 4. N35 Knooppunt Raalte: dit betreft een overboeking vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om het tekort bij het project Knooppunt Raalte te dekken.

  • 5. N33 Midden (Zuidbroek-Appingedam): de geraamde regionale bijdrage is in de begroting 2025 naar beneden bijgesteld n.a.v. de wijzigingsovereenkomst bij het project Zuidelijke Ringweg Groningen uit 2021. Ook is aan het projectbudget € 145 miljoen toegevoegd vanuit ‘Nij Begun' (artikel 11.03).

  • 6. N33 Noord (Appingedam - Eemshaven): voor de N33 Noord (Appingedam-Eemshaven) is € 5 miljoen van de reservering van € 250 miljoen uit «Nij Begun» overgeboekt vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om de studiekosten van het MIRT-onderzoek te bekostigen.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

12.03.03 Optimalisering gebruik

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van infrastructuur op de weg bevorderen. Voorbeelden zijn intelligent verkeersmanagement, informatie over werk in uitvoering en beperkte infrastructurele aanpassing van weginfrastructuur.

Producten

Tabel 24 Projectoverzicht behorende bij 12.03.03 Optimalisering gebruik hoofdwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

Projectomschrijving

huidig

vorig

 
    

Digitale Infrastructuur voor Toekomstbestendige Mobiliteit

32

31

nvt

Schoon Emissieloos Bouwen

232

230

nvt

Slim, Veilig, Doelmatig en Duurzaam Gebruik van Mobiliteitsinfrastructuur

126

131

nvt

Noordwest-Nederland

   

Ringen draaiende houden WoMo

220

212

nvt

Zuidwest-Nederland

   

Ringen draaiende houden WoMo

55

53

nvt

Zuid-Nederland

   

Reservering VDL

5

5

nvt

Ringen draaiende houden WoMo

55

53

nvt

Quickwins A2 Deil-Vught

14

14

nvt

Totaal Optimalisering gebruik

739

729

 

Begroting (MF 12.03.03)

739

729

 

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024. Het budget vanaf 2026 is met 10% gekort vanwege de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord. Dit is verwerkt bij de SPUKs Schoon Emissieloos Bouwen en Slim, Veilig, Doelmatig en Duurzaam Gebruik van Mobiliteitsinfrastructuur.

12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en finan­ciering) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeenge­komen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na openstelling van het project; tijdens de bouw dient de DBFM- opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financierders op de opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zeker stellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschik­baarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.

De verplichting aan de DBFM-opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten geraamd worden op het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 12.02 Onderhoud en Vernieuwing).

Producten

De projecten A16 Rotterdam, A24 Blankenburgverbinding, A9 Badhoe- vedorp-Holendrecht en A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald. De A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) wacht op moment van schrijven op een uitspraak van de Raad van State omtrent het Tracébesluit.

Tabel 25 Projectoverzicht behorende bij 12.04: Geïntegreerde contractvormen/PPS Hoofdwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

        

Openstelling

Eind contract

Toelichting

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

   

Projecten Noordwest-Nederland

               

A10 Tweede Coentunnel

2.266

2.249

1.454

60

60

61

60

60

60

451

2013

2013

2037

  

A12 Lunetten - Veenendaal

729

724

471

29

28

27

27

27

27

93

2012

2012

2033

  

A1/A6/A9 SA Badhoevedorp-Holendrecht

1.473

1.350

88

92

82

52

126

169

78

785

2027

2027

2040

  

A1/A6/A9 Schiphol - Amsterdam - Almere (deeltraject A1/A6)

1.932

1.912

869

66

64

64

64

63

63

678

2019

2019

2042

  

A1/A6/A9 Schiphol - Amsterdam - Almere (deeltraject A6 Almere)

405

400

134

19

17

21

17

16

16

165

2019

2019

2040

  

A1/A6/A9 Schiphol - Amsterdam - Almere (deeltraject A9 Gaasperdammerweg)

1.218

1.205

549

53

51

50

50

50

50

365

2020

2020

2038

  

A27/A1 Utrecht-Eemnes-Bunschoten

378

373

102

17

16

15

15

15

16

182

2019

2019

2043

  

Aflossing tunnels

965

976

852

32

30

27

15

9

     

1

 

Projecten Zuidwest-Nederland

               

A15 Maasvlakte - Vaanplein

2.385

2.370

1.709

74

76

65

61

61

61

278

2015

2015

2035

  

A16 Rotterdam

1.979

1.937

432

243

136

116

99

65

61

827

2025

2025

2043

  

A24 Blankenburgverbinding

2.120

2.081

370

274

104

151

77

76

77

991

2024

2024

2043

  

Projecten Zuid-Nederland

               

A59 Rosmalen - Geffen

271

272

271

       

2005

2005

2020

  

A27 Houten-Hooipolder

2.516

2.382

98

110

357

377

256

182

228

908

2029-2031

2029-2031

2046

  

Projecten Oost-Nederland

               

A12-A15 Ressen - Oudenbroeken (ViA15)

220

220

208

12

      

nvt

nvt

2044

  

A12 Ede - Grijsoord

172

170

87

11

10

10

10

10

10

24

2016

2016

2032

  

N18 Varsseveld – Enschede

332

329

146

15

11

11

11

11

11

116

2018

2018

2043

  

Projecten Noord-Nederland

               

N31 Leeuwarden - Drachten

170

170

164

1

   

5

  

2007

2007

2022

  

N33 Assen - Zuidbroek

368

364

188

15

15

15

16

16

16

87

2014

2014

2034

  

Tolgefinancierde uitgaven (NCW)

               

Tolgefinancierde uitgaven A12/A15 Ressen - Oudbroeken (ViA15)

557

557

  

1

   

27

529

     

Afrondingen

               

Totaal

20.456

20.041

8.194

1.063

998

1.001

844

775

741

6.028

     

Budget (MF 12.04)

20456

20041

8194

1063

998

1001

844

775

741

6028

     

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Het verschil wordt veroorzaakt doordat het project Tunnel de Noord van de aflossing tunnels is afgerond. Daarnaast betreft het een budgettaire aanpassing ten aanzien van de loon- prijsbijstelling 2024.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.

12.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijkswegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.

Producten

Totaal geraamde inkomsten tol

Met de Wet Tijdelijke Tolheffing (TTH) Blankenburgverbinding en ViA15, die op 15 maart 2016 in werking is getreden, is vastgelegd dat bij de projecten A24 Blankenburgverbinding en A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) tol geheven kan worden. De toekomstige tolontvangsten zijn geraamd op artikel 12.09. Bij tolheffing wordt uitgegaan van een periode van 25 jaar. Voor een overzicht van de totaal geraamde inkomsten tol (met uitgangspunt tolheffing tot 2030) wordt verwezen naar bijlage 7 Tol.

Bijdragen van derden

Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten in de investeringen van Rijkswegenprojecten.

Tabel 26 Ontvangsten artikel 12 Hoofdwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Bijdragen van derden

63

12

3

14

11

44

Geraamde inkomsten tol

42

112

115

108

101

164

Totaal Ontvangsten (MF 12.09)

105

124

118

122

112

208

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

In 2025 wordt een bijdrage van € 124 miljoen verwacht. Dit komt met name ten bate van de projecten A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) (€ 6,4 miljoen), A1/A6/A9 Schiphol-Almere (€ 3,1 miljoen) en A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (€ 1,2 miljoen). Het restant is een optelsom van bijdragen kleiner dan € 1 miljoen en komt ten bate van diverse andere projecten. Daarnaast wordt € 100 miljoen aan tolopbrengsten verwacht bij het project A24 Blankenburgverbinding.

3.3 Artikel 13 Spoorwegen

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 27 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 13 Spoorwegen (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

3.421.619

3.463.299

2.297.036

2.743.150

2.986.239

2.247.012

2.944.570

Uitgaven

2.662.611

3.286.928

2.732.066

3.109.223

3.121.830

2.544.412

2.864.752

13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

2.022.887

2.665.721

2.246.247

2.457.555

2.528.502

2.039.610

2.455.225

13.03 Ontwikkeling

425.832

387.021

269.771

459.505

411.052

337.242

299.432

13.03.01 Aanleg personenvervoer

299.335

224.502

183.850

302.469

222.696

204.098

188.248

13.03.02 Aanleg goederenvervoer

67.456

41.725

19.004

48.596

47.584

20.693

22.298

13.03.03 Optimalisering gebruik

3.536

4.835

173

    

13.03.04 Planning en studies personenvervoer

33.989

98.805

39.313

45.086

64.922

58.568

82.885

13.03.05 Planning en studies goederenvervoer

21.516

17.154

27.431

63.354

75.850

53.883

6.001

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

213.892

234.186

216.048

192.163

182.276

167.560

110.095

13.07 Rente en aflossing

  

0

0

0

  

Ontvangsten

368.900

238.204

303.115

148.284

150.284

153.284

155.284

13.09 Ontvangsten

368.900

238.204

303.115

148.284

150.284

153.284

155.284

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Tabel 28 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 13
 

2025

Juridisch verplicht

98%

Bestuurlijk gebonden

2%

Beleidsmatig gereserveerd

 

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 
C. Toelichting

13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

Motivering

Op grond van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 kan een beheerder voor de spoorweginfrastructuur worden aangewezen en kunnen lidstaten financiële middelen verstrekken aan de beheerder om te voldoen aan zijn taken. De Minister van IenW heeft op 14 december 2014 aan ProRail een concessie verleend voor het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur in de periode 2015 tot en met 2024. In 2024 wordt gewerkt aan een beleidsneutrale verlenging van de beheerconcessie voor de periode tot 1 januari 2029. In de beheerconcessie staan de afspraken tussen de overheid en ProRail over het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze afspraken gaan onder meer over de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en kwaliteit van de hoofdspoorweginfrastructuur en de daarmee samenhangende voorzieningen, maar ook over de kwaliteit van de informatievoorziening. Jaarlijks wordt aan ProRail subsidie verstrekt voor de instandhouding van de hoofdspoorweginfrastructuur, overeenkomstig het bepaalde in de Wet Mobiliteitsfonds.

De beheerconcessie bevat instrumenten als prestatie-indicatoren, programma’s en maatregelen, audits en reviews, verplichtingen om informatie aan IenW te verstrekken en/of besluiten voor te leggen en verplichtingen met betrekking tot samenwerking en transparantie. De ruggengraat van de concessie is de jaarcyclus waarmee in het beheerplan jaarlijks afspraken worden gemaakt tussen de Minister van IenW en ProRail over de te bereiken prestaties en de te nemen maatregelen. De Minister van IenW geeft jaarlijks in de beleidsprioriteitenbrief aan welke prestaties het komende jaar van ProRail worden verwacht. ProRail stelt op basis van de beleidsprioriteitenbrief een beheerplan op en consulteert belanghebbenden over de hoofdlijnen van het ontwerp beheerplan. Vervolgens legt ProRail het beheerplan ter instemming voor aan de Minister van IenW.

Nadat de Minister van IenW heeft ingestemd met het beheerplan, wordt deze toegezonden aan de Tweede Kamer. Na afloop van het jaar legt ProRail op grond van de Concessie verantwoording af in de jaarrapportage en op grond van de Wet Mobiliteitsfonds in het jaarverslag en de jaarrekening. Zodra deze documenten zijn vastgesteld worden ook deze aan de Tweede Kamer toegezonden.

Het voornemen om ProRail om te vormen tot zbo heeft geleid tot een wetsvoorstel Wet publiekrechtelijke omvorming ProRail dat bij de Tweede Kamer is ingediend op 14 juli 2023. Dit wetsvoorstel inclusief de bijbehorende nota van wijziging is eerder controversieel verklaard. Met het aantreden van het nieuwe kabinet is het aan bij de vaste commissie Infrastructuur en Waterstaat om deze stukken voor behandeling te agenderen.

Als ProRail wordt omgevormd tot zbo heeft dit onder andere tot gevolg dat bovengenoemde ‘instrumenten’ zoals de beheerconcessie, het beheerplan, de subsidie en de beleidsprioriteitenbrief zullen worden vervangen door de instellingswet, het meerjarenplan, de begrotingsbijdrage en de jaarbrief. Definitieve bepaling van het moment van inwerkingtreding zal plaatsvinden na afronding van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel, waarbij met het oog op een zorgvuldige en beheerste start van het zbo voldoende implementatietijd in acht zal worden genomen.

Producten

De exploitatie-, onderhoud- en vernieuwingsactiviteiten van het spoor zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties per prestatiegebied zoals opgenomen in de beheerconcessie. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met verkeersleiding en capaciteitsmanagement. In het beheerplan zelf wordt jaarlijks een uitgebreide beschrijving opgenomen van de belangrijkste activiteiten die voor dat jaar zijn gepland. ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een subsidie van het Rijk. Bij de vaststelling van de subsidie voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding die ProRail ontvangt van de vervoerders en eventuele bijdragen van andere partijen voor onderhoudsactiviteiten. Nadere informatie over areaal, prestaties en budgetten is opgenomen in bijlage 4 Instandhouding en bijlage 5 ProRail.

Maatregelen

In 2023/2024 heeft het ministerie van IenW samen met ProRail een nieuw basiskwaliteitsniveau (BKN) voor de periode vanaf 2026 tot en met 2037 voor de hoofdspoorweginfrastructuur opgesteld waarmee de budgetbehoefte in evenwicht is gebracht met de beschikbare middelen. Om dit te bewerkstelligen zijn diverse maatregelen getroffen zoals meer efficiency in de ProRail-organisatie, prioritering in de onderhoudswerkzaamheden en gerichte keuzes in het doorvoeren van maatschappelijke ambities en ontwikkelingen in het beheer van het hoofdspoorwegennet. De Kamer is hierover met brief van 7 juni 2024, nr. 2024D236092 geïnformeerd. Naast het beheersen van de opgave is ook ingezet op aanvullend budget. Bij deze begroting   worden middelen toegevoegd uit Artikel 11 op het Mobiliteitsfonds, de Aanvullende Post bij het ministerie van Financiën en vindt tevens een technische correctie plaats vanuit de generale middelen, welke samenhangt met de tot op heden uitgestelde ZBO-vorming ProRail.

13.03 Ontwikkeling Spoor

IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:

  • door ProRail uit te voeren planningen en studies;

  • door IenW uit te voeren planningen en studies;

  • voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;

  • uitvoering van deze projecten.

13.03.01 Aanlegprogramma personenvervoer spoor

Maatregelen

Tabel 29 Projectoverzicht behorende bij 13.03.01: Aanlegprogramma Spoorwegen personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Indienststelling

Toelichting

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

 

Projecten Nationaal

             

Maatregelenpakket HSL Zuid

174

173

147

14

4

4

5

   

divers

divers

 

Benutten Betrouwbaarheid & Capaciteit

             

Geluidsanering Spoorwegen (MJPG)

624

610

121

13

38

84

91

73

46

158

divers

divers

 

Programma Behandelen en Opstellen

175

171

31

7

20

19

27

37

19

17

divers

divers

 

Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

29

29

15

1

1

1

1

4

4

3

2011/ 2018- 2025

2011/ 2018- 2024

 

Verbeteraanpak stations

12

12

4

0

1

1

1

1

1

2

divers

2020

 

Spoorcapaciteit 2030

884

860

76

33

38

71

99

118

168

281

divers

divers

 

Innovatieprogramma Spoortrillingen

23

22

6

7

7

1

1

1

  

divers

divers

 

Regionale knelpunten

17

16

1

3

4

8

1

      

Stations en stationsaanpassingen

             

Kleine stations

13

13

 

6

7

0

0

0

0

0

divers

divers

 

Toegankelijkheid stations

526

522

387

27

12

9

15

15

18

43

divers

divers

 

Overige projecten/lijndelen etc.

             

Programma ATB-Vv

81

79

9

2

6

6

3

1

17

37

divers

divers

 

Fietsparkeren bij stations

457

493

241

18

26

29

24

28

23

68

divers

divers

1

Kleine projecten personenvervoer

232

243

 

47

37

33

23

20

19

52

divers

divers

 

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

33

33

 

6

5

6

6

6

3

 

divers

divers

2

Programma Overwegen

950

933

608

74

59

79

52

30

27

21

divers

divers

 

Programma aanpak suïcidepreventie

22

22

9

1

3

5

3

   

2021/2026

2021

 

Programma kleine functiewijzigingen

399

396

281

24

15

15

18

18

14

14

divers

divers

 

Maaslijn

226

220

11

8

51

70

59

27

  

divers

divers

 

Schoon en Emissieloos Bouwen

87

77

0

7

21

16

21

7

7

8

divers

divers

3

Projecten Noordwest-Nederland

             

Stations en Stationsaanpassingen

             

Amsterdam CS Cuypershal

28

28

23

4

1

1

    

divers

2022

 

Paspoort- en beveiligingsfaciliteiten op A'dam CS

22

21

3

7

4

1

3

4

     

Projecten Zuidwest-Nederland

             

Programma Wind in de Zeilen

10

9

2

2

1

4

1

   

divers

divers

 

Stations en Stationsaanpassingen

             

Emplacement Den Haag centraal

120

77

34

21

36

25

3

   

2023-2026

2023-2025

4

Projecten Oost Nederland

             

Traject Oost

223

222

190

10

10

7

6

   

divers

divers

 

Regionale lijnen

17

17

17

1

      

2017/2021

2017/2021

 

Spoorzone Ede Oost

49

49

42

1

5

        

Projecten Noord Nederland

             

Sporendriehoek Noord-Nederland

146

146

132

2

1

11

    

divers

divers

 

Afrondingen

             

Totaal ProRail projecten

             

Totaal overige (niet ProRail) projecten

             

Totaal uitvoeringsprogramma

             

Planning- en studieuitgaven binnen aanlegprogramma

‒ 221

‒ 213

‒ 83

‒ 38

‒ 15

‒ 30

‒ 21

‒ 15

‒ 11

‒ 8

   

Afrekening voorschotten

248

248

248

          

Programma Aanleg

             

Aanleg uitgaven binnen planning en studies

75

74

32

16

8

10

4

6

     

Aanleg uitgaven binnen MF11

0

0

0

0

         

Budget Aanleg (MF 13.03.01)

76

74

32

17

8

10

4

6

     

Overprogrammering (-)

   

‒ 101

‒ 227

‒ 182

‒ 223

‒ 176

‒ 166

1074

   

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Programma Fietsparkeren: Een deel van de scope van het Programma Fietsparkeren bij Amsterdam CS (de stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS)) wordt overgeheveld naar het PHS project Amsterdam CS waarbinnen de werkzaamheden efficiënter kunnen worden uitgevoerd. Het hiermee samenhangende budget ad € 44,1 miljoen is overgeboekt naar MF-artikel 17.10.

  • 2. Programma Overwegen: In verband met prijsstijgingen binnen de deelprojecten Wolfheze en Gilze Rijen is het projectbudget verhoogd met € 7 miljoen vanuit de daarvoor getroffen risicoreservering (MF 11.04).

  • 3. Schoon en Emissieloos Bouwen: Het projectbudget is verhoogd met € 7,7 miljoen vanuit het Klimaat- en transitiefonds ter dekking van de door ProRail ingediende subsidieaanvraag Laadinfrastructuur.

  • 4. Emplacement Den Haag CS: De planning en het ontwerp van het project zijn aangepast. De reden is dat in het oorspronkelijke ontwerp rekening was gehouden met toepassing van de Nieuwe Generatie-seinen. Deze bleken echter nog niet beschikbaar. Daarnaast heeft ProRail extra kosten moeten maken voor toepassing van kwartsloze ballast. Het projectbudget is verhoogd met € 41 miljoen en de indienststelling is nu voorzien in 2026.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

13.03.02 Aanlegprogramma goederenvervoer spoor

Maatregelen

Tabel 30 Projectoverzicht behorende bij 13.03.02: Aanlegprogramma Spoorwegen goederenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Indienststelling

Toelichting

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

 

Projecten Nationaal

             

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua

171

171

161

1

  

1

1

1

7

divers

divers

 

Programma Emplacementen op orde

233

231

168

30

1

1

3

8

12

10

divers

divers

 

Kleine projecten goederenvervoer

26

27

 

6

11

5

4

   

divers

divers

*

Projecten Zuidwest-Nederland

          

divers

divers

 

Calandbrug

188

186

137

4

4

18

16

10

  

divers

2020/2025

 

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

22

22

20

1

      

divers

divers

 

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding

254

249

75

9

12

45

59

30

14

9

divers

divers

 

Projecten Zuid-Nederland

             

Projecten Oost Nederland

             

Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov)

145

144

119

2

5

15

5

   

divers

divers

 

Overige projecten

             

Nazorg gereedgekomen projecten

1

2

        

divers

divers

*

Afrondingen

             

Totaal uitvoeringsprgramma

             

Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma

‒ 315

‒ 310

‒ 168

‒ 14

‒ 15

‒ 36

‒ 40

‒ 28

‒ 6

‒ 9

   

Afrekening voorschotten

21

21

21

          

Programma Aanleg

             

Aanleguitgaven binnen planning en studies

1

1

 

1

         

Budget Aanleg (MF 13.03.02)

1

1

 

1

         

Overprogrammering (-)

             

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

13.03.03 Optimalisering gebruik

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van infrastructuur bevorderen. Dit zijn maatregelen die door ProRail worden uitgevoerd.

Tabel 31 Projectoverzicht behorende bij 13.03.03 Optimalisering spoorwegen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

Projectomschrijving

huidig

vorig

 

Modal shift OVS

9

9

N.V.T.

Totaal Optimalisering gebruik

9

9

 

Begroting (MF 13.03.03)

9

9

 

13.03.04 Planning en studies personenvervoer

Tabel 32 Projectoverzicht behorende bij 13.03.04: Planning en studies Spoorwegen personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

Toelichting

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

Planning- en studiekosten van aanlegprogramma MF 13.03.01

     

Projecten Nationaal

     

Beter Benutten Decentraal Spoor (fase 2)

11

11

 

divers

 

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

143

154

 

divers

 

Kleine projecten Personenvervoer

97

95

 

divers

*

Reizigerfonds

3

3

 

divers

*

      

Projecten Zuid-Nederland

     

Knooppunt Den Bosch

   

divers

 

Toekomstvast Spoor Zuid NL

201

195

 

divers

 
      

Projecten Zuidwest-Nederland

     

Stadionpark Rotterdam

139

135

   
      

Projecten Oost-Nederland

     

Verduurzaming Dieselspoorlijnen

98

98

 

divers

 

Quick scan decentraal spoor Gelderland

12

11

 

divers

 
      

Projecten Noordwest-Nederland

     

Multimodale knoop Schiphol

146

142

   

Amsterdam Zuid 3e perron

429

416

   
      

Projecten Noord Nederland

     

Nedersaksenlijn

1

1

   

Meppel: Spoor- en perroncapaciteit

79

77

   

Lelylijn

3

3

  

*

HRMK Spoorbrug

82

79

  

*

      

Overige projecten en reserveringen

     

Studie en innovatiebudget

40

39

  

*

afrekening voorschotten

20

20

   

Totaal planning en studies personenvervoer

     

Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma

221

213

   

Programma Aanleg

     

Aanleguitgaven binnen planning en studies

‒ 75

‒ 74

   

Planning en studieuitgaven op MF 11

23

20

   

Begroting (MF 13.03.04)

1.725

1.693

   

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

1. Grensoverschrijdend spoorvervoer: De scope benodigd voor maatregelen bij het emplacement Eindhoven-Eindhoven Oost zijn onderdeel van onder het programma Grensoverschrijdend Spoorvervoer opgenomen deelproject Eindhoven-Düsseldorf. In verband met de raakvlakken met PHS en om de productstap Breda-Eindhoven tijdig mogelijk te maken, is deze scope en het bijbehorende budget ad € 17 miljoen overgeheveld naar deelproject PHS Eindhoven. Daarnaast is het budget verhoogd met € 2 miljoen in verband met het ontstane tekort op het deelproject Emmen-Rheine. 

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

13.03.05 Planning en studies goederenvervoer

Tabel 33 Projectoverzicht behorende bij 13.03.05: Planning en studies Spoorwegen goederenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

Toelichting

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma MF 13.03.02

     

Projecten Nationaal

     

Kleine projecten Goederenvervoer

1

3

 

Diversen

*

Overige projecten en reserveringen

     

Programma 740 treinen

106

103

 

Diversen

 

Afrekening voorschotten

2

2

   

Totaal programma planning en studies goederenvervoer

     

Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma

315

310

   

Programma Aanleg

     

Aanleguitgaven binnen planning en studies

1

1

   

Begroting (MF 13.03.05)

425

419

   

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De budgettaire aanpassingen zijn mutaties voor verwerking van de loon- en prijsbijstelling 2024.

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt volgens de contractuele overeenkomst met Infraspeed voor de beschikbaarheid van de HSL-Zuid infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw) tot en met 2031. Het contractbeheer, inclusief het verrichten van betalingen, wordt uitgevoerd door ProRail, met uitzondering van de rente- en belastingaanpassingen. ProRail ontvangt hiervoor een bijdrage van IenW.

Producten

Tabel 34 Projectoverzicht behorende bij 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS Spoorwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Contractduur

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

start

einde

Beschikbaarheidsvergoeding

3.981

3.981

2.727

234

216

192

182

168

110

151

2006

2031

Rente- en belastingaanpassingen

‒ 141

‒ 141

‒ 141

         

Totaal

3.840

3.840

2.586

234

216

192

182

168

110

151

  

Begroting (MF 13.04)

3.840

3.840

2.586

234

216

192

182

168

110

151

  

13.07 Rente en aflossing

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de eenmalige uitgaven verantwoord die samenhangen met de afrekeningen van de incidentele Vennootschapsbelasting, dividendbelasting en herzienings-btw tussen ProRail en de Belastingdienst als gevolg van de voorgenomen omvorming van ProRail tot zbo. Over de achtergrond hiervan is de Kamer geïnformeerd bij de brieven van 11 december 2020 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 13) en 4 februari 2021 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 396, nr. 13). De begrote transitiebedragen zijn gebaseerd op transitie per 1 januari 2025. Na vaststelling van de wet en daarmee de transitiedatum worden deze bedragen herbezien door middel van een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst.

Vanaf de begroting 2021 maakt de rente op leningen van ProRail onderdeel uit van artikel 13.02 'exploitatie, onderhoud en vernieuwing'.

Producten

13.09 Ontvangsten

Motivering

Dit artikelonderdeel bevat de verantwoording van de bijdragen van derde partijen rechtstreeks aan IenW voor spooruitgaven. ProRail int de gebruiksvergoeding van vervoerders en het grootste deel van de onderhoudsbijdragen van derde partijen, deze zijn daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting onder artikelonderdeel 13.02.

Producten

Tabel 35 Ontvangsten artikel 13 Spoorwegen (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Vergoedingen huidige concessieperiode

191

303

148

150

153

126

Vergoedingen volgende concessieperiode

47

0

0

0

0

30

Terugbetaling voorschotten

0

0

0

0

0

0

Bijdragen van derden

0

0

0

0

0

0

Totaal Ontvangsten (MF 13.09)

238

303

148

150

153

155

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

Concessie NS

Tot en met 2024 betaalt NS jaarlijks een concessievergoeding aan de Staat voor de exploitatie van het Hoofdrailnet. Vanaf 2025 ontvangt NS jaarlijks een concessiesubsidie. De afspraken hierover zijn vastgelegd in de Concessie voor het Hoofdrailnet 2025-2033 (Kamerstuk 29984, nr. 1176).

3.4 Artikel 14 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) toegelicht. De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 36 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

1.050.282

1.419.215

174.089

60.730

72.731

143.345

169.700

Uitgaven

563.297

993.214

597.904

251.821

122.884

173.784

200.598

14.01 Regionale infrastructuur

0

5.506

80.970

125.147

95.809

158.991

171.014

14.01.02 Planning en studies prg reg/lok

0

5.498

72.391

60.729

72.730

143.345

169.700

14.01.03 Aanleg reg/lok

0

8

8.579

64.418

23.079

15.646

1.314

14.03 Bereikbaarheidsprogramma's

563.297

987.708

516.934

126.674

27.075

14.793

29.584

14.03.01 Concrete bereikbaarheidsprojecten

0

5

     

14.03.02 Regionaal Mobiliteitsprojecten

0

1

     

14.03.03 Ruimtelijke economisch programma

0

1

     

14.03.04 Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur

563.297

613.944

217.915

69.030

   

14.03.05 Mobiliteitspakketten

0

373.757

299.019

57.644

27.075

14.793

29.584

Ontvangsten

0

42

0

0

0

0

0

14.09 Ontvangsten

0

42

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Tabel 37 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 14
  

2025

Juridisch verplicht

 

88%

Bestuurlijk gebonden

 

12%

Beleidsmatig gereserveerd

  

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

  
C. Toelichting

14.01 Regionale infrastructuur

Motivering

Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten, waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan € 225 miljoen indien dat project geheel of gedeeltelijk wordt gerealiseerd binnen één of meer van de samenwerkingsgebieden, waarin de Metropoolregio Amsterdam, Metropoolregio Rotterdam Den Haag is gelegen, of € 112,5 miljoen, indien dat project geheel in een ander gebied wordt gerealiseerd. Het project moet passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid, zoals verwoord in de begroting Hoofdstuk XII beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor, de Lange Termijn Spooragenda (LTSa) en het Toekomstbeeld OV.

Producten

Algemeen

Regionale lokale projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de decentrale overheid. IenW levert een bijdrage aan de aanleg kosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.

Planning en studies

Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart planning- en studieprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De planningen en studies worden onder verantwoordelijkheid van de decentrale overheid uitgevoerd en pas na toetsing en besluitvorming door IenW al dan niet opgenomen in het planning- en studieprogramma.

Tabel 38 Projectoverzicht behorende bij 14.01.02: Planning en studies Regionaal/lokaal (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

 

Overige projecten en reserveringen

     

Rotterdam HOV

691

671

   

Randstadrail/Metronet Rotterdam

275

267

   

Stedelijk OV Den Haag

337

327

   
      

Projecten in voorbereiding

20

19

   

Overige projecten in voorbereiding

62

61

   

Gesignaleerde risico's

     

Totaal planning en studies

     

Planuitwerkingskosten op MF 11

33

32

   

Begroting (MF 14.01.02)

1.418

1.377

   

Legenda

PB = Projectbesluit

TB = Tracébesluit

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van loon- en prijsbijstelling 2024.

14.01.03 Aanlegprogramma Regionaal/lokaal

Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote regionale/lokale infrastructuurprojecten die door regionale overheden worden aangelegd.

Tabel 39 Projectoverzicht behorende bij 14.01.03: Aanlegprogramma Regionaal/lokaal (bedragen x € 1 miljoen)
  

Projectbudget

Kasbudget

Indienststelling

Projectomschrijving

 

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

Projecten Zuidwest-Nederland

             

HOV-NET Zuid-Holland Noord (vh Rijn-Gouwelijn)

 

183

180

70

 

9

64

23

16

1

 

divers

divers

Afrondingen

             

Totaal Aanleg

             

Begroting (MF 14.01.03)

 

183

180

70

 

9

64

23

16

1

   

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

14.03 Bereikbaarheidsprogramma's

Motivering

Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de bereikbaarheidsprogramma’s. In het verleden werd op artikel 14.03 het Regionaal Mobiliteitsfonds (RMf) RSP voor Noord Nederland begroot en verantwoord. Vanaf ontwerpbegroting 2024 worden binnen dit artikel de budgetten voor bovenplanse infrastructuur en de mobiliteitspakketten begroot en verantwoord. Deze budgetten hebben tot doel nieuwe woningbouwlocaties te ontsluiten en bereikbaar te maken.

Producten

14.03.04 Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur

Hieronder vallen de middelen die tot doel hebben om gemeenten in staat te stellen bovenplanse infrastructurele voorzieningen te realiseren zodat op locaties in heel Nederland op korte termijn woningbouw kan plaatsvinden. Hierover zijn afspraken gemaakt in het BO Leefomgeving van 2022 (kamerstuk 35925-A-76) en BO MIRT van 2022 (kamerstuk 36200-A-9).

In totaal is er € 1.472 miljoen beschikbaar gesteld voor deze afspraken. Door middel van de regeling ‘specifieke uitkering woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur’ worden de middelen uitgekeerd aan gemeenten.

Tabel 40 Projectoverzicht behorende bij 14.03.04 Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur
  

Projectbudget

Kasbudget

Indienststelling

Toelichting

Projectomschrijving

 

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

 

Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur

 

1.472

1.445

563

614

218

77

      

1

Begroting (MF 14.03)

 

1.464

1.445

563

614

218

69

       

Belangrijkste budgettaire aanpassingen

  • 1. Het vorig projectbudget bij de eerste suppletoire begroting 2024 (i.e. stand vorig van 1523 naar 1445) is hier gecorrigeerd omdat bij VJN een BTW-afdracht naar BCF voor de woningbouwmiddelen kortetermijn heeft plaatsgevonden. Het huidig projectbudget is bijgesteld ivm de prijsindexatie op de Woningbouwmiddelen KT. Het budget vanaf 2026 is met 10% gekort vanwege de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.

14.03.05 Mobiliteitspakketten

Tabel 41 Projectoverzicht behorende bij 14.03.05 Mobiliteitspakketten
  

Projectbudget

Kasbudget

Indienststelling

Projectomschrijving

 

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

Mobiliteitspakketten

 

1.134

1.114

0

374

299

58

27

15

30

332

  

Begroting (MF 14.03)

             

Belangrijkste budgettaire aanpassingen

  • 1. Het vorig projectbudget bij VJN2024 (i.e. stand vorig van € 1130 miljoen naar € 1114 miljoen) is hier gecorrigeerd omdat bij VJN een overboeking (€ 16 miljoen) heeft plaatsgevonden van programma mobiliteitspakketten naar kleine projecten personenvervoer inzake een subsidieaanvraag voor project verbetermaatregelen station Almere Centrum en - Buiten (ProRail). Het huidig projectbudget is bijgesteld ivm de prijsindexatie op de Mobiliteitspakketten. Het budget vanaf 2026 is met 10% gekort vanwege de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.

3.5 Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling, geïntegreerde contractvormen/Publiek Private Samenwerking (PPS), netwerkge bonden kosten en de investeringsruimte. De doelstellingen van het onder liggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk XII en vinden hun oorsprong in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Mobili­teitsfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de begroting Hoofdstuk XII.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 42 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 15 Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

1.175.786

1.926.881

1.324.929

1.349.998

1.347.466

1.414.737

1.469.342

Uitgaven

1.358.394

1.397.451

1.406.135

1.608.559

1.563.631

1.524.587

1.453.779

15.01 Exploitatie

9.856

12.147

10.528

25.221

27.539

23.829

22.161

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

9.856

12.147

10.528

25.221

27.539

23.829

22.161

15.02 Onderhoud en vernieuwing

457.760

671.135

798.530

834.667

780.669

709.088

690.407

15.02.01 Onderhoud

421.711

534.885

549.993

499.244

440.493

450.471

447.893

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

420.811

534.055

544.905

498.729

440.081

450.162

447.718

15.02.04 Vernieuwing

36.049

136.250

248.537

335.423

340.176

258.617

242.514

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

1

0

0

0

0

0

0

15.03 Ontwikkeling

323.902

188.567

108.461

217.064

203.349

270.035

225.760

15.03.01 Aanleg

309.660

176.627

32.174

49.571

89.092

111.350

66.510

15.03.02 Planning en studies

9.673

3.890

64.148

160.119

110.445

157.311

159.250

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

7.958

1.937

2.257

1.854

1.854

1.854

1.854

15.03.03 Optimalisering gebruik

4.569

8.050

12.139

7.374

3.812

1.374

0

15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

131.564

91.675

71.068

61.279

70.941

55.590

55.260

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

435.312

433.927

417.548

470.328

481.133

466.045

460.191

15.06.01 Apparaatskosten RWS

379.311

399.860

381.844

382.802

384.963

386.917

386.732

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

379.311

399.860

381.844

382.802

384.963

386.917

386.732

15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

56.001

34.067

35.704

87.526

96.170

79.128

73.459

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

56.001

34.067

35.704

87.526

96.170

79.128

73.459

Ontvangsten

98.158

39.569

13.161

3.085

701

7.838

150

15.09 Ontvangsten

98.158

39.569

13.161

3.085

701

7.838

150

In de tabel Budgettaire gevolgen van uitvoering bij dit artikel is in de regel Verplichtingen een bedrag van totaal € 1.324.929 miljoen aan verplichtingen voor het jaar 2025 opgenomen. Van dit bedrag heeft een bedrag van maximaal € 128.648 miljoen betrekking op de mogelijke verlening van een uitkering voor het project «Verbreding sluis Kornwerderzand» aan de Provincie Fryslân. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde verlening van een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Financiële-Verhoudingswet jo. artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Tabel 43 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 15
 

2025

Juridisch verplicht

95%

Bestuurlijk gebonden

5%

Beleidsmatig gereserveerd

 

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 
C. Toelichting

15.01 Exploitatie

Motivering

De activiteiten binnen exploitatie worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.

Producten

Bij exploitatie gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten

  • Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;

  • Monitoring en informatieverstrekking;

  • Vergunningverlening en handhaving;

  • Crisisbeheersing en preventie.

In het goederenvervoer over water is een groei voorzien (Integrale Mobiliteitsanalyse [2021] en Integrale Mobiliteitsanalyse [2023]), die deels met exploitatie wordt gefaciliteerd, rekening houdend met autonome ontwikkelingen. Daarnaast is de inzet om de betrouwbaarheid en reistijd te verbeteren. Beleidsdoelstellingen op het gebied van exploitatie zijn:

  • Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;

  • Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.

In de Kamerbrief Toekomst Binnenvaart die op 30 november 20223aan de Tweede Kamer is aangeboden, zijn de belangrijkste veranderingen, uitdagingen en kansen geschetst voor de binnenvaart. Voor wat betreft de infrastructuur geldt dat we willen toewerken naar toekomstbestendige vaarwegen: klimaatadaptief en betrouwbaar. In de Kamerbrief modal shift aanpak van 15 november 20224 is de verwachte groei van het goederenvervoer en het groeipotentieel van de vaarwegen gepresenteerd.Om dit groeipotentieel te benutten en/of een reverse modal shift te voorkomen, wordt ernaar toegewerkt om alle huidige vaarwegen optimaal te gaan onderhouden.

Zoals beschreven in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart 2023 (Kamerstuk 29 385, nr. 119)5 wordt om het areaal in stand te houden en bij een groeiend gebruik voorspelbaar te blijven, gezocht naar mogelijkheden om ook de kostenontwikkeling in de hand te houden. Door technologische ontwikkelingen als smart shipping en verdergaande digitalisering kan een deel van de systemen en voorzieningen ten behoeve van de informatieverstrekking en verkeersbegeleiding naar de toekomst toe waarschijnlijk efficienter worden ingericht. Aanpassingen zullen afgestemd worden op de snelheid van de technologische ontwikkeling en de implementatie ervan bij de gebruikers. Ook wordt in het kader van droogte gekeken naar het ontwikkelen van klimaatadaptieve schepen met minder diepgang of andere vervoersconcepten, waardoor investeringen aan de infrastructuur mogelijk minder groot zullen zijn. Zo wordt bekeken welke vaarwegtrajecten, gegeven de geschetste toekomstige ontwikkelingen ook in aanmerking kunnen komen voor een aanpassing van bedienvensters. Om de vaarwegen toekomstbestendig en betaalbaar te houden, wordt onderzocht waar beperkingen in de bediening en begeleiding mogelijk zijn om de doelen voor de binnenvaart structureel te kunnen behouden. Daartoe wordt onderzoek in gang gezet naar a) opwaardering/afwaardering van vaarwegen; b) de functie en een bijpassend onderhoudsregime oevers; c) het langetermijn verkeersmanagement; d) betaald gebruik van overnachtingsplaatsen voor de recreatievaart; en e) de veiligheidsperspectieven bij een invoering van een verplicht vaarbewijs voor de recreatievaart.

Naast het gastheerschap op de vaarwegen, is ook toezicht van belang. Dit wordt door ILT, politie en RWS uitgevoerd om de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenW (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden bekostigd uit het budget voor netwerkgebonden kosten.

Meetbare gegevens

Tabel 44 Specificatie bedieningsareaal

Areaalomschrijving

Eenheid

2023

2024

2025

Begeleide vaarweg

km

857

857

857

Bediende objecten

stuks

234

235

235

Toelichting

Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid , zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn derhalve niet meegerekend. In 2025 blijft het aantal kilometer begeleide vaarweg gelijk net zoals het aantal bediende objecten. De trendbreuk ten opzichte van de begroting 2024 is toegelicht in het jaarverslag 2023.

15.02 Onderhoud en Vernieuwing

Motivering

Onderhoud en vernieuwing worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.

Producten

Het regulier onderhoud en vernieuwing van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor exploitatie, zoals verkeerscentrales.

In bijlage 4 'Instandhouding' van deze begroting wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van IenW vallen.

Maatregelen

In de begroting van 2024 is besloten tot een verschuiving van financiële middelen en personele capaciteit naar instandhouding6, aanvullend op de extra vrijgemaakte middelen uit het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV. Met deze middelen werkt IenW aan de grootste onderhoudsopgave van onze infrastructuur ooit. Het streven is een structurele groei van het productievolume te realiseren van € 2 miljard naar ruim € 3 miljard per jaar (prijspeil 2022), waarvan € 0,8 miljard per jaar voor vernieuwing van infrastructuur. Dit is toegelicht in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart 2023 (Kamerstuk 29 385, nr. 119). Over de aanpak van IenW om de productie op instandhouding te vergroten en de validatie van de omvang van de instandhoudingsopgave is de Kamer op 17 juni 2024 per brief geinformeerd (Kamerstuk 29 385, nr. 139).

15.02.01 Onderhoud

Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen.

De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatie vaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden zowel de werkzaamheden binnen onderhoud als werkzaamheden die voortkomen uit het ontwikkelingprogramma goed afgestemd. Binnen onderhoud vallen zowel het preventief als het correctief onderhoud.

Met de extra beschikbare financiële middelen verwachten we dat op termijn het aantal ongeplande stremmingen kan worden teruggedrongen, waardoor de voorspelbaarheid met betrekking tot de beschikbaarheid van de vaarroutes groter wordt.

Kustwacht

De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast. De directeur Kustwacht beschikt over een informatiecentrum, schepen, surveillance vliegtuigen en helikopters.

De Minister van IenW is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor totstandkoming van geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht. De Minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht. De overzichtsconstructie Kustwacht is als bijlage 3 'Overzichtsconstructie Kustwacht' aan deze begroting toegevoegd.

Overdracht Brokx-Nat

De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-Nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II 2002–2003, 28 600 XII, nr. 17). Op dit artikel wordt o.a. de betaling aan provincies en gemeenten voor het onderhoud aan kanalen in Drenthe en wegen en paden Texel verantwoord.

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de onderhoudskosten. De percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde over de periode 2021-2025.

Figuur 6 Onderverdeling van de onderhoudskosten hoofdvaarwegennet

Tabel 45 Areaal onderhoud
 

Eenheid

Omvang 2025

Budget (x € 1.000) 2025

Vaarwegen

km

7.394

549.993

Toelichting

Het totale areaal is een optelling van de hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen van in totaal afgerond 3.540 kilometer en van zeecorridors en zeetoegangsgeulen van in totaal afgerond 3.854 kilometer. Tezamen is dit afgerond 7.394 kilometer. Er worden in 2025 geen wijzigingen voorzien. De trendbreuk ten opzichte van de begroting 2024 is toegelicht in het jaarverslag 2023.

Voor de netwerken in beheer van RWS moeten de afspraken over het basiskwaliteitsniveau worden vertaald naar nieuwe indicatoren en streefwaarden. Daarom wordt in afwachting daarvan in onderstaande tabel nog uitgegaan van de prestatieafspraken vanuit de Beheer en Onderhoud (BenO) overeenkomst 2022-2023.

Tabel 46 Indicatoren Onderhoud

Indicator

2022

2023

Streefwaarde 2024

Streefwaarde 2025

Geplande stremmingen (gehele areaal)

1,0%

0,6%

0,8%

0,8%

- Hoofdtransportas

0,3%

0,7%

0,8%

0,8%

- Hoofdvaarweg

1,4%

0,8%

0,8%

0,8%

- Overige Vaarweg

0,9%

0,6%

0,8%

0,8%

Ongeplande stremmingen (gehele areaal)

2,4%

1,2%

0,2%

0,2%

- Hoofdtransportas

0,4%

0,2%

0,2%

0,2%

- Hoofdvaarweg

1,5%

3,4%

0,2%

0,2%

- Overige Vaarweg

4,0%

1,1%

0,2%

0,2%

Toelichting

De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de gestremde uren voor het maatgevend schip af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten. De streefwaarden betreffen de afgesproken maximale waarden. Door uitgesteld onderhoud, ouderdom en intensiever gebruik neemt de kans op ongeplande uitval van objecten toe. Dit zien we met name terug in de ongeplande stremmingen, die de streefwaarde zo'n zes keer overschrijden.

In bijlage 4 'Instandhouding' van deze begroting zijn nog een aantal indicatoren met betrekking tot beschikbaarheid/betrouwbaarheid en veiligheid opgenomen. De indicator Passeertijd sluizen is opgenomen bij beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens in de begroting Hoofdstuk XII.

15.02.04 Vernieuwing

Op dit artikel staan de beschikbare budgetten voor vernieuwing (voorheen: vervanging en renovatie) van het hoofdvaarwegennet. Sinds medio vorige eeuw is in hoog tempo een groot deel van de infrastructuur aangelegd. Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet in stand wordt gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 7 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma in latere jaren concreet. De werkwijze staat verder toegelicht in bijlage 4 'Instandhouding'. In het MIRT-projectenoverzicht worden onder­ liggende projecten inzichtelijk gemaakt.

Vernieuwing bestaat uit vervanging en renovatie van de kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet. De Vernieuwingsprojecten verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.

15.03 Ontwikkeling

Motivering

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de realisatie- en studie activiteiten bij het hoofdvaarwegennet.

Een beweging naar instandhouding en tussen MIRT-projecten

Er is sprake van een samenspel van drie opgaven die de aanleg van projecten bemoeilijkt: stikstof, maakcapaciteit en financiën. Om die reden is het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat genoodzaakt om scherpe keuzes te maken. Binnen het hoofdvaarwegenprogramma is een groot deel van het gereserveerd budget weggehaald bij projecten die te maken hebben met langdurige stikstofdeposities in de gebruiksfase. De betreffende projecten zijn gepauzeerd. Het budget is verschoven naar instandhouding en andere MIRT-projecten. Dit is toegelicht in de Kamerbrief van 23 juni 2023 over het MIRT.

15.03.01 Aanleg

Vanwege de beëindiging van de groot project status van het Project Mainport Rotterdam zal de resterende uitvoering van het project per 2025 worden verantwoord op het artikel 15 Hoofdvaarwegen.

Producten

In 2025 wil IenW de volgende mijlpalen realiseren.

Tabel 47 Mijlpalen Hoofdvaarwegennet

Mijlpaal

Project

Openstelling

Selectieve Onttrekking Zeesluis IJmuiden

Tabel 48 Projectoverzicht behorende bij 15.03.01: Ontwikkeling Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Openstelling

Toelichting

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

             

Beter Benutten

16

16

16

       

 

Impuls Dynamisch Verkeermanagement

100

101

100

 

‒ 1

1

    

2018

2018

 

Walradarsystemen

35

34

29

6

         

Regeling Kademuren

9

10

1

 

3

3

2

     

1

Projecten Noordwest-Nederland

             

De Zaan (Wilhelminasluis)

14

14

10

 

3

     

2020

2020

 

Lichteren buitenhaven Ijmuiden

83

82

46

1

20

15

1

   

2023

2023

2

Projecten Zuidwest-Nederland

             

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek

15

15

13

    

2

  

2022

2023

 

Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwede

10

10

7

   

4

   

2021

2021

 

Nieuwe Sluis Terneuzen

1.208

1.184

1.047

133

      

2024

2023

3

Project Mainport Rotterdam (PMR)

1.147

1.145

        

nnb

nnb

4

Projecten Zuid-Nederland

             

Maasroute modernisering fase 2

744

688

645

40

50

8

    

2027

2025

5

Wilhelminakanaal Tilburg

98

98

95

2

     

1

2023

2023

 

Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel

432

432

427

      

1

2015

2015

 

Projecten Oost-Nederland

             

Toekomstvisie Waal

150

148

142

8

      

2024

2024

6

Verruiming Twentekanalen fase 2

237

244

226

11

      

2023

2023

7

Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis)

59

59

59

1

         

Projecten Noord-Nederland

             

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1: verbreding tot klasse Va

294

294

282

8

    

4

 

2017

2017

 

Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee

39

39

37

1

    

1

    

Sluiscomplex Kornwerderzand

129

125

   

32

32

32

32

 

2025-2028

2025-2028

 

Overige Projecten

             

Kleine projecten / afronding projecten

194

194

190

 

1

1

1

      

Afrondingen

   

1

         

Totaal uitvoeringsprogramma

5.013

4.932

3.372

212

76

60

40

34

37

2

   

Aanleg uitgaven op MF 15.03.01 mbt planning en studies

90

64

17

16

32

13

5

8

0

    

Programma Aanleg

5.103

4.996

3.389

228

108

73

45

42

37

2

   

Uitgaven mbt planning en studies op MF 15.03.02 mbt het programma aanleg

‒ 76

‒ 34

‒ 195

‒ 7

‒ 2

 

‒ 4

      

Budget Aanleg (MF 15.03.01)

   

177

37

46

85

111

64

2

   

Overprogrammering (-)

   

‒ 44

‒ 69

‒ 27

44

69

27

    

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Regeling Kademuren: Wegens het ontbreken van geschikte projecten in 2024 worden de middelen middels een kasschuif (- € 2 miljoen) van 2024 naar latere jaren geschoven. Tevens is het resterende budget vanaf 2026 met 10% gekort vanwege de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord.

  • 2. Lichteren buitenhaven Ijmuiden: Per abuis waren de standen niet correct. Dit is nu aangepast in de OB 2025

  • 3. Nieuwe Sluis Terneuzen: Vanuit artikel 11 is uit de reservering voor excessieve prijsstijgingen € 21 miljoen toegevoegd aan de reservering staalprijzen.

  • 4. Project Mainport Rotterdam (PMR): Vanwege de beeindiging van de groot project status van het Project Mainport Rotterdam zal de resterende uitvoering van het project per 2025 worden verantwoord op artikel 15 Hoofdvaarwegen.

  • 5. Maasroute modernisering fase 2: Naar aanleiding van het besluit van de minister van maart 2024 om de urgente situatie op het Julianakanaal op korte termijn op te lossen is er aanvullend budget nodig. Vooralsnog is € 55 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld voor het project en € 1,2 miljoen vanuit de loon- en prijsbijstelling.

  • 6. Toekomstvisie Waal: Het projectbudget is met 1,9 miljoen door de toevoeging van de Connecting Europe Facility (CEF) subsidie die in 2023 is ontvangen.

  • 7. Verruiming Twentekanalen fase 2: Het projectbudget is met € 7 miljoen verlaagd door het inleveren van een meevaller van € 8 miljoen. De risico’s (vernatting/ verdroging van de omgeving) die bij het toepassen van zand bentoniet mengsel (ZBM) kunnen optreden zijn tijdens de uitvoering niet opgetreden. Daarnaast was er bij het opstellen van de tegenvaller rekening gehouden met excessieve prijsstijgingen. De omvang van deze prijsstijging viel uiteindelijk mee.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2024.

15.03.02 Planning en studies

Tabel 49 Projectoverzicht behorende bij 15.03.02: Planning en studies Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

Toelichting

Projectomschrijving

huidig

vorig

huidig

vorig

Aanleg uitgaven op MF 15.03.01 mbt planning en studies

‒ 90

‒ 64

nvt

nvt

 

Uitgaven mbt planning en studies op MF 15.03.02 mbt het programma aanleg

76

34

nvt

nvt

 

Projecten Nationaal

     

Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen

31

26

nvt

nvt

1

Reservering voor LCC

437

391

nvt

nvt

2

Reservering voor scheepvaartveiligheid maatregelen agv Wind op Zee

842

868

nvt

nvt

3

Projecten Noordwest-Nederland

     

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer

7

7

2025 ‒ 2027

2025 ‒ 2027

 

Vaarweg IJsselmeer-Meppel

  

ntb

ntb

 

Projecten Zuidwest-Nederland

     

Capaciteit Volkeraksluizen

  

ntb

2025 ‒ 2027

 

Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil

  

nvt

2025 ‒ 2027

 

Projecten Zuid-Nederland

     

Whilhelminakanaal Sluis II

98

87

ntb

ntb

4

Projecten Oost-Nederland

     

Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen)

42

41

ntb

2026 ‒ 2028

 

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel

33

32

ntb

2023 ‒ 2024

5

Projecten Noord-Nederland

     

Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand

  

2025 ‒ 2028

2025 ‒ 2028

 

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2

514

475

2024 ‒ 2028

2024 ‒ 2028

6

Overige projecten en reserveringen

404

347

  

7

Projecten in voorbereiding

     

Projecten Noordwest-Nederland

     

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2; reservering verkenning bruggen (AP)

  

ntb

  

Projecten Zuidwest-Nederland

     

Kreekraksluizen

     

Projecten Oost-Nederland

     

Verkenning IJssel fase 2

     

Overige projecten in voorbereiding

     

Gesignaleerde risico's

     

afrondingen

1

1

   

Totaal programma planning en studies

2.395

2.243

   

Begroting (MF 15.03.02)

2.395

2.243

   

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Bijdrage aan agentschap RWS: door de extrapolatie naar 2038 en prijsbijstelling 2024 is de bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen met € 5 miljoen toegenomen

  • 2. Reservering Life Cycle Costs (LCC): door de extrapolatie naar 2038 en prijsbijstelling 2024 is de reservering voor LCC met € 46 miljoen toegenomen

  • 3. Reservering voor scheepvaartveiligheid maatregelen Wind op Zee (WOZ): Naar het ministerie van EZ t is € 19,3 miljoen overgeboekt voor de tweede module van de opdracht Maritiem Informatievoorzieningen Service Punt (MIVSP-II). De loon- en prijsbijstelling 2024 betreft € 26,2 miljoen. Naar het ministerie van Defensie is € 10,7 miljoen overgeboekt voor de IenW bijdrage aan de kosten van noodsleephulp schepen (ERTV Zuid en ERTV Midden), welke de Kustwacht huurt bij de Rijksrederij voor 2024 en € 21,9 miljoen voor het project Verkeersbeeld op Zee (VOZ).

  • 4. Wilhelminakaal sluis II: Vanuit artikel 11 is uit de reservering voor excessieve prijsstijgingen € 8,7 miljoen overgeboekt. De loon- en prijsbijstelling 2024 betreft € 2,5 miljoen.

  • 5. Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel: Per abuis was de stand vorig niet correct. Dit is nu aangepast in de OB 2025.

  • 6. Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2: Het budget is verhoogd met € 10 miljoen voor de nieuwe Paddepoelsterbrug en met € 15 miljoen voor de Gerrit Krolbrug. De loon- en prijsbijstelling 2024 betreft € 14 miljoen. Verder was per abuis de stand vorig niet correct. Dit is nu aangepast in de OB 2025.

  • 7. Overige projecten en reserveringen:

    • Naar het ministerie van EZis € 10 miljoen overgeboekt voor de IenW bijdrage aan de Rijksbijdrage Maritieme Maakindustrie.

    • Voor subsidie Topsector Logistiek in 2025 is € 3,5 miljoen overgeboekt naar HXII.

    • Door de extrapolatie naar 2038 is het budget met € 17,1 miljoen toegenomen.

    • Vanuit HXII is € 18,9 miljoen overgeboekt voor de reservering walstroom rijksligplaatsen.

    • Vanuit artikel 11 is uit de reservering voor prijsstijgingen € 21 miljoen overgeboekt naar de reservering Nieuwe Sluis Terneuzen en € 3,9 miljoen naar het gereserveerde budget voor de Kustwacht.

De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2024.

15.03.03 Optimalisering verbruik

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van Infrastructuur op de vaarwegen bevorderen. Dit zijn maatregelen die door IenW worden uitgevoerd. Een voorbeeld is de optimalisatie van logistieke routes om modal shift te bevorderen.

Tabel 50 Projectoverzicht behorende bij 15.03.03 Optimalisering hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

Projectomschrijving

huidig

vorig

 

Modal shift van weg naar water

37

36

nvt

Totaal Optimalisering gebruik

37

36

nvt

Begroting (MF 15.03.03)

37

36

nvt

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2024.

15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, financiering en onderhoud) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienstuitgevraagd, te wetende beschikbaarheid van de infra structuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-Opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouw fase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding), als sprake is van de uitbreiding van een bestaande sluis die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor de scheepvaart. Bij openstelling van de sluis wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.

De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervaltaan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze vaarwegdelen en/of objecten terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikel onderdeel 15.02 Onderhoud en Vernieuwing).

Producten

De projecten Zeetoegang IJmond, Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis en sluis Eefde zijn opengesteld. Er is sprake van een volledige beschikbaarheidsvergoeding. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.

Tabel 51 Projectoverzicht behorende bij 15.04: Geïntegreerde contractvormen/PPS Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Openstelling

Eind contract

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

 

Projecten Noordwest-Nederland

             

Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen

422

416

110

16

15

15

15

16

16

218

2019

2019

2046

Zeetoegang IJmond

1.289

1.237

586

67

46

37

47

31

31

444

2022

2022

2045

Projecten Oost-Nederland

             

Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde

163

161

49

6

6

6

6

6

6

79

2020

2020

2047

Projecten Zuid-Nederland

             

Keersluis Limmel

96

94

33

3

3

3

3

3

3

45

2018

2018

2048

afrondingen

 

1

           

Totaal

1.970

1.909

778

92

70

61

71

56

56

786

   

Begroting (MF 15.04)

1.970

1.909

778

92

70

61

71

56

56

786

   

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

De budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van de loon- en prijsbijstelling 2024.

15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.

Rijksrederij

De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals het Ministerie van EZ, Financiën (Douane), IenW, LVVN en JenV en de Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoordelijkheid van RWS. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:

  • Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur (al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau;

  • Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen;

  • Het leveren van kennisintensief adviesop het gebiedvan eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.

15.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijksvaarwegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.

Producten

Bijdragen van derden

Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten.

Tabel 52 Ontvangsten artikel 15 Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Bijdragen van derden

40

13

3

1

8

0

Totaal Ontvangsten (MF 15.09)

40

13

3

1

8

0

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. De ontvangsten zijn geïndexeerd naar aanleiding van de loon-en prijsbijstelling 2024

3.6 Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Megaprojecten zijn door de Tweede Kamer aangewezen grote projecten (grootprojectstatus). De aanwijzing van grote projecten gebeurt op basis van artikel 2 van de Regeling Grote Projecten. De grootprojectstatus behelst dat de Regeling Grote Projecten van toepassing is, die voorschrijft dat de Minister ten minste halfjaarlijks de Tweede Kamer informeert over de voortgang en verantwoording aflegt via een Voortgangsrapportage.

Onder dit artikel vallen de megaprojecten Verkeer en Vervoer:

  • Project Mainportontwikkeling Rotterdam;

  • Programma ERTMS;

  • Zuidasdok;

  • Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.

Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 14 Wegen en Verkeersveiligheid, 16 Openbaar Vervoer en Spoor en 18 Scheepvaart en havens op de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 53 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

609.120

1.043.855

438.892

1.072.346

1.131.384

279.628

242.784

Uitgaven

572.122

547.762

516.879

730.025

776.057

811.435

679.366

17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

637

525

     

17.07 ERTMS

189.798

199.852

130.877

210.100

189.513

184.570

133.255

17.07.01 Aanleg ERTMS

189.281

199.358

129.683

210.100

189.513

184.570

133.255

17.07.02 Planning en studies ERTMS

517

494

1.194

    

17.08 Zuidasdok

140.739

181.260

277.782

295.429

370.388

369.153

298.439

17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

240.948

166.125

108.220

224.496

216.156

257.712

247.672

17.10.01 Aanleg PHS

230.732

156.889

102.895

201.803

186.941

193.384

149.851

17.10.02 Planning en studies PHS

10.216

9.236

5.325

22.693

29.215

64.328

97.821

Ontvangsten

68.437

60.973

70.735

81.708

67.168

87.088

67.405

17.09 Ontvangsten

68.437

60.973

70.735

81.708

67.168

87.088

67.405

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Tabel 54 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 17
 

2025

Juridisch verplicht

99%

Bestuurlijk gebonden

1%

Beleidsmatig gereserveerd

 

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 
C. Toelichting

17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Vanwege de beëindiging van het «groot project status» van het Project Mainport Rotterdam zal de resterende uitvoering van het project per 2025 worden verantwoord op het artikel 15 Hoofdvaarwegen.

17.07 European Rail Traffic Management System (ERTMS)

Motivering

De Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040 (Kamerstukken II 202/21, 23645, nr. 746) zet erop in lange termijn keuzes voor het OV met bijdragen aan wonen, werken en recreëren in een duurzaam en welvarend Nederland te realiseren. Het digitaliseren van het treinbeveiligingssysteem is een van de bouwstenen om de doelen van Toekomstbeeld OV te bereiken. Het vervangen van het analoge huidige systeem, dat stamt uit de jaren ’50-60, door de digitale Europese standaard wordt vormgegeven binnen het groot project ERTMS. Deze vervanging sluit aan bij het algemene uitgangspunt om prioriteit te geven aan de instandhouding van het bestaande netwerk. Met deze beslissing wordt ook invulling gegeven aan Europese afspraken over de aanleg van ERTMS op de belangrijkste nationale en internationale verbindingen (TEN-T kernnetwerk). Daarnaast biedt ERTMS meer mogelijkheden dan de huidige treinbeveiliging, zoals meer veiligheid, de mogelijkheid om meer treinen te laten rijden, en op termijn automatisch rijden.

Producten

Op 17 mei 2019 heeft het Kabinet de programmabeslissing ERTMS (Kamerstukken II 2018/19, 33652, n2. 65) genomen en besloten het huidige treinbeveiligingssysteem landelijk te vervangen door ERTMS. Tot en met 2030 worden door ProRail en vervoerders tientallen werkprocessen aangepast om treinen te kunnen laten rijden, circa 1.300 treinen en locomotieven omgebouwd of opgewaardeerd naar ERTMS en tenminste 15.000 gebruikers opgeleid. Ook zal het systeem en de operatie worden beproefd en uiteindelijk 345 km spoor op zeven baanvakken van ERTMS voorzien. Het kabinet heeft in 2019 tevens besloten structureel middelen te reserveren voor de uitrol van ERTMS in de rest van Nederland in de periode 2030-2050. Hiervoor zijn middelen gereserveerd op artikelonderdeel 11.03.

Zoals aangekondigd is gewerkt aan een herijking van de planning en kostenraming (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 33 652, nr. 88). In de herijking zijn ook de effecten van gebeurtenissen als de coronapandemie, de arbeidsmarktkrapte en bewegingen op de leveranciersmarkt (zoals overnames) op het programma meegenomen. Uit de herijking blijkt dat een hoger bedrag en langere tijd nodig zijn om de treinbeveiliging en gerelateerde systemen klaar te maken voor de toekomst. De eerste uitkomsten van de studie naar de landelijke uitrol van ERTMS ondersteunen dit beeld. De onderlinge samenhang tussen projecten is groot, waardoor het risicoprofiel van het programma hoog blijft. Het is noodzakelijk om bij te sturen op basis van de nieuwe inzichten en geleerde lessen – in binnen- en buitenland – en deze zo goed mogelijk te benutten voor het vervolg. Een commissie van experts op het gebied van de implementatie van ERTMS of vergelijkbare systemen in andere landen heeft een second opinion uitgevoerd. Ervaringen in andere landen tonen aan dat de invoering van ERTMS niet zonder slag of stoot verloopt. Alle signalen wijzen erop dat een fundamentele herijking van de aanpak nodig is. Over de aanpak wordt de Kamer geïnformeerd bij de 19de voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2023/2024, 33562, nr. 90) en volgende rapportages.

Het programma ERTMS is door de Kamer aangewezen als Groot Project. De Kamer wordt daarom twee keer per jaar door middel van een voortgangsrapportage geïnformeerd. De laatste voortgangsrapportage van de staatssecretaris van IenW betreft de twintigste voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2023/2024, 33562, nr. 92).

Tabel 55 Projectoverzicht behorende bij 17.07 ERTMS (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Openstelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

ERTMS

            

Aanleg

2.839

2.773

538

276

309

340

390

345

253

388

divers

divers

Planning en studies

93

93

90

1

2

     

divers

divers

Afronding

            

Programma

            

Afrekening voorschotten

27

27

27

         

Begroting (MF 17.07.01)

2.959

2.893

655

277

311

340

390

345

253

388

  

Overprogrammering (-)

   

‒ 77

‒ 180

‒ 130

‒ 201

‒ 160

‒ 120

868

  

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

Het projectbudget is verhoogd met € 75 miljoen in verband met excessieve prijsstijgingen in 2024.

17.08 Zuidasdok

Motivering

De ruimtelijke ontwikkelingen in de corridor Haarlemmermeer-Almere en op de Zuidas versterken de toename van reizigers en verkeer. Door opening van de Noord-Zuidlijn, Hanzelijn en OV-SAAL neemt het aantal reizigers op station Amsterdam-Zuid toe. De vergroting van de stations capaciteit en kwalitatieve opwaardering van station Amsterdam Zuid is nodig om de groeiende reizigersstromen te accommoderen en te voldoen aan de NSP-kwaliteitsnorm. Om ruimte te bieden aan de uitbreiding van de ov-terminal en de wegcapaciteit te vergroten, wordt de A10 ondergronds gebracht en verbreed. Een investering in de ruimtelijke kwaliteit van de Zuidas draagt verder bij aan de versterking van een internationale toplocatie. In de Kamerbrief van 21 december 2023 is de Kamer geïnformeerd over een nieuw verwacht tekort op het project van € 600 ‒ 800 miljoen (Kamerstukken 32668, nr. 22).

Producten

  • Programmaorganisatie en voorbereiding (inclusief A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel, artikel 12.03.01 op het Mobiliteitsfonds);

  • Uitbreiding van de ov-terminal (regionaal ov en ketenmobiliteit);

  • Tunnel en uitbreiding van de wegcapaciteit A10-zuid;

  • Inrichting van de openbare ruimte en generieke uitgaven.

Tabel 56 Projectoverzicht behorende bij 17.08 Zuidasdok (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Openstelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

Zuidasdok

            

Generieke en ruimtelijke inrichting

66

66

66

       

2017

2017

Projectorganisatie en voorbereiding

603

593

254

39

41

43

38

34

29

125

2028-2029

2028-2029

Tunnel en A10

1.600

1.549

118

34

92

120

169

210

240

617

2028-2029

2028-2029

OVT incl. keerspoor

1.139

1.114

310

108

144

133

164

125

29

127

2028-2029

2028-2029

Afrondingen

            

Programma

3.408

3.322

748

181

277

296

371

369

298

869

2032-2036

2032-2036

Begroting (MF 17.08)

3.408

3.322

748

181

277

296

371

369

298

869

  

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Projectorganisatie en voorbereiding: het verschil wordt veroorzaakt door o.a. desalderingen door extra ontvangsten welke aan de project toegevoegd worden. Daarnaast betreft het ook loon- en prijsbijstelling 2024.

  • 2. Tunnel en A10: het verschil wordt o.a., veroorzaakt door Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord. Op verzoek van de beheerder wordt het meerjarig onderhoud toegevoegd aan de scope. Het betreft hier de uitvoeringskosten. Daarnaast zijn ook de loon- en prijsbijstellingen verwerkt.

  • 3. OVT inclusief keerspoor: dit betreft de loon- en prijsbijstelling 2024.

Overzicht van de bijdragen

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de financiering van het programma. Deze middelen kunnen tijdens de realisatieperiode integraal aan alle productuitgaven worden besteed. Tussentijds en achteraf zal inzichtelijk worden gemaakt waaraan de middelen zijn besteed (verantwoording).

Tabel 57 Overzicht van de bijdragen (bedragen x € 1 miljoen)

Projectomschrijving

Totaal

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

Bijdragen Rijk

0

        

Bijdrage gemeente Amsterdam

426

106

21

39

37

37

42

37

107

Bijdrage Vervoersregio Amsterdam

346

87

18

32

29

30

35

31

84

Bijdrage Provincie Noord Holland

87

87

0

0

0

0

0

0

0

EU-ontvangsten

56

37

19

      

Bijdrage derden

114

32

0

0

16

0

10

0

56

Totaal programma

1.029

349

58

71

82

67

87

68

247

Begroting (MF 17.08)

1.029

349

58

71

82

67

87

68

247

17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Motivering

Vanaf 2018 heeft het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer de status van groot project. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven van PHS verantwoord. De basisrapportage, die voortvloeit uit de status van groot project, is in april 2019 naar de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2018-2019, 32 404, nr. 92). Sindsdien zijn er halfjaarrapportages naar de Kamer gestuurd, de laatste betreft de tweede helft van 2023 (VGR 2023-2, Kamerstuk 32404-121). Er wordt volgens de prognoses steeds meer gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Ook het spoorgoederenvervoer neemt toe. Dat vraagt om een aanpak om meer capaciteit te bieden en een hoogwaardig spoorvervoer mogelijk te maken. Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) heeft tot doel op de drukste trajecten in het land te komen tot hoogfrequent spoorvervoer en een toekomst vaste routering van het goederenvervoer met zo intensief mogelijk gebruik van de Betuweroute. Er gaan meer treinen rijden in de drukste delen van het land en er komt extra ruimte voor goederenvervoer op het spoor naast maatregelen om het gebruik van de Betuweroute nog extra te stimuleren. Het gaat om de volgende corridors en frequenties:

  • Alkmaar-Amsterdam (6 intercity’s en 6 sprinters);

  • Amsterdam-Utrecht-Eindhoven (6 intercity’s op de corridor en 6 sprinters tussen Utrecht en Geldermalsen);

  • Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen (6 intercity’s op de corridor en 4 sprinters tussen Breukelen en Driebergen-Zeist);

  • Den Haag-Rotterdam-Breda (8 intercity’s en 6 sprinters tussen Den Haag en Rotterdam en 4 intercity’s tussen Rotterdam en Breda);

  • Breda-Eindhoven (4 intercity’s en 4 sprinters Breda-Tilburg);

  • Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL) Schiphol-Amsterdam Zuid-Almere-Lelystad (4 intercity’s en 4 sneltreinen tussen Flevoland, via Amsterdam Zuid, en Schiphol, 4 intercity’s tussen Schiphol, via Amsterdam Zuid, en Hilversum, 6 sprinters tussen Almere en Amsterdam Centraal, 4 sprinters tussen Hilversum/Gooi en Amsterdam Centraal);

  • Goederenroutering Zuid-Nederland.

Het PHS-programma en de diverse projecten die hier onderdeel van uit maken moeten de gewenste treinaantallen mogelijk maken in combinatie met een zo goed mogelijke dienstregeling (goede verdeling van de treinen over het uur, goede aansluitingen, combinatie met goederenvervoer e.d.). Daarbij is een belangrijk aandachtspunt dat de PHS-corridors onderdeel vormen van een samenhangend spoorwegnet en treindienstregeling, waarbij er vele afhankelijkheden bestaan en er in de loop der tijd rekening moet worden gehouden met nieuwe inzichten en ontwikkelingen. De uiteindelijke dienstregeling wordt conform de vervoerconcessie van IenW aan NS opgesteld door NS. NS stelt deze vast op basis van de daadwerkelijk beschikbare infrastructuur, de daadwerkelijk marktvraag per traject, overleg met betrokken overheden en consumentenorganisaties. De scope, planning en financiële stand van zaken (peildatum eind 2018) zijn opgenomen in de basisrapportage PHS; deze dient als referentie voor de opeenvolgende voortgangsrapportages over PHS die elk half jaar verschijnen. PHS is volledig opgenomen in de nieuwe HRN concessie 2025-2033 en zal stap voor stap worden ingevoerd.

De risicoreservering voor PHS is voor € 150 miljoen ingezet om op de corridor PHS Alkmaar – Amsterdam tot uitvoering over te gaan. In verband met een negatieve prijsontwikkeling, de mismatch tussen de door Financiën uitgekeerde IBOI  enerzijds en de vigerende CBS-reeksen voor de spoorbouw en aanbestedingseffecten anderzijds, is het projectbudget aanvullend verhoogd met € 187 miljoen. De in het programma Spoorcapaciteit 2030 «Onderstation Kethel» wordt uitgevoerd binnen PHS. Daarom is € 11 miljoen overgeboekt vanuit het programma Spoorcapaciteit 2030 naar PHS-onderdeel TEV.

Producten

Op 4 juni 2010 (Kamerstukken II 2009-2010, 32 404, nr. 1) heeft het kabinet een voorkeursbeslissing genomen over PHS. Sinds begin 2011 loopt de planuitwerking. PHS is een samenhangend en langlopend programma en wordt stap voor stap gerealiseerd. Fasegewijs zullen de frequenties worden verhoogd, als de benodigde infrastructuur dat mogelijk maakt. Inmiddels is een aantal projecten uitgevoerd en gaat PHS steeds verder in realisatie en worden onderdelen vastgelegd in subsidiebeschikkingen. In het MIRT overzicht is per onderdeel in realisatie een MIRT-blad opgenomen en is de voortgang van de diverse PHS onderdelen aangegeven. Elk halfjaar wordt in de opeenvolgende voortgangsrapportages PHS de inhoudelijke en financiële voortgang van PHS en de diverse corridors aangegeven. In de laatste VGR 2023-2 is aangegeven dat het PHS-programma in volle uitvoering is en meer dan 95% van het budget in 2024 verplich is. Ook is duidelijk geworden dat een aantal belangrijke onderdelen eerst rond 2030-2031 gereed zullen zijn.

Tabel 58 Projectoverzicht behorende bij 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Indienststelling

Toelichting

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

later

huidig

vorig

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

           

Aanleg

             

PHS: Doorstroomstation Utrecht

253

253

253

0

0

0

0

0

0

0

2017

2017

 

PHS: Spooromgeving Geldermalsen

149

149

149

0

0

0

0

0

0

0

2021

2021

 

PHS: Meteren - Boxtel

803

716

82

48

63

66

124

125

145

150

2031

2028-2029

 

PHS: Rijswijk - Rotterdam

388

385

277

45

12

6

6

6

6

30

2024-2026

2023-2025

*

PHS Amsterdam

1042

909

214

59

81

101

101

96

110

281

2030-2032

2030-2032

*

PHS Ede

77

77

63

10

3

1

1

0

0

0

2022

2021

 

PHS Alkmaar-Amsterdam

298

28

12

7

10

33

82

93

30

31

2029-2030

2027-2028

 

PHS maatregelen TEV

121

118

29

17

22

38

8

8

0

0

divers

divers

 

PHS Nijmegen en West-entree

200

184

8

8

24

41

44

27

22

27

2028

2027

 

OV-SAAL korte termijn

630

630

630

0

0

0

0

0

0

0

2016

2016

 

OV-SAAL middellange termijn

98

98

98

0

0

0

0

0

0

0

2026-2028

2026-2028

 

PHS: Overige maatregelen (projecten < € 50 miljoen)

241

182

101

23

17

49

30

8

5

7

divers

divers

 

Afrondingen

             

Planning en studies

681

820

           

Corridor Alkmaar-Amsterdam

             

Corridor Amsterdam-Utrecht-Eindhoven

             

Corridor Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen

             

Corridor Breda-Eindhoven

             

Corridor Den Haag– Rotterdam

             

Corridor OV SAAL middellange termijn

             

Routering goederenvervoer Zuid-Nederland

             

Overige (planstudiekosten)

             

Afrondingen

             

Programma

             

Afrekening voorschotten

82

82

82

          

Begroting (MF 17.10.01)

5.063

4.631

1.997

217

231

334

396

363

318

526

   

Overprogrammering (-)

   

‒ 64

‒ 130

‒ 139

‒ 227

‒ 225

‒ 220

1005

   

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. PHS Meteren-Boxtel: De Raad van State heeft het Tracébesluit "Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren- Boxtel» onherroepelijk verklaard. Vanwege de tijd die de Raad van State nodig heeft gehad om tot dit besluit te komen is vertraging in de planning ontstaan en een herziene planning opgesteld waarbij de in 2021 afgesproken mijlpalen naar achteren schuiven. Het projectbudget is verhoogd met € 67,7 miljoen in verband met prijs- en markteffecten;

  • 2. PHS Amsterdam:Het projectbudget is verhoogd met € 68,2 miljoen in verband met prijs- en markteffecten. Daarnaast is € 44,1 miljoen toegevoegd vanuit het programma Fietsparkeren (MF 13.03). Een deel van de oorspronkelijk binnen dat programma geraamde scope (de stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS)) wordt overgeheveld naar het PHS project Amsterdam Centraal waardoor de werkzaamheden efficiënter kunnen worden uitgevoerd;

  • 3. PHS Projecten < 50 mln: De scope benodigd voor maatregelen bij het emplacement Eindhoven Eindhoven Oost is onderdeel van het binnen het programma Grensoverschrijdend Spoorvervoer opgenomen deelproject «Eindhoven-Düsseldorf». In verband met de raakvlakken met PHS en om de productstap Breda-Eindhoven tijdig mogelijk te maken, is deze scope en het bijbehorende budget ad € 17 miljoen overgeheveld naar deelproject PHS Eindhoven. De ontwikkeling van een nieuwe generatie seinen bij ProRail heeft vertraging opgelopen. Dit leidt er toe dat spoorprojecten hun ontwerp moeten aanpassen. De oude seinen hebben een grotere omvang waarvoor sporen verder uit elkaar moeten liggen. Bij enkele projecten, waaronder PHS Tilburg leidt deze aanpassing tot majeure meerkosten omdat werkzaamheden reeds gepland en deels uitgevoerd waren door de aannemer. Hiervoor is aanvullend € 31,4 miljoen toegevoegd zodat het project zoveel mogelijk doorgang kan vinden en de meerkosten niet nog verder oplopen;

  • 4. PHS Nijmegen: Het projectbudget is verhoogd met € 10 miljoen in verband met prijs- en markteffecten;

  • 5. Planning en studies: De risicoreservering voor PHS is voor € 150 miljoen ingezet om op de corridor PHS Alkmaar – Amsterdam tot uitvoering over te gaan. Tegenover het resterende potentieel tekort staan voldoende beheersmaatregelen en is ook nog een deel van de risicoreservering beschikbaar. In verband met markt- en prijseffecten is in totaal € 146,1 miljoen overgeboekt naar diverse PHS projecten in realisatie. Er is € 9,7 miljoen toegevoegd vanuit MF 11.04 aan het planuitwerkingsbudget PHS om extra kosten te dekken om de Amstelpassage als locatie voor security- en paspoortcontrole-voorzieningen te kunnen gebruiken. In verband met een negatieve prijsontwikkeling, de mismatch tussen de door Financiën uitgekeerde IBOI enerzijds en de vigerende CBS-reeksen voor de spoorbouw en aanbestedingseffecten anderzijds, is het projectbudget aanvullend verhoogd met € 101 miljoen vanuit de daarvoor getroffen reservering op MF 11.04.

*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.

17.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden voor de realisatie van de Megaprojecten verkeer en vervoer, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.

Tabel 59 Ontvangsten artikel 17 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Bijdragen van derden PMR

      

Bijdragen van derden ERTMS

19

     

Bijdragen van derden Zuidasdok

41

71

82

67

87

67

Bijdragen van derden PHS

1

     

Totaal Ontvangsten

61

71

82

67

87

67

Totaal Ontvangsten (MF 17.09)

61

71

82

67

87

67

3.7 Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.

Het projectartikel is gerelateerd aan het beleidsartikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s (Externe veiligheid) van de begroting Hoofdstuk XII.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 60 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

23

3.535

     

Uitgaven

42

3.398

     

18.06 Externe veiligheid

42

3.398

     

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

       

18.08.03 Afroming Eigen Vermogen Rijkswaterstaat

       

Ontvangsten

310.548

427.224

     

18.09 Ontvangsten

19.309

4

     

18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

291.239

427.220

     

Budgetflexibiliteit

De budgetten voor externe veiligheid zijn 2025 juridisch verplicht ­op de peildatum 1 januari 2025. De middelen afroming eigen vermogen Rijkswaterstaat zijn beleidsmatig gereserveerd.

Tabel 61 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 18
 

2025

Juridisch verplicht

0%

Bestuurlijk gebonden

 

Beleidsmatig gereserveerd

0%

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 
C. Toelichting

18.06 Externe Veiligheid

Motivering

Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS) (Kamerstukken II 2005–2006, 30 373, nr. 2). De opgenomen kasreeks heeft betrekking op het RWS-programma aankopen en saneren van kwetsbare objecten in het kader van basisnet.

18.08 Netwerkgebonden kosten

Motivering

Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2023 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. De middelen worden in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.

Belangrijkste budgettaire aanpassing

Bij eerste suppletoire begroting 2024 is het afgeroomde eigen vermogen 2023 verlaagd met € 10 miljoen, omdat dit werd ingezet voor de Loss and Damage Fund en betrokken werd in de interne dekkingsopgave op de beleidsbegroting HXII. Hiervan wordt 425k teruggeboekt bij de begroting 2025 vanuit HXII naar het MF. Voor de vervanging van de AV-installatie en inrichting van het inrichting van het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC)-crisiscentrum wordt vervolgens weer € 1,15 van het Eigen Vermogen RWS weer overgeboekt naar de beleidsbegrotng HXII.

Bij de begroting 2025 is tevens € 4 miljoen ingezet voor Klimaatneutrale en Circulaire Organisatie (KCO), dat gekoppeld is met de rijksbrede ambitie om de bedrijfsvoering te verduurzamen bij RWS.

Daarnaast wordt er conform de interne besluitvorming, € 3,8 miljoen overgeboekt naar de generieke investeringsruimte 11.04 op het MF en € 0,95 miljoen van het Eigen Vermogen RWS gaat naar de generieke investeringsruimte op het Deltafonds.

Tot slot is er € 2 miljoen gereserveerd voor de integrale overgang van het kas/verplichtingenstelsel naar het baten-lastenstelsel (het project iBLS) van RWS. De middelen worden overgeboekt naar een Risicoreservering op artikelonderdeel 11.04.

18.09 Ontvangsten

Motivering

Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2023 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. Deze middelen zijn in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.

3.8 Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

A. Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van de begroting Hoofdstuk XII komen. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk XII.

Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdragen aan de Investeringsfondsen op de begroting Hoofdstuk XII.

B. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Tabel 62 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Ontvangsten

7.832.289

9.319.499

8.917.805

10.281.959

10.264.164

9.957.667

10.208.478

19.09 Ten laste van begroting IenW

7.832.289

9.319.499

8.917.805

10.281.959

10.264.164

9.957.667

10.208.478

Motivering

Dit begrotingsartikel is technisch van aard.

4. Bijlagen

Bijlage 1: Voeding van het Mobiliteitsfonds en begrotingsstaat per productartikelonderdeel

Tabel 63 Voedingstabellen artikel 26 beleidsbegroting XII

Bedragen € x 1.000

  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024 ‒ 2038

11

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

                 
  

Uitgaven

63.266

235.168

458.142

821.529

987.694

1.541.301

1.416.056

993.365

748.325

1.773.756

2.152.990

1.835.520

1.844.734

1.853.377

2.829.214

19.554.437

11.01

Verkenningen

 

1.258

37.215

90.858

218.373

264.686

708.907

775.830

683.112

432.677

411.674

402.009

200.001

180.000

190.298

161.518

4.758.416

11.03

Reserveringen

 

55.508

133.730

256.868

182.936

316.127

357.767

418.630

248.513

184.647

1.297.286

1.425.065

1.329.877

1.326.417

1.450.842

1.396.741

10.380.954

11.04

Generieke investeringsruimte

 

6.500

64.223

110.416

420.220

406.881

474.627

221.596

61.740

131.001

64.796

325.916

305.642

338.317

212.237

1.270.955

4.415.067

  

Ontvangsten

     

47.500

         

47.500

11.09

Ontvangsten

      

47.500

         

47.500

                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

63.266

235.168

458.142

821.529

987.694

1.493.801

1.416.056

993.365

748.325

1.773.756

2.152.990

1.835.520

1.844.734

1.853.377

2.829.214

19.506.937

                   

Bedragen € x 1.000

  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024 ‒ 2038

12

Hoofdwegennet

                 
  

Uitgaven

3.898.451

3.940.969

4.475.822

4.198.790

4.275.981

3.946.443

3.806.090

3.570.796

3.520.239

3.010.710

2.538.780

3.101.769

2.881.096

2.958.179

2.372.901

52.497.016

12.01

Exploitatie

 

6.293

5.676

9.922

10.550

9.764

8.618

8.451

7.824

7.769

4.537

4.537

4.537

4.537

4.537

4.537

102.089

12.02

Onderhoud en vernieuwing

 

1.258.444

1.369.323

1.479.874

1.450.530

1.534.478

1.376.014

1.362.469

1.442.870

1.449.278

843.516

866.453

875.161

920.912

928.876

962.614

18.120.812

12.03

Ontwikkeling

 

740.684

730.850

1.011.721

902.231

1.007.529

897.144

778.548

526.027

649.382

866.431

465.371

812.840

821.058

809.020

245.628

11.264.464

12.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

1.123.476

1.057.604

1.063.119

904.439

835.056

799.823

795.817

749.218

603.170

565.982

471.670

678.455

403.813

484.970

429.346

10.965.958

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

 

769.554

777.516

911.186

931.040

889.154

864.844

860.805

844.857

810.640

730.244

730.749

730.776

730.776

730.776

730.776

12.043.693

  

Ontvangsten

104.959

124.305

118.556

122.404

112.016

207.422

162.779

160.627

171.792

72.436

49.754

49.754

9.756

82.730

82.733

1.632.023

12.09

Ontvangsten

 

104.959

124.305

118.556

122.404

112.016

207.422

162.779

160.627

171.792

72.436

49.754

49.754

9.756

82.730

82.733

1.632.023

                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

3.793.492

3.816.664

4.357.266

4.076.386

4.163.965

3.739.021

3.643.311

3.410.169

3.348.447

2.938.274

2.489.026

3.052.015

2.871.340

2.875.449

2.290.168

50.864.993

                   

Bedragen € x 1.000

  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024 ‒ 2038

13

Spoorwegen

                 
  

Uitgaven

3.286.928

2.732.066

3.109.223

3.121.830

2.544.412

2.864.752

3.077.096

2.539.257

2.522.674

2.432.601

2.513.852

2.252.995

2.346.265

2.493.069

2.185.225

40.022.245

13.02

Exploitatie onderhoud en vernieuwing

 

2.665.721

2.246.247

2.457.555

2.528.502

2.039.610

2.455.225

2.522.145

2.269.016

2.175.598

2.103.427

2.127.005

1.944.370

1.921.099

2.131.682

2.075.050

33.662.252

13.03

Ontwikkeling

 

387.021

269.771

459.505

411.052

337.242

299.432

447.851

226.331

347.076

329.174

386.847

308.625

425.166

361.387

110.175

5.106.655

13.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

234.186

216.048

192.163

182.276

167.560

110.095

107.100

43.910

       

1.253.338

13.07

Rente en aflossing

                 
  

Ontvangsten

238.204

303.115

148.284

150.284

153.284

155.284

163.284

166.284

168.284

170.284

166.484

183.784

167.484

167.484

167.484

2.669.311

13.09

Ontvangsten

 

238.204

303.115

148.284

150.284

153.284

155.284

163.284

166.284

168.284

170.284

166.484

183.784

167.484

167.484

167.484

2.669.311

                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

3.048.724

2.428.951

2.960.939

2.971.546

2.391.128

2.709.468

2.913.812

2.372.973

2.354.390

2.262.317

2.347.368

2.069.211

2.178.781

2.325.585

2.017.741

37.352.934

                   

Bedragen € x 1.000

  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024 ‒ 2038

14

Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

                 
  

Uitgaven

993.214

597.904

251.821

122.884

173.784

200.598

299.361

302.933

321.376

102.000

72.000

52.083

76.780

  

3.566.738

14.01

Regionale infrastructuur

 

5.506

80.970

125.147

95.809

158.991

171.014

197.789

191.531

202.330

102.000

72.000

52.083

76.780

  

1.531.950

14.03

Bereikbaarheidsprogramma's

 

987.708

516.934

126.674

27.075

14.793

29.584

101.572

111.402

119.046

      

2.034.788

  

Ontvangsten

42

              

42

14.09

Ontvangsten

 

42

              

42

                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

993.172

597.904

251.821

122.884

173.784

200.598

299.361

302.933

321.376

102.000

72.000

52.083

76.780

  

3.566.696

                   

Bedragen € x 1.000

  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024 ‒ 2038

15

Hoofdvaarwegennet

                 
  

Uitgaven

1.397.451

1.406.135

1.608.559

1.563.631

1.524.587

1.453.779

1.261.123

1.318.691

1.527.415

1.162.583

1.112.087

1.151.417

1.191.589

1.141.032

922.186

19.742.265

15.01

Exploitatie

 

12.147

10.528

25.221

27.539

23.829

22.161

22.060

25.241

25.006

10.517

10.517

10.517

10.517

10.517

10.517

256.834

15.02

Onderhoud en vernieuwing

 

671.135

798.530

834.667

780.669

709.088

690.407

664.830

665.082

673.139

373.741

459.508

430.788

430.788

430.788

430.708

9.043.868

15.03

Ontwikkeling

 

188.567

108.461

217.064

203.349

270.035

225.760

60.185

104.555

309.152

305.500

170.116

237.721

280.155

212.057

21.305

2.913.982

15.04

Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

91.675

71.068

61.279

70.941

55.590

55.260

55.287

56.881

54.739

55.618

54.739

55.184

52.922

70.463

42.449

904.095

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

 

433.927

417.548

470.328

481.133

466.045

460.191

458.761

466.932

465.379

417.207

417.207

417.207

417.207

417.207

417.207

6.623.486

  

Ontvangsten

39.569

13.161

3.085

701

7.838

150

763

150

150

150

150

150

150

150

150

66.467

15.09

Ontvangsten

 

39.569

13.161

3.085

701

7.838

150

763

150

150

150

150

150

150

150

150

66.467

                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

1.357.882

1.392.974

1.605.474

1.562.930

1.516.749

1.453.629

1.260.360

1.318.541

1.527.265

1.162.433

1.111.937

1.151.267

1.191.439

1.140.882

922.036

19.675.798

                   

Bedragen € x 1.000

  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024 ‒ 2038

17

Megaprojecten Verkeer en Vervoer

                 
  

Uitgaven

547.762

516.879

730.025

776.057

811.435

679.366

734.895

355.444

374.504

447.401

390.082

415.799

415.124

243.932

337.884

7.776.589

17.06

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

 

525

              

525

17.07

ERTMS

 

199.852

130.877

210.100

189.513

184.570

133.255

165.823

26.637

98.340

132.180

124.253

126.518

227.200

202.847

152.101

2.304.066

17.08

ZuidasDok

 

181.260

277.782

295.429

370.388

369.153

298.439

299.871

208.274

170.861

147.012

17.529

4.121

4.121

16.483

 

2.660.723

17.10

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

 

166.125

108.220

224.496

216.156

257.712

247.672

269.201

120.533

105.303

168.209

248.300

285.160

183.803

24.602

185.783

2.811.275

  

Ontvangsten

60.973

70.735

81.708

67.168

87.088

67.405

72.895

80.783

38.071

56.071

     

682.897

17.09

Ontvangsten

 

60.973

70.735

81.708

67.168

87.088

67.405

72.895

80.783

38.071

56.071

     

682.897

                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

486.789

446.144

648.317

708.889

724.347

611.961

662.000

274.661

336.433

391.330

390.082

415.799

415.124

243.932

337.884

7.093.692

                   

Bedragen € x 1.000

  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024 ‒ 2038

18

Overige uitgaven en ontvangsten

                 
  

Uitgaven

3.398

              

3.398

18.06

Externe veiligheid

 

3.398

              

3.398

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

                 
  

Ontvangsten

427.224

              

427.224

18.09

Ontvangsten

 

4

              

4

18.10

Saldo van de afgesloten rekeningen

 

427.220

              

427.220

                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

‒ 423.826

              

‒ 423.826

                   

Bedragen € x 1.000

  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024 ‒ 2038

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

                 
  

Ontvangsten

9.319.499

8.917.805

10.281.959

10.264.164

9.957.667

10.208.478

10.194.900

8.672.642

8.636.236

8.630.110

8.563.403

8.575.895

8.578.198

8.439.225

8.397.043

137.637.224

19.09

Ten laste van begroting IenW

 

9.319.499

8.917.805

10.281.959

10.264.164

9.957.667

10.208.478

10.194.900

8.672.642

8.636.236

8.630.110

8.563.403

8.575.895

8.578.198

8.439.225

8.397.043

137.637.224

                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

9.319.499

8.917.805

10.281.959

10.264.164

9.957.667

10.208.478

10.194.900

8.672.642

8.636.236

8.630.110

8.563.403

8.575.895

8.578.198

8.439.225

8.397.043

137.637.224

                   
                   
 

Totaal Uitgaven

 

10.190.470

9.429.121

10.633.592

10.604.721

10.317.893

10.686.239

10.594.621

9.080.486

9.014.533

8.929.051

8.779.791

8.809.583

8.755.588

8.689.589

8.647.410

143.162.688

 

Totaal Ontvangsten

 

870.971

511.316

351.633

340.557

360.226

477.761

399.721

407.844

378.297

298.941

216.388

233.688

177.390

250.364

250.367

5.525.464

 

Totaal Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

9.319.499

8.917.805

10.281.959

10.264.164

9.957.667

10.208.478

10.194.900

8.672.642

8.636.236

8.630.110

8.563.403

8.575.895

8.578.198

8.439.225

8.397.043

137.637.224

Bijlage 2: Verdiepingsbijlage

Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte
Tabel 64 Verdiepingsbijlage artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Totaal mutatie

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 11.01 Verkenningen

 

117.594

167.267

181.429

214.962

412.146

942.066

921.826

612.537

531.560

388.920

260.771

28.233

   

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 116.344

‒ 128.787

‒ 90.711

668

‒ 150.205

‒ 243.576

‒ 140.600

48.283

‒ 70.540

62.639

188.845

241.768

180.000

291.862

 

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 11.01 Verkenningen

 

1.250

38.480

90.718

215.630

261.941

698.490

781.226

660.820

461.020

451.559

449.616

270.001

180.000

291.862

 

Kasschuiven Verkenningen

              

‒ 120.768

120.768

Loon-en Prijsbijstelling 2024

139.505

8

437

140

2.743

2.745

10.417

6.604

34.292

6.657

6.115

9.393

0

0

19.204

40.750

Overboeking middelen Brainport Eindhoven naar Reserveringen

‒ 232.000

      

‒ 12.000

‒ 12.000

‒ 35.000

‒ 46.000

‒ 57.000

‒ 70.000

   

Overboeking Oude Lijn

‒ 1.702

 

‒ 1.702

             

Mutaties Miljoenennota 2025

 

8

‒ 1.265

140

2.743

2.745

10.417

‒ 5.396

22.292

‒ 28.343

‒ 39.885

‒ 47.607

‒ 70.000

 

‒ 101.564

161.518

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 11.01 Verkenningen

 

1.258

37.215

90.858

218.373

264.686

708.907

775.830

683.112

432.677

411.674

402.009

200.001

180.000

190.298

161.518

                 

Ontwerpbegroting 2023 artikelonderdeel 11.03 Reserveringen

                

Mutaties Voorjaarsnota 2023

                

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 11.03 Reserveringen

 

157.915

296.480

390.838

323.408

381.586

402.168

334.099

1.268.861

1.275.563

1.425.320

1.585.331

1.377.450

1.448.954

1.559.664

1.427.778

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 77.531

‒ 73.441

‒ 122.551

‒ 121.099

‒ 47.068

‒ 30.173

‒ 23.183

‒ 136.654

‒ 152.030

‒ 140.387

‒ 106.987

‒ 47.487

‒ 55.190

2.513

2.513

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 11.03 Reserveringen

 

80.384

223.039

268.287

202.309

334.518

371.995

310.916

1.132.207

1.123.533

1.284.933

1.478.344

1.329.963

1.393.764

1.562.177

1.430.291

BZK: Woningbouwmiddelen

‒ 1.975

‒ 475

‒ 375

‒ 375

‒ 375

‒ 375

          

Dekking MF overig: CA-middelen Instandhouding

‒ 90.739

 

‒ 90.739

             

HXII: Apparaat WoMo

‒ 1.250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

          

HXII: Wind in de Zeilen

‒ 4.490

‒ 4.490

              

Kasschuiven Reserveringen

0

‒ 37.278

30.787

9.441

5.285

‒ 938

2.250

3.953

150.210

106.402

‒ 100.615

‒ 147.960

‒ 1.287

  

‒ 20.250

Loon-en prijsbijstelling 2024

360.616

1.093

2.484

5.948

3.303

6.644

4.866

2.853

29.668

31.303

49.208

42.080

37.818

37.052

42.064

64.232

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Modaliteitspecifieke budget Hoofdvaarwegennet

4.287

4.287

              

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Reservering IenW PBNI

146.100

0

0

5.330

3.630

4.305

6.880

9.040

16.705

16.705

16.705

16.700

16.700

16.700

16.700

 

Opgave Hoofdwegennet MF: Aanzuiveren modaliteitspecifieke budget

10.088

10.088

              

Opgave Spoorwegen MF: Aanzuiveren modaliteitspecifieke budget

15.000

15.000

              

Overboeking Impulsprogramma Beter Bediend

‒ 1.900

‒ 1.900

              

Overboeking Knooppunt Raalte

‒ 10.750

‒ 10.750

              

Overboeking Maas- en Brabantse Kanalen

‒ 900

 

‒ 900

             

Overboeking middelen Brainport Eindhoven naar Reserveringen

232.000

      

12.000

12.000

35.000

46.000

57.000

70.000

   

Overboeking N33 Midden - Realisatie

‒ 145.000

        

‒ 6.000

‒ 6.000

‒ 21.000

‒ 21.000

‒ 21.000

‒ 70.000

 

Overboeking N33 Noord - Studiekosten

‒ 5.000

        

‒ 5.000

      

Overboeking naar Modal Shift Spoorwegen

‒ 500

‒ 500

              

Overboeking PHS

133.227

599

3.075

2.795

3.461

3.332

2.619

79.965

27.810

2.417

7.154

     

Overboeking Reservering naar Wind in de Zeilen

20.250

              

20.250

Overboeking Verduurzaming gebouwen

‒ 16.900

 

‒ 3.737

‒ 4.654

‒ 4.773

‒ 1.455

‒ 1.491

‒ 97

‒ 99

‒ 99

‒ 99

‒ 99

‒ 99

‒ 99

‒ 99

 

Overboeking Woningbouwmiddelen ProRail

‒ 1.500

‒ 300

‒ 300

‒ 300

‒ 300

‒ 300

          

Toevoeging CA-middelen ProRail Instandhouding (BKN Spoor)

‒ 400.000

           

‒ 102.218

‒ 100.000

‒ 100.000

‒ 97.782

Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding

‒ 2.239.602

       

‒ 1.119.988

‒ 1.119.614

      

Tolvrij Westerscheldetunnel

‒ 146.768

 

‒ 29.354

‒ 29.354

‒ 29.354

‒ 29.354

‒ 29.352

         

Mutaties Miljoenennota 2025

 

‒ 24.876

‒ 89.309

‒ 11.419

‒ 19.373

‒ 18.391

‒ 14.228

107.714

‒ 883.694

‒ 938.886

12.353

‒ 53.279

‒ 86

‒ 67.347

‒ 111.335

‒ 33.550

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 11.03 Reserveringen

 

55.508

133.730

256.868

182.936

316.127

357.767

418.630

248.513

184.647

1.297.286

1.425.065

1.329.877

1.326.417

1.450.842

1.396.741

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 11.04 Generieke investeringsruimte

 

244.910

306.614

378.920

489.463

336.877

1.020.433

533.406

417.401

238.839

‒ 8.990

123.441

584.667

337.557

1.023.057

1.876.590

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 112.218

‒ 52.524

‒ 19.549

‒ 2.943

‒ 47.533

‒ 296.558

163.688

‒ 81.058

442

‒ 75.136

53.742

‒ 128.484

‒ 139.874

‒ 140.184

 

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 11.04 Generieke investeringsruimte

 

132.692

254.090

359.371

486.520

289.344

723.875

697.094

336.343

239.281

‒ 84.126

177.183

456.183

197.683

882.873

1.876.590

Mutaties Nota van Wijziging eerste suppletoire begroting 2024

 

‒ 4.000

‒ 6.200

             

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 11.04 Ten laste van begroting IenW na Nota van Wijziging

 

128.692

247.890

359.371

486.520

289.344

723.875

697.094

336.343

239.281

‒ 84.126

177.183

456.183

197.683

882.873

1.876.590

Afboeken concessie Hoofdrailnet na 2033

‒ 376.500

          

‒ 75.300

‒ 75.300

‒ 75.300

‒ 75.300

‒ 75.300

Apparaat RWS

‒ 23.436

       

‒ 23.436

       

Areaalgroei Hoofdvaarwegennet

‒ 7.402

              

‒ 7.402

Dekking Hoofdvaarwegennet MF: Afronding Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud

19.191

19.191

              

Dekking Hoofdvaarwegennet MF: Dynamisch Verkeersmanagement

1.135

 

1.135

             

Dekking Hoofdvaarwegennet MF: Twentekanalen fase 2

8.000

8.000

              

Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A1 Bunschoten Hoevelaken

2

2

              

Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A2 Holendrecht

21

21

              

Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A59 Rosmalen PPS

577

52

    

525

         

Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A7 Zuidelijke Ringweg Groningen

453

453

              

Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A74 Venlo

3.016

     

3.016

         

Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller A78 Zuidelijke Ringweg Groningen

8.100

8.100

              

Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller aansluiting Nuth

2.067

2.067

              

Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller Aflossing Tunnels

14.768

  

14.768

            

Dekking Hoofdwegennet MF: Meevaller N9 Koedijk

19

12

4

3

            

Dekking overig MF: CA-middelen Instandhouding

90.739

 

90.739

             

HXII: Dekking Hoofdwegennet MF: Terugsluis Vrachtwagenheffing

180.000

   

105.000

75.000

          

HXII: Dekking Spoorwegen MF: Vrijval TVOV HXII

10.000

10.000

              

HXII: NS-tarieven

‒ 42.000

 

‒ 42.000

             

HXII: Stichting Buisleidingen

‒ 163

‒ 163

              

Indexering Ontvangsten Hogesnelheidslijn heffing

40.000

              

40.000

Inzet HRN voor Wind in de Zeilen

‒ 20.250

              

‒ 20.250

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

0

 

42.000

‒ 35.000

‒ 7.000

           

Kasschuiven Investeringsruimte

0

116.653

‒ 185.285

‒ 2.227

45.289

256.834

‒ 105.211

‒ 152.660

‒ 140.195

‒ 69.101

120.264

180.100

181.100

204.788

‒ 338.833

‒ 111.516

Loon-en Prijsbijstelling 2024

781.008

39.604

56.816

37.904

48.797

‒ 30.710

35.371

57.317

36.643

62.043

56.417

62.533

98.259

98.926

84.204

53.833

Meerkosten PHS Amsterdam CS

‒ 9.680

            

‒ 9.680

  

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Aanzuiveren modaliteitspecifieke budget

‒ 4.287

‒ 4.287

              

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Exogene tegenvallers Stormschade en Baggeren

‒ 1.600

‒ 1.600

              

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Gerrit Krolbrug

‒ 15.000

  

‒ 5.000

‒ 5.000

‒ 5.000

          

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: IenW-aandeel PBNI

‒ 146.100

  

‒ 5.330

‒ 3.630

‒ 4.305

‒ 6.880

‒ 9.040

‒ 16.705

‒ 16.705

‒ 16.705

‒ 16.700

‒ 16.700

‒ 16.700

‒ 16.700

 

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Maasroute fase 2 (Julianakanaal)

‒ 55.000

‒ 26.899

‒ 28.101

             

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: MIRT-onderzoek Houtrakpolder

‒ 2.000

‒ 1.000

‒ 1.000

             

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Paddepoelsterbrug

‒ 10.000

 

‒ 5.000

‒ 5.000

            

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Vaargeul de Boontjes

‒ 1.400

‒ 1.400

              

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Zeetoegang IJmond

‒ 1.426

‒ 1.426

              

Opgave Hoofdwegennet en Hoofdvaarwegennet MF: Informatieplicht energiebesparing

‒ 1.500

‒ 1.500

              

Opgave Hoofdwegennet MF: A2 Vonderen-Kerensheide

‒ 2.500

‒ 2.500

              

Opgave Hoofdwegennet MF: Aanzuiveren modaliteitspecifieke budget

‒ 10.088

‒ 10.088

              

Opgave Hoofdwegennet MF: Afronden CHARM

‒ 19.989

   

‒ 19.989

           

Opgave Hoofdwegennet MF: Inzet Hinderaanpak

‒ 1.800

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 300

        

Opgave Hoofdwegennet MF: Jan Blankenburg

‒ 250

‒ 250

              

Opgave Hoofdwegennet MF: Sluiskiltunnel

‒ 63.600

 

‒ 10.600

‒ 10.600

‒ 10.600

‒ 10.600

‒ 10.600

‒ 10.600

        

Opgave Spoorwegen MF: Aanzuiveren modaliteitspecifieke budget

‒ 15.000

‒ 15.000

              

Opgave Spoorwegen MF: Callandbrug - Instandhouding

‒ 87.900

   

‒ 29.300

‒ 29.300

‒ 29.300

         

Opgave Spoorwegen MF: Gebruiksvergoeding ProRail

‒ 133.000

‒ 103.000

‒ 30.000

             

Opgave Spoorwegen MF: Instandhoudingskosten brandblus havenspoor Rotterdam

‒ 26.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 1.900

‒ 2.200

 

Opgave Spoorwegen MF: Kwartstofproblematiek 2024-2025

‒ 19.300

‒ 9.650

‒ 9.650

             

Opgave Spoorwegen MF: Seinenproblematiek

‒ 85.000

‒ 10.000

‒ 30.000

‒ 29.644

‒ 15.356

           

Overboeking Eigen Vermogen RWS MF

5.803

5.803

              

Overboeking Extrapolatie 2037 naar EOV ten behoeve van BKN Spoor

‒ 223.407

             

‒ 223.407

 

Overboeking Extrapolatie 2038 naar EOV ten behoeve van BKN Spoor

‒ 485.000

              

‒ 485.000

Overboeking Geluid (emissiekentallen en stille banden aftrek)

‒ 85.200

   

‒ 28.400

‒ 28.400

‒ 28.400

         

Overboeking Reservering A2 Vonderen-Kerensheide

2.500

    

2.500

          

Overboeking Generieke Investeringsruimte naar EOV

‒ 580.350

  

‒ 77.000

‒ 77.000

‒ 77.000

‒ 77.000

‒ 108.350

‒ 87.000

‒ 77.000

      

Overboeking Reservering PHS

‒ 133.227

‒ 599

‒ 3.075

‒ 2.795

‒ 3.461

‒ 3.332

‒ 2.619

‒ 79.965

‒ 27.810

‒ 2.417

‒ 7.154

     

Overboeking Reservering PHS naar Planuitwerking PHS

‒ 150.000

      

‒ 150.000

        

Prijsstijgingen A24 Blankenburg, A16 Rotterdam, A9 Badhoevedorp, A27 Houten-Hooipolder

‒ 515.030

‒ 19.220

‒ 1.910

         

‒ 336.000

‒ 59.500

‒ 98.400

 

Prijsstijgingen A7 Zuidelijke Ringweg Groningen

‒ 15.500

  

‒ 8.000

‒ 7.500

           

Prijsstijgingen Beheer en Onderhoud

‒ 49.195

‒ 5.052

‒ 10.727

‒ 33.416

            

Prijsstijgingen Grensoverschrijdend Spoor

‒ 2.000

‒ 2.000

              

Prijsstijgingen MOC Kustwacht

‒ 3.885

‒ 3.885

              

Prijsstijgingen Nieuwe Sluis Terneuzen

‒ 21.000

‒ 2.481

‒ 1.163

‒ 17.356

            

Prijsstijgingen PHS

‒ 103.000

‒ 6.000

‒ 6.000

‒ 11.000

‒ 16.000

‒ 18.000

‒ 19.000

‒ 16.000

‒ 11.000

       

Prijsstijgingen Project Sluis II Wilhelminakanaal

‒ 8.700

‒ 1.000

‒ 2.700

‒ 5.000

            

Prijsstijgingen Tilburg 3

‒ 44.400

 

‒ 3.000

‒ 6.000

‒ 8.000

‒ 8.000

‒ 7.000

‒ 4.000

‒ 3.200

‒ 3.200

‒ 2.000

     

Prijsstijgingen VenR Hoofdvaarwegennet

‒ 32.000

   

‒ 32.000

           

Prijsstijgingen VenR Hoofdwegennet

‒ 46.112

  

‒ 46.112

            

Prijsstijgingen Wolfheze en Gilze Rijen

‒ 7.000

‒ 5.000

‒ 2.000

             

Prijstijgingen Instandhouding Spoor

‒ 96.000

‒ 96.000

              

Mutaties Miljoenennota 2025

 

‒ 122.192

‒ 183.667

‒ 248.955

‒ 66.300

117.537

‒ 249.248

‒ 475.498

‒ 274.603

‒ 108.280

148.922

148.733

‒ 150.541

140.634

‒ 670.636

‒ 605.635

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 11.04 Generieke investeringsruimte

 

6.500

64.223

110.416

420.220

406.881

474.627

221.596

61.740

131.001

64.796

325.916

305.642

338.317

212.237

1.270.955

                 

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

 

520.419

770.361

951.187

1.027.833

1.130.609

2.364.667

1.789.331

2.298.799

2.045.962

1.805.250

1.969.543

1.990.350

1.786.511

2.582.721

3.304.368

Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

 

214.326

515.609

718.376

904.459

885.803

1.794.360

1.789.236

2.129.370

1.823.834

1.652.366

2.105.143

2.056.147

1.771.447

2.736.912

3.306.881

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

 

63.266

235.168

458.142

821.529

987.694

1.541.301

1.416.056

993.365

748.325

1.773.756

2.152.990

1.835.520

1.844.734

1.853.377

2.829.214

Toelichting

Apparaat RWS

De capaciteit RWS is, middels de begroting 2024, structureel gedekt op een niveau van 9.341 fte en t/m 2030 op een niveau van 9.572 fte. Hiermee kan de maakbare opgave op instandhouding opgevangen worden binnen RWS. Met deze mutatie wordt de financiering van de RWS-capaciteit doorgetrokken naar 2031.

Dekking Hoofdwegennet MF

Dit betreffen de dekkingsbronnen die worden ingezet voor de integrale opgave op het MF. De dekkingsbronnen die worden ingezet op het Hoofdwegennet zijn: terugbetaling lening vrachtwagenheffing en meevallers projecten RWS. De dekkingsbronnen zijn in totaal € 226,4 miljoen.

Dekking Hoofdvaarwegennet MF

Dit betreffen de dekkingsbronnen die worden ingezet voor de integrale opgave op het MF. De dekkingsbronnen die worden ingezet op het Hoofdvaarwegennet zijn: teruggave restbudget Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud en meevallers projecten RWS. De dekkingsbronnen zijn in totaal € 28,3 miljoen.

Dekking Prijsstijgingen Aanleg- en Instandhoudingsprojecten

Bij de verschillende modaliteiten hebben diverse aanleg- en instandhoudingsprojecten en programma's last gehad van excessieve prijsstijgingen. In totaal gaat het om een opgave van € 549 miljoen. Dekking komt uit het MF vanuit de generieke investeringsruimte op artikelonderdeel 11.04. De middelen komen terecht op artikel 12, 13, 15 en 17.

Dekking Spoorwegennet MF

Dit betreffen de dekkingsbronnen die worden ingezet voor de integrale opgave op het MF. De dekkingsbronnen die worden ingezet op het Spoorwegennet zijn: vrijval middelen Transitievangnet, HSL-ontvangsten, Risicoreservering HRN-concessie en meevallers projecten ProRail. De dekkingsbronnen zijn in totaal € 153 miljoen.

Dekking Overig MF: CA-middelen Instandhouding en Extrapolatie

Dit betreft de overige dekkingsbronnen die voor de interne dekkingsopgave MF wordt ingezet. Het gaat om de CA-middelen Instandhouding (€ 90,7 miljoen) en een deel van de extrapolatieruimte 2037 (€ 330,3 miljoen) dat wordt ingezet voor de dekkingsopgave MF op artikelonderdeel 11.04.

HXII: NS-tarieven

In 2025 zal een bedrag van € 42 miljoen vanuit de generieke investeringsruimte op het MF worden verstrekt aan de NS, zodat de in 2024 uitgestelde tariefsverhoging van 8,7% ook in 2025 gedeeltelijk kan worden voorkomen. De bijdrage vanuit IenW voorkomt in 2025 voor 1/3 de 8,7% tariefsverhoging uit 2024.

HXII: Wind in de Zeilen

Dit betreft een overboeking naar HXII en behoeve van het NS ''Contractlijn Zeeland Wind in de Zeilen''. Het bedrag komt ten gunste van de uitbreiding van dienstregeling in Zeeland.

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

Dit betreft de kaderaanpassing op het Hoofdwegennet die over de gehele looptijd van het fonds budgetneutraal is.

Kasschuiven Verkenningen, Reserveringen en Investeringsruimte

Er zijn op dit artikel budgetneutrale kasschuiven doorgevoerd om de programmering te actualiseren in het meest realistische ritme. Verder zijn er op de investeringsruimte 11.04 kasschuiven doorgevoerd om de integrale opgave MF in lijn te brengen met de dekkingsbronnen en om de onttrekkingen uit de risicoreserveringen prijsttijgingen gelijk te stellen aan het huidige ritme.

Loon- en Prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

Overboeking Brainport Eindhoven naar Reserveringen

Bij Voorjaarsnota zijn middelen toebedeeld vanuit het NGF voor Brainport Eindhoven. Met deze overboeking worden de middelen overgeheveld van artikelonderdeel 11.01 Verkenningen naar artikelonderdeel 11.03 Reserveringen.

Overboeking Extrapolatie 2037 naar EOV ten behoeve van BKN-spoor

Dit betreft een overboeking van de resterende extrapolatieruimte 2037 op artikel 11.04 naar het programma EOV op artikel 13.02, ten behoeve van de instandhoudingsopgave BKN-spoor.

Overboeking Extrapolatie 2038 naar EOV ten behoeve van BKN-spoor

Dit betreft een overboeking vanuit de extrapolatieruimte 2038 op artikel 11.04 naar het programma EOV op artikel 13.02, ten behoeve van de instandhoudingsopgave BKN-spoor.

Overboeking EV RWS generieke investeringsruimte Mobiliteitsfonds

Er wordt € 3,8 miljoen overgeboekt vanuit artikelonderdeel 18.08.03 naar de generieke investeringsruimte 11.04.

Overboeking Knooppunt-Raalte

Dit betreft een overboeking vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om het tekort bij het project Knooppunt Raalte te dekken.

Overboeking N33 Midden - Realisatie

Dit betreft de overboeking vanuit de reservering N33 Midden (Zuidbroek Appingedam) naar artikel 12. Dit is conform de BO MIRT afspraken 2023. De middelen zijn benodigd om verdere afspraken te maken met de regio over de doorstart van het project naar aanleiding van het compensatiepakket Groningen.

Overboeking N33 Noord - Studiekosten

Voor de N33 Noord (Appingedam-Eemshaven) is € 5 miljoen van de reservering van € 250 miljoen uit «Nij Begun» overgeboekt vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om de studiekosten van het MIRT-onderzoek te bekostigen.

Overboeking Oude Lijn

Dit betreft een overboeking van het verkenningenbudget naar het PUV-budget van programma Oude Lijn ten behoeve een subsidiebeschikking inzake de analytische fase Oude Lijn.

Overboekingen PHS

Dit betreft een overboeking vanuit de risicoreservering PHS (artikelonderdeel 11.04) de reservering PHS op artikel onderdeel 11.03. Een deel van de reservering wordt overgeboekt naar artikelonderdeel 17.10 voor de planuitwerking PHS.

Overboeking generieke investeringsruimte naar EOV

Vanuit de generieke investeringsruimte worden middelen overgeheveld naar artikelonderdeel 13.02 EOV, ter dekking van de instandhoudingsopgave BKN Spoor.

Overboeking Verduurzaming gebouwen

Dit betreft een budgetoverheveling van de reservering voor verduurzaming gebouwen naar RWS in het benodigde ritme van 2025-2037.

Opgave Hoofdwegennet MF

Dit betreft de integrale dekkingsopgave op het Hoofdwegennet. In totaal gaat het om € 178,3 miljoen bij aanleg en instandhouding. De middelen komen terecht op artikel 11 en artikel 15.

Opgave Hoofdvaarwegennet MF

Dit betreft de integrale dekkingsopgave op het Hoofdvaarwegennet. In totaal gaat het om € 237,3 miljoen bij aanleg en instandhouding. De middelen komen terecht op artikel 11 en artikel 15.

Opgave Fiets MF

Dit betreft de integrale problematiek op het programma fiets van RWS. Er wordt € 2 miljoen gereserveerd op artikelonderdeel 11.04 hiervoor.

Opgave Spoorwegen MF

Dit betreft de integrale dekkingsopgave op het Spoorwegennet. In totaal gaat het om € 411,1 miljoen bij aanleg en instandhouding. De middelen komen terecht op artikel 11, artikel 13 en artikel 17.

Toevoeging CA-middelen RWS

Er wordt voor de jaren 2031 en 2032 in totaal € 2,2 miljard toegevoegd aan de middelen voor instandhouding bij RWS conform de achtjarige programmering RWS.

Toevoeging CA-middelen ProRail Instandhouding (BKN Spoor)

Vanuit de CA-reservering instandhouding op 11.03 wordt € 400 miljoen in de jaren 2035 tot en met 2038 overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 ten behoeve van de instandhoudingsopgave (BKN Spoor) van ProRail.

Artikel 12 Hoofdwegennet
Tabel 65 Verdiepingsbijlage artikel 12 Hoofdwegennet

12 Hoofdwegennet

Totaal mutatie

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.01 Exploitatie

 

4.401

4.600

9.335

9.945

9.182

8.365

8.203

4.404

4.404

4.404

4.404

4.404

4.404

4.404

4.404

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

1.435

910

             

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.01 Exploitatie

 

5.836

5.510

9.335

9.945

9.182

8.365

8.203

4.404

4.404

4.404

4.404

4.404

4.404

4.404

4.404

HXII: NDW Data Science Society (NDSS)-Usecases

221

221

              

Kwaliteitsorgaan Verkeersveiligheidsaudits (KOVA) taken

60

60

              

Loon- en Prijsbijstelling 2024

2.766

176

166

282

300

277

253

248

133

133

133

133

133

133

133

133

Monitor Smart Mobility 2026 ‒ 2028

915

  

305

305

305

          

Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding

6.519

       

3.287

3.232

      

Mutaties Miljoenennota 2025

 

457

166

587

605

582

253

248

3.420

3.365

133

133

133

133

133

133

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.01 Exploitatie

 

6.293

5.676

9.922

10.550

9.764

8.618

8.451

7.824

7.769

4.537

4.537

4.537

4.537

4.537

4.537

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.02 Onderhoud en vernieuwing

 

1.119.841

1.269.508

1.162.537

1.456.144

1.523.111

1.453.643

1.331.576

803.977

804.320

842.189

910.938

898.496

897.906

917.637

934.404

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

74.871

37.049

142.522

‒ 118.888

‒ 68.176

‒ 48.073

19.485

‒ 22.661

‒ 16.850

‒ 24.354

‒ 68.953

‒ 49.000

‒ 4.000

‒ 16.000

 

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.02 Onderhoud en vernieuwing

 

1.194.712

1.306.557

1.305.059

1.337.256

1.454.935

1.405.570

1.351.061

781.316

787.470

817.835

841.985

849.496

893.906

901.637

934.404

A2 Vonderen-Kerensheide werkzaamheden

‒ 3.224

 

‒ 3.224

             

Budgetoverheveling Verduurzaming gebouwen

3.359

 

2.507

257

262

90

91

19

19

19

19

19

19

19

19

 

EZ: Bijdrage TNO

‒ 1.000

‒ 1.000

              

EZ: Geleiderail zonnepark A37

9.000

5.400

3.600

             

Herstel achterstallig onderhoud areaal KNM

‒ 934

‒ 934

              

Impactanalyse stalen vallen Schinkelbruggen

‒ 1.100

‒ 1.100

              

Instandhouding ODW en Pololoc

‒ 301

‒ 301

              

Kasschuiven 2024 Onderhoud en Vernieuwing

0

32.629

9.837

78.446

33.639

‒ 3.471

‒ 111.080

‒ 40.000

0

0

0

0

0

0

0

0

Loon- en Prijsbijstelling 2024

487.945

36.043

39.446

39.400

40.373

43.924

42.433

40.789

23.589

23.774

25.662

24.449

25.646

26.987

27.220

28.210

Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord

‒ 8.036

‒ 8.036

              

Opgave Hoofdwegennet MF: Informatieplicht energiebesparing

1.031

1.031

              

Opgave Hoofdwegennet MF: Sluiskiltunnel

63.600

 

10.600

10.600

10.600

10.600

10.600

10.600

        

Overboeking geluid (emissiekentallen en stille banden aftrek)

85.200

   

28.400

28.400

28.400

         

Prijsstijgingen VenR

46.112

  

46.112

            

Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding

1.275.961

       

637.946

638.015

      

Mutaties Miljoenennota 2025

 

63.732

62.766

174.815

113.274

79.543

‒ 29.556

11.408

661.554

661.808

25.681

24.468

25.665

27.006

27.239

28.210

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.02 Onderhoud en vernieuwing

 

1.258.444

1.369.323

1.479.874

1.450.530

1.534.478

1.376.014

1.362.469

1.442.870

1.449.278

843.516

866.453

875.161

920.912

928.876

962.614

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.03 Ontwikkeling

 

767.944

1.107.326

836.603

755.741

600.903

195.583

123.951

813.384

639.363

805.709

579.997

1.019.914

1.071.884

413.646

89.127

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 104.880

‒ 178.032

‒ 69.523

285.479

82.691

295.863

181.820

‒ 236.954

159.753

276.994

128.875

‒ 26.305

‒ 57.923

‒ 130.647

‒ 63

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.03 Ontwikkeling

 

663.064

929.294

767.080

1.041.220

683.594

491.446

305.771

576.430

799.116

1.082.703

708.872

993.609

1.013.961

282.999

89.064

A2 Vonderen-Kerensheide werkzaamheden

3.224

 

3.224

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Apparaat Tijdelijke Tolheffing 2024

1.124

343

781

             

Bijdragen derden

8.267

8.267

0

0

0

0

0

0

0

0

      

EZ: Uitvoeringskosten TKI Dinalog (Top Consortium Knowledge and Innovation)

‒ 250

‒ 250

              

Herstel achterstallig onderhoud areaal KNM

812

812

              

Herverdeling Ontvangsten N33

‒ 63.859

0

0

0

0

0

‒ 15.142

‒ 13.083

‒ 35.651

‒ 171

188

     

HXII: A2 Vonderen-Kerensheide werkzaamheden

4.923

 

4.923

             

HXII: Campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst

‒ 2.000

‒ 2.000

              

HXII: Schoon Emissieloos Bouwen

‒ 30.800

 

‒ 10.690

‒ 12.210

‒ 3.800

‒ 2.600

‒ 900

‒ 600

        

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

0

 

‒ 236.000

‒ 48.000

 

59.000

 

71.000

47.270

14.000

 

11.000

 

7.000

 

74.730

Kaderruilen 2024

‒ 7.000

170.560

‒ 168.944

333.098

‒ 112.910

442.823

256.749

‒ 25.000

‒ 123.337

‒ 105.900

‒ 200.000

‒ 200.000

‒ 250.000

‒ 29.139

50.000

‒ 45.000

Kasschuiven Ontwikkeling

0

‒ 132.624

143.862

‒ 98.979

‒ 85.078

‒ 225.957

107.091

415.660

42.235

‒ 85.051

‒ 41.221

‒ 83.806

‒ 179.813

‒ 204.788

303.533

124.936

Kwaliteitsorgaan Verkeersveiligheidsaudits (KOVA) taken

‒ 138

‒ 138

              

Loon- en Prijsbijstelling 2024

294.754

28.162

34.190

39.251

27.804

30.195

31.564

24.800

19.080

16.388

18.761

8.305

6.744

3.524

4.088

1.898

Monitor Smart Mobility 2026 ‒ 2028

‒ 1.740

  

‒ 580

‒ 580

‒ 580

          

Opgave Hoofdwegennet MF: A2 Vonderen-Kerensheide

2.500

2.500

              

Opgave Hoofdwegennet MF: Jan Blankenburg fietspad

250

250

              

Overboeking A2 Vonderen-Kerensheide

‒ 2.500

    

‒ 2.500

          

Overboeking Knooppunt-Raalte

10.750

10.750

              

Overboeking N33 Midden - Realisatie

145.000

        

6.000

6.000

21.000

21.000

21.000

70.000

 

Overboeking N33 Noord - Studiekosten

5.000

        

5.000

      

Prijsstijgingen Hoofdwegennet

344.700

  

8.000

7.500

       

221.300

9.500

98.400

 

Programma Vrachtwagenheffing 2024

1.298

438

860

             

Saldo mee- en tegenvallers Hoofdwegennet

‒ 13.678

‒ 10.655

‒ 4

‒ 3

  

‒ 3.016

         

Schinkelbruggen Zuidasdok

942

942

              

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

‒ 12.369

  

‒ 5.290

‒ 1.279

‒ 5.800

          

Tolvrij Westerscheldetunnel

146.768

 

29.354

29.354

29.354

29.354

29.352

         

Zuidasdok: Instandhouding Onderhoud Dynamisch verkeersmamangement Wegkant

263

263

              

Mutaties Miljoenennota 2025

 

77.620

‒ 198.444

244.641

‒ 138.989

323.935

405.698

472.777

‒ 50.403

‒ 149.734

‒ 216.272

‒ 243.501

‒ 180.769

‒ 192.903

526.021

156.564

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.03 Ontwikkeling

 

740.684

730.850

1.011.721

902.231

1.007.529

897.144

778.548

526.027

649.382

866.431

465.371

812.840

821.058

809.020

245.628

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

1.086.142

1.077.284

1.052.899

1.065.731

832.597

806.025

764.491

648.658

592.622

574.135

461.558

478.198

361.263

433.715

316.966

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 5.681

‒ 22.046

26.833

‒ 152.992

12.451

‒ 22.652

14.391

84.929

‒ 975

‒ 18.257

1.801

72.522

‒ 14.314

43.761

 

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

1.080.461

1.055.238

1.079.732

912.739

845.048

783.373

778.882

733.587

591.647

555.878

463.359

550.720

346.949

477.476

316.966

Prijsstijgingen DBFM

185.830

19.220

1.910

         

114.700

50.000

  

Kasschuiven Geïntegreerde contractvormen

0

‒ 421

‒ 24.455

‒ 27.484

‒ 27.484

‒ 27.484

         

107.328

Loon- en Prijsbijstelling 2024

223.418

24.268

24.911

25.639

19.184

17.492

16.975

16.935

15.631

11.523

10.104

8.311

13.035

6.864

7.494

5.052

Saldo mee- en tegenvallers Hoofdwegennet

‒ 15.345

‒ 52

0

‒ 14.768

0

0

‒ 525

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Mutaties Miljoenennota 2025

 

43.015

2.366

‒ 16.613

‒ 8.300

‒ 9.992

16.450

16.935

15.631

11.523

10.104

8.311

127.735

56.864

7.494

112.380

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

1.123.476

1.057.604

1.063.119

904.439

835.056

799.823

795.817

749.218

603.170

565.982

471.670

678.455

403.813

484.970

429.346

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

 

727.834

744.218

875.011

874.335

853.304

830.415

826.446

710.199

704.133

704.133

704.665

704.665

704.665

704.665

704.665

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

3.107

3.584

2.447

3.247

3.247

3.247

3.247

3.647

‒ 203

‒ 203

‒ 203

‒ 203

‒ 203

‒ 203

‒ 203

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

 

730.941

747.802

877.458

877.582

856.551

833.662

829.693

713.846

703.930

703.930

704.462

704.462

704.462

704.462

704.462

Apparaat RWS

23.436

       

23.436

       

EZ: TNO pilot open Radiotoegangsnetwerk

‒ 150

‒ 150

              

HXII: Detachering Europese Commissie

85

85

              

Klimaatneutrale en circulaire organisatie (KCO)

3.690

926

926

788

656

394

          

Kwaliteitsorgaan Verkeersveiligheidsaudits (KOVA) taken

78

78

              

Loon- en Prijsbijstelling 2024

554.263

36.322

37.132

41.009

40.882

40.278

39.526

39.406

35.406

34.881

34.908

34.881

34.908

34.908

34.908

34.908

Monitor Smart Mobility 2026 ‒ 2028

825

  

275

275

275

          

Opgave Hoofdwegennet MF: Afronden CHARM

19.989

   

19.989

           

Opgave Hoofdwegennet MF: Inzet Hinderaanpak

1.800

250

250

250

250

250

250

300

        

Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord

‒ 120.316

 

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

‒ 8.594

Programma Vrachtwagenheffing 2024

1.102

1.102

              

Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding

161.186

       

80.763

80.423

      

Mutaties Miljoenennota 2025

 

38.613

29.714

33.728

53.458

32.603

31.182

31.112

131.011

106.710

26.314

26.287

26.314

26.314

26.314

26.314

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

 

769.554

777.516

911.186

931.040

889.154

864.844

860.805

844.857

810.640

730.244

730.749

730.776

730.776

730.776

730.776

                 

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Hoofdwegennet

 

3.706.162

4.202.936

3.936.385

4.161.896

3.819.097

3.294.031

3.054.667

2.980.622

2.744.842

2.930.570

2.661.562

3.105.677

3.040.122

2.474.067

2.049.566

Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Hoofdwegennet

 

3.675.014

4.044.401

4.038.664

4.178.742

3.849.310

3.522.416

3.273.610

2.809.583

2.886.567

3.164.750

2.723.082

3.102.691

2.963.682

2.370.978

2.049.300

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Hoofdwegennet

 

3.898.451

3.940.969

4.475.822

4.198.790

4.275.981

3.946.443

3.806.090

3.570.796

3.520.239

3.010.710

2.538.780

3.101.769

2.881.096

2.958.179

2.372.901

                 
                 
                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten

 

52.885

119.401

121.801

123.154

111.247

225.948

175.821

196.278

171.963

72.248

49.754

49.754

9.756

82.730

82.733

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

43.743

4.685

‒ 3.266

‒ 750

769

‒ 3.391

41

        

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten

 

96.628

124.086

118.535

122.404

112.016

222.557

175.862

196.278

171.963

72.248

49.754

49.754

9.756

82.730

82.733

Bijdragen Derden Ontvangsten

8.267

8.267

              

Herverdeling Ontvangsten N33

‒ 63.859

     

‒ 15.142

‒ 13.083

‒ 35.651

‒ 171

188

     

Loon- en Prijsbijstelling 2024

311

64

219

21

  

7

         

Mutaties Miljoenennota 2025

 

8.331

219

21

  

‒ 15.135

‒ 13.083

‒ 35.651

‒ 171

188

     

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten

 

104.959

124.305

118.556

122.404

112.016

207.422

162.779

160.627

171.792

72.436

49.754

49.754

9.756

82.730

82.733

                 

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Hoofdwegennet

 

52.885

119.401

121.801

123.154

111.247

225.948

175.821

196.278

171.963

72.248

49.754

49.754

9.756

82.730

82.733

Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Hoofdwegennet

 

96.628

124.086

118.535

122.404

112.016

222.557

175.862

196.278

171.963

72.248

49.754

49.754

9.756

82.730

82.733

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Hoofdwegennet

 

104.959

124.305

118.556

122.404

112.016

207.422

162.779

160.627

171.792

72.436

49.754

49.754

9.756

82.730

82.733

Toelichting

A2 Vonderen-Kerensheide werkzaamheden

In het contract A2 Vonderen-Kerensheide zijn de geplande beheer en onderhoud en Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) werkzaamheden geïntegreerd opgedragen. Deze middelen worden d.m.v. een budgetoverheveling aan het projectbudget toegevoegd.

Apparaat RWS

De capaciteit RWS is, middels de begroting 2024, structureel gedekt op een niveau van 9.341 fte en t/m 2030 op een niveau van 9.572 fte. Hiermee kan de maakbare opgave op instandhouding opgevangen worden binnen RWS. Met deze mutatie wordt de financiering van de RWS-capaciteit doorgetrokken naar 2031.

Apparaat Tijdelijke Tolheffing 2024

Dit betreft een actualisatie van het apparaatsbudget van Tijdelijke Tolheffing.

Bijdragen derden

Dit betreft voornamelijk de bijdragen van derden, waaronder de bijdrage 2024 van RWS aan de Rijksbijdrage TNO t.b.v. het onderzoekspgrogramma Vervanging en Renovatie.

Budgetoverheveling Verduurzaming gebouwen

Dit betreft een budgetoverheveling van de reservering voor verduurzaming gebouwen naar RWS in het benodigde ritme van 2025-2037.

Dekking Hoofdwegennet MF: Saldo mee- en tegenvallers

Dit betreft de verwerking van het saldo mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma Hoofdwegennet. De meevallers worden ingezet als dekking voor de opgave MF.

EZ: Geleiderail Zonnepark A37

Het ministerie van EZ hevelt € 9 miljoen over vanuit het Klimaatfonds naar de IenW-begroting als voorfinanciering van de kosten die RWS moet maken voor de aanleg van een geleiderail bij de A37 die nodig is in verband met de aanleg van een zonnepark daar.

Herstel achterstallig onderhoud areaal

Op verzoek beheerder wordt het achterstalling onderhoud toegevoegd aan de scope van A10 Knooppunt De Nieuwe Meer en Amstel. Het betreft hier de uitvoeringskosten.

Herverdeling ontvangsten N33 Midden

Dit betreft een bijstelling van de verwachte ontvangsten bij het project N33 Zuidbroek Appingedam omdat met de regio is afgesproken een deel wordt ingezet voor het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen. Daarnaast is de prijsbijstelling 2024 verwerkt.

HXII: Campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst

Dit betreft de overboeking naar HXII voor het uitvoeren van de campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst inclusief bureau en mediakosten.

HXII: A2 Vonderen-Kerensheide werkzaamheden

In het contract A2 Vonderen-Kerensheide zijn de geplande beheer en onderhoud en Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) werkzaamheden geïntegreerd opgedragen. Deze middelen worden d.m.v. een budgetoverheveling aan het projectbudget toegevoegd.

HXII: Overboeking Schoon Emissieloos Bouwen

Dit betreft een overboeking van het MF naar HXII ten behoeve van het programma Schoon en Emissieloos Bouwen.

Impactanalyse stalen vallen Schinkelbruggen

Op verzoek beheerder wordt onderzocht wat de extra onderzoekskosten zijn voor vervangen van de stalen vallen.

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

Dit betreft de kaderaanpassing op het Hoofdwegennet die over de gehele looptijd van het fonds budgetneutraal is.

Kaderruilen 2024

Er zijn kaderruilen doorgevoerd om de overprogrammering in een beheersbaar ritme te krijgen en om de programmering en budgetten te verdelen tussen de modaliteiten om ontstane negatieve kaderstanden op artikelonderdelen op te lossen. Over alle jaren is dit per saldo budgettair neutraal voor de modaliteiten.

Kasschuiven Hoofdwegennet

Om binnen een modaliteit tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren noodzakelijk.

Klimaatneutrale en circulaire organisatie (KCO)

Dit betreft een overboeking voor klimaatneutrale en circulaire organisatie, waarbij er uitwerking kan worden gegeven aan de ambitie om de bedrijfsvoering rijksbreed te verduurzamen conform het Programma ‘Denk Doe Duurzaam’.

Loon- en Prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord

Op verzoek beheerder wordt het meerjarig onderhoud toegevoegd aan de scope van Zuidasdok. Het betreft hier de uitvoeringskosten.

Monitor Smart Mobility 2026 ‒ 2028

Betreft opdrachtverstrekking van DGMo aan RWS voor het inzichtelijk maken van effecten en het opstellen van de Monitor Smart Mobility.

Opgave Hoofdwegennet MF: A2 Vonderen-Kerensheide

Dit betreft een overboeking uit artikel 11 voor de dekkingsopgave van de A2 Vonderen-Kerensheide.

Opgave Hoofdwegennet MF: Afronden CHARM

Dit betreft een overboeking uit artikel 11 om het programma CHARM af te ronden. Er zijn meerkosten gemaakt vanwege de langer dan geplande looptijd van het programma en vanwege de implementatie van adviezen CIO IenW en AcICT.

Opgave Hoofdwegennet MF: Informatieplicht energiebesparing

Dit betreft een overboeking naar RWS omdat de reikwijdte van de wettelijke verplichting tot energiebesparing voor milieubelastende activiteiten is toegenomen.

Opgave Hoofdwegennet MF: Inzet Hinderaanpak

Dit betreft een overboeking vanuit artikel 11 voor de inzet van hinderaanpak bij RWS. De inzet van RWS voor de hinderaanpak bij projecten is onderdeel van het BKN RWS, maar ten onrechte niet opgenomen in de beprijzing van het BKN.

Opgave Hoofdwegennet MF: Jan Blankenburg fietspad

Dit betreft een overboeking vanuit artikel 11 voor aanpassing van het fietspad Jan Blankenbrug van € 0,25 miljoen.

Opgave Hoofdwegennet MF: Sluiskiltunnel

In 2025 wordt de Sluiskiltunnel overgedragen van de Provincie Zeeland aan het Rijk. RWS heeft nog geen budget gekregen voor de areaaluitbreiding met de Sluiskiltunnel die in 2025 in beheer bij RWS komt. Met deze mutatie ontvangt RWS budget voor beheer en onderhoud voor de jaren 2025 t/m 2030.

Overboeking A2 Vonderen-Kerensheide

Dit betreft een overboeking van de reservering A2 Vonderen-Kerensheide dat wordt teruggeboekt naar een reservering op artikel 11.

Overboeking geluid emissiekentallen en stille banden aftrek

Dit betreft een overboeking vanuit de bij OB2024 gereserveerde middelen op artikel 11 bedoeld voor de onderdelen emmissiekentallen, stille banden aftrek en geluidmarge. De aanpassing (ophoging) van emissiekentallen en het vervallen van de stille banden aftrek is inmiddels in regelgeving vastgelegd. RWS heeft daardoor te maken met hogere uitvoeringskosten voor de naleving van geluidproductieplafonds door hogere emissiekentallen.

Overboeking Knooppunt-Raalte

Dit betreft een overboeking vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om het tekort bij het project Knooppunt Raalte te dekken.

Overboeking N33 Midden

Dit betreft de overboeking vanuit de reservering N33 Midden (Zuidbroek Appingedam) naar artikel 12. Dit is conform de BO MIRT afspraken 2023. De middelen zijn benodigd om verdere afspraken te maken met de regio over de doorstart van het project naar aanleiding van het compensatiepakket Groningen.

Overboeking N33 Noord - Studiekosten

Voor de N33 Noord (Appingedam-Eemshaven) is € 5 miljoen van de reservering van € 250 miljoen uit «Nij Begun» overgeboekt vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel om de studiekosten van het MIRT-onderzoek te bekostigen.

Prijsstijgingen Hoofdwegennet

Dit betreft een overboeking van artikel 11 naar de projectbudgetten op artikel 12 wat betreft excessieve prijsstijgingen. Het gaat onder andere om VenR projecten, Zuidelijke Ringweg Groningen, A16 Rotterdam, Blankenburgverbinding, A9 Badhoevendorp en A27 Houten Hooipolder.

Programma Vrachtwagenheffing 2024

Dit betreft een actualisatie van het budget van Vrachtwagenheffing.

Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord (HLA)

In het HLA is een Rijksbrede taakstelling van gemiddeld 20 procent op de apparaatsbudgetten voorgesteld. Voor RWS geldt er ook een taakstelling. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op het apparaatsbudget van RWS artikelonderdeel 12.06.

Saldo mee- en tegenvallers Hoofdwegennet

Dit betreft de verwerking van het saldo mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma Hoofdwegennet.

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

In het HLA is een budgetkorting van 10 procent op de Specifieke uitkeringen (SPUKs) opgenomen die overgeheveld wordt naar het Gemeente- en Provinciefonds. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op artikelonderdeel 12.03 Ontwikkeling.

Tolvrij Westerscheldetunnel

Dit betreft een overboeking vanuit artikel 11.03 naar het beleidsartikel voor de mogelijke verlening van een Specifieke uitkering (SPUK) voor de gederfde tolinkomsten als gevolg van het vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel aan de Provincie Zeeland.

Toevoeging Coalitieakkoord-middelen instandhouding

In de begroting van 2025 is besloten om vanuit de Coalitieakkoord reservering instandhouding, de financiering van het BKN RWS beleidsarm met twee jaar door te trekken tot en met 2032.

Artikel 13 Spoorwegen
Tabel 66 Verdiepingsbijlage artikel 13 Spoorwegen

13 Spoorwegen

Totaal mutatie

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 13.02 Exploitatie onderhoud en vernieuwing

 

2.143.402

2.121.260

1.656.620

1.725.133

1.519.931

1.546.068

1.700.260

1.720.871

1.765.364

1.859.517

1.964.531

1.936.371

2.090.250

2.086.800

1.982.208

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

207.787

‒ 20.000

315.374

315.366

315.371

402.560

255.064

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

  

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 13.02 Exploitatie onderhoud en vernieuwing

 

2.351.189

2.101.260

1.971.994

2.040.499

1.835.302

1.948.628

1.955.324

1.700.871

1.745.364

1.839.517

1.944.531

1.916.371

2.070.250

2.086.800

1.982.208

Correctie Omvorming ProRail

533.000

40.000

20.000

20.000

20.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

43.000

47.000

30.000

33.000

FIN: CA-middelen BKN Spoor

678.467

       

253.478

211.316

126.475

30.203

56.995

   

HXII: Overheveling EOV naar HXII subsidies Spoorgoederenvervoer

‒ 7.000

‒ 7.000

              

Kasschuiven 2024 Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing

0

  

315.500

286.000

8.500

310.000

362.573

131.791

45.000

40.000

51.666

‒ 233.969

‒ 360.552

‒ 373.726

‒ 582.783

Loon- en prijsbijstelling 2024

855.820

70.982

63.437

51.161

53.803

47.608

48.397

53.998

53.976

55.018

55.535

58.705

57.855

62.501

63.001

59.843

Opgave Spoorwegen MF: Calandbrug

87.900

   

29.300

29.300

29.300

         

Opgave Spoorwegen MF: Instandhoudingskosten brandblus havenspoor Rotterdam

26.900

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

2.200

 

Opgave Spoorwegen MF: Lagere opbrengsten gebruiksvergoeding ProRail 2023 en 2024

133.000

103.000

30.000

             

Opgave Spoorwegen MF: OVS - Kwartstofproblematiek 2024-2025

19.300

9.650

9.650

             

Overboeking Extrapolatie 2037 naar EOV ten behoeve van BKN Spoor

223.407

             

223.407

 

Overboeking Extrapolatie 2038 naar EOV ten behoeve van BKN Spoor

485.000

              

485.000

Overboeking Generieke Investeringsruimte naar EOV

580.350

  

77.000

77.000

77.000

77.000

108.350

87.000

77.000

      

Overboeking ZBO ProRail

60.000

 

20.000

20.000

20.000

           

Prijsstijgingen Instandhouding Spoor

96.000

96.000

              

Toevoeging CA-middelen ProRail Instandhouding (BKN Spoor)

400.000

           

102.218

100.000

100.000

97.782

Mutaties Miljoenennota 2025

 

314.532

144.987

485.561

488.003

204.308

506.597

566.821

568.145

430.234

263.910

182.474

27.999

‒ 149.151

44.882

92.842

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 13.02 Exploitatie onderhoud en vernieuwing

 

2.665.721

2.246.247

2.457.555

2.528.502

2.039.610

2.455.225

2.522.145

2.269.016

2.175.598

2.103.427

2.127.005

1.944.370

1.921.099

2.131.682

2.075.050

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 13.03 Ontwikkeling

 

550.619

508.621

602.829

494.082

374.911

537.931

147.903

268.944

84.895

89.163

62.123

155.781

264.456

4.000

4.000

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 3.959

‒ 71.642

136.650

82.665

177.835

50.194

183.781

‒ 148.845

94.369

143.269

139.141

‒ 3.799

‒ 50.721

82.195

0

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 13.03 Ontwikkeling

 

546.660

436.979

739.479

576.747

552.746

588.125

331.684

120.099

179.264

232.432

201.264

151.982

213.735

86.195

4.000

BCF: SPUK Leiden

‒ 58

 

‒ 58

             

Bijdrage Provincie Friesland

82

82

              

HXII: Bijdrage Algemeen Strategisch Advies aan directie OV

63

63

              

HXII: Overboeking marktordening

‒ 500

‒ 500

              

HXII: Overboeking toegankelijkheid OV

‒ 300

‒ 300

              

HXII: Schoon Emissieloos Bouwen

7.744

   

2.000

2.000

2.000

1.744

        

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

0

 

‒ 108.000

‒ 50.000

   

88.000

   

18.000

 

52.000

  

Kaderruilen 2024

0

‒ 269.359

38.377

‒ 138.472

‒ 97.209

‒ 224.919

‒ 231.438

200.000

100.000

153.337

151.790

96.042

143.520

29.431

‒ 19.100

75.000

Kasschuiven 2024 Ontwikkeling

0

118.546

‒ 118.303

‒ 98.023

‒ 75.650

‒ 3.210

‒ 64.650

‒ 182.250

‒ 2.250

‒ 2.250

‒ 68.428

50.000

 

130.000

286.068

30.400

Kasschuiven 2024 PHS

‒ 17.044

 

‒ 1.000

‒ 16.044

            

Loon- en prijsbijstelling 2024

145.490

1.768

2.274

9.121

7.864

16.325

11.395

14.493

8.482

16.725

13.380

21.541

13.123

 

8.224

775

Opgave Spoorwegen MF: Seinenproblematiek

53.644

8.000

23.000

19.644

3.000

           

Overboeking DU OV toegankelijkheid

‒ 19.439

‒ 19.439

              

Overboeking naar Modal Shift

500

500

              

Overboeking Oudelijn ten behoeve van subsidieaanvraag

1.702

 

1.702

             

Overboeking Woningbouw en Mobiliteit ProRail

1.500

300

300

300

300

300

          

Prijsstijgingen Grensoverschrijdend Spoor

2.000

2.000

              

Prijsstijgingen Wolfheze en Gilze Rijen

7.000

5.000

2.000

             

Stallingen Oostelijke Sporen

‒ 44.120

‒ 6.300

‒ 7.500

‒ 6.500

‒ 6.000

‒ 6.000

‒ 6.000

‒ 5.820

        

Mutaties Miljoenennota 2025

 

‒ 159.639

‒ 167.208

‒ 279.974

‒ 165.695

‒ 215.504

‒ 288.693

116.167

106.232

167.812

96.742

185.583

156.643

211.431

275.192

106.175

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 13.03 Ontwikkeling

 

387.021

269.771

459.505

411.052

337.242

299.432

447.851

226.331

347.076

329.174

386.847

308.625

425.166

361.387

110.175

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

217.148

204.182

197.709

197.001

175.994

110.095

107.100

43.910

       

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

17.038

11.866

‒ 5.546

‒ 14.725

‒ 8.434

          

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

234.186

216.048

192.163

182.276

167.560

110.095

107.100

43.910

       

Mutaties Miljoenennota 2025

                

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

234.186

216.048

192.163

182.276

167.560

110.095

107.100

43.910

       
                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 13.07 Rente en aflossing

  

8.845.000

             

Mutaties Voorjaarsnota 2024

  

‒ 8.825.000

20.000

20.000

           

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 13.07 Rente en aflossing

  

20.000

20.000

20.000

           

Overboeking ZBO ProRail

‒ 60.000

 

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

           

Mutaties Miljoenennota 2025

  

‒ 20.000

‒ 20.000

‒ 20.000

           

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 13.07 Rente en aflossing

  

0

0

0

           
                 
                 

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Spoorwegen

 

2.911.169

11.679.063

2.457.158

2.416.216

2.070.836

2.194.094

1.955.263

2.033.725

1.850.259

1.948.680

2.026.654

2.092.152

2.354.706

2.090.800

1.986.208

Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Spoorwegen

 

3.132.035

2.774.287

2.923.636

2.819.522

2.555.608

2.646.848

2.394.108

1.864.880

1.924.628

2.071.949

2.145.795

2.068.353

2.283.985

2.172.995

1.986.208

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Spoorwegen

 

3.286.928

2.732.066

3.109.223

3.121.830

2.544.412

2.864.752

3.077.096

2.539.257

2.522.674

2.432.601

2.513.852

2.252.995

2.346.265

2.493.069

2.185.225

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten

 

228.802

358.115

202.784

202.784

202.784

202.784

208.784

208.784

208.784

208.784

217.784

219.084

202.784

202.784

202.784

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

9.320

‒ 55.000

‒ 54.500

‒ 52.500

‒ 49.500

‒ 47.500

‒ 45.500

‒ 42.500

‒ 40.500

‒ 38.500

24.000

40.000

40.000

40.000

 

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten

 

238.122

303.115

148.284

150.284

153.284

155.284

163.284

166.284

168.284

170.284

241.784

259.084

242.784

242.784

202.784

Afboeken concessie Hoofdrailnet na 2033

‒ 376.500

          

‒ 75.300

‒ 75.300

‒ 75.300

‒ 75.300

‒ 75.300

Bijdrage Provincie Friesland

82

82

              

Indexering Ontvangsten Hogesnelheidslijn heffing

40.000

              

40.000

Mutaties Miljoenennota 2025

 

82

         

‒ 75.300

‒ 75.300

‒ 75.300

‒ 75.300

‒ 35.300

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten

 

238.204

303.115

148.284

150.284

153.284

155.284

163.284

166.284

168.284

170.284

166.484

183.784

167.484

167.484

167.484

                 

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Spoorwegen

 

228.802

358.115

202.784

202.784

202.784

202.784

208.784

208.784

208.784

208.784

217.784

219.084

202.784

202.784

202.784

Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Spoorwegen

 

238.122

303.115

148.284

150.284

153.284

155.284

163.284

166.284

168.284

170.284

241.784

259.084

242.784

242.784

202.784

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Spoorwegen

 

238.204

303.115

148.284

150.284

153.284

155.284

163.284

166.284

168.284

170.284

166.484

183.784

167.484

167.484

167.484

Toelichting

Afboeken concessie Hoofdrailnet na 2033

De concessie-ontvangsten worden vanaf 2034 afgeboekt. De kans dat er op dat moment nog een concessievergoeding per jaar wordt ontvangen is nihil.

BCF: SPUK Leiden

Dit betreft een overboeking omdat er een storting moet worden gedaan in het btw compensatiefonds (BCF) voor de specifieke uitkering (SPUK) Leiden (Oude Lijn) in 2025.

Bijdrage Provincie Friesland

Dit betreft de bijdrage van Provincie Friesland aan de HRMK-spoorbrug voor 2024 van € 0,08 miljoen.

Correctie Omvorming ProRail

Bij Voorjaarsnota 2024 zijn de middelen in het kader van de omvorming ProRail zowel aan de inkomsten- als de uitgavenkant technisch uit de Rijksbegroting gehaald, omdat de omvorming per 1 januari 2025 niet langer haalbaar is. Bij de technische verwerking hiervan is in de Voorjaarsnota 2024 abusievelijk een bedrag onttrokken aan het EOV-budget in plaats van aan het EOV-budget toegevoegd. Middels onderhevige mutatie wordt dit gecorrigeerd.

FIN: Aanvullende Post EOV-Spoor

Op de Aanvullende Post zijn vanuit het Coalitieakkoord Rutte-IV middelen gereserveerd voor de instandhouding op het spoor. Deze middelen worden bij de Ontwerpbegroting 2025 overgeboekt (€ 678 miljoen) ten behoeve van de instandhoudingsopgave BKN Spoor.

HXII: Bijdrage Algemeen Strategisch Advies aan directie OV

Voor de opdracht aan Populytics voor de participatieve waarde evaluatie is een bijdrage vanuit de directie Algemeen Strategisch Advies naar de directie OV en Spoor afgesproken. Middels deze mutatie wordt deze bijdrage overgeboekt.

HXII: Overboeking marktordening

De uitgaven voor marktordeningsonderzoeken ter hoogte van € 0,5 miljoen worden gedekt uit post de studie- en innovatie op het Mobiliteitsfonds.

HXII: Overboeking toegankelijkheid OV

Ten behoeve van toegankelijkheid OV wordt € 0,3 miljoen overgeboekt uit programma verbeteren toegankelijkheid OV naar HXII.

HXII: Overheveling EOV naar HXII subsidies Spoorgoederenvervoer

De middelen voor de Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025 worden overgeboekt naar HXII. Het gaat om € 7 miljoen, waarvoor middelen gereserveerd staan op het budget van artikel 13 op het MF.

HXII: Schoon Emissieloos Bouwen

Dit betreft een overboeking van de Schoon en Emissieloos Bouwen middelen voor OVS - Prorail.

Indexering Ontvangsten Hogesnelheidslijn heffing

De ontvangsten van de HSL-heffing worden gecorrigeerd voor inflatie. Het Besluit HSL-heffing schrijft voor dat de ontvangsten van de HSL-heffing elk opvolgend jaar gecorrigeerd worden voor inflatie. Echter, deze ontvangsten staan nu nog als constante prijzen in de begroting. Als gevolg van deze correctie nemen de ontvangsten toe met cumulatief € 478 miljoen.

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

Dit betreft de kaderaanpassing op het Spoorwegennet die over de gehele looptijd van het fonds budgetneutraal is.

Kaderruilen 2024

Er zijn kaderruilen doorgevoerd om de overprogrammering in een beheersbaar ritme te krijgen en om de programmering en budgetten te verdelen tussen de modaliteiten om ontstane negatieve kaderstanden op artikelonderdelen op te lossen. Over alle jaren is dit per saldo budgettair neutraal voor de modaliteiten.

Kasschuiven Spoorwegen

Om binnen een modaliteit tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren noodzakelijk.

Loon- en prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

Opgave Spoorwegen MF: Calandbrug

In verband met het Theemswegtracé wordt het huidige spoor van de Calandbrug verwijderd. Deze werkzaamheden worden gecombineerd met de renovatie van de brug en de reparatie of vervanging van het wegdek. De meerkosten (€ 87,9 miljoen) op het actuele projectbudget zijn nodig voor renovatie in combinatie met schadeherstel van het rijdek.

Opgave Spoorwegen MF: Instandhoudingskosten brandblus havenspoor Rotterdam

Tussen ProRail en IenW bestaat de afspraak dat in de aanlegbeschikking brandblusvoorziening havenspoor Rotterdam voldoende budget voor instandhouding wordt meegevraagd. Per abuis is voor de periode 2024 tot einde looptijd MF jaarlijks € 1,9 miljoen te weinig budget aangevraagd voor instandhouding van de brandvoorzieningen.

Opgave Spoorwegen MF: Lagere opbrengsten gebruiksvergoeding ProRail 2023 en 2024

ProRail ontvangt in 2023 en 2024 minder inkomsten uit de gebruiksvergoeding die vervoerders aan ProRail betalen. Dit komt vooral doordat NS minder treinkilometers rijdt dan waar een aantal jaar geleden van werd uitgegaan toen de tarieven werden vastgesteld. Dit levert voor ProRail in 2023 en 2024 een inkomstenderving op. Met deze aanvulling wordt deze inkomstenderving gedekt.

Opgave Spoorwegen MF: OVS - Kwartstofproblematiek 2024-2025

De arbeidsinspectie heeft ProRail de eis opgelegd om zoveel mogelijk kwartsloze ballast-stenen toe te passen. Deze stenen zijn duurder in aanschaf en verwerking. Daardoor vallen de kosten per jaar hoger uit bij volledig kwartsloos werken. Vanaf 2026 wordt het toepassen van kwartsloze ballast onderdeel van BKN ProRail. Deze uitgaven worden gedekt vanuit de vrije investeringsruimte.

Opgave Spoorwegen MF: Seinenproblematiek

Voor twee projecten (emplacement Den haag Centraal en PHS Tilburg) in realisatie is in het spoorontwerp rekening gehouden met seinen Nieuwe Generatie. ProRail heeft echter deze seinen niet veilig verklaard. Daardoor moeten voor deze projecten de ontwerpen worden herzien en moet er een beroep wordengedaan op de leverancier van de oude seinen. Om de uitvoering van de projecten in realisatie niet stil te laten vallen, is aanvullend budget nodig. Daarom wordt € 85 miljoen uit de vrije investeringsruimte verdeeld en overgeheveld naar PHS Den Haag Centraal en Kleine projecten.

Overboeking Extrapolatie 2037 naar EOV ten behoeve van BKN-spoor

Dit betreft een overboeking (€ 223,4 miljoen) van de resterende extrapolatieruimte 2037 op artikel 11.04 naar het programma EOV op artikel 13.02, ten behoeve van de instandhoudingsopgave BKN-spoor.

Overboeking Extrapolatie 2038 naar EOV ten behoeve van BKN-spoor

Dit betreft een overboeking (€ 485 miljoen) van de resterende extrapolatieruimte 2038 op artikel 11.04 naar het programma EOV op artikel 13.02, ten behoeve van de instandhoudingsopgave BKN-spoor.

Overboeking naar Modal Shift

Het oorspronkelijke budget van € 7,5 miljoen Modal Shift van Weg naar Spoor is gedekt vanuit het maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer. Er zijn meer subsidieaanvragen dan eerder verwacht. Om die reden wordt de verhoging van het budgetplafond 2024 ook uit dit budget gedekt.

Overboeking Oudelijn ten behoeve van subsidieaanvraag

Dit betreft een overboeking van het verkenningenbudget naar het PUV-budget van programma Oude Lijn ten behoeve van het beschikken van een aanvullende subsidieaanvraag inzake de analytische fase Oude Lijn. Op 8 december 2022 heeft ProRail op basis van het Plan van Aanpak een subsidieaanvraag gedaan voor de Analytische fase van € 7,614 miljoen. Deze aanvraag is door IenW beschikt op 8 februari 2023. De aanvraag blijkt niet toereikend te zijn en om die reden is er een aanvullende subsdieaanvraag door ProRail ingediend.

Overboeking generieke investeringsruimte naar EOV

Vanuit de generieke investeringsruimte worden middelen overgeheveld naar artikelonderdeel 13.02 EOV, ter dekking van de instandhoudingsopgave BKN Spoor.

Overboeking Woningbouw en Mobiliteit ProRail

Dit betreft een overboeking van artikel 11 MF naar artikel 13 MF ten behoeve van het programma Woningbouw en Mobiliteit voor Prorail.

Overboeking ZBO ProRail

Bij Voorjaarsnota 2024 zijn de middelen in het kader van de omvorming ProRail zowel aan de inkomsten- als de uitgavenkant technisch uit de Rijksbegroting gehaald, omdat de omvorming per 1 januari 2025 niet langer haalbaar is. Bij de technische verwerking hiervan is abusievelijk is een bedrag van 20 miljoen in de jaren 2025, 2026 en 2027 op de verkeerde budgetplaats terechtgekomen. Middels onderhevige mutatie wordt dit gecorrigeerd.

PF: Toegankelijkheid OV

Dit betreft een overboeking van € 19,4 miljoen (inclusief compensabele btw-component) naar het Provinciefonds voor Decentrale Uitkering middelen ter uitvoering van het bestuursakkoord Toengankelijkheid OV 2022-2032 aan de twaalf provincies.

Prijsstijgingen Grensoverschrijdend Spoor

Dit betreft de overboeking uit de reservering excessieve prijsstijgingen naar Grensoverschrijdend Spoor in verband met excessieve prijsstijgingen.

Prijsstijgingen Instandhouding Spoor 2024

Dit betreft de overboeking uit de reservering excessieve prijsstijgingen naar EOV in verband met excessieve prijsstijgingen op basis van de Q3 prognose ProRail en de excessieve stijging transportkosten energie. De extra transportkosten voor energie worden door de netbeheerders aan ProRail in rekening gebracht als gevolg van hogere energieprijzen.

Prijsstijgingen Risicoreservering EOV

Dit betreft de overboeking uit de reservering excessieve prijsstijgingen naar EOV in verband met excessieve prijsstijgingen voor de Risicoreservering EOV.

Prijsstijgingen Wolfheze en Gilze Rijen

Dit betreft de overboeking uit de reservering excessieve prijsstijgingen naar Wolfheze en Gilze Rijen in verband met excessieve prijsstijgingen.

Stallingen Oostelijke Sporen

IenW heeft in overleg met ProRail (DO PHS) besloten om een deel van de scope Amsterdam CS, de stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS) binnen het programma ‘Fietsparkeren bij Stations’ over te hevelen naar het PHS project ‘Amsterdam Centraal waardoor de werkzaamheden efficienter kunnen worden uitgevoerd.

Toevoeging CA-middelen ProRail Instandhouding (BKN Spoor)

Vanuit de CA-reservering instandhouding op 11.03 wordt € 400 miljoen in de jaren 2035 tot en met 2038 overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 ten behoeve van de instandhoudingsopgave (BKN Spoor) van ProRail.

Artikel 14 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's
Tabel 67 Verdiepingsbijlage artikel 14 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

14 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

Totaal mutatie

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 14.01 Regionale infrastructuur

 

48.227

90.282

19.159

10.408

20.455

7.700

7.700

7.700

       

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 42.721

‒ 10.270

105.988

85.401

135.262

163.275

186.980

182.000

187.503

102.000

72.000

51.494

56.523

  

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 14.01 Regionale infrastructuur

 

5.506

80.012

125.147

95.809

155.717

170.975

194.680

189.700

187.503

102.000

72.000

51.494

56.523

  

Loon- en prijsbijstelling 2024

44.884

 

958

  

3.274

39

3.109

1.831

14.827

  

589

20.257

  

Mutaties Miljoenennota 2025

  

958

  

3.274

39

3.109

1.831

14.827

  

589

20.257

  

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 14.01 Regionale infrastructuur

 

5.506

80.970

125.147

95.809

158.991

171.014

197.789

191.531

202.330

102.000

72.000

52.083

76.780

  
                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 14.03 Bereikbaarheidsprogramma's

 

1.094.461

410.054

144.181

37.107

15.903

31.805

98.595

108.137

115.557

      

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 43.967

 

‒ 8.000

‒ 8.000

           

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 14.03 Bereikbaarheidsprogramma's

 

1.050.494

410.054

136.181

29.107

15.903

31.805

98.595

108.137

115.557

      

Kasschuif Korte Termijn Woningbouw

0

‒ 94.500

94.500

             

Loon- en prijsbijstelling 2024

60.255

31.714

12.380

4.111

879

480

960

2.977

3.265

3.489

      

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

‒ 21.300

  

‒ 13.618

‒ 2.911

‒ 1.590

‒ 3.181

         

Mutaties Miljoenennota 2025

 

‒ 62.786

106.880

‒ 9.507

‒ 2.032

‒ 1.110

‒ 2.221

2.977

3.265

3.489

      

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 14.03 Bereikbaarheidsprogramma's

 

987.708

516.934

126.674

27.075

14.793

29.584

101.572

111.402

119.046

      
                 

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

 

1.142.688

500.336

163.340

47.515

36.358

39.505

106.295

115.837

115.557

      

Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

 

1.056.000

490.066

261.328

124.916

171.620

202.780

293.275

297.837

303.060

102.000

72.000

51.494

56.523

  

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

 

993.214

597.904

251.821

122.884

173.784

200.598

299.361

302.933

321.376

102.000

72.000

52.083

76.780

  
                 
                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten

                

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

42

              

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten

 

42

              

Mutaties Miljoenennota 2025

                

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten

 

42

              
                 

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

                

Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

 

42

              

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's

 

42

              

Toelichting

Kasschuif Korte Termijn Woningbouw

Dit betreft een kasschuif van € 94,5 miljoen die van 2024 naar 2025 wordt doorgeschoven. Op basis van de beschikkingen die nog opengesteld gaan worden, zal het totale bedrag niet in 2024 nodig zijn maar in 2025.

Loon- en Prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

In het Hoofdlijnenakkoord van kabinet-Schoof is opgenomen dat specifieke uitkeringen (SPUKS) worden overgeheveld naar het Gemeente- of Provinciefonds met een budgetkorting van 10%. De korting is verwerkt in deze begroting voor de SPUKS: Slim, Veilig en Duurzame Mobiliteit, Schoon Emissieloos Bouwen, Woningbouw op Korte Termijn, Mobiliteitspakketten en de Regeling Kademuren.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet
Tabel 68 Verdiepingsbijlage artikel 15 Hoofdvaarwegennet

15 Hoofdvaarwegennet

Totaal mutatie

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.01 Exploitatie

 

9.947

10.219

24.482

26.732

23.131

21.512

21.414

10.209

10.209

10.209

10.209

10.209

10.209

10.209

10.209

Mutaties Voorjaarsnota 2024

                

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.01 Exploitatie

 

9.947

10.219

24.482

26.732

23.131

21.512

21.414

10.209

10.209

10.209

10.209

10.209

10.209

10.209

10.209

Loon- en Prijsbijstelling 2024

6.612

300

309

739

807

698

649

646

308

308

308

308

308

308

308

308

Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding

29.213

       

14.724

14.489

      

Voortzetting impulsprogramma Beter Bediend

1.900

1.900

              

Mutaties Miljoenennota 2025

 

2.200

309

739

807

698

649

646

15.032

14.797

308

308

308

308

308

308

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.01 Exploitatie

 

12.147

10.528

25.221

27.539

23.829

22.161

22.060

25.241

25.006

10.517

10.517

10.517

10.517

10.517

10.517

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.02 Onderhoud en vernieuwing

 

653.852

721.786

695.336

669.086

688.953

676.513

670.902

336.121

351.448

353.604

447.081

418.086

418.086

418.086

418.086

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

12.245

29.434

52.669

‒ 14.207

‒ 20.288

‒ 9.624

3.961

‒ 18.242

‒ 26.678

5.774

273

    

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.02 Onderhoud en vernieuwing

 

666.097

751.220

748.005

654.879

668.665

666.889

674.863

317.879

324.770

359.378

447.354

418.086

418.086

418.086

418.086

Bijdrage derden

52

52

              

Budgetoverheveling Verduurzaming gebouwen

13.541

 

1.230

4.397

4.511

1.365

1.400

78

80

80

80

80

80

80

80

 

Defensie: ETV Noord en Betonningsvaartuigen 2024

‒ 4.011

‒ 4.011

              

Dekking Hoofdvaarwegen: afronding NoMo AOV

‒ 19.191

‒ 19.191

              

Prijsstijgingen Hoofdvaarwegennet

125.595

5.052

13.727

39.416

40.000

8.000

7.000

4.000

3.200

3.200

2.000

0

0

0

0

0

EZ: Bijdrage TNO

‒ 4.687

‒ 4.687

              

EZ: Delta Rijn Corridor

200

100

100

             

EZ: MIVSP-2 deel 2

66.763

4.045

9.574

20.267

11.508

10.871

4.984

5.514

        

Kasschuif Onderhoud en Vernieuwing

0

   

50.000

 

‒ 10.000

‒ 40.000

        

Loon- en Prijsbijstelling 2024

240.086

20.109

22.679

22.582

19.771

20.187

20.134

20.375

9.598

9.806

12.283

12.074

12.622

12.622

12.622

12.622

Modaliteitoverstijgend - Informatieplicht energiebesparing

469

469

              

Opgave Vaarwegen MF: Exogene tegenvallers Hoofdvaarwegen

1.600

1.600

              

Opgave Vaarwegen MF: Vaargeul Boontjes

1.400

1.400

              

Toekomstbestendige kruising Hollands Diep

100

100

              

Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding

669.608

       

334.325

335.283

      

Mutaties Miljoenennota 2025

 

5.038

47.310

86.662

125.790

40.423

23.518

‒ 10.033

347.203

348.369

14.363

12.154

12.702

12.702

12.702

12.622

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.02 Onderhoud en vernieuwing

 

671.135

798.530

834.667

780.669

709.088

690.407

664.830

665.082

673.139

373.741

459.508

430.788

430.788

430.788

430.708

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.03 Ontwikkeling

 

208.348

257.422

611.501

108.447

69.534

144.427

52.109

155.581

182.053

141.628

141.661

238.846

279.843

111.080

50.075

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 2.631

‒ 166.744

‒ 77.120

10.611

144.471

‒ 48.789

34.517

‒ 115.073

73.081

73.973

70.512

‒ 4.156

‒ 18.169

‒ 507

‒ 2.718

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.03 Ontwikkeling

 

205.717

90.678

534.381

119.058

214.005

95.638

86.626

40.508

255.134

215.601

212.173

234.690

261.674

110.573

47.357

Areaalgroei Hoofdvaarwegennet

7.402

              

7.402

Defensie: ERTV Zuid-en Midden

‒ 10.738

‒ 10.738

              

Defensie: Verkeersbeeld op Zee

‒ 21.910

‒ 4.063

‒ 4.063

‒ 4.064

‒ 3.240

‒ 3.240

‒ 3.240

         

Dekking Hoofdvaarwegennet MF: Dynamisch Verkeersmanagement

‒ 1.135

 

‒ 1.135

             

Dekking Hoofdvaarwegennet MF: Twentekanalen Fase 2

‒ 8.000

‒ 8.000

              

Desaldering programma Goederenvervoercorridor (GVC)

70

70

              

Prijsstijgingen Hoofdvaarwegennet

33.585

7.366

3.863

22.356

            

EZ: Maritieme Maakindustrie (MMI)

‒ 10.000

‒ 2.500

‒ 7.500

             

EZ: MIVSP-II (2e module)

‒ 19.266

 

‒ 4.716

‒ 5.120

‒ 2.172

‒ 2.362

‒ 1.738

‒ 3.158

        

EZ: Subsidie Topsector Logistiek

‒ 300

‒ 300

              

HXII: Overboekingen

14.920

18.420

‒ 3.500

             

Integrale Rapportage PMR

900

 

100

100

100

100

100

100

100

100

100

     

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

0

 

‒ 34.000

  

34.000

          

Kaderruilen 2024

0

‒ 52.643

‒ 19.409

‒ 284.936

203.866

12.528

162.258

 

58.337

  

5.000

 

‒ 50.000

 

‒ 35.000

Kasschuiven 2024 Ontwikkeling

0

0

48.050

‒ 63.535

‒ 126.715

‒ 1.697

‒ 38.400

‒ 34.703

 

50.000

50.000

‒ 50.000

 

67.000

100.000

 

Loon- en Prijsbijstelling 2024

82.383

5.664

4.408

7.704

7.088

10.437

10.944

11.187

5.477

3.945

3.584

3.235

3.323

1.773

1.776

1.838

Maritiem Informatieknooppunt kustwacht

‒ 4.161

‒ 73

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

‒ 292

Onderhoud Brielsemeerleiding

378

 

126

 

126

126

          

Opdracht Buck

‒ 30

‒ 30

              

Opgave Hoofdaarwegen MF: Gerrit Krolburg

15.000

  

5.000

5.000

5.000

          

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Houtrakpolder

2.000

1.000

1.000

             

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Paddepoelsterbrug

10.000

 

5.000

5.000

            

Opgave Hoofdvaarwegennet MF: Maasroute fase 2 (Julianakanaal)

55.000

26.899

28.101

             

Overboeking PMR

40.382

 

1.500

400

400

1.200

200

200

200

 

36.282

     

Spanjaards Duin

2.270

 

250

290

250

250

290

225

225

265

225

     

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

‒ 360

  

‒ 220

‒ 120

‒ 20

          

Toekomstbestendige kruising Hollands Diep

‒ 126

‒ 126

              

Toekomst Visie Waal

1.904

1.904

              

Mutaties Miljoenennota 2025

 

‒ 17.150

17.783

‒ 317.317

84.291

56.030

130.122

‒ 26.441

64.047

54.018

89.899

‒ 42.057

3.031

18.481

101.484

‒ 26.052

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.03 Ontwikkeling

 

188.567

108.461

217.064

203.349

270.035

225.760

60.185

104.555

309.152

305.500

170.116

237.721

280.155

212.057

21.305

  

188.567

108.461

217.064

203.349

270.035

225.760

60.185

104.555

309.152

305.500

170.116

237.721

280.155

212.057

21.305

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

96.432

66.924

64.474

58.009

55.732

55.683

54.662

54.785

54.539

55.307

54.296

52.208

63.415

48.634

41.663

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 8.273

2.684

‒ 4.394

11.441

‒ 1.187

‒ 1.458

‒ 411

1.072

‒ 817

‒ 728

‒ 584

1.947

‒ 11.472

20.603

 

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

88.159

69.608

60.080

69.450

54.545

54.225

54.251

55.857

53.722

54.579

53.712

54.155

51.943

69.237

41.663

Loon- en Prijsbijstelling 2024

17.483

2.090

1.460

1.199

1.491

1.045

1.035

1.036

1.024

1.017

1.039

1.027

1.029

979

1.226

786

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Zeetoegang Ijmond

1.426

1.426

              

Mutaties Miljoenennota 2025

 

3.516

1.460

1.199

1.491

1.045

1.035

1.036

1.024

1.017

1.039

1.027

1.029

979

1.226

786

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

 

91.675

71.068

61.279

70.941

55.590

55.260

55.287

56.881

54.739

55.618

54.739

55.184

52.922

70.463

42.449

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

 

408.377

397.138

450.094

460.551

444.102

440.092

438.009

401.089

400.347

400.347

400.347

400.347

400.347

400.347

400.347

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

420

              

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

 

408.797

397.138

450.094

460.551

444.102

440.092

438.009

401.089

400.347

400.347

400.347

400.347

400.347

400.347

400.347

EZ: Delta Rijn Corridor

200

100

100

             

EZ: MIVSP-1 IK 2024

2.682

2.682

              

EZ: MIVSP-2 deel 2

15.604

1.152

2.363

1.827

1.828

3.712

1.985

2.737

        

Klimaatneutrale en circulaire organisatie (KCO)

322

81

81

73

58

29

          

Loon- en Prijsbijstelling 2024

314.508

20.943

20.289

21.949

22.311

21.817

21.729

21.630

20.515

20.475

20.475

20.475

20.475

20.475

20.475

20.475

Maritiem Informatieknooppunt

4.526

146

584

292

292

292

292

292

292

292

292

292

292

292

292

292

Nachtelijke bediening op de Maas en Brabantse kanalen

900

 

900

             

Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord

‒ 54.698

 

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

‒ 3.907

Toekomstbestendige kruising Hollands Diep

26

26

              

Toevoeging CA-middelen RWS Instandhouding

97.115

       

48.943

48.172

      

Mutaties Miljoenennota 2025

 

25.130

20.410

20.234

20.582

21.943

20.099

20.752

65.843

65.032

16.860

16.860

16.860

16.860

16.860

16.860

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

 

433.927

417.548

470.328

481.133

466.045

460.191

458.761

466.932

465.379

417.207

417.207

417.207

417.207

417.207

417.207

                 

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Hoofdvaarwegennet

 

1.376.956

1.453.489

1.845.887

1.322.825

1.281.452

1.338.227

1.237.096

957.785

998.596

961.095

1.053.594

1.119.696

1.171.900

988.356

920.380

Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Hoofdvaarwegennet

 

1.378.717

1.318.863

1.817.042

1.330.670

1.404.448

1.278.356

1.275.163

825.542

1.044.182

1.040.114

1.123.795

1.117.487

1.142.259

1.008.452

917.662

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Hoofdvaarwegennet

 

1.397.451

1.406.135

1.608.559

1.563.631

1.524.587

1.453.779

1.261.123

1.318.691

1.527.415

1.162.583

1.112.087

1.151.417

1.191.589

1.141.032

922.186

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten

 

21.757

10.756

1.781

240

240

275

155

150

150

150

150

150

150

150

150

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

15.786

2.405

1.304

461

7.598

‒ 125

608

        

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten

 

37.543

13.161

3.085

701

7.838

150

763

150

150

150

150

150

150

150

150

Bijdrage derden Ontvangsten

122

122

              

Toekomst Visie Waal

1.904

1.904

              

Mutaties Miljoenennota 2025

 

2.026

              

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten

 

39.569

13.161

3.085

701

7.838

150

763

150

150

150

150

150

150

150

150

                 

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Hoofdvaarwegennet

 

21.757

10.756

1.781

240

240

275

155

150

150

150

150

150

150

150

150

Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Hoofdvaarwegennet

 

37.543

13.161

3.085

701

7.838

150

763

150

150

150

150

150

150

150

150

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Hoofdvaarwegennet

 

39.569

13.161

3.085

701

7.838

150

763

150

150

150

150

150

150

150

150

Toelichting

Budgetoverheveling verduurzaming gebouwen

Dit betreft een budgetoverheveling van de reservering voor verduurzaming gebouwen naar RWS in het benodigde ritme van 2025-2037

Defensie: ETV Noord en betonningsvaartuigen

De Kustwacht Nederland regelt namens haar opdrachtgever IenW/RWS noodsleephulp en betonning op de Noordzee. De betreffende schepen (waaronder ETV Noord) huurt de Kustwacht bij de Rijksrederij. Deze bijdrage is voor het verschil tussen de structurele bijdrage van IenW en het tarief in 2024 voor deze schepen

Defensie: ETV Zuid en Midden

Vanaf 2021 is de noodsleephulp op de Noordzee door de Kustwacht Nederland namens haar opdrachtgever IenW/RWS uitgebreid om de veiligheid ten behoeve van Windenergie op Zee te waarborgen. De betreffende schepen (ETV Zuid en ETV Midden) huurt de Kustwacht bij de Rijksrederij. Dit bedrag betreft de bijdrage van IenW aan deze kosten.

Defensie: VOZ

Voor het project Verkeersbeeld op Zee (VOZ) deel 1 boekt IenW over de periode 2024 t\/m 2029 totaal € 21,9 miljoen over naar Defensie.

Dekking Hoofdvaarwegen MF: Afronding NoMo AOV

RWS heeft het programma NoMo AOV (Nota Mobiliteit Achterstallig onderhoud Vaarwegen) afgerond. Het nog beschikbare budget (€ 19,2 miljoen) is weer teruggestort aan de opdrachtgever DGLM en beschikbaar gesteld aan de generieke investeringsruimte.

Dekking Hoofdvaarwegen MF: Dynamisch Verkeersmanagement

In 2015 is decharge verleend voor dit project en de laatste werkzaamheden zijn zijn in 2022 uitgevoerd. Met deze mutatie wordt het restbudget (€ 1,1 miljoen) teruggeboekt naar de generieke investeringsruimte.

Dekking Hoofdvaarwegen MF: Twentekanalen fase 2

Een eeder gemelde tegenvaller blijkt toch lager uit te vallen dan op voorhand gedacht vanwege een lagere CROW index en een aantal contractwijzigingen. Het vrijgekomen budget (€ 8,0 miljoen) wordt teruggeboekt naar de generieke investeringsruimte.

EZ: Maritieme Maakindustrie (MMI)

IenW boekt over de periode 2024 ‒ 2025 in totaal Euro € 10 miljoen over naar de EZ-begroting ten behoeve van het maritiem innovatieprogramma zoals afgesproken in de sectoragenda voor de Maritieme Maakindustrie waarover EZ de regie zal voeren.

EZ: MIVSP-II deel 2 (Onderhoud en Vernieuwing)

MIVSP-2 deelopdracht 2 betreft het leveren van (sensor) diensten binnen het programma Wind op Zee. Van de totale bijdrage komt € 42 miljoen (ca. 35%) tenlaste van IenW (nautische sensoren - waarborgen scheepvaartveiligheid), € 52,9 miljoen (ca. 44%) wordt door EZ gedekt (sensoren ten behoeve van het functioneren van het windpark en ecologie) en de bijdrage van LVVN bedraagt € 25 miljoen (ca. 21%) ten behoeve van het Programmaplan Realisatie Digitale Ecologische Monitoring Noordzee. Met deze laatste scope uitbreiding wordt ook LVVN mede opdrachtgever van het MIVSP-programma. Alle bedragen zijn door EZ opgehaald en worden via deze overboeking naar RWS overgeboekt.

EZ: MIVSP-II 2e module (Ontwikkeling)

IenW boekt over de periode 2025 tot en met m 2030 totaal € 19,3 miljoen over naar EZ. Dit budget is voor werkzaamheden van RWS in het kader van de tweede module van de opdracht Maritiem Informatievoorzieningen Service Punt (MIVSP) II, specifiek gaat het over de nautische sensoren in de windparken in IJmuiden Ver voor de jaren 2025 tot en met 2030 zijn de het IenW-aandeel in deze opdracht. Ook wordt de eerste module (Hollandse Kust (west) verlengd met een jaar tot en met 2030. EZ zal deze middelen vervolgens samen met de eigen bijdrage overboeken aan RWS als onderdeel van de opdrachtverlening voor MIVSP-II voor wat betreft de betreffende werkzaamheden.

EZ: MIVSP-II deel 2 (Netwerkgebonden kosten)

MIVSP-2 deelopdracht 2 betreft het leveren van (sensor) diensten binnen het programma Wind op Zee. Van de totale bijdrage draagt IenW, € 42 miljoen bij.

HXII: Overboekingen

Dit betreft overboekingen tussen HXII en het MF voor: Walstroom Rijksligplaatsen (€ 18,9 miljoen), Digitale Transport Strategie (- € 0,5 miljoen) en Topsector Logistiek (- € 3,5 miljoen).

Kaderruilen 2024

Er zijn kaderruilen doorgevoerd om de overprogrammering in een beheersbaar ritme te krijgen en om de programmering en budgetten te verdelen tussen de modaliteiten om ontstane negatieve kaderstanden op artikelonderdelen op te lossen. Over alle jaren is dit per saldo budgettair neutraal voor de modaliteiten.

Kasschuiven Hoofdvaarwegennet

Er zijn op dit artikel budgetneutrale kasschuiven ingediend om de programmering sluitend te krijgen.

Loon- en Prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling tranche 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Gerrit Krolbrug

Betreft meerkosten voor het verplaatsen van ligplaatsen en aanvullende (veiligheids) maatregelen tijdens de bouw van een tijdelijke brug. Dekking is gevonden binnen het MF.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Houtrakpolder

Betreft een MIRT onderzoek naar de ontwikkeling van de Houtrakpolder (havendok en piekwaterberging) wegens politiek/bestuurlijke toezegging. Dekking is gevonden binnen het MF.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Paddepoelsterbrug

In het BO MIRT van 2020 is afgesproken dat de gemeente Groningen de nieuwe Paddepoelsterbrug zal gaan bouwen en dat het Rijk hiervoor taakstellend € 8,6 miljoen ter beschikking zal stellen. De afgelopen jaren heeft de gemeente nader onderzoek uitgevoerd naar de brug en de conclusie getrokken dat de brug niet voor dit bedrag gebouwd kan worden. Hierom wordt 10 miljoen extra budget aangevraagd. Dekking is gevonden binnen het MF.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Maasroute fase 2 (Julianakanaal)

Naar aanleiding van het besluit van de minister om de gevaarlijke situatie op het Julianakanaal op korte termijn op te lossen zijn er op korte termijn extra financiële middelen nodig (€ 55 miljoen).

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Tegenvallers HVWN

Door gewijzigde wet- en regelgeving worden er nieuwe en aanvullende eisen gesteld aan onderzoek en vergunningsverlening voor baggerwerk. Dekking is gevonden binnen het MF.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Vaargeul Boontjes

Het afgelopen jaar zijn er onderzoeken uitgevoerd in aanloop naar het besluit over de onderhoudsdiepte van de vaargeul de Boontjes. De onderzoekscommissie adviseert de vaargeul deBoontjes gedurende de resterende planperiode t/m 2027 op een diepte van 3.80m– NAP te onderhouden en er dient aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd. Deze diepte zit niet in BKN. Dekking is gevonden binnen het MF.

Opgave Hoofdvaarwegen MF: Zeetoegang Ijmond

Wegens lagere ontvansten vanuit het havenbedrijf en de gemeente Amsterdam wordt met deze mutatie budget toegevoegd aan het project Zeetoegang Ijmond. RWS heeft geen invloed gehad op het onderhandelingsresultaat tussen DGLM en het havenbedrijf en de gemeente Amsterdam. Dekking is gevonden binnen het MF.

Overboeking PMR naar HVWN deel reservering PMR

Project Mainport Rotterdam (PMR) wordt per 2025 volledig overgeboekt van artikel 17 naarartikel 15. Dit betreft het deel dat wordt overgeboekt naarde nieuwe budgetplaats reservering PMR.

Prijsstijgingen Hoofdvaarwegennet

Dit betreft een overboeking van artikel 11 naar de projectbudgetten op artikel 15 wat betreft excessieve prijsstijgingen. Het gaat onder andere om VenR projecten, Beheer & Onderhoud projecten, Tilburg 3, Nieuwe Sluis Terneuzen (NST) sluis II Wilhelminakanaal en MOC kustwacht.

Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord (HLA)

In het HLA is een Rijksbrede taakstelling van gemiddeld 20 procent op de apparaatsbudgetten voorgesteld. Voor RWS geldt er ook een taakstelling. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op het apparaatsbudget van RWS artikelonderdeel 15.06.

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

In het HLA is een budgetkorting van 10 procent op de Specifieke uitkeringen (SPUKs) opgenomen die overgeheveld wordt naar het Gemeente- en Provinciefonds. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op artikelonderdeel 15.03 Ontwikkeling.

Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer
Tabel 69 Verdiepingsbijlage artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Totaal mutatie

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

 

1.122

1.095

1.159

1.523

2.095

969

969

969

969

58.607

     

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 597

881

‒ 369

‒ 647

‒ 419

‒ 379

‒ 444

‒ 444

‒ 604

‒ 23.304

     

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

 

525

1.976

790

876

1.676

590

525

525

365

35.303

     

Integrale Rapportage PMR

‒ 900

 

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

     

Loon- en Prijsbijstelling 2024

1.304

         

1.304

     

Onderhoud Brielsemeerleiding

‒ 378

 

‒ 126

 

‒ 126

‒ 126

          

Overboeking PMR

‒ 40.382

 

‒ 1.500

‒ 400

‒ 400

‒ 1.200

‒ 200

‒ 200

‒ 200

 

‒ 36.282

     

Spanjaards Duin

‒ 2.270

 

‒ 250

‒ 290

‒ 250

‒ 250

‒ 290

‒ 225

‒ 225

‒ 265

‒ 225

     

Mutaties Miljoenennota 2025

  

‒ 1.976

‒ 790

‒ 876

‒ 1.676

‒ 590

‒ 525

‒ 525

‒ 365

‒ 35.303

     

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

 

525

              
                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 17.07 ERMTS

 

161.980

221.812

125.816

158.998

302.782

436.615

256.896

316.330

142.998

25.537

25.537

25.537

116.030

10.933

 

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 96.844

‒ 150.068

15.260

13.625

26.107

‒ 107.407

123.500

‒ 89.969

47.700

58.433

72.919

509

‒ 26.923

22.814

 

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 17.07 ERMTS

 

65.136

71.744

141.076

172.623

328.889

329.208

380.396

226.361

190.698

83.970

98.456

26.046

89.107

33.747

 

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

0

 

‒ 78.000

    

68.000

     

10.000

  

Kaderruilen 2024

0

134.716

136.679

124.024

66.890

‒ 189.118

‒ 163.953

 

‒ 35.000

‒ 47.437

48.210

25.797

‒ 3.000

‒ 71.907

‒ 30.900

5.000

Kasschuiven 2024 ERTMS

0

  

‒ 55.000

‒ 50.000

‒ 1.000

‒ 32.000

‒ 282.573

‒ 181.791

‒ 45.000

  

102.030

200.000

200.000

145.334

Loon- en Prijsbijstelling 2024

66.608

 

454

  

45.799

  

17.067

79

  

1.442

  

1.767

Mutaties Miljoenennota 2025

 

134.716

59.133

69.024

16.890

‒ 144.319

‒ 195.953

‒ 214.573

‒ 199.724

‒ 92.358

48.210

25.797

100.472

138.093

169.100

152.101

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 17.07 ERMTS

 

199.852

130.877

210.100

189.513

184.570

133.255

165.823

26.637

98.340

132.180

124.253

126.518

227.200

202.847

152.101

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok

 

191.920

293.870

257.521

311.875

294.567

231.097

187.097

243.725

174.224

196.313

0

0

2.514

  

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 24.948

‒ 24.228

29.251

47.658

63.768

58.596

103.987

‒ 41.555

‒ 8.370

‒ 53.609

17.015

4.000

1.486

16.000

 

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok

 

166.972

269.642

286.772

359.533

358.335

289.693

291.084

202.170

165.854

142.704

17.015

4.000

4.000

16.000

 

Actualisatie Zuidasdok

318

318

              

Bijdragen derden Zuidasdok

893

893

              

Loon- en Prijsbijstelling 2024

77.702

5.041

8.140

8.657

10.855

10.818

8.746

8.787

6.104

5.007

4.308

514

121

121

483

 

Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord

8.036

8.036

              

Mutaties Miljoenennota 2025

 

14.288

8.140

8.657

10.855

10.818

8.746

8.787

6.104

5.007

4.308

514

121

121

483

 

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok

 

181.260

277.782

295.429

370.388

369.153

298.439

299.871

208.274

170.861

147.012

17.529

4.121

4.121

16.483

 
                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

 

183.274

202.164

250.686

283.175

247.207

359.691

146.641

194.161

47.570

95.869

82.753

43.232

115.879

58.062

 

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 48.186

‒ 76.741

22.521

14.095

26.107

‒ 77.407

123.500

‒ 89.969

47.701

58.434

72.920

509

‒ 26.923

22.814

 

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

 

135.088

125.423

273.207

297.270

273.314

282.284

270.141

104.192

95.271

154.303

155.673

43.741

88.956

80.876

 

Prijsstijgingen PHS

103.000

6.000

6.000

11.000

16.000

18.000

19.000

16.000

11.000

       

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

0

 

‒ 52.000

    

52.000

        

Kaderruilen 2024

0

16.726

13.297

‒ 33.714

‒ 60.637

‒ 41.314

‒ 23.616

‒ 175.000

   

73.161

109.480

121.615

  

Kasschuiven 2024 PHS

17.044

 

1.000

‒ 42.956

‒ 56.000

‒ 2.000

‒ 58.000

‒ 50.000

    

131.939

‒ 36.448

‒ 56.274

185.783

Loon- en Prijsbijstelling 2024

76.338

11

 

459

1.167

3.712

22.004

240

5.341

10.032

13.906

19.466

    

Meerkosten PHS Amsterdam CS

9.680

            

9.680

  

Opgave Spoorwegen MF: Seinenproblematiek

31.356

2.000

7.000

10.000

12.356

           

Overboeking van Reservering PHS naar Planuitwerking PHS

150.000

      

150.000

        

Stallingen Oostelijke Sporen

44.120

6.300

7.500

6.500

6.000

6.000

6.000

5.820

        

Mutaties Miljoenennota 2025

 

31.037

‒ 17.203

‒ 48.711

‒ 81.114

‒ 15.602

‒ 34.612

‒ 940

16.341

10.032

13.906

92.627

241.419

94.847

‒ 56.274

185.783

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

 

166.125

108.220

224.496

216.156

257.712

247.672

269.201

120.533

105.303

168.209

248.300

285.160

183.803

24.602

185.783

                 

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

 

538.296

718.941

635.182

755.571

846.651

1.028.372

591.603

755.185

365.761

376.326

108.290

68.769

234.423

68.995

 

Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

 

367.721

468.785

701.845

830.302

962.214

901.775

942.146

533.248

452.188

416.280

271.144

73.787

182.063

130.623

 

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

 

547.762

516.879

730.025

776.057

811.435

679.366

734.895

355.444

374.504

447.401

390.082

415.799

415.124

243.932

337.884

                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten

 

58.817

65.224

59.894

75.058

72.261

56.569

107.674

60.955

52.414

53.918

     

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

1.263

5.511

21.814

‒ 7.890

14.827

10.836

‒ 34.779

19.828

‒ 14.343

2.153

     

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten

 

60.080

70.735

81.708

67.168

87.088

67.405

72.895

80.783

38.071

56.071

     

Bijdrage derden Impactanalyse hellinghoek fietspad Riekenweg

31

31

              

Bijdrage derden Impactanalyse Nieuwe A2

255

255

              

Bijdrage derden NS aan Zuidasdok

2.923

2.923

              

Correctie ontvangsten derden

‒ 2.316

‒ 2.316

              

Mutaties Miljoenennota 2025

 

893

              

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten

 

60.973

70.735

81.708

67.168

87.088

67.405

72.895

80.783

38.071

56.071

     
                 

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

 

58.817

65.224

59.894

75.058

72.261

56.569

107.674

60.955

52.414

53.918

     

Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

 

60.080

70.735

81.708

67.168

87.088

67.405

72.895

80.783

38.071

56.071

     

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

 

60.973

70.735

81.708

67.168

87.088

67.405

72.895

80.783

38.071

56.071

     

Toelichting

Actualisatie Zuidasdok

Dit betreft een actualisatie voor het programma Zuidasdok.

Bijdrage derden NS aan Zuidasdok

Dit betreft de bijstelling voor het verschil tussen IBOI 2023 en CPI op bijdrage NS (Derden). CPI was in 2023 hoger dan IBOI, dit verschil wordt door NS aan project vergoed.

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

Dit betreft de kaderaanpassing bij ERTMS die over de gehele looptijd van het fonds budgetneutraal is.

Kaderruilen 2024

Er zijn kaderruilen doorgevoerd om de overprogrammering in een beheersbaar ritme te krijgen en om de programmering en budgetten te verdelen tussen de modaliteiten om ontstane negatieve kaderstanden op artikelonderdelen op te lossen. Over alle jaren is dit per saldo budgettair neutraal voor de modaliteiten.

Kasschuiven ERTMS

Er zijn op dit artikelonderdeel budgetneutrale kasschuiven ingediend om de programmering sluitend te krijgen.

Kasschuiven PHS

De scope en budget benodigd voor maatregelen bij het emplacement Eindhoven (deelproject Eindhoven Oost Wisselverbinding) is onderdeel van het project Eindhoven - Düsseldorf (Grensoverschrijdend Spoorvervoer). In verband met de raakvlakken met PHS en om de productstap Breda-Eindhoven tijdig mogelijk te maken, wordt deze scope en het bijbhorende budget overgeheveld naar PHS.

Loon- en prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord

Op verzoek beheerder wordt het meerjarig onderhoud toegevoegd aan de scope. Het betreft hier de uitvoeringskosten.

Meerkosten PHS Amsterdam CS

In de definitieve ontwerpen voor PHS was de Amstelpassage een bouwterrein. Met de keuze voor de Amstelpassage als locatie voor security- en paspoortcontrole voorzieningen op Amsterdam Centraal, moet deze ruimte worden vrijgemaakt door ProRail. Derhalve is bij de keuze voor de Amstelpassage een risicoreservering gemaakt voor de risico’s die samenhangen met de onderhoudswerkzaamheden aan Amsterdam Centraal. De kosten die ProRail nu voorziet bedragen in totaal € 9,68 miljoen (inclusief btw). Het gaat om opgelopen ontwerp- en personeelskosten, met name noodzakelijke aanpassingen aan het definitiefontwerp voor PHS Amsterdam Centraal en extra bouwkosten door uitplaatsing commerciële units (in plaats van in de Amstelpassage).

Opgave Spoorwegen MF: Seinenproblematiek

Voor twee projecten (emplacement Den haag Centraal en PHS Tilburg) in realisatie is in het spoorontwerp rekening gehouden met seinen Nieuwe Generatie. ProRail heeft echter deze seinen niet veilig verklaard. Daardoor moeten voor deze projecten de ontwerpen worden herzien en moet er een beroep wordengedaan op de leverancier van de oude seinen. Om de uitvoering van de projecten in realisatie niet stil te laten vallen, is aanvullend budget nodig. Daarom wordt € 85 miljoen uit de vrije investeringsruimte verdeeld en overgeheveld naar PHS Den Haag Centraal en Kleine projecten.

Overboeking van Reservering PHS naar Planuitwerking PHS

In het Directeuren Overleg van 12 maart 2024 is ingestemd om in verband met het optreden van excessieve prijsstijgingen (verschil IBOI en CBS index en concrete aanbestdingstegenvallers) een aanvullende subsidieaanvraag in te dienen voor PHS Meteren Boxtel. De dekking vindt plaats uit de risicoreserving excessieve prijsstijgingen.

Prijsstijgingen PHS

In verband met excessieve prijsstijgingen bij de diverse deelprojecten is aanvullend budget toegevoegd aan het projectbudget van PHS Planuitwerking.

Stallingen Oostelijke Sporen

IenW heeft in overleg met ProRail (DO PHS) besloten om een deel van de scope Amsterdam CS, de stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS) binnen het programma ‘Fietsparkeren bij Stations’ over te hevelen naar het PHS project ‘Amsterdam Centraal waardoor de werkzaamheden efficienter kunnen worden uitgevoerd.

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten
Tabel 70 Verdiepingsbijlage artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten (bedragen x € 1.000)

18 Overige uitgaven en ontvangsten

Totaal mutatie

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 18.06 Externe veiligheid

                

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

3.298

              

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 18.06 Externe veiligheid

 

3.298

              

Loon- en Prijsbijstelling 2024

100

100

              

Mutaties Miljoenennota 2025

 

100

              

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 18.06 Externe veiligheid

 

3.398

              
                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverstijgende kosten

 

21.491

              

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 10.000

              

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverstijgende kosten

 

11.491

              

DF: Overboeking Eigen Vermogen RWS

‒ 951

‒ 951

              

HXII: Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing- crisiscentrum

‒ 1.150

‒ 1.150

              

HXII: Terugboeking afgeroomd Eigen Vermogen RWS

425

425

              

Kasschuif Eigen Vermogen RWS

0

‒ 3.005

1.007

861

714

423

          

Klimaatneutrale en circulaire organisatie (KCO)

‒ 4.012

‒ 1.007

‒ 1.007

‒ 861

‒ 714

‒ 423

          

Overboeking Eigen Vermogen RWS MF

‒ 5.803

‒ 5.803

              

Mutaties Miljoenennota 2025

 

‒ 11.491

              

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverstijgende kosten

 

0

              
                 
                 

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2024 Overige uitgaven en ontvangsten

 

21.491

              

Totaal Uitgaven stand eerste suppletoire wet 2024 Overige uitgaven en ontvangsten

 

14.889

              

Totaal Uitgaven stand ontwerpbegroting 2025 Overige uitgaven en ontvangsten

 

3.398

              
                 

Ontwerpbegroting 205 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

                

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

4

              

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

 

4

              

Mutaties Miljoenennota 2025

                

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

 

4

              
                 

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

                

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

427.220

              

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

 

427.220

              

Mutaties Miljoenennota 2025

                

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

 

427.220

              
                 

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Overige uitgaven en ontvangsten

                

Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Overige uitgaven en ontvangsten

 

427.224

              

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Overige uitgaven en ontvangsten

 

427.224

              

Toelichting

HXII: Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing- crisiscentrum (€ 1,15 miljoen)

De AV-installatie en inrichting van het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC)-crisiscentrum in Rijkskantoor Rijnstraat 8 Den Haag dient te worden vervangen. Er wordt € 1,15 miljoen van het Eigen Vermogen ingezet om dit te bewerktstelligen. De middelen worden overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII.

HXII: Terugboeking afgeroomd Eigen Vermogen RWS

Vanuit de beleidsbegroting HXII wordt 425k van de € 5 miljoen EV die met VJN 24 was overgeboekt naar HXII weer teruggeboekt.

Klimaatneutrale en Circulaire Organisaties (KCO)

Er is € 4 miljoen ingezet voor Klimaatneutrale en Circulaire Organisatie (KCO), waarbij er uitwerking kan worden gegeven aan de ambitie om de bedrijfsvoering rijksbreed te verduurzamen conform het Programma ‘Denk Doe Duurzaam’. Hier gaat ook een kasschuif mee gepaard.

Overboeking EV RWS generieke investeringsruimte Mobiliteitsfonds en Deltafonds

Er wordt € 3,8 miljoen overgeboekt naar de generieke investeringsruimte 11.04 op het MF en € 0,95 miljoen van het Eigen Vermogen RWS gaat naar de generieke investeringsruimte op het Deltafonds toe.

Overboeking EV RWS iBLS

Er wordt € 2 miljoen gereserveerd voor de integrale overgang van het kas/verplichtingenstelsel naar het baten-lastenstelsel (het project iBLS) van RWS. De middelen worden overgeboekt naar een Risicoreservering op artikelonderdeel 11.04.

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk
Tabel 71 Verdiepingsbijlage artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

Totaal mutatie

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

Ontwerpbegroting 2024 artikelonderdeel 19.09 Ten laste van begroting IenW

 

9.854.920

18.771.630

9.602.879

9.330.620

8.798.471

9.725.820

8.241.821

8.675.786

7.687.666

7.686.821

7.551.955

8.107.656

8.374.972

7.919.275

7.974.855

Mutaties Voorjaarsnota 2024

 

‒ 875.957

‒ 9.670.716

506.400

517.434

670.306

127.819

1.312.913

‒ 658.821

368.325

461.885

597.316

53.315

‒ 227.703

175.021

‒ 471

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 19.09 Ten laste van begroting IenW

 

8.978.963

9.100.914

10.109.279

9.848.054

9.468.777

9.853.639

9.554.734

8.016.965

8.055.991

8.148.706

8.149.271

8.160.971

8.147.269

8.094.296

7.974.384

Mutaties Nota van Wijziging eerste suppletoire begroting 2024

 

‒ 4.000

‒ 6.200

             

Stand eerste suppletoire wet 2024 artikelonderdeel 19.09 Ten laste van begroting IenW na Nota van Wijziging

 

8.974.963

9.094.714

10.109.279

9.848.054

9.468.777

9.853.639

9.554.734

8.016.965

8.055.991

8.148.706

8.149.271

8.160.971

8.147.269

8.094.296

7.974.384

BCF: SPUK Leiden

‒ 58

 

‒ 58

             

BCF: Toegankelijkheid OV

‒ 597

‒ 597

              

BZK: Woningbouwmiddelen

‒ 1.975

‒ 475

‒ 375

‒ 375

‒ 375

‒ 375

          

Correctie Omvorming ProRail

533.000

40.000

20.000

20.000

20.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

43.000

47.000

30.000

33.000

Defensie: ERTV Zuid-en Midden

‒ 10.738

‒ 10.738

              

Defensie: ETV Noord en Betonningsvaartuigen

‒ 4.011

‒ 4.011

              

Defensie: Maritiem Informatie Knooppunt Kustwacht

365

73

292

             

Defensie: Verkeersbeeld op Zee

‒ 21.910

‒ 4.063

‒ 4.063

‒ 4.064

‒ 3.240

‒ 3.240

‒ 3.240

         

DF: Overboeking Eigen Vermogen RWS

‒ 951

‒ 951

              

EZ: Bijdrage TNO

‒ 5.837

‒ 5.837

              

EZ: Delta Rijn Corridor

400

200

200

             

EZ: Geleiderail Zonnepark A37

9.000

5.400

3.600

             

EZ: Maritieme Maakindustrie

‒ 10.000

‒ 2.500

‒ 7.500

             

EZ: MIVSP-1 IK 2024

2.682

2.682

              

EZ: MIVSP-2 deel 2 deel EZK

19.517

2.349

4.308

4.428

2.016

2.171

1.661

2.584

        

EZ: MIVSP-2 deel 2 deel I&W

‒ 19.266

 

‒ 4.716

‒ 5.120

‒ 2.172

‒ 2.362

‒ 1.738

‒ 3.158

        

EZ: MIVSP-2 deel 2 deel LVVN

25.000

2.787

2.182

10.046

6.377

3.608

          

EZ: MIVSP-2 deel 2 RWS

19.266

 

4.716

5.120

2.172

2.362

1.738

3.158

        

EZ: MIVSP-2 deel 2 scope uitbreidingen EZK

18.584

61

731

2.500

2.771

6.442

3.570

2.509

        

EZ: Subsidie Topsector Logistiek

‒ 300

‒ 300

              

EZ: Uitvoeringskosten Top Consortium Knowledge and Innovation

‒ 250

‒ 250

              

FIN: CA-middelen BKN Spoor

678.467

       

253.478

211.316

126.475

30.203

56.995

   

HXII: A2 Vonderen-Kerensheide

4.923

 

4.923

             

HXII: Apparaat Tijdelijke Tolheffing

1.124

343

781

             

HXII: Apparaat Vrachtwagenheffing

1.120

260

860

             

HXII: Apparaat WoMo

‒ 1.250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

‒ 250

          

HXII: Bijdrage Algemeen Strategisch Advies

63

63

              

HXII: Campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst

‒ 2.000

‒ 2.000

              

HXII: Dekking Hoofdwegennet MF: Terugsluis Vrachtwagenheffing

180.000

   

105.000

75.000

          

HXII: Dekking Spoorwegen MF: Vrijval TVOV HXII

10.000

10.000

              

HXII: Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing RWS

‒ 1.150

‒ 1.150

              

HXII: Detachering Europese Commissie

85

85

              

HXII: Digitale Transport Strategie

‒ 480

‒ 480

              

HXII: Medewerker Goederenvervoer

30

30

              

HXII: Nationaal Dataportaal Wegverkeer

221

221

              

HXII: NS-tarieven

‒ 42.000

 

‒ 42.000

             

HXII: Overboeking EOV naar Goederenvervoer

‒ 7.000

‒ 7.000

              

HXII: Overboeking Marktordening

‒ 500

‒ 500

              

HXII: Overboeking Toegankelijkheid OV

‒ 300

‒ 300

              

HXII: Schoon Emissieloos Bouwen

‒ 23.056

 

‒ 10.690

‒ 12.210

‒ 1.800

‒ 600

1.100

1.144

        

HXII: Stichting Buisleidingen

 

‒ 163

              

HXII: Subsidie Topsector Logistiek

‒ 3.500

 

‒ 3.500

             

HXII: Terugboeking afgeroomd Eigen Vermogen RWS

425

425

              

HXII: Uitvoeringskosten RVO

1.250

1.250

              

HXII: Walstroom Rijksligplaatsen

18.870

18.870

              

HXII: Wind in de Zeilen

‒ 4.490

‒ 4.490

              

Kaderaanpassing Augustusbesluitvorming 2024

0

 

‒ 466.000

‒ 133.000

‒ 7.000

93.000

 

279.000

47.270

14.000

 

29.000

 

69.000

 

74.730

Loon-en Prijsbijstelling 2024

4.850.486

324.334

332.151

317.234

309.422

293.045

327.430

327.430

327.430

327.430

327.430

327.430

327.430

327.430

327.430

327.430

PF: Toegankelijkheid OV

‒ 18.842

‒ 18.842

              

Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord

‒ 175.014

 

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

‒ 12.501

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

‒ 34.029

  

‒ 19.128

‒ 4.310

‒ 7.410

‒ 3.181

         

Mutaties Miljoenennota 2025

 

344.536

‒ 176.909

172.680

416.110

488.890

354.839

640.166

655.677

580.245

481.404

414.132

414.924

430.929

344.929

422.659

Stand ontwerpbegroting 2025 artikelonderdeel 19.09 Ten laste van begroting IenW

 

9.319.499

8.917.805

10.281.959

10.264.164

9.957.667

10.208.478

10.194.900

8.672.642

8.636.236

8.630.110

8.563.403

8.575.895

8.578.198

8.439.225

8.397.043

                 

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2024 Bijdragen andere begrotingen Rijk

 

9.854.920

18.771.630

9.602.879

9.330.620

8.798.471

9.725.820

8.241.821

8.675.786

7.687.666

7.686.821

7.551.955

8.107.656

8.374.972

7.919.275

7.974.855

Totaal Ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2024 Bijdragen andere begrotingen Rijk

 

8.974.963

9.094.714

10.109.279

9.848.054

9.468.777

9.853.639

9.554.734

8.016.965

8.055.991

8.148.706

8.149.271

8.160.971

8.147.269

8.094.296

7.974.384

Totaal Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2025 Bijdragen andere begrotingen Rijk

 

9.319.499

8.917.805

10.281.959

10.264.164

9.957.667

10.208.478

10.194.900

8.672.642

8.636.236

8.630.110

8.563.403

8.575.895

8.578.198

8.439.225

8.397.043

Toelichting

Correctie Omvorming ProRail

Bij Voorjaarsnota 2024 zijn de middelen in het kader van de omvorming ProRail zowel aan de inkomsten- als de uitgavenkant technisch uit de Rijksbegroting gehaald, omdat de omvorming per 1 januari 2025 niet langer haalbaar is. Bij de technische verwerking hiervan is in de Voorjaarsnota 2024 abusievelijk een bedrag onttrokken aan het EOV-budget in plaats van aan het EOV-budget toegevoegd. Middels onderhevige mutatie wordt dit gecorrigeerd.

Defensie: ETV Noord en Betonningsvaartuigen

De Kustwacht Nederland regelt namens haar opdrachtgever IenW/RWS noodsleephulp en betonning op de Noordzee. De betreffende schepen (waaronder ETV Noord) huurt de Kustwacht bij de Rijksrederij. Deze bijdrage is voor het verschil tussen de structurele bijdrage van IenW en het tarief in 2024 voor deze schepen.

Defensie: ERTV Zuid- en Midden

Vanaf 2021 is de noodsleephulp op de Noordzee door de Kustwacht Nederland namens haar opdrachtgever IenW/RWS uitgebreid om de veiligheid ten behoeve van Windenergie op Zee te waarborgen. De betreffende schepen (ETV Zuid en ETV Midden) huurt de Kustwacht bij de Rijksrederij. Dit bedrag betreft de bijdrage van IenW aan deze kosten.

Defensie: Verkeersbeeld op Zee

Voor het project Verkeersbeeld op Zee (VOZ) deel 1 boekt IenW over de periode 2024 t/m 2029 totaal € 21,9 miljoen over naar Defensie.

EZ: Geleiderail Zonnepark A37

Het ministerie van EZ hevelt € 9 miljoen over naar de IenW-begroting als voorfinanciering van de kosten die RWS moet maken voor de aanleg van een geleiderail bij de A37 die nodig is in verband met de aanleg van een zonnepark daar.

EZ: Maritieme Maakindustrie

IenW boekt over de periode 2024 ‒ 2025 in totaal € 10 miljoen over naar de EZ-begroting ten behoeve van het maritiem innovatieprogramma zoals afgesproken in de sectoragenda voor de Maritieme Maakindustrie waarover EZ de regie zal voeren.

EZ: MIVSP-II deel 2 (Onderhoud en Vernieuwing)

MIVSP-2 deelopdracht 2 betreft het leveren van (sensor) diensten binnen het programma Wind op Zee. Van de totale bijdrage komt € 42 miljoen (ca. 35%) tenlaste van IenW (nautische sensoren - waarborgen scheepvaartveiligheid), € 52,9 miljoen (ca. 44%) wordt door EZ gedekt (sensoren ten behoeve van het functioneren van het windpark en ecologie) en de bijdrage van LVVN bedraagt € 25 miljoen (ca. 21%) ten behoeve van het Programmaplan Realisatie Digitale Ecologische Monitoring Noordzee. Met deze laatste scope uitbreiding wordt ook LVVN mede opdrachtgever van het MIVSP-programma. Alle bedragen zijn door EZ opgehaald en worden via deze overboeking naar RWS overgeboekt.

EZ: MIVSP-II 2e module (Ontwikkeling)

IenW boekt over de periode 2025 t\/m 2030 totaal € 19,3 miljoen over naar EZ. Dit budget is voor werkzaamheden van RWS in het kader van de tweede module van de opdracht Maritiem Informatievoorzieningen Service Punt (MIVSP) II. specifiek de nautische sensoren in de windparken in IJmuiden Ver voor de jaren 2025 t/m 2030. zijnde het IenW-aandeel in deze opdracht. Ook wordt de eerste module (Hollandse Kust (west) verlengd met een jaar tot en met 2030. EZ zal deze middelen vervolgens. samen met de eigen bijdrage. overboeken aan RWS CIV als onderdeel van de opdrachtverlening voor MIVSP-II voor wat betreft de betreffende werkzaamheden.

EZ: MIVSP-II deel 2 (Netwerkgebonden kosten)

MIVSP-2 deelopdracht 2 betreft het leveren van (sensor) diensten binnen het programma Wind op Zee. Van de totale bijdrage draagt IenW € 42,0 miljoen bij.

FIN: Aanvullende Post EOV-Spoor

Op de Aanvullende Post zijn vanuit het Coalitieakkoord Rutte-IV middelen gereserveerd voor de instandhouding op het spoor. Deze middelen worden bij de Ontwerpbegroting 2025 overgeboekt (€ 678 miljoen).

HXII: A2 Vonderen-Kerensheide

In het contract A2 Vonderen-Kerensheide zijn de geplande beheer en onderhoud en Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) werkzaamheden geïntegreerd opgedragen. Gaat om € 4,9 miljoen dat uit de beleidsbegroting HXII komt.

HXII: Apparaat

Dit betreffen diverse oveboekingen van de apparaatsbudgetten van Tijdelijke Tolheffing, Vrachtwagenheffing en Woningbouwmiddelen.

HXII: Campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst

Dit betreft de overboeking naar HXII voor het uitvoeren van de campagne Kort Ritje dat is zo Gefietst inclusief bureau en mediakosten.

HXII: Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing- crisiscentrum

De AV-installatie en inrichting van het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC)-crisiscentrum in Rijkskantoor Rijnstraat 8 Den Haag dient te worden vervangen. Er wordt € 1,15 miljoen van het Eigen Vermogen ingezet om dit te bewerktstelligen.

HXII: Dekking Hoofdwegennet MF: Terugsluis Vrachtwagenheffing

Dit betreft de dekkingsbron: terugsluis Vrachtwagenheffing van €180. Er valt € 10 miljoen vrij. Dit wordt ingezet voor de integrale opgave op het MF.

HXII: Dekking Spoorwegennet MF: Vrijval TVOV

Dit betreft de dekkingsbron: vrijval van de TVOV-middelen vanuit de beleidsbegroting HXII. Er valt € 10 miljoen vrij. Dit wordt ingezet voor de integrale opgave op het MF.

HXII: NS-tarieven

In 2025 zal een bedrag van € 42 miljoen vanuit de generieke investeringsruimte op het MF worden verstrekt aan de NS, zodat de in 2024 uitgestelde tariefsverhoging van 8,7% ook in 2025 gedeeltelijk kan worden voorkomen. De bijdrage vanuit IenW voorkomt in 2025 voor 1/3 de 8,7% tariefsverhoging uit 2024.

HXII: Overboeking EOV naar Goederenvervoer

De middelen voor de subsidieregeling maatregelen spoorgoederenvervoer 2024 van circa € 7 miljoen worden overgeboekt naar HXII.

HXII: Schoon Emissieloos Bouwen

Dit betreft een overboeking van de middelen voor Schoon en Emissieloos Bouwen in het kader van ProRail.

HXII: Subsidie Topsector Logistiek

Voor de subsidieregeling Topsector Logistiek 2025 wordt budget overgeboekt naar de beleidsbegroting HXII.

HXII: Walstroom Rijksligplaatsen

Naar aanleiding van het bijsturingsplan: Bronmaatregel Walstroom Zeevaart (Hordijk) wordt budget overgeboekt van HXII subsidie walstroom zeehavens naar het MF walstroom rijksligplaatsen.

HXII: Wind in de Zeilen

Dit betreft een overboeking naar HXII en behoeve van het NS ''Contractlijn Zeeland Wind in de Zeilen''. Het bedrag komt ten gunste van de uitbreiding van dienstregeling in Zeeland.

Loon- en Prijsbijstelling 2024

Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 die vanuit de begroting Hoofdstuk XII zijn overgeheveld naar de generieke investeringsruimte 11.04 van het Mobiliteitsfonds. Vanuit de investeringsruimte zijn de artikelonderdelen verhoogd met loon- en prijsbijstelling.

PF: Toegankelijkheid OV

Betreft een overboeking vanuit het MF voor de Decentrale Uitkering ter uitvoering van het bestuursakkoord Toegankelijkheid OV 2022-2032 aan de twaalf provincies.

Rijksbrede Apparaatstaakstellingen Hoofdlijnenakkoord (HLA)

In het HLA is een Rijksbrede taakstelling van gemiddeld 20 procent op de apparaatsbudgetten voorgesteld. Voor RWS geldt er ook een taakstelling. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op de op het apparaatsbudget van RWS artikelonderdelen 12.06 en 15.06. De middelen worden generaal afgeboekt vanuit artikel 19 op het MF.

SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

In het HLA is een budgetkorting van 10 procent op de Specifieke uitkeringen (SPUKs) opgenomen die overgeheveld wordt naar het Gemeente- en Provinciefonds. Dit is verwerkt in de begroting van het Mobiliteitsfonds op artikelonderdelen 12.03, 14.03 en 15.03.

Bijlage 3: Overzichtsconstructie Kustwacht

De minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht Nederland. De minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht Nederland, wat betekent dat deze medeverantwoordelijk is voor het opstellen van het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht alsmede voor de uitvoering daarvan met inzet van eigen en toegewezen mensen en middelen. Alle bij de Kustwacht Nederland betrokken ministeries behouden hun eigen wettelijke verantwoordelijkheden. Het integrale beleid en het daarvan afgeleide Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht waarover de Ministerraad beslist, worden zodanig concreet dat elke minister zich daarover in het parlement kan verantwoorden en vormen in feite een integraal contract tussen de verschillende departementen en de Kustwacht Nederland.

De overzichtsconstructie is gebaseerd op het «Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht» en wordt door IenW gepubliceerd in de rol van coördinerend ministerie. In de overzichtsconstructie wordt een onderscheid gemaakt in de uitgaven van de Kustwacht Nederland zelf (exploitatie personeel, exploitatie materieel en investering) en de uitgaven die de deelnemende departementen ten behoeve van de Kustwacht Nederland verrichten (kosten).

Defensie / CZSK / Kustwacht Nederland (uitgaven)

  • Exploitatie personeel: Betreft het uitgavenbudget in beheer van de Kustwacht Nederland voor salarissen en overige personele uitgaven van alle Kustwacht Nederland medewerkers in dienst bij Defensie / CZSK.

  • Exploitatie materieel: Betreft het uitgavenbudget in beheer van de Kustwacht Nederland. Defensie is beheerder van het Kustwachtcentrum (KWC). Het Kustwachtcentrum is het informatiecentrum van de Noordzee, waar het actuele beeld van (scheeps-)activiteiten, (veiligheids-)incidenten en verontreinigingen op de Noordzee beschikbaar is.

  • Investering: Betreft onder andere de investeringen voor het Maritiem Operatie Centrum (MOC).

Uitgaven bij departementen (kosten):

Justitie en Veiligheid

  • De inzet van de Politie (personeel) bestaande uit; liaison, boarding officers, medewerkershandhavingsdesk en medewerkers Maritiem Informatie Knooppunt.

  • De inzet van Politie helikopters (materieel) op planning of afroep voor luchtwaarneming en spoedeisende zoekvluchten. De bedragen zijn afkomstig uit de begroting van de Nationale Politie.

Financiën

  • De inzet van de Douane (personeel) bestaande uit; liaison, boarding officers, Aerial officers, medewerkers handhavingsdesk en medewerkers Maritiem Informatie Knooppunt.

Defensie

  • De inzet van de Koninklijke Marine (personeel) bestaande uit; medewerker Maritiem Informatie Knooppunt, beheerskosten van Defensie en (materieel) inzet Mijnenbestrijdingsvaartuigen.

  • De inzet van de Koninklijke Marechaussee (personeel) bestaande uit; liaison, boarding officers, Aerial officers en medewerkers Maritiem Informatie Knooppunt.

  • De inzet van de Defensie Commando Materieel en IT (materieel) bestaande uit; exploitatiebudget voor ICT-middelen van de Kustwacht Nederland.

Infrastructuur en Waterstaat

  • De inzet van ILT (personeel) bestaande uit; liaisons en handhavers.

  • De inzet van Rijkswaterstaat (personeel) bestaande uit; liaisons en Aerial officers.

  • De inzet van (materieel) in standhouden vaarwegmarkering, ERTV en betonningsvaartuigen, C2000/P2000 t.b.v. KNRM, BroNs/Pre-SAR. De bedragen zijn afkomstig uit de begroting van Rijkswaterstaat.

  • Bijdrage voor Scheepvaartveiligheid Windenergie op Zee (materieel) om de veiligheid te waarborgen in en om de windenergieparken op de Noordzee.

Klimaat en Groene Groei

  • De inzet van Staatstoezicht op de Mijnen (personeel) bestaande uit; inspecteurs.

Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

  • De inzet van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (personeel) bestaande uit; liaison, boarding officers, Aerial officers, medewerkers handhavingsdesk en medewerkers Maritiem Informatie Knooppunt.

Tabel 72 Overzichtsconstructie Kustwacht Nederland (bedragen x € 1.000)

Departement

Begroting

Activiteit

Doel

 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

           

DEFENSIE / KUSTWACHT (Uitgaven):

          

Defensie / Kustwacht

X

Uitvoering Kustwachttaken (exploitatie personeel)

Centrale coördinatie Kustwachttaken

9.517

12.248

14.395

14.338

14.338

14.338

14.338

Defensie / Kustwacht

X

Uitvoering Kustwachttaken (exploitatie materieel)

Centrale coördinatie Kustwachttaken

76.046

61.316

60.663

60.718

60.718

60.718

60.716

Defensie / Kustwacht

X

Uitvoering Kustwachttaken (investering)

Investeringen, o.a. t.b.v het MOC (COMMIT/JIVC en DLP)

9.614

30.534

29.386

8.311

6.890

6.972

6.863

Subtotaal eigen uitgaven Kustwacht

   

95.177

104.098

104.444

83.367

81.946

82.028

81.917

           

UITGAVEN BIJ DEELNEMENDE DEPARTEMENTEN (Kosten):

          

Politie

VI

Inzet Politie personeel & helikopter

Algemene handhaving / wetgeving scheepvaartverkeer / bemanningcontrole

1.717

2.064

2.064

2.064

2.064

2.064

2.064

Financiën

IX

Inzet Douane personeel

Fraudecontrole

1.533

1.435

1.435

1.435

1.435

1.435

1.435

Defensie

X

Inzet KM personeel, beheerskosten, KMar personeel, ICT uitgaven bij COMMIT/JIVC en mijnenbestijdingsvaartuigen

Uitvoering grensbewaking / beheerskosten Defensie / mijnenbestrijding

12.199

6.993

6.843

6.843

6.843

6.843

6.843

Infrastructuur en Waterstaat

XII

Inzet ILT personeel, RWS personeel, RWS materieel, ERTV/betonningsvaartuigen en Windenergie op Zee.

Bijdragen aan veilig vaarwater, handhaving via luchtsurveillance

6.028

24.665

26.960

26.994

26.996

27.307

27.457

Klimaat en Groene Groei

XXIII

Inzet SodM-personeel

Staatstoezicht op de Mijnen

35

29

35

35

35

35

35

Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

XIV

Inzet NVWA-personeel

Visserijcontrole

840

840

840

840

840

840

840

Subtotaal uitgaven bij deelnemende departementen

   

22.352

36.026

38.177

38.211

38.213

38.524

38.674

           

Totale uitgaven ten behoeve van de Kustwacht

 

117.529

140.124

142.621

121.578

120.159

120.552

120.591

Bijlage 4: Instandhouding

Het ministerie van IenW is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en instandhouding van het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdspoorweginfrastructuur en het hoofdwatersysteem. De netwerken beschermen ons tegen het water, dragen bij aan de economische ontwikkeling van ons land en zorgen ervoor dat mensen elkaar kunnen ontmoeten, goederen en diensten kunnen worden vervoerd en dat Nederland in verbinding staat met de rest van de wereld. In deze bijlage wordt toegelicht wat de vier netwerken omvatten en hoe de instandhouding van deze netwerken wordt aangepakt. Daarbij wordt ingegaan op de opgave van de toekomst, waaronder het basiskwaliteitsniveau en de ontwikkelingen met betrekking tot het ontwikkelplan assetmanagement. Ook zijn de overzichten met de beschikbare middelen voor instandhouding tot en met 2038 opgenomen.

Instandhouding van de netwerken

De Nederlandse infrastructuurnetwerken behoren tot de beste én meest intensief gebruikte netwerken ter wereld. Een goede instandhouding van netwerken is een randvoorwaarde voor de veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid van Nederland. Om dit zo te houden, borgen het kerndepartement en de uitvoeringsorganisaties Rijkswaterstaat (RWS) en ProRail systematisch de instandhouding van de netwerken over de gehele levenscyclus. De netwerken worden, naast het intensieve gebruik, gekenmerkt door inpassing in een sterk verstedelijkte delta. Daardoor omvatten de netwerken voorzieningen als beweegbare bruggen, tunnels, op- en afritten, geluidschermen, sluizen en stormvloedkeringen. Deze elementen zorgen voor netwerken met een hoog serviceniveau, maar vergen ook onderhoud. Figuren 7 en 8 illustreren de omvang van netwerken.

Figuur 7 Netwerken Rijkswaterstaat

Figuur 8 Netwerk ProRail

Scope van instandhouding

Bij instandhouding gaat het om het behouden van de huidige functie van de infrastructuur. De begrippen die hierbij in het Mobiliteitsfonds en Deltafonds worden gehanteerd zijn: exploitatie, onderhoud en vernieuwing infrastructuur:

  • Tot het domein van de exploitatie behoren activiteiten (voorheen ‘beheer’) die gericht zijn op het reguleren van het gebruik: verkeersleiding en capaciteitsmanagement, verkeersmanagement en watermanagement;

  • Onderhoud betreft de activiteiten die erop zijn gericht de beoogde (ontwerp)levensduur van de infrastructuur te realiseren;

  • Vernieuwing (voorheen ‘vervanging en/of renovatie’) is gericht op het begin van een nieuwe levenscyclus van een nieuw object of het verlengen van de levensduur van het bestaande object. Het gaat bij vernieuwing expliciet niet om activiteiten die gericht zijn op toevoeging van functies of om aanleg van nieuwe of uitbreiding van bestaande infrastructuur (ontwikkeling).

Werkwijze Instandhouding

Bij de instandhouding van de netwerken staan de prestaties die deze netwerken moeten leveren en de doelmatigheid van instandhoudingswerkzaamheden centraal. Het zijn de prestaties – de beschikbaarheid, betrouwbaarheid, duurzaamheid en veiligheid van de infrastructuur – die de gebruikers direct ervaren. Over deze te leveren prestaties en de bijhorende budgetten maakt het kerndepartement van IenW afspraken met ProRail en RWS. De slijtage van de infrastructuur vanwege veroudering en gebruik in combinatie met deze afspraken vormen de basis van de instandhoudingswerkzaamheden die door ProRail en RWS jaarlijks worden uitgevoerd. Onderstaande aspecten geven samen een beeld van de systematische aanpak en daarmee hoe de programmering ten behoeve van de instandhouding van de Rijksinfrastructuur tot stand komt:

  • De besluiten bij de ontwikkeling van nieuw areaal zijn het meest bepalend voor de budget- en capaciteitsbehoefte. Zowel voor de ontwikkelingskosten zelf, als de structurele instandhoudingskosten in de decennia daarna. Zo kost het instandhouden van een tunnel meer dan een brug (in geval van een oeververbinding) of dan een weg op maaiveld (in geval van een landtunnel). Bedenk daarbij dat een tunnel meer is dan een betonnen bak onder de grond, maar dat deze ook vol zit met andere voorzieningen zoals vluchtwegen met brandveilige deuren, luchtzuiveringssystemen en elektronica die ook bediend en onderhouden moet worden;

  • De beheerders werken volgens een werkwijze waarbij de gehele levenscyclus van de onderdelen en objecten wordt betrokken. Als eenmaal wordt besloten tot de ontwikkeling van infrastructuur is op basis van ervaring al bekend wat voor instandhoudingswerkzaamheden aan de diverse objecten gemiddeld per jaar nodig zijn. Dit is vastgelegd in de instandhoudingsregimes. De instandhoudingsregimes zijn één onderdeel op basis waarvan de instandhoudingsprogrammering wordt opgesteld;

  • De extra budgetbehoefte voor instandhouding in verband met de uitbreiding van de infrastructuur wordt bij het besluit om tot aanleg over te gaan toegevoegd aan de instandhoudingsbudgetten vanaf het jaar na beoogde openstelling;

  • In de instandhoudingsregimes zijn regelmatige inspecties opgenomen, die leiden tot het inventariseren van de toestand van de objecten en – indien nodig – het nemen van maatregelen (concrete maatregelen of intensiveren inspecties). De inspecties krijgen een plaats in de instandhoudingsprogrammering;

  • Tevens wordt bezien of er vanuit doelmatigheidsoogmerk en het beperken van hinder voor onze gebruikers, maatregelen gekoppeld kunnen worden (werk met werk): onderhoudswerkzaamheden met andere onderhoudswerkzaamheden, maar ook mogelijkheden om onderhoudsmaatregelen te koppelen aan vernieuwings- of ontwikkelingsprojecten die in de komende jaren gepland zijn. Het kan dus zijn dat in de regimes beoogde maatregelen naar een later moment worden verschoven om werk met werk te maken;

  • Het kan ook voorkomen dat een bepaald schadebeeld of een ongeplande gebeurtenis vraagt om tussentijds ingrijpen (bijvoorbeeld de overstromingen in Limburg in 2021 of de versterkingsmaatregelen aan het vaste deel van de Haringvlietbrug in 2023). Die tussentijdse maatregelen worden dan geprioriteerd ten koste van reeds geprogrammeerde maatregelen. Het onderhoud dat als gevolg daarvan wordt uitgesteld, dient vervolgens opnieuw een plek te krijgen in de instandhoudingsprogrammering;

  • De totale programmering is een samenstel van preventieve en correctieve maatregelen. Leidend daarbij is het principe de kosten over de gehele levenscyclus van de infrastructuur (Life Cycle Costing; LCC) zo laag mogelijk te krijgen binnen de gegeven kaders en ontwikkelingen op de netwerken, rekening houdend met de gewenste netwerkprestaties. Waar sprake is van uitgesteld onderhoud, is vaak ook meer sprake van verstoringen en hinder. De beheerders proberen dit voor het gehele netwerk zoveel mogelijk te beperken.

Het is van belang te beseffen dat veiligheid te allen tijde bovenaan staat. Indien geconstateerd wordt dat de veiligheid voor de gebruikers, eigen medewerkers en opdrachtnemers in het geding is, dan worden direct maatregelen genomen om het gebruik van de infrastructuur weer binnen de geldende kaders plaats te laten vinden, bijvoorbeeld (tijdelijke) snelheidsverlagingen ter plaatse of andere (tijdelijke) gebruiksbeperkingen of fysieke infrastructuur ondersteunende maatregelen.

Om de systematische werkwijze op een hoger niveau te brengen worden externe toetsingen ingezet. Deze leveren waardevolle inzichten op voor zowel de interne processen als het in beeld hebben van de opgave buiten.

Werkwijze vernieuwing bij Rijkswaterstaat

De objecten en onderdelen zoals sluizen, bruggen en tunnels, hebben een beperkte levensduur en dienen aan het eind hiervan te worden vernieuwd. Door grootschalige aanleg, met name vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw, en het intensievere gebruik is sprake van een flinke vernieuwingsopgave.

Om de veiligheid en de beschikbaarheid van de netwerken in stand te houden wordt voor alle netwerken en onderdelen daarvan de opgave in kaart gebracht.

Allereerst wordt op basis van het ontwerp ingeschat wanneer vernieuwing aan de orde zal zijn. Daarnaast worden de objecten onderworpen aan inspecties en berekeningen. Dit leidt tot het inzicht in, en een prognose van, waar op een termijn van vijf tot vijftien jaar vernieuwing nodig is. Zo worden, steeds vooruitkijkend, objecten en onderdelen geïdentificeerd waarvoor een planfase wordt gestart. In de planfase wordt de uiteindelijke opgave vastgesteld en daarna volgt een definitief besluit over de aanpak van het betreffende object.

Het vernieuwingsprogramma (voorheen: Vervanging en Renovatie) kent een technische aanleiding, namelijk het einde van de technische levensduur van onderdelen en objecten in het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem. Vanuit dit perspectief hoeven geen aanvullende wensen of functionaliteiten te worden toegevoegd. Een-op-een vernieuwing is daarom het uitgangspunt. Maar omdat het relatief grote ingrepen in het netwerk betreft, wordt waar nodig en mogelijk ook gekeken naar eventuele verstandige, aanvullende investeringen in het kader van beleidsdoelstellingen zoals bereikbaarheid, duurzaamheid en klimaatadaptatie. Het primaire doel blijft echter het borgen van de beschikbaarheid en veiligheid van de Rijksnetwerken. Door het vernieuwen van objecten en onderdelen worden de beschikbaarheid en veiligheid van de netwerken op lange termijn geborgd.

Opgave naar de toekomst: toewerken naar het Basiskwaliteitsniveau

Nederland beschikt over een goede infrastructuur. Onze wegen, spoorwegen en waterwegen zorgen voor goede bereikbaarheid en hebben de afgelopen decennia veel welvaart en welzijn gebracht. Dat is geen vanzelfsprekendheid. Veel wegen, bruggen, viaducten en sluizen werden halverwege de vorige eeuw gebouwd en zijn nu aan groot onderhoud of vernieuwing toe. De infrastructuur heeft het zwaarder te verduren dan werd voorzien in de tijd dat het werd aangelegd. Daar komt bij dat nieuwe ontwikkelingen in technologie en digitalisering, maar ook het veranderende klimaat met hitte, droogte en hevige neerslag nieuwe eisen aan de infrastructuur stellen. In het coalitieakkoord (Rutte IV) zijn extra middelen vrijgemaakt voor de instandhouding van onze netwerken.

Instandhouding Rijkswaterstaat-netwerken

In lijn met de motie Stoffer c.s. (Kamerstukken II 2020-2021, 35570 A, nr. 63) is toegewerkt naar een meerjarenplan voor instandhouding van de Rijksinfrastructuur. Het plan bevat een basiskwaliteitsniveau (BKN) voor de netwerken in beheer van RWS en is gericht op een stabiel, langjarig en robuust onderhoudsniveau7. Zo bieden we in het hele land een toekomstvast fundament dat zekerheid geeft aan gebruikers en marktpartijen die betrokken zijn bij instandhouding en aanleg. In het BKN is voor de netwerken van RWS uitgewerkt waar een weg, vaarweg, of waterwerk in de basis aan moet voldoen om de gebruikers en belanghebbenden goed te kunnen blijven bedienen. Een robuust mobiliteitssysteem met basale voorzieningen passend bij de functie van de verschillende netwerken. Voor instandhouding RWS wordt uitgegaan van de volgende uitgangspunten:

  • Nederland is beschermd tegen hoogwater en beschikt over voldoende water en voldoende schoon (drink)water;

  • De huidige wegen zijn beschikbaar om Nederland bereikbaar te houden;

  • De huidige vaarwegen zijn beschikbaar om goederen te vervoeren, bestemmingen bereikbaar zijn en de reistijd is betrouwbaar;

  • De constructieve veiligheid van de netwerken en de daarin gelegen kunstwerken (bruggen, tunnels, viaducten, etc.) wordt geborgd;

  • De omgeving blijft bereikbaar door oeververbindingen en kruisende infrastructuur voor een fijnmazig netwerk.

De betrouwbaarheid uit zich door te groeien naar een beter voorspelbare situatie m.b.t. storingen en een vermindering van het aantal ongeplande storingen. De maakbaarheid van de opgaven - samen met de ontwikkelsnelheid van nieuwe technologieën - bepaalt de snelheid waarmee het basiskwaliteitsniveau kan worden bereikt. Het BKN kent daarmee een ingroeitraject.

In de begroting van 2024 is besloten tot een verschuiving van financiële middelen en personele capaciteit naar instandhouding8, aanvullend op de extra vrijgemaakte middelen uit het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV. Met deze middelen werkt IenW aan de grootste onderhoudsopgave van onze infrastructuur ooit. Het streven is een structurele groei van het productievolume te realiseren van € 2 miljard naar € 3 miljard per jaar (prijspeil 2022), waarvan € 0,8 miljard per jaar voor vernieuwing van infrastructuur. Dit is toegelicht in de Kamerbrief Basiskwaliteitsniveau RWS-netwerken van 17 maart 2023 (Kamerstukken II 2022-2023, 29385, nr. 119).

De budgetbehoefte is gevalideerd door Rebel Group. De Kamer is hierover in de Kamerbrief van 17 juni 2024 geïnformeerd (Kamerstukken II 2023-2024, 29385, nr. 139). De validatie van de budgetbehoefte instandhouding infrastructuur bevestigt het beeld dat de omvang van de instandhoudingsopgave groter is dan wat de uitvoeringsorganisatie nu aankan. De groei van de opgave ligt met name in het vernieuwen van areaal dat het einde van de technische levensduur bereikt. De focus is daarom de maakbaarheid en productie te vergroten zodat het beschikbare budget ook ingezet kan worden voor de benodigde instandhoudingsopgave.

Met de Kamerbrief van 17 juni 2024 is de Kamer eveneens geïnformeerd over de aanpak van IenW om het productievermogen op instandhouding te vergroten. Zo is onder meer de sturing verder geoptimaliseerd. In de nieuwe aansturing is er sprake van één integrale achtjarige opdracht voor alle instandhoudingswerkzaamheden van RWS. Een achtjarige opdracht in combinatie met verdere optimalisatie van de agentschapssturing, maakt het mogelijk om meer efficiëntievoordelen te realiseren. RWS is hierdoor beter in staat om kosten efficiënt over de gehele levenscyclus (LCC) voordelen te behalen, slim werk-met-werk te maken en effectievere contractvormen in de markt te zetten. Hierin moeten ook de effecten van reeds ingezette verbetermaatregelen zichtbaar worden. De areaalinformatie wordt verbeterd middels het ontwikkelplan assetmanagement en samen met de markt wordt er gewerkt aan effectieve contractvormen en een blijvend goede samenwerking.

Middels een jaarlijkse programmeringscyclus werkt RWS het meerjarenplan instandhouding - zoals beschreven in de Kamerbrief van 17 maart 2023 en aangevuld met de Kamerbrief van 17 juni 2024 - uit in een programmering van de werkzaamheden voor de komende 15 jaar. Dit betreft een voortrollende programmering. Elk jaar wordt de programmering geactualiseerd en een jaar verder uitgewerkt op basis van de meest actuele inzichten en ontwikkelingen in de opgave. Afstemming van de programmering met de medeoverheden en ProRail om hinder te beperken en meekoppelkansen te identificeren, is integraal onderdeel van de programmeringscyclus9.

Instandhouding hoofdspoorweginfrastructuur

In het Beleidsprogramma IenW zoals gedeeld met de Kamer is aangegeven dat in lijn met de motie Stoffer c.s. (Kamerstukken II 2020-2021, 35570 A, nr. 63) wordt toegewerkt naar een meerjarenplan voor instandhouding van de Rijksinfrastructuur. Het plan is gericht op een stabiele langdurige programmering waarbij een basiskwaliteitsniveau wordt afgesproken.

In 2023/2024 heeft het ministerie samen met ProRail gewerkt aan een nieuw basiskwaliteitsniveau hoofdspoorinfrastructuur (hswi). Zoals aangekondigd (Kamerstukken II 2021-2022, 35925 A, nr. 14) is hiervoor in 2023 een externe audit door Price Waterhouse Coopers uitgevoerd. De rapportage ‘Validatie Instandhoudingskosten HSWI’ is met de Kamer gedeeld (Kamerstukken II 2023-2024, 36410 A, nr. 16). Met de analyse uit de validatierapportage is de spanning tussen financiële middelen, (netwerk) prestaties en risico’s in beeld gebracht en een richting gegeven voor het maken van de afspraken over basiskwaliteitsniveau voor een toekomstbestendige hoofdspoorinfrastructuur. De Kamer is hierover met een brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2023-2024, 29984, nr. 1184). Op 7 juni 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de maatregelen die in het kader van basiskwaliteitsniveau spoor met ProRail zijn afgesproken (Kamerstukken II 2023-2024, 29984, nr. 1202). Hierbij is kritisch afgewogen waaruit de basiskwaliteit spoor bestaat en waar mogelijkheden zitten om zaken efficiënter of anders te doen.

In 2025 blijven we reeds bekende instandhoudingsactiviteiten en -opgaven uitvoeren. Daarnaast heeft ProRail met de brief van 7 juni opdracht gekregen om de BKN spoor maatregelen te implementeren zodat deze vanaf 2026 kunnen worden uitgevoerd.

Te leveren prestaties

De prestaties van de infrastructuur worden gemeten en uitgedrukt in indicatoren. Over de indicatoren met daarbij horende (streef)waarden worden prestatieafspraken gemaakt met RWS en ProRail en hiervoor worden budgetten beschikbaar gesteld.

Voor de netwerken in beheer van RWS moeten de afspraken over het basiskwaliteitsniveau worden vertaald naar nieuwe indicatoren en streefwaarden. Voor het vegetatiebeheer in de uiterwaarden wordt hiervoor in 2025 de prestatieafspraak ‘voldoen aan de vegetatielegger’ toegevoegd10. De bijbehorende bodem en streefwaarden worden in 2024 uitgewerkt. De overige afspraken uit het basiskwaliteitsniveau vergen nog verdere uitwerking. Daarom wordt in afwachting daarvan nog uitgegaan van de prestatieafspraken vanuit de Beheer en Onderhoud (BenO) overeenkomst 2022-2023.

Met ProRail zijn prestatieafspraken gemaakt die zijn opgenomen in de tienjarige beheerconcessie (2015-2025) en de (twee)jaarlijkse beheerplannen.

In tabel 73 en 74 staat een overzicht van de prestatieafspraken opgenomen. Toelichting op de indicatoren en de gerealiseerde prestaties zijn te vinden in de Instandhoudingsbijlage bij het Jaarverslag.

Tabel 73 Indicatoren RWS

Indicator

Streefwaarde 2022-20251

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

      

Hoofdwegennet

     

Beschikbaarheid

     

Technische beschikbaarheid van de weg

90%

99%

99%

98%

99%

Files door Werk in Uitvoering als gevolg van aanleg en gepland onderhoud

10%

6%

7%

3%

4%

Levering verkeersgegevens

     

– Beschikbaarheid data voor derden

90%

93%

94%

93%

91%

– Actualiteit data voor derden2

95%

100%

96%

100%

99%

Veiligheid

     

– Voldoen aan norm voor verhardingen

99,7%

99,7%

99,8%

99,7%

99,6%

– Voldoen aan norm voor gladheidbestrijding

95%

Voldoende

99%

99%

99%

      

Hoofdvaarwegennet

     

Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid

     

Stremmingen gepland onderhoud

0,8%

0,5%

2,0%

1,0%

0,6%

Stremmingen ongepland onderhoud

0,2%

1,0%

1,0%

2,4%

1,2%

Tijdig melden ongeplande stremmingen

97%

98%

98%

98%

97%

Vaargeul op orde (% oppervlakte op orde)

     

– Toegangsgeulen

99%

100%

100%

100%

100%

– Hoofdtransportassen

90%

92%

92%

93%

93%

– Hoofdvaarwegen

85%

81%

80%

82%

84%

– Overige vaarwegen

85%

83%

83%

83%

95%

Veiligheid

     

Vaarwegmarkering op orde

95%

91%

92%

88%

94%

      

Hoofdwatersysteem

     

Waterveiligheid

     

Handhaving kustlijn

90%

91%

90%

91%

93%

Beschikbaarheid stormvloedkeringen

100%

83%

83%

83%

100%

Waterhuishouding op orde in alle peilgereguleerde gebieden

100%

50%

100%

75%

100%

Betrouwbaarheid informatievoorziening

95%

100%

96%

100%

99%

Voldoen aan de Vegetatielegger uiterwaardengebied

N.t.b.

    

Bron: RWS

     
X Noot
1

In afwachting van nieuwe indicatoren en streefwaarden wordt nog uitgegaan van de prestatieafspraken vanuit de Beheer en Onderhoud (BenO) overeenkomst 2022-2023.

X Noot
2

Deze indicator komt vanaf 2025 te vervallen. De meting is niet meer relevant, aangezien het ontvangende systeem tegenwoordig gebruik maakt van Floating Car Data (mobiele telefoons in auto's).

Tabel 74 Indicatoren ProRail

KPI

Bodemwaarde1

Streefwaarde

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Klantoordeel reizigersvervoerders

6

7

7

7

Klantoordeel goederenvervoerders

6

7

5

5

Reizigerspunctualiteit HRN (5 min) (met NS)

88,9%

91,5%

91,6%

89,7%

Reizigerspunctualiteit HRN (15 min) (met NS)

96,7%

97,4%

97,3%

97,0%

Reizigerspunctualiteit HSL (5 min) (met NS)

82,1%

84,2%

82,0%

73,6%

Betrouwbaarheid regionale series (3 min)

90,7%

93,7%

91,3%

88,6%

Impactvolle verstoringen

520

450

455

475

X Noot
1

Toelichting bodemwaarde: Waarde voor het jaarlijks minimaal te realiseren prestatieniveau op een prestatie indicator. In het geval van de prestatie indicator ‘Impactvolle storingen op de infra’ geldt een maximum.

2. Budgettair beeld

Beschikbare budgetten Rijkswaterstaat-netwerken

In de begroting van 2024 is besloten tot een verschuiving van financiële middelen en personele capaciteit naar instandhouding, aanvullend op de extra vrijgemaakte middelen uit het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV. Hiermee zetten we in op de maximale productiecapaciteit van RWS.

We verhogen de productie door afspraken over een stabiel en langjarig basiskwaliteitsniveau, efficiënter (samen) te werken in de keten en een meerjarenafspraak voor instandhouding met meer ruimte voor de uitvoering. Hierdoor kan RWS het werk efficiënter organiseren en kan de markt op een efficiëntere manier worden benaderd.

In de begroting van 2025 is besloten om vanuit de reservering instandhouding de financiering van het BKN RWS beleidsarm met twee jaar door te trekken tot en met 2032. Instandhoudingsprojecten dienen bij start voorzien te zijn van budget. Doortrekking geeft RWS de nodige extra ruimte om projecten te programmeren die na 2030 doorlopen.

In de periode tot en met 2032 groeit het beschikbare budget voor instandhouding naar € 3,1 miljard. Dit is inclusief de inzet van een deel van de balanspost Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud en de reguliere ontvangsten. In de budgetten is rekening gehouden met een doelmatigheidswinst die is ingezet voor de Rijksbrede taakstelling uit het voorjaar 2023. De doelmatigheidswinst wordt geschat op een voordeel van 1% in 2026 oplopend tot 5% structureel in 2030. Wij vragen RWS dezelfde kwaliteit van het BKN te leveren. In de tabellen 75 en 76 zijn de budgetten (exclusief inzet deel balanspost en ontvangsten) op de fondsen weergegeven.

Budgetbehoefte ProRail

In november 2023 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de validatie uitgevoerd door PricewaterhouseCoopers (PwC). Hieruit blijkt dat de totale instandhoudingsbehoefte een realistische weergave vormt van de benodigde middelen om het spoor bij gelijke prestaties in stand te houden. Omdat de budgetbehoefte niet in evenwicht was met de beschikbare middelen is er in 2024 samen met ProRail een basiskwaliteitsniveau (BKN) spoor voor de periode vanaf 2026 uitgewerkt. De Tweede Kamer is op 22 maart 2024 geïnformeerd over de denkrichtingen om te komen tot een stabiel, langjarig en robuust instandhoudingsniveau van de Nederlandse spoorinfrastructuur vanaf 2026, zoals dat ook voor de netwerken van RWS is uitgewerkt. Het BKN spoor is het absolute minimum waarbij de instandhoudingsbehoefte en de beschikbare middelen in balans zijn.

Op 7 juni 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de maatregelen die in het kader van basiskwaliteitsniveau spoor met ProRail zijn afgesproken. Hierbij is kritisch afgewogen hoe de basiskwaliteit moet worden vormgegeven en waar mogelijkheden zitten om zaken efficiënter of anders te doen. Met de maatregelen (efficiëntie in de organisatie, efficiëntere inrichting van het onderhoud, doelmatig beheer, onderhoud van stations e.o., verminderde inzet wisselverwarming) is het voorziene tekort tussen de instandhoudingsbehoefte en de beschikbare middelen in de periode 2026-2037 fors gereduceerd. Vervolgens zijn er met ProRail afspraken gemaakt over aanvullende efficiencymaatregelen in het apparaat binnen ProRail. Daarnaast is het voornemen dat de vervoerders vanaf 2030 een hoger procentueel aandeel in de instandhoudingskosten gaan betalen dan in 2023. Voor de periode 2026-2029 blijft het procentuele aandeel voor de vervoerders in de instandhoudingskosten gelijk aan 2023. Door deze aanvullende maatregelen is het tekort verkleind en resteerde een restopgave van € 885 miljoen. De resterende opgave wordt gedekt door een combinatie van middelen uit de extrapolatie 2038 (€ 485 miljoen) en de reservering CA-middelen instandhouding (€ 400 miljoen). De resterende middelen op de Aanvullende Post (AP) ter hoogte van € 600 miljoen worden overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds nu de resterende opgave concreet is gedekt.

Budgetten instandhouding

In de periode tot en met 2038 zijn op de fondsen de volgende budgetten beschikbaar voor instandhouding.

Tabel 75 Budgetten Exploitatie, Onderhoud en Watermanagement RWS (bedragen x € 1.000)

Artikelonderdeel

 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024-2038

Hoofdwegen

                 
 

Exploitatie

6.293

5.676

9.922

10.550

9.764

8.618

8.451

7.824

7.769

4.537

4.537

4.537

4.537

4.537

4.537

102.089

MF 12.02.01

Onderhoud

929.188

983.801

922.160

932.349

946.368

957.055

920.984

920.522

921.307

540.085

571.280

588.346

623.485

628.854

662.593

12.048.377

MF 12.06.02

Overige netwerkgebonden kosten

111.563

115.558

250.758

276.633

233.770

212.924

208.836

192.883

192.515

112.093

112.118

112.119

112.119

112.119

112.119

2.468.127

Totaal budget Exploitatie en Onderhoud Hoofdwegen

1.047.044

1.105.035

1.182.840

1.219.532

1.189.902

1.178.597

1.138.271

1.121.229

1.121.591

656.715

687.935

705.002

740.141

745.510

779.249

14.618.593

                  

Hoofdvaarwegen

                 

MF 15.01

Exploitatie

12.147

10.528

25.221

27.539

23.829

22.161

22.060

25.241

25.006

10.517

10.517

10.517

10.517

10.517

10.517

256.834

MF 15.02.011

Onderhoud

534.055

544.905

498.729

440.081

450.162

447.718

448.514

475.031

476.037

205.483

252.009

253.441

253.441

253.441

253.361

5.786.408

MF 15.06.02

Overige netwerkgebonden kosten

34.067

35.704

87.526

96.170

79.128

73.459

72.972

83.880

83.109

34.937

34.937

34.937

34.937

34.937

34.937

855.637

Totaal budget Exploitatie en Onderhoud Hoofdvaarwegen

580.269

591.137

611.476

563.790

553.119

543.338

543.546

584.152

584.152

250.937

297.463

298.895

298.895

298.895

298.815

6.898.879

                  

Hoofdwatersysteem

                 

DF 3.01.01

Watermanagement

8.048

8.261

14.181

17.098

16.844

16.643

16.977

20.742

21.220

8.523

8.523

8.523

8.523

8.523

8.523

191.152

DF 3.02.01

Onderhoud Waterveiligheid

273.582

325.625

242.678

233.857

235.108

238.031

234.390

263.144

258.141

87.548

119.815

119.815

119.815

119.815

119.815

2.991.179

DF 3.02.02

Onderhoud Zoetwatervoorziening

32.284

32.418

37.788

12.699

13.047

12.710

10.924

11.788

12.096

6.919

7.416

6.919

23.845

23.845

21.170

265.868

DF 5.02.01

Overige netwerkgebonden kosten

69.036

73.224

129.349

151.109

149.363

146.858

149.804

183.008

187.225

75.208

75.208

75.208

75.208

75.208

75.208

1.690.224

Totaal budget Watermanagement en Onderhoud Hoofdwatersysteem

382.950

439.528

423.996

414.763

414.362

414.242

412.095

478.682

478.682

178.198

210.962

210.465

227.391

227.391

224.716

5.138.423

                  

Totaal budget Exploitatie, Onderhoud en Watermanagement RWS

2.010.263

2.135.700

2.218.312

2.198.085

2.157.383

2.136.177

2.093.912

2.184.063

2.184.425

1.085.850

1.196.360

1.214.362

1.266.427

1.271.796

1.302.780

26.655.895

X Noot
1

Dit budget is exclusief Overdracht Brokx-nat en reservering Kustwacht (luchtsurveillance).

Tabel 76 Budgetten Vernieuwing RWS (bedragen x € 1.000)

Artikelonderdeel

 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024-2038

Hoofdwegen

                 

MF 12.02.04

Vernieuwing

329.256

385.522

557.714

518.181

588.110

418.959

441.485

522.348

527.971

303.431

295.173

286.815

297.427

300.022

300.021

6.072.435

Hoofdvaarwegen

                 

MF 15.02.04

Vernieuwing

136.250

248.537

335.423

340.176

258.617

242.514

216.254

190.040

181.348

152.460

161.549

161.549

161.549

161.549

161.549

3.109.364

Hoofdwatersysteem

                 

DF 3.02.03

Vernieuwing

17.015

30.919

56.840

69.632

132.934

179.868

177.744

140.353

140.353

170.124

169.626

170.124

170.124

170.124

109.508

1.905.288

                  

Totaal budget Vernieuwing

482.521

664.978

949.977

927.989

979.661

841.341

835.483

852.741

849.672

626.015

626.348

618.488

629.100

631.695

571.078

11.087.087

Tabel 77 Gereserveerde budgetten instandhouding (bedragen x € 1.000)

Artikelonderdeel

 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024-2038

Mobiliteitsfonds

                 

MF 12.03.02

Reservering areaalgroei hoofdwegen

0

6.284

15.319

20.470

36.774

42.784

42.817

36.441

32.050

32.051

34.974

44.775

44.506

47.125

47.175

483.545

MF 15.03.02

Reservering areaalgroei hoofdvaarwegen

0

0

20.000

20.001

36.302

36.302

36.302

36.302

36.302

36.302

36.302

36.302

36.302

36.302

34.181

437.202

MF 11.03.03

Reservering CA Rutte IV instandhouding

0

0

0

0

0

0

0

0

0

1.000.000

1.054.083

1.070.937

1.120.401

1.120.401

1.251.393

6.617.215

Totaal reserveringen Mobiliteitsfonds

 

0

6.284

35.319

40.471

73.076

79.086

79.119

72.743

68.352

1.068.353

1.125.359

1.152.014

1.201.209

1.203.828

1.332.749

7.537.962

                  

Deltafonds

                 

DF 1.02.01

Reservering areaalgroei hoofdwatersysteem

0

3.482

1.741

1.741

1.741

1.741

1.741

1.742

1.742

1.742

1.742

1.742

1.742

1.742

1.742

26.123

DF 5.04.01

Reservering CA Rutte IV instandhouding

0

0

0

0

0

0

0

0

0

262.266

262.266

262.266

262.266

262.262

269.083

1.580.409

Totaal reserveringen Deltafonds

 

0

3.482

1.741

1.741

1.741

1.741

1.741

1.742

1.742

264.008

264.008

264.008

264.008

264.004

270.825

1.606.532

                  

Totaal reserveringen

0

9.766

37.060

42.212

74.817

80.827

80.860

74.485

70.094

1.332.361

1.389.367

1.416.022

1.465.217

1.467.832

1.603.574

9.144.494

Tabel 78 Budgetten Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing Spoor (bedragen x € 1.000)

Artikelonderdeel

 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2024-2038

Hoofdspoorweginfrastructuur

                 

MF 13.02

Exploitatie

350.961

388.700

422.074

409.762

358.744

359.372

337.203

326.635

330.022

325.972

329.893

336.113

330.521

315.840

319.310

5.241.122

MF 13.02

Onderhoud

922.378

934.568

894.752

818.326

813.040

838.535

830.579

856.802

844.864

826.868

852.551

855.761

885.478

882.975

895.505

12.952.982

MF 13.02

Vernieuwing

1.109.651

711.006

1.005.596

1.077.340

744.725

1.131.170

1.226.968

1.002.865

913.578

844.925

841.457

649.818

621.914

851.829

760.016

13.492.858

MF 13.02

Overige netwerkgebonden kosten

744.498

673.831

618.920

706.157

606.253

609.309

610.614

598.044

601.625

620.183

617.625

616.807

597.315

595.167

614.348

9.430.696

MF 13.02

Gebruiksheffing vervoerders

‒ 461.767

‒ 461.858

‒ 483.787

‒ 483.083

‒ 483.152

‒ 483.161

‒ 483.219

‒ 515.330

‒ 514.491

‒ 514.521

‒ 514.521

‒ 514.129

‒ 514.129

‒ 514.129

‒ 514.129

‒ 7.455.406

Totaal budget Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing Spoor

 

2.665.721

2.246.247

2.457.555

2.528.502

2.039.610

2.455.225

2.522.145

2.269.016

2.175.598

2.103.427

2.127.005

1.944.370

1.921.099

2.131.682

2.075.050

33.662.252

DBFM

Een deel van de instandhouding van de netwerken gebeurt via DBFM-contracten (Design-Build-Finance-Maintain). Bij DBFM is de opdrachtnemer niet alleen verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van het project, maar ook voor de financiering en het totale onderhoud. Het is dus een geïntegreerde contractvorm. Bij traditionele contracten koopt het Rijk een product in: bijvoorbeeld een rijksweg met 2x2 rijstroken. Bij een DBFM-contract neemt het Rijk echter een dienst af: een beschikbare rijksweg, sluis, dijk of spoorweg. Het benodigde budget komt uit drie bronnen: (i) het ontwikkelingsbudget, (ii) het beschikbare exploitatie en onderhoudsbudget van reeds aanwezige infrastructuur en (iii) het budget voor areaalgroei voor dat deel van de infrastructuur dat nieuw wordt aangelegd. Ten behoeve van de aanbesteding van een DBFM-contract wordt een referentieraming opgesteld voor de te verwachten ontwikkel- en exploitatie en onderhoudskosten bij traditionele uitvoering. Deze referentieraming wordt gebruikt om de plafondprijs (het acceptabele maximum) voor de bieding te bepalen. Deze ramingen worden op dezelfde wijze uitgevoerd als de ramingen die voor LCC worden uitgevoerd. De aanbesteding verloopt in een aantal stappen. Na de laatste stap vindt ook de budgettaire verwerking in de begroting plaats. De beschikbare middelen vanuit ontwikkeling en exploitatie en onderhoud (incl. areaalgroei) worden overgeboekt naar het GIV/PPS-artikel. De middelen worden met eenzelfde «netto contante waarde» omgezet in een langjarige reeks ter betaling van de beschikbaarheidsvergoedingen. Dit is de zogenaamde financiële inpassing of DBFM conversie. Er wordt hiermee geen budget toegevoegd aan het project, de kasreeks wordt alleen aangepast aan de contractvorm. De prestatie-eisen en uitrustingsniveaus van de infrastructuur binnen het DBFM-contract zijn dezelfde als die aan RWS worden gesteld. Op het moment van aanbesteden wordt bij de M (maintain) van DBFM, een serviceniveau uitgevraagd dat past bij het onderhoudsregime wat op dat moment van toepassing was. Dat niveau geldt voor de looptijd van het contract en is daarmee niet budgettair flexibel. Bij DBFM geldt dat voor een periode van 20–25 jaar het consortium verantwoordelijk is voor het onderhoud van infrastructuur. Na afloop van het DBFM-contract valt dit deel van het areaal weer binnen het reguliere exploitatie en onderhoud van RWS. De mutaties tussen het exploitatie-, onderhoud- en vernieuwingartikel (voor wegen artikelonderdeel 12.02, vaarwegen artikelonderdeel 15.02, voor het hoofdwatersysteem artikel 3.02) en het DBFM artikel (voor wegen artikelonderdeel 12.04, vaarwegen artikelonderdeel 15.04, voor het hoofdwatersysteem artikel 4.02) zijn zichtbaar in de begroting en worden toegelicht. Na afloop van een DBFM-contract wordt het exploitatie- en onderhoudsdeel weer aan de reguliere exploitatie- en onderhouds-budgetten van RWS toegevoegd. In onderstaand overzicht is aangegeven voor welke projecten DBFM-contracten zijn afgesloten. Voor de financiering van deze projecten is het genoemde exploitatie- en onderhoudsbudget (per jaar) ingezet. Dit komt na afloop van het DBFM-contract weer beschikbaar tegen het dan geldende prijspeil.

Tabel 79 Overzicht DBFM-projecten

Project

Areaalinformatie

Einde DBFM-contract

Uitgenomen BenO-budget/jaar

Hoofdwegennet

Baanlengte1

Grote kunstwerken

Wegconfiguratie in M-fase

  

A12 Lunetten–Veenendaal

65 km

 

2x4, 2x3

2033

5,9 mln.

A10 Tweede Coentunnel

39 km

1ste en 2de Coentunnel

2x3+2x2, 2x4

2037

12,0 mln.

N33 Assen–Zuidbroek

105 km

 

2x2

2034

2,8 mln.

A15 Maasvlakte–Vaanplein

129 km

nieuwe Botlekbrug, Thomassentunnel, Botlektunnel

2x3+2x2, 2x3, 2x2

2035

31,7 mln.

A1/A6 Diemen–Almere Havendreef (SAA)

72 km

Aquaduct Muiden, verbrede Hollandse Brug

2x5+2, 2x4+2

2042

11,9 mln.

A12 Veenendaal–Ede–Grijsoord

50 km

 

2x3

2032

2,2 mln.

A9 Holendrecht–Diemen (Gaasperdammerweg, SAA)

41 km

Gaasperdammer-tunnel

2x5+1

2038

14,2 mln.

N18 Varsseveld Enschede

70 km

 

2x2+2x1

2043

1,8 mln.

A27/A1 Utrecht Noord - knpt. Eemnes - Bunschoten

53 km

 

2x3+2x4

2043

3,9 mln.

A6 Almere (SAA)

39 km

 

2x5

2039

3,3 mln.

A24 Blankenburgverbinding

35 km

Maasdeltatunnel, Hollandtunnel

2x3

2043

10,1 mln.

A16 Rotterdam

37 km

Rottemerentunnel

2x2+2x3

2043

7,2 mln.

A9 Badhoevedorp – Holendrecht (Amstelveen)

52 km

 

2x4+1

2038

2,6 mln.

A15/A12 Ressen - Oudbroeken (ViA15)

87 km

Brug over het Pannerdensch kanaal

2x3 + 2x2

2044

6,1 mln.

Hoofdvaarwegennet

Vaarweglengte

Grote kunstwerken

   

Keersluis Limmel

 

Nieuwe Keersluis Limmel, incl. verkeersbrug over sluis

 

2048

0,4 mln.

Beatrixsluis 3e Kolk

4 km

Complex Prinses Beatrixsluis incl. baggeren, onderhoud oevers en ligplaatsen langs Lekkanaal

 

2046

2,8 mln.

Zeetoegang IJmond

 

Nieuwe zeesluis en sluiseilanden

 

2045

2,5 mln.

Sluis Eefde

 

Nieuwe schutsluis inclusief onderhoud voorhavens (bestaande schutsluis tot 2021)

 

2047

1,0 mln.

Hoofdwatersysteem

 

Grote kunstwerken

   

Afsluitdijk

 

Afsluitdijk, spuicomplexen en keringen Den Oever en Kornwerderzand

 

2047

9,3 mln.

Hoofdspoorweginfrastructuur

Spoorweglengte

Grote kunstwerken

   

HSL

85 km

Tunnel Groene Hart, Doorgaand Spoorviaduct Bleiswijk, Tunnel Rotterdam Noord, Tunnel Oude Maas, Tunnel Dordtse Kil, Brug Hollands Diep

 

2031

N.v.t.

X Noot
1

Baanlengte omvat: hoofdrijbanen, verbindingswegen en op- en afritten.

3. Overig

We zijn op weg naar een situatie waarin we een grotere instandhoudingsbehoefte moeten aankunnen om onze netwerken veilig, beschikbaar en betrouwbaar te houden. De komende jaren zien we als een transitiefase waarin RWS en ProRail stapsgewijs kunnen toegroeien naar deze situatie. Maakbaarheid is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Beide uitvoerders en de markt kunnen immers niet van vandaag op morgen structureel extra werk leveren. Uitvoeren van extra werk vraagt om een gedegen voorbereiding, aanbesteding en werving van personeel.

Ontwikkelplan Assetmanagement Rijkswaterstaat-netwerken

In 2020 is de instandhoudingsbehoefte gevalideerd. Dat heeft ertoe geleid dat naast financiële maatregelen ook – in lijn met de aanbevelingen van Horvat en PwC/Rebel – maatregelen genomen worden om het assetmanagement voor het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem te verbeteren. Daartoe is het Ontwikkelplan Assetmanagement IenW opgesteld. De Tweede Kamer is hierover december 2020 geïnformeerd.

Met het Ontwikkelplan is de ambitie voor de door RWS beheerde netwerken neergezet die past bij instandhoudingsopgave op deze netwerken. Assetmanagement is er om deze netwerken met oog voor de omgeving op een duurzame wijze beter te laten presteren zodat de gebruikers er nu en in de toekomst veilig gebruik van kunnen blijven maken. Het assetmanagement wordt zodanig ingericht dat RWS op ieder moment in samenhang inzicht kan bieden in de staat en het presteren van de netwerken, de risico’s en kosten en op een veilige, betrouwbare en voorspelbare wijze diensten aan de maatschappij kan blijven verlenen. Het verbeterde assetmanagement resulteert erin dat IenW richting de Tweede Kamer en samenleving overtuigende en inzichtelijk goede beslisinformatie kan opleveren om te komen tot realistische, betere, efficiëntere keuzes in het ontwikkelen, in stand houden en bedienen van de netwerken. En het resulteert erin dat RWS betrouwbaar, voorspelbaar en eenduidig de instandhoudingsmaatregelen programmeert, plant, uitvoert opdat de netwerken zo efficiënt en effectief mogelijk functioneren.

Met bovenstaande aanpak professionaliseert IenW op alle stappen van zijn assetmanagement om de netwerken in lijn te brengen en te houden met het met de Kamer afgesproken kwaliteitsniveau voor een veilig, leefbaar en bereikbaar NL. De ambitie is dat RWS conform afspraak eind 2025 in lijn met de internationale standaard werkt, de ISO-55001. In lijn betekent op niveau van certificeerbaarheid. Dat is geen 10, maar goed genoeg en klaar voor continue verbetering.

Bijlage 5: ProRail

In de kabinetsreactie op het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie spoor (Kamerstukken II 2011–2012, 32 707, nr. 16) is een pakket maatregelen aangekondigd om de informatievoorziening naar de Tweede Kamer beter en transparanter te maken (aanbevelingen 14 en 15). Een deel van deze maatregelen is verwerkt in de erdiepingsbijlagen. In deze bijlage wordt de informatie verstrekt die de aansluiting tussen de middelen op het Mobiliteitsfonds en de bestedingen door ProRail betreft. In deze bijlage zijn de volgende onderdelen opgenomen:

  • 1. Kasstroomoverzicht ontvangsten en uitgaven Mobiliteitsfonds 2025 (spoor);

  • 2. Overzicht van de baten en lasten ProRail 2024–2030;

  • 3. Kasstroomoverzicht ontvangsten en uitgaven ProRail 2023;

  • 4. Balansposten ProRail 2023.

In bijlage 4 Instandhouding zijn de gegevens over ProRail ten behoeve van het areaal, de prestaties en budgetten opgenomen.

Deze bijlage zal vanaf de ontwerpbegroting 2026 niet meer worden opgenomen. De huidige informatiewaarde van de MF begroting tezamen met het MIRT Overzicht voorzien in een ruim toereikende informatievoorziening en voldoende transparantie om aan het hierboven genoemde maatregelen pakket te voldoen.

Figuur 9 Kasstroomoverzicht ontvangsten en uitgaven Mobiliteitsfonds 2025 (spoor)

Tabel 80 Staat van baten lasten ProRail (bedragen x € 1 miljoen)

Staat van baten en lasten ProRail 2023-2030 (bedragen x € 1 miljoen, excl. BTW) (Bron: ProRail)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

        

Exploitatiebijdrage moederdepartement

1.181

1.102

1.242

1.261

1.243

1.259

1.243

Gebruiksvergoeding vervoerders

420

486

438

439

440

451

451

Overige opbrengsten

32

31

31

31

31

31

31

Baten

1.633

1.620

1.712

1.731

1.713

1.741

1.725

        

Kosten van uitbesteed werk en doorbelaste uren

1.140

1.139

1.243

1.193

1.253

1.282

1.263

Personeelskosten en overige kosten

757

751

729

724

722

719

721

Geactiveerde en doorbelaste uren

‒ 363

‒ 363

‒ 353

‒ 351

‒ 349

‒ 348

‒ 345

Kapitaallasten

98

92

92

165

87

87

87

Lasten

1.633

1.620

1.712

1.731

1.713

1.741

1.725

        

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

0

0

0

Tabel 81 Kasstroomoverzicht ProRail 2023 (bedragen x € 1 miljoen)

Kasstroomoverzicht ProRail 2023 (Bron: jaarrekening ProRail 2023)

Operationele activiteiten

Investerings-activiteiten

Totaal

    

Ontvangsten uit Mobiliteitsfonds

1.078

1.459

2.537

Ontvangsten van vervoerders

372

0

372

Ontvangsten van derden

129

194

323

Ontvangsten interest

19

 

19

Ontvangsten totaal

1.599

1.653

3.251

    

Betalingen aan leveranciers

1.453

1.387

2.840

Betalingen aan werknemers

406

126

532

Betalingen aan banken (rente en aflossing)

5

0

5

Afdracht BTW aan fiscus

124

0

124

Betalingen totaal

1.988

1.513

3.501

    

Mutatie liquide middelen

‒ 389

140

‒ 250

    

Liquide middelen per 31-12-2023

290

  

Liquide middelen per 31-12-2022

539

  

Afname liquide middelen 2023

‒ 249

  
Tabel 82 Balansposten ProRail (bedragen x € 1 miljoen)

Liquide middelen ProRail 2023 (Bron: jaarrekening ProRail 2023)

EOV

Aanleg

Totaal

    

Vooruit ontvangen bijdragen van derden

212

95

307

Vooruit ontvangen bijdragen van IenW

‒ 17

26

9

Vooruit ontvangen bijdragen

195

121

316

    

Nog te egaliseren investeringsbijdragen

23

48

71

Nog te egaliseren exploitatiebijdragen

‒ 67

0

‒ 67

Nog te egaliseren bijdragen

‒ 44

48

4

    

Getroffen voorzieningen en overige reserves

  

56

Saldo nog te betalen / vooruit betaalde kosten

  

‒ 87

Nog te betalen kosten

  

‒ 31

    

Liquide middelen per 31-12-2023

  

290

Bijlage 6: DBFM-conversies

Kenmerken DBFM-contracten

Een DBFM-contract is een geïntegreerde contractvorm, waarbij de opdrachtnemer verantwoordelijk is voor het ontwerp (design), de bouw (build), financiering (finance) en het onderhoud (maintain). De opdrachtgever gaat binnen een DBFM-contract een langlopende verplichting aan met een consortium van private partijen. Gedurende een periode van 20–25 jaar betaalt het Rijk een vergoeding aan het consortium voor de beschikbaarheid van de infrastructuur (beschikbaarheidsvergoeding). Voorts is een kenmerk van DBFM-contract een langjarig en vlak betalingsritme.

Verwerking potentiële DBFM-projecten in de verkenning- en planuit-werking

Bij de DBFM-projecten in voorbereiding wordt in de begroting op voorhand geen rekening gehouden met dit afwijkende betalingsritme dat kenmerkend is voor DBFM-contracten. Net als voor andere MIRT-projecten wordt bij de betreffende modaliteit het volledige bedrag voor aanleg geraamd op het artikel voor verkenning en planuitwerking en wordt een reservering voor het onderhoud gemaakt binnen de reguliere onderhoudsbudgetten en/of de investeringsruimte. Mocht in een later stadium een aanbesteding in DBFM-vorm toch niet mogelijk of opportuun blijken, dan blijft een meer klassieke aanbesteding via deze werkwijze altijd mogelijk.

Verwerking DBFM-contracten na overgang in de realisatie- en exploitatiefase

Bij de afronding van de aanbesteding van een DBFM-contract is de exacte omvang van de langjarige verplichting bekend. In de eerstvolgende begroting worden in samenspraak met het Ministerie van Financiën de klassieke reserveringen op de IenW-begroting gecorrigeerd voor het afwijkende kasritme van het DBFM-contract.11Een betaling aan een DBFM-consortium is een gecombineerde vergoeding voor onder meer de aanleg en het onderhoud van de infrastructuur, daarom wordt het volledige budget vervolgens geplaatst op het artikel voor geïntegreerde contractvormen bij de betreffende modaliteit.

Figuur 10

Bijlage 7: Tol

Scope

De Wet Tijdelijke Tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15, die op 15 maart 2016 in werking is getreden, bevat het wettelijk kader om voor de projecten A24 Blankenburgverbinding en A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) tol te heffen. In de wet is opgenomen dat het tolsysteem verder wordt uitgewerkt in een uitvoerings- en een handhavingsplan die aan de Staten-Generaal worden overlegd voordat de tolheffing van start gaat. Het uitvoeringsplan gaat nader in op de wijze waarop het passerende verkeer wordt geregistreerd, de betalingsmogelijkheden en de wijze waarop weggebruikers en kentekenhouders in contact kunnen treden met vragen en klachten over het betalen van tol, herinneringen of boetes. Het handhavingsplan bevat een omschrijving van hoe het toezicht is georganiseerd, de wijze waarop een boete wordt opgelegd en hoe deze wordt geïnd.

Het uitvoerings- en het handhavingsplan zijn in het najaar 2023 aan de Kamer voorgelegd. Dat was ruim voor de openstelling van de A24 Blankenburgverbinding en de start van de tolheffing, die naar verwachting in december 2024 plaatsvindt. De precieze start van tolheffing op de ViA15 is afhankelijk van de Raad van State-uitspraak over het Tracébesluit ViA15. Vooralsnog wordt niet uitgegaan van ingebruikname ViA15 en start tolheffing voor 2030.

Financieel

Het doel van de tolheffing is om een financieringsbehoefte voor beide aanlegprojecten te dekken. Deze behoefte komt tot uiting in een tolopgave van € 392 miljoen voor de Blankenburgverbinding en van € 354 miljoen voor de ViA15 (prijspeil 2024). De tolopbrengsten dienen deze tolopgave, maar ook de uitvoeringskosten voor tolheffing te dekken. Deze uitvoeringskosten betreffen de invoeringskosten van tolheffing en de cumulatieve kosten voor exploitatie tijdens de periode waarin tol geheven wordt.

Organisatie

De tolheffing wordt samen met de uitvoeringsorganisaties RDW, CJIB, RWS en ILT verder uitgewerkt.

Specificatie inkomsten en uitgaven

In onderstaande tabel is het totaaloverzicht opgenomen van de verwachte inkomsten en uitgaven.

Tabel 83 Specificatie inkomsten en uitgaven (bedragen x € 1.000)

Uitgaven

Artikel

t/m 2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

Rijksbijdrage voor realisatie Tolsysteem en -organisatie

 

53.806

42.900

4.338

             

- bijdrage aan Rijkswaterstaat

MF 12.06/12.03

2.793

2.094

100

             

- bijdrage aan RDW

MF12.03

37.141

23.491

1.500

             

- bijdrage aan ILT

HXII art. 24

  

100

             

- bijdrage aan Centraal Justitieel Incassobureau

MF 12.03

3.763

2.781

300

             

- uitgaven programmaorganisatie IenW

MF 12.03/HXII art. 98

10.110

1.300

1.000

             

- nog toe te wijzen

MF12.03

0

13.234

1.338

             

Rijksbijdrage voor realisatie Exploitatie Tolsysteem

 

0

18.442

47.390

40.570

34.582

28.682

28.746

21.912

21.463

20.662

19.989

20.064

20.105

20.040

19.402

5.207

Subtotaal Blankenburgverbinding

 

53.806

61.342

51.728

40.570

34.582

28.682

28.746

21.912

21.463

20.662

19.989

20.064

20.105

20.040

19.402

5.207

                  

Rijksbijdrage voor realisatie Tolsysteem en -organisatie

 

400

  

1.880

3.760

6.652

9.400

         

- bijdrage aan Rijkswaterstaat

MF 12.06/12.03

400

  

700

900

2.900

1.200

         

- bijdrage aan RDW

MF12.03

   

200

800

800

4.400

         

- bijdrage aan ILT

HXII art. 24

    

100

100

100

         

- bijdrage aan Centraal Justitieel Incassobureau

MF 12.03

   

200

400

400

400

         

- uitgaven programmaorganisatie IenW

MF 12.03/HXII art. 98

   

200

400

400

400

         

- nog toe te wijzen

MF12.03

   

580

1.160

2.052

2.900

         

Rijksbijdrage voor realisatie Exploitatie Tolsysteem

        

18.188

16.075

14.313

12.480

12.483

12.396

12.379

13.179

24.453

Subtotaal ViA15

 

400

  

1.880

3.760

6.652

9.400

18.188

16.075

14.313

12.480

12.483

12.396

12.379

13.179

24.453

Totaal uitgaven Tol

 

54.206

61.342

51.728

42.450

38.342

35.334

38.145

40.100

37.538

34.975

32.470

32.547

32.501

32.419

32.581

29.660

Ontvangsten

                 

Totaal geraamde ontvangsten tol

MF 12.09

 

29.256

100.181

103.066

95.958

88.716

151.294

150.448

148.337

124.022

53.752

49.754

49.754

9.756

82.730

82.733

Ontvangsten voor realisatie tolsysteem*

MF 12.09

 

12.293

12.290

12.290

12.290

12.290

12.290

12.290

12.290

12.290

12.285

     

* De geraamde ontvangsten zijn niet geactualiseerd ten opzichte van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2024.

                 

Toelichting op tabel

  • Voor de realisatie en exploitatie van tol is er een aantal rollen en taken die vervuld worden, die betrekking hebben op zowel reguliere inning als voor de wettelijke aanmaning en handhaving.

  • Voor het mogelijk maken om tol te kunnen innen, moeten de uitvoeringsorganisaties zich gedegen voorbereiden, systemen aanpassen en producten en diensten inkopen. Daarnaast dient ook IenW voorbereidingen te treffen. De realisatiekosten die hierbij worden gemaakt komen ten laste van de tolopgave. Deze kosten zijn geactualiseerd ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2024.

  • Naast de realisatiekosten voor het tolsysteem worden de exploitatiekosten van tolheffing gedekt uit de tolontvangsten op deze verbindingen. Deze kosten zijn uitgesplitst naar de twee aanlegprojecten. Deze kosten zijn volledig herzien op basis van de meest actuele inzichten en geactualiseerde ramingen bij de uitvoeringsorganisaties en bij het project Tijdelijke Tolheffing. Deels zijn deze kosten volume-afhankelijk en afhankelijk van het aantal passages op beide wegen. Deels betreft het vaste kosten onafhankelijk van het gebruik van beide wegen. De volume-afhankelijke kosten zijn aan het desbetreffende aanlegproject toegerekend. Voor de verdeling van de volume-onafhankelijke exploitatiekosten over beide aanlegprojecten is een verdeelsleutel bepaald op basis van de verkeersvolumes op beide wegen.

  • Op basis van de verwachte verkeersvolumes van het tolsysteem betreffen de verschuldigde tolbedragen en de ontvangsten uit betaalherinneringen en boetes indien een eenmalige betaling niet tijdig plaatsvindt.

  • Verschillende cijfers in de tabel kennen nu nog een behoorlijke onzekerheid en zijn mede afhankelijk van hoe het tolsysteem in de praktijk functioneert. Een nauwkeurige raming van de verwachte duur van de tolheffing is daarom pas te geven nadat er enige jaren tol geheven is.

Bijlage 8: Lijst van afkortingen

Tabel 84 Lijst van afkortingen

Afkorting

 

AOV

Achterstallig Onderhoud Vaarwegen

AMvB

Algemene Maatregel van Bestuur

APB

Activiteitenplan en Begroting

ATB-Vv

Automatische Treinbeïnvloeding – Verbeterde versie

BBV

Blankenburgverbinding

BCF

Btw-compensatiefonds

BenO

Beheer en onderhoud

BKN

Basiskwaliteitsniveau

BNG

Betalen naar gebruik

BO MIRT

Bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

BRG

Bestaand Rotterdams Gebied

BroNs

Brandweer op Noordzee

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

CA

Coalitieakkoord

CID

Central Innovation District

CJIB

Centraal Justitieel Incassobureau

CZSK

Commando Zeestrijdkrachten

DBFM

Design, Build, Finance and Maintain

DF

Deltafonds

DLP

Defensie Lifecycle Plan

DMO

Defensiematerieelorganisatie

DUMO

Duurzame Mobiliteit

DVM

Dynamisch Verkeersmanagement

EOV

Exploitatie, onderhoud en vernieuwing

EPK

Externe productiekosten

ERTMS

European Rail Traffic Management System

ETV

Emergency Towing Vessels

EU

Europese Unie

EZ

Ministerie van Economische Zaken

FES

Fonds Economische Structuurversterking

FIN

Ministerie van Financiën

GF

Gemeentefonds

GIV-PPS

Geïntegreerde contractvorm - Publick Private Samenwerking

HBR

Havenbedrijf Rotterdam

HLA

Hoofdlijnenakkoord

HOV

Hoogwaardig openbaar vervoer

HRN

Hoofdrailnet

HSL

Hogesnelheidslijn

HVWN

Hoofdvaarwegennet

HWN

Hoofdwegennet

HXII

Hoofstuk 12 begroting Ministerie van Infrastructuur en waterstaat

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

IenW

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

ILT

Inspectie Leefomgeving en Transport

IMA

Integrale Mobiliteitsanalyse

IRM

Integraal Riviermanagement

JIVC

Joint Informatievoorziening Commando

KGG

Ministerie van Klimaat en Groene Groei

KM

Koninklijke Marine

KNRM

Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij

KPI

Kernprestatie indicatoren

KWC

Kustwachtcentrum

LCC

Life Cycle Costs

LVVN

Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

LTSa

Lange Termijn Spooragenda

LVO

Landelijk Verbeterprogramma Overwegen

MF

Mobiliteitsfonds

MIRT

Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

MJPG

Meerjarenprogramma Geluidsanering

MOC

Maritiem Operatie Centrum

NaNov

Na Noord-Oostelijke Verbinding

NDW

Nationaal Dataportaal Wegverkeergegevens

NoMo

Nota Mobiliteit

NOVEX

Nationale Omgevingsvisie Extra

NOVI

Nationale Omgevingsvisie

NS

Nederlandse Spoorwegen

NSL

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit

NSP

Nieuwe Sleutelprojecten

NST

Nieuwe Sluis Terneuzen

NUTW

Nog uit te voeren werk

NVGS

Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen

NVWA

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

OCW

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

OV

Openbaar Vervoer

OV SAAL

Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad

OVS

Openbaar Vervoer en Spoor

OVT

Openbaar Vervoer Terminal

PB

Projectbesluit

PEGA

Parlementaire Enquêtecommissie aardgaswinning Groningen

PF

Provinciefonds

PHS

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

PKB

Planologische Kernbeslissing

PMR

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

POK

Parlementaire Ondervragingscommisie Kinderopvangtoeslag

PPC

Publiek Private Comparator

PPS

Publiek-Private Samenwerking

RDW

Rijksdienst voor Wegverkeer

RISM

Road Infrastructure Safety Management

RKPIJ

Rivierklimaatpark IJsselpoort

RMf

Regionale Mobiliteitsfondsen

RSP

Regiospecifiek Pakket

RSP-ZZL

Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn

RWS

Rijkswaterstaat

SAA

Schiphol-Amsterdam-Almere

SAAL

Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad

SAP

Systeme, Anwendungen und Produkte

SAR

Search and Rescue-helikopters

SCM

Strategisch Capaciteitsmanagement

SEB

Schoon en Emissieloos Bouwen

SLA

Service Level Agreement

SodM

Staatstoezicht op de Mijnen

SPUK

Specifieke Uitkering

SPV

Strategisch Plan Verkeersveiligheid

TB

Tracébesluit

TEN-T

Trans Europese Transport Netwerken

TTH

Tijdelijke Tolheffing

TVOV

Transitievangnet OV

UPGE

Uitvoeringsprogramma geluidemplacementen

UWO

Uitwerkingsovereenkomst

VenR

Vervanging en reparatie

VGR

Voortgangsrapportage

VWH

Vrachtwagenheffing

WOO

Wet Open Overheid

WOZ

Wind op Zee

ZAD

Zuidasdok

zbo

Zelfstandig bestuursorgaan

ZZL

Zuiderzeelijn


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 A, nr. 65 (aankondiging voornemen) en Kamerstuk 36 410 A, nr. 2 (implementatie in begroting).

X Noot
2

Kamerstuk 29984 nr. 1202

X Noot
3

Kamerstuk 31 409, nr. 373

X Noot
4

Kamerstuk 34 244, nr. 3

X Noot
5

Kamerstuk 29 385, nr. 119

X Noot
6

Kamerstuk 36 200 A, nr. 65 (aankondiging voornemen) en Kamerstuk 36 410 A, nr. 2 (implementatie in begroting).

X Noot
7

Kamerstukken II 2022-2023, 29385, nr. 119.

X Noot
8

Kamerstukken II 2022-2023, 36200 A, nr. 65 (aankondiging voornemen) en Kamerstukken II 2023-2024, 36410 A, nr. 2 (implementatie in begroting).

X Noot
9

De paragraaf «Instandhouding Rijkswaterstaat-netwerken» beantwoordt de toezegging aan de heer Van Dijk uit het WGO Jaarverslag IenW 2023 van 26 juni om inzicht te geven in het huidige stand van zaken van het meerjarenplan instandhouding.

X Noot
10

De prestatie-indicator is gedefinieerd als het percentage van het areaal in het rivierengebied waar de actuele vegetatie de norm in de Vegetatielegger niet overschrijdt.

X Noot
11

Technisch gezien betekent dit een verlaging van het uitgavenplafond (van het begrotingstotaal van het Mobiliteitsfonds) in de jaren waarin het kasbudget geraamd stond en een verhoging van het uitgavenplafond (van het begrotingstotaal van het Mobiliteitsfonds) in de jaren waarin er een beschikbaarheidvergoeding nodig is.

Naar boven