36 600 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

36 600 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2025

36 600 C Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2025

Nr. 41 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2024

Zoals ik reeds heb gemeld bij de Algemene Financiële Beschouwingen is de doorwerking van de herziening van de CBS-revisie per abuis gedeeltelijk verwerkt in het accres voor gemeenten en provincies. Via deze brief geef ik u, mede namens de fondsbeheerders, meer achtergrond.

Bij de Miljoenennota 2025 zijn voor het eerst de accressen (de jaarlijkse ophoging van de fondsen) van het Gemeente- en Provinciefonds geactualiseerd op basis van de nieuwe bbp-systematiek. Het uitgangspunt van deze bbp-systematiek is dat het Gemeente- en Provinciefonds meerjarig de ontwikkeling van het nominaal bruto binnenlands product volgen. Deze ontwikkeling is gesplitst in een volumedeel en een prijsdeel. Het volumedeel is gebaseerd op een 8-jaars (t-9 t/m t-2) historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het bbp.

Bij Miljoenennota zijn de ramingen (2024 en verder) voor bbp-volume en bbp-prijs aangepast op basis van de macro-economische cijfers van het CPB (MEV 2025). Afgelopen zomer heeft het CBS een revisie van het bbp gepubliceerd. Doordat het volumedeel van het accres wordt gebaseerd op t-9 tot en met t-2 had ook de bbp-volume index voor de periode 2015 tot en met 2023 aangepast moeten worden.

Het volledig doorvoeren van de CBS-revisie leidt tot een hogere bbp-index voor 2025–2029 dan in de Miljoenennota 2025 geraamd. De index voor het volumedeel wordt door de revisie circa 0,1% hoger voor 2025–2029. Dit heeft gevolgen voor het gereserveerde accres van het Gemeentefonds, Provinciefonds en het BTW-compensatiefonds (BCF) van indicatief 60 miljoen in 2025 oplopend tot circa 300 miljoen structureel. Gemeenten en provincies zijn hier over geïnformeerd, zodat zij hier rekening mee kunnen houden in de begroting. De budgettaire gevolgen worden verwerkt bij de Voorjaarsnota inclusief de dan laatst geldende macro-economische raming van het CPB (CEP 2025).

De Minister van Financiën, E. Heinen

Naar boven