36 592 Defensienota 2024 – Sterk, slim en samen

Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2024

Op 3 juni jl. stuurde mijn ambtsvoorganger u de Kamerbrief «Een dienmodel dat past bij een schaalbare krijgsmacht» (Kamerstuk 36 124, nr. 45). Die brief was bedoeld om het gesprek op gang te brengen over een nieuw dienmodel dat Defensie in staat stelt om zo snel mogelijk mee te kunnen bewegen met de dreiging. Anders gezegd, verken de mogelijkheden voor een dienmodel dat ook voorziet in maatregelen met een (gradueel) meer verplichtend karakter tussen vredestijd en oorlogstijd. Definitieve keuzes in het kader van het dienmodel werden overgelaten aan een nieuw kabinet.

Deze brief beschrijft een eerste stap van het nieuwe kabinet met het nieuwe dienmodel. Defensie zal het instrument van de enquête inzetten om de instroom te verhogen. Zoals in het vervolg van deze brief wordt toegelicht, laat Defensie hierbij een directe koppeling tussen de enquête en het dienjaar – zoals voorgesteld in de motie-Erkens c.s. (Kamerstuk 36 410 X, nr. 42) – los. De enquête wordt een middel om zowel beroepsmilitairen, dienjaarmilitairen als reservisten te werven. In deze brief informeer ik u over de eerste stappen rondom de invoering van een enquête. Over de overige elementen van de motie-Erkens wordt u geïnformeerd in een separate brief.

Enquête

Uw Kamer heeft met de motie-Erkens c.s. onder meer verzocht om voor de verdere opschaling van het dienjaar een enquête toe te voegen aan de dienstplichtbrief voor 17-jarigen. Daarbij werd verwezen naar het succes van een verplichte enquête onder 18-jarigen in Zweden. Bij het verplichte karakter van de enquête in Zweden moet de kanttekening worden gemaakt dat er een belangrijk verschil is tussen de Nederlandse en Zweedse situatie. Zweden heeft de militaire dienstplicht opnieuw ingevoerd. Het dienjaar in Zweden is dus niet vrijwillig, maar een manier waarop Zweedse jongeren hun dienstplicht vervullen. De Zweedse verplichte enquête is een eerste selectie-instrument voor de dienstplicht, terwijl een enquête in Nederland een additioneel wervingsinstrument moet worden voor een (vooralsnog) vrijwillige verbintenis met Defensie.

Naar aanleiding van de motie-Erkens heeft mijn ambtsvoorganger een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren naar de haalbaarheid van een enquête ten behoeve van de opschaling van het Dienjaar Defensie. Het onderzoek naar verschillende varianten van een enquête is als bijlage gevoegd bij deze brief. Uit het onderzoek blijkt dat voor welke invulling Defensie ook kiest, er juridisch en praktisch huiswerk te doen is voordat de enquête kan (en mag) worden ingevoerd. Het gaat daarbij om de volgende zaken:

Juridische vereisten

  • Creëer een wettelijke grondslag voor een wervende enquête onder jongeren (18–27 jarigen).

  • Sluit een nieuw contract af met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het gebruik van de persoonsgegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP) ten behoeve van de enquête, waarbij het maatschappelijk belang van de enquête wordt aangetoond.

  • Implementeer de aanvullende data beveiligingseisen (DPIA) voor het opslaan en verwerken van persoonsgegevens.

Uitvoering enquête

  • Stel in samenspraak met het CBS een enquête op om een beeld te krijgen hoe jongeren aankijken tegen de verschillende facetten van het werk bij Defensie. De enquête wordt vooraf getest bij de doelgroep.

  • Borg dat de reacties op de enquête verwerkt kunnen worden en opgeslagen kunnen worden.

Op grond van het bovengenoemde onderzoek heb ik besloten te beginnen met het invoeren van een vrijwillige enquête. Deze enquête wordt een instrument dat beoogt het dienmodel en daarmee de schaalbare krijgsmacht als geheel te ondersteunen. De directe koppeling aan de dienstplichtbrief en aan het dienjaar wordt losgelaten. De enquête richt zich op een bredere doelgroep van jongeren, in de leeftijd van 18–27 jaar. Defensie heeft de ambitie gesteld om in 2030 een gevulde organisatie te zijn, die schaalbaar kan meebewegen met de dreiging. Een toekomstbestendige krijgsmacht die in staat is snel op te schalen in de aanloop naar een conflictsituatie. Daarvoor is een geleidelijk groeipad nodig naar een instroom van circa 9.000 nieuwe militairen per jaar vanaf 2029, in een mix van beroepsmilitairen, dienjaarmilitairen en reservisten. De vrijwillige enquête moet bijdragen aan die totale instroom. Respondenten kunnen instromen als beroepsmilitair, dienjaarmilitair of reservist. Het dienjaar is vanwege het laagdrempelige karakter een prima eerste kennismaking met Defensie. De verwachting is dan ook dat de enquête in eerste instantie zal bijdragen aan verhoging van de instroom in het dienjaar.

Defensie streeft ernaar om reeds in 2025 kleinschalig te beginnen met het aanschrijven van een beperkt deel van de doelgroep: een referentiegroep. Parallel werken we aan het tijdig voldoen aan alle juridische vereisten en de praktische voorbereidingen om de enquête op te kunnen schalen. Of een vrijwillige enquête een significante vergroting van de instroom oplevert zal zorgvuldig worden gemonitord.

Deze eerste stap richting een nieuw dienmodel zal uiteraard niet de laatste zijn. Over de vervolgstappen die nodig zijn, informeer ik u in een separate Kamerbrief.

De Staatssecretaris van Defensie, G.P. Tuinman

Naar boven