36 582 Wijziging van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen in verband met het op onderdelen in balans brengen van deze wetten tussen bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving (Participatiewet in balans)

E BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2025

Recent heb ik uw Kamer de nota n.a.v. het verslag Participatiewet in balans doen toekomen.1 Mijn streven was om uw Kamer het verslag voor het zomerreces aan te bieden, ten behoeve van een spoedige parlementaire behandeling. Per abuis is bij het verslag echter geen spoedbrief toegevoegd. Hierbij doe ik dit alsnog.

Om de inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2026 van een aantal maatregelen in het wetsvoorstel Participatiewet in balans mogelijk te maken is het van belang dat het wetsvoorstel vóór 1 oktober door uw Kamer behandeld wordt. Gemeenten hebben voldoende tijd nodig om deze maatregelen, die belangrijk zijn voor mensen, goed te kunnen implementeren en hun inwoners hierover tijdig te kunnen informeren. Dit draagt bij aan de uitvoerbaarheid van de wetgeving.

Daarom wil ik uw Kamer verzoeken te kijken naar de mogelijkheden om het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk te behandelen. Ik realiseer mij daarbij dat een zorgvuldige wetsbehandeling veel tijd vergt en dat ik veel flexibiliteit van de Eerste Kamer vraag in een periode met een volle agenda.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel


X Noot
1

Kamerstukken I, 2024/25, 36 582, nr. D.

Naar boven