36 578 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet op de loonbelasting 1964 en enige andere wetten in verband met de verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel

H MOTIE VAN HET LID VAN WIJK C.S.

Voorgesteld 25 november 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Wet toekomst pensioenen de deelnemers nauwelijks tot geen inspraak biedt in hun pensioenregeling;

constaterende dat het uiteindelijke financiële risico van de pensioenregeling bij de deelnemers ligt en niet bij het pensioenfonds;

constaterende dat middels de Geschilleninstantie Pensioenen (GIP) deelnemers formeel wel rechtsbescherming hebben, maar feitelijk niet;

verzoekt de regering om concrete maatregelen te treffen voor de feitelijke rechtsbescherming van de deelnemers;

verzoekt de regering om de bevoegdheden van GIP uit te breiden zodat op de inhoud van de regeling getoetst kan worden en de rechtsbescherming van de deelnemers geborgd is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Wijk

Van Rooijen

Bezaan

Van den Oetelaar

Beukering

Naar boven