De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel Ga, onder 3, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «twee leden» vervangen door «drie leden».
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
4c. In afwijking van het vorige lid beëindigt het college van burgemeester en wethouders
de brede ondersteuning niet eerder dan nadat is besloten omtrent een aanvraag tot
compensatie als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanvullende compensatie voor de
werkelijke schade als bedoeld in artikel 2.1, derde lid, een O/GS-tegemoetkoming als
bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, of een aanvullende O/GS-tegemoetkoming voor de
werkelijke schade als bedoeld in artikel 2.6, derde lid.
II
In artikel I, onderdeel EEa, wordt aan het voorgestelde artikel 8.10 een lid toegevoegd,
luidende:
-
3. In afwijking van het eerste lid, onder c, en tweede lid, onder b, beëindigt het college
van burgemeester en wethouders de brede ondersteuning niet eerder dan nadat is besloten
omtrent een aanvraag tot compensatie als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanvullende
compensatie voor de werkelijke schade als bedoeld in artikel 2.1, derde lid, een O/GS-tegemoetkoming
als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, of een aanvullende O/GS-tegemoetkoming voor
de werkelijke schade als bedoeld in artikel 2.6, derde lid.
Toelichting
In de Wet Hersteloperatie Toeslagen staat dat alle ouders die zich hebben gemeld omdat
ze mogelijk gedupeerd zijn, recht hebben op brede ondersteuning. Voorliggende wet
bakent die hulp nu af tot twee jaar. De toelichting daarbij is als volgt: «De brede
ondersteuning blijft maatwerk door gemeenten. Het is voor gemeenten mogelijk om af
te wijken van de termijn van twee jaar, indien er sprake is van een onvoorziene of schrijnende situatie. Als die omstandigheden zich voordoen kan ook niet afgerond financieel herstel een reden zijn om de ondersteuning na twee jaar nog
niet te beëindigen. En mocht blijken dat er na het beëindigen van het brede ondersteuningstraject nog
steeds ondersteuning nodig is, dan blijft de reguliere gemeentelijke hulpverlening
beschikbaar. Gemeenten zorgen in dat geval voor een warme overdracht naar deze reguliere
ondersteuning, zodat niemand zonder hulp komt te zitten.
Op zich geeft de tweejaarstermijn duidelijkheid voor ouders en gemeenten, en kan dit
in sommige gevallen toereikend zijn om te ondersteunen bij het maken van een nieuwe
start. Dat zal volgens indiener echter voor veel gedupeerden niet het geval zijn.
Het financiële herstelproces duurt doorgaans veel langer dan twee jaar en levert ouders
veel stress en onzekerheid op, waardoor het voor hen soms niet mogelijk is een nieuwe
start te maken zolang dit proces loopt. Indiener beoogt met dit amendement te regelen
dat een nog niet afgerond financieel herstelproces per definitie een reden is om de
tweejaarstermijn uit te breiden, in plaats van dat het aan het oordeel van de gemeente
is of een situatie onvoorzien of schrijnend is, waarbij niet-afgerond financieel herstel
een reden kan zijn.
Dit amendement heeft geen financiële gevolgen, aangezien de SPUK-middelen voor de
brede ondersteuning tot en met 2029 gereserveerd zijn, terwijl wordt beoogd de financiële
hersteloperatie eind 2027 af te ronden. Indien het kabinet slaagt in deze ambitie,
dan verwacht indiener dat het amendement geen grote gevolgen heeft. Indien het financiële
herstel toch langer duurt, verwacht indiener dat het vooral de complexe dossiers zijn
die meer tijd en aandacht nodig hebben. Het past volgens indiener niet binnen de inrichting
van het herstelproces gestoeld op menselijke maat, om zolang het financieel herstel
niet is afgerond, gedupeerden zich wederom te laten verantwoorden richting gemeenten
waarom hun brede ondersteuning voor het maken van een nieuwe start meer tijd nodig
heeft.
Inge van Dijk