36 576 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)

P MOTIE VAN HET LID VISSEREN-HAMAKERS C.S.

Voorgesteld 2 december 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat duurzaamheidsnormen van het wetsvoorstel Wet collectieve warmte de eisen uit de Klimaatwet verankeren voor warmtenetten;

constaterende dat de duurzaamheidsnormen van het wetsvoorstel Wet collectieve warmte leiden tot uitfasering van niet duurzame warmtebronnen, en daarmee een hogere inzet van hernieuwbare bronnen;

constaterende dat het ontwikkelperspectief duurzame warmtebronnen van het kabinet stelt dat het theoretisch potentieel aan warmte voldoende is om in 2050 vrijwel broeikasvrije warmte te produceren;

overwegende dat er in de praktijk nog veel onduidelijkheden en onzekerheden leven over hoe verduurzaming lokaal vorm te geven;

overwegende dat de geschiktheid en inpasbaarheid van warmtebronnen zeer lokaal gebonden is;

overwegende dat knelpunten in een zo vroeg mogelijk stadium geïdentificeerd moeten worden;

verzoekt de regering om onderzoek te doen naar of de theoretische potentie om te voldoen aan de collectieve warmtevraag in 2050 ook haalbaar is in de praktijk en knelpunten te identificeren met mogelijke oplossingsrichtingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Visseren-Hamakers

Van Aelst-den Uijl

Naar boven