36 560 XVII Jaarverslag en slotwet Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2023

Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 4 juni 2024

De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer over de brief van 15 mei 2024 inzake het rapport verantwoordingsonderzoek 2023 bij Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (Kamerstuk 36 560 XVII, nr. 2).

De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 juni 2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Thijssen

Adjunct-griffier van de commissie, Prenger

Vraag 1

Zijn er nog andere maatregelen die de Minister zou kunnen treffen om het beheer van de voorschotten te verbeteren?

De Minister voor BHOS heeft er voor gekozen om niet tussentijds de bijdrage vast te stellen via een afrekeningsbeschikking per jaar, maar dit pas na afloop van de afgesproken activiteitenperiode te doen. Deze systeemwijziging is noodzakelijk om het voorschottenbeheer op orde te brengen en te voldoen aan de voorwaarden uit de Comptabiliteitswet 2016 en de Regeling financieel beheer van het Rijk 2018. In 2024 zal nog aandacht nodig zijn om er voor te zorgen dat de omschakeling naar de nieuwe werkwijze in de organisatie uniform en soepel verloopt. Wij verwachten dat deze systeemwijziging voldoende is om het beheer op orde te krijgen.

Vraag 2

Welke gesignaleerde risico's verdienen de meeste aandacht?

We geven aan dat de aandacht van de Minister voor de fragmentatie van de activiteiten niet mag verslappen. Het risico dat wij signaleren is dat het aantal activiteiten weer toeneemt. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld als er extra OS-geld beschikbaar komt, nieuwe thema’s worden benoemd, of door crises zoals de oorlog in Oekraïne. Het komt ook voor dat de Minister meer OS-activiteiten moet ontplooien, omdat de Tweede Kamer vraagt om een specifieke OS-activiteit te steunen. We kunnen geen rangorde geven aan deze oorzaken, omdat deze situationeel afhankelijk zijn.

Vraag 3

Welke mogelijkheden ziet de Algemene Rekenkamer op het gebied van steun voor geestelijke gezondheidszorg en psychosociale steun om meer inzicht in de concrete resultaten te krijgen met inachtneming van de omstandigheden?

Hier hebben wij in het kader van ons verantwoordingsonderzoek 2023 geen onderzoek naar gedaan. De passage waaraan u refereert is opgenomen om te illustreren dat de resultaten lastig navolgbaar zijn, omdat het extra geld veelal wordt uitgegeven via multilaterale instellingen.

Vraag 4

Acht de Algemene Rekenkamer dat ten aanzien van het resultatenkader van de «Theory of Change», deze werkwijze werkbaar is in het kader van de verantwoording?

Het resultatenkader is werkbaar voor de verantwoording van de projectuitvoerders aan het ministerie, maar niet voor de verantwoording van de Minister aan het parlement. Het resultatenkader bevat hiervoor te veel indicatoren. De Minister beperkt daarom haar rapportage met betrekking tot opvang in de regio tot twee begrotingsindicatoren. Deze indicatoren geven een beperkt beeld van de resultaten, maar intern is er meer informatie beschikbaar.

In haar reactie op ons verantwoordingsonderzoek 2023 zegt de Minister voor BHOS toe stappen te ondernemen om de begrotingsindicatoren te herzien. Dit mede naar aanleiding van ons in januari 2024 gepubliceerde onderzoek «Resultaten Téllen. De Nederlandse bijdrage aan toegang tot schoon drinkwater en sanitatie in ontwikkelingslanden».1

Naar boven