Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 550 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023‒2024

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • 2. de begrotingsstaat inzake het agentschap DUO van dit ministerie.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en WetenschapR.H.Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet OnderwijsM.L.J.Paul

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

In deze Eerste Suppletoire Begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op (beleids)artikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2024.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs is verantwoordelijk voor artikel 1 (Primair onderwijs), artikel 3 (Voortgezet onderwijs) en artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid). De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verantwoordelijk voor de overige artikelen. De verdeling van de beleidsterreinen tussen de Ministers en de Staatssecretaris is vastgelegd in de portefeuilleverdeling van Kabinet Rutte IV.

Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat de belangrijkste suppletoire mutaties op de OCW-begroting (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 3). Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:

Omvang begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties

Technische mutaties

(stand ontwerpbegroting in € miljoen)

(ondergrens in € miljoen)

(ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien er sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties, wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat er verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden (zoals het aangaan van garantieverplichtingen in het kader van schatkistbankieren) of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.

Dit jaar wordt ook het jaar T+5 getoond in de tabel budgettaire gevolgen van beleid. Jaar T+5 staat voor het begrotingsjaar 2029. Dit is nieuw omdat normaliter alleen naar de begrotingshorizon tot en met T+4 werd gekeken. Het gevolg hiervan is dat de bedragen in de kolom van 2029 een stuk hoger zijn. Hierin zitten namelijk ook de beginstanden van dat jaar verwerkt (ook wel de extrapolatiestanden genoemd). In eerdere jaren werden deze standen pas opgenomen in de Ontwerpbegroting die in september wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.

2 Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties ten opzichte van de vastgestelde stand begroting 2024 voor het jaar 2024 weergegeven.

Deze mutaties worden hieronder nader toegelicht.

Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnr.

Uitgaven 2024

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

Vastgestelde begroting 2024

 

55.299.160

57.531.978

55.927.279

55.701.865

55.536.856

Belangrijkste suppletoire mutaties

      

1

Ontvangen relevante loon- en prijsbijstelling

Diverse

2.644.964

2.719.484

2.656.470

2.642.208

2.630.970

2

Referentieraming inclusief studiefinanciering

Diverse

12.777

‒ 650.895

‒ 764.518

‒ 771.674

‒ 758.345

3

Saldo mee- en tegenvallers

Diverse

‒ 5.211

67.763

118.788

108.847

155.893

4

Saldo in- en extensiveringen

Diverse

‒ 27.637

‒ 7.247

12.433

6.408

‒ 122.042

5

Ingezette eindejaarsmarge

Diverse

236.030

0

0

0

0

6

Kasschuiven

Diverse

801.267

‒ 868.371

‒ 159.221

204.172

44.065

7

Nationaal Groeifonds

Diverse

101.790

95.981

148.066

136.721

13.521

8

Niet-plafondrelevante mutaties

11

‒ 926.471

‒ 884.806

‒ 928.498

‒ 1.039.804

‒ 1.074.754

9

Desalderingen

3, 14, 15

62.948

46.810

41.810

41.810

41.810

10

Overig

Diverse

6.428

28.197

49.546

46.627

27.603

Stand 1e suppletoire begroting 2024

Totaal

58.206.045

58.078.894

57.102.155

57.077.180

56.495.577

Toelichting belangrijkste uitgavenmutaties

1. Ontvangen relevante loon- en prijsbijstelling

Het kabinet besluit dit jaar alle loon- en prijsontwikkeling (lpo) uit te keren over de departementale begrotingen, ter compensatie van stijgende lonen en prijzen. In tabel 2 is de verdeling van de lpo over de artikelen te zien. De relevante lpo-tranche 2024 die OCW ontvangt bedraagt in 2024 € 2.645,0 miljoen.

Tabel 2 Uitgekeerde relevante loon- en prijsontwikkeling tranche 2024 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

2029

1

Primair onderwijs

873.152

867.231

869.380

867.707

865.374

867.248

3

Voortgezet onderwijs

633.215

636.148

631.966

628.919

622.892

620.028

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

300.115

300.616

300.659

300.205

297.769

296.736

6

Hoger beroepsonderwijs

237.581

231.366

225.619

219.778

221.200

217.184

7

Wetenschappelijk onderwijs

360.003

360.556

363.707

362.368

364.264

363.178

8

Internationaal beleid

897

884

883

883

883

883

9

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

14.938

22.216

22.311

22.827

22.737

22.651

11

Studiefinanciering

30.927

104.896

48.507

47.255

42.485

41.996

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

2.357

2.328

2.359

2.382

2.401

2.394

13

Lesgelden

857

848

901

897

901

900

14

Cultuur

56.089

59.435

57.432

57.343

57.191

56.996

15

Media

32.576

32.309

32.331

32.412

32.557

32.988

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

80.110

78.738

78.935

78.121

78.656

77.773

25

Emancipatie

1.087

1.130

1.032

1.085

971

971

91

Nog onverdeeld

0

0

0

0

574

574

95

Apparaat Kerndepartement

21.060

20.783

20.448

20.026

20.115

20.162

 

Totaal

2.644.964

2.719.484

2.656.470

2.642.208

2.630.970

2.622.662

2. Referentieraming inclusief studiefinanciering

Er vindt op de referentieraming en de raming van de studiefinanciering (hierna sf-raming) een per saldo tegenvaller van € 12,8 miljoen plaats in 2024 op de uitgaven. Deze tegenvaller wordt grotendeels veroorzaakt door een tegenvaller op de referentieraming van € 24,4 miljoen. Hier zitten verschillende bewegingen onder, allen ten opzichte van de Referentieraming van vorig jaar. Er worden onder andere meer leerlingen in de basisschoolleeftijd geraamd. Vanaf 2025 leidt de referentieraming tot meevallers vanwege een aanzienlijke bijstelling naar beneden van het aantal geraamde geboorten in de CBS bevolkingsprognose en tevens een kleine bijstelling naar beneden van het aantal in te stromen vo-leerlingen uit het buitenland. Daarnaast is het aantal studenten in het ho aanzienlijk lager, omdat de doorstroom vanuit het voortgezet onderwijs en het mbo naar het ho lager is dan voorheen verwacht en omdat de instroom van internationale studenten lager is dan eerder geraamd. Per saldo leiden deze effecten structureel tot een meevaller van € 499,8 miljoen op de referentieraming.

Daarnaast doen er zich meevallers voor op de relevante sf-raming van € 11,6 miljoen in 2024. Dit wordt veroorzaakt door het lagere aantal studenten dat doorwerkt in deze raming en daarnaast is er een lagere verwachting te zien in de omzettingen van prestatiebeurzen naar giften (op het moment van afstuderen). Structureel leidt de sf-raming tot een meevaller van € 297,2 miljoen.

Tabel 3 Leerlingen- en studentenontwikkeling en studiefinanciering (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

2029

1

Primair onderwijs

62.839

‒ 57.380

‒ 74.170

‒ 48.435

16.853

‒ 23.271

3

Voortgezet onderwijs

‒ 38.154

‒ 98.211

‒ 117.553

‒ 93.806

‒ 73.214

‒ 64.050

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

‒ 300

‒ 23.400

‒ 18.300

‒ 26.300

‒ 27.400

‒ 18.900

6

Hoger beroepsonderwijs

0

‒ 131.716

‒ 186.294

‒ 222.047

‒ 239.222

‒ 237.531

7

Wetenschappelijk onderwijs

0

‒ 97.836

‒ 134.919

‒ 152.570

‒ 158.432

‒ 156.081

11, 12, 13

Studiefinanciering (relevant)

‒ 11.608

‒ 242.352

‒ 233.282

‒ 228.516

‒ 276.930

‒ 297.202

 

Totaal

12.777

‒ 650.895

‒ 764.518

‒ 771.674

‒ 758.345

‒ 797.035

3. Saldo overige mee- en tegenvallers

Naast de referentieraming en sf-raming vindt er per saldo een meevaller van € 5,2 miljoen plaats op de OCW-begroting in 2024. Deze meevaller wordt onder andere veroorzaakt door een meevaller op de subsidieregeling school en omgeving van € 44,5 miljoen. Een deel van deze regeling is in 2023 al uitgekeerd en komt niet tot betaling in 2024 en 2025. Daarnaast vindt er een tegenvaller van € 46,6 miljoen plaats op de bekostiging van de nieuwkomers in het po. Dit wordt veroorzaakt door een blijvend hoge instroom van nieuwkomers en een verbeterde ramingsmethodiek waarbij wordt gerekend met de beleidsmatig vastgestelde bedragen voor nieuwkomers in het primair onderwijs en een nauwkeurigere inschatting van de werkelijke instroom.

4. Saldo in- en extensiveringen

Binnen de OCW-begroting worden een aantal extensiveringen gedaan om een deel van de intensiveringen te dekken. Hieronder worden enkele grotere in- en extensiveringen nader toegelicht:

  • lerarenbeurs ophogen: De Lerarenbeurs stimuleert de verhoging van het opleidings- en kwalificatieniveau van leraren. Gezien de overvraging van de beurs in het afgelopen jaar, wordt het budget voor de komende jaren opgehoogd met cumulatief € 9,3 miljoen in de periode 2024 tot en met 2026;

  • ophoging budget zij-instroom: De Regeling zij-instroom is een instrument in het bestrijden van het lerarentekort, waarbij momenteel het aantal aanvragen het budget overstijgt. De regeling wordt opgehoogd met cumulatief € 14,8 miljoen in 2024 en 2025 om aan het stijgend aantal aanvragen te kunnen voldoen;

  • digitaal examineren: OCW zal met deze middelen een programma opzetten waarmee onderzocht wordt op welke manier het verder digitaliseren van het examineren kan worden vormgegeven, enerzijds om het examen nauwer aan te kunnen laten sluiten op belangrijke vaardigheden van leerlingen en anderzijds om processen rondom het examineren efficiënter in te richten. Het betreft incidentele middelen voor het voorbereiden en uitvoeren van een experimenteer- en leerfase van cumulatief € 26,0 miljoen tot en met 2029;

  • masterplan Campussen Groningen: Naar aanleiding van de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen is door het kabinet een meerjarig investeringspakket toegezegd ten behoeve van brede sociaal-economische ontwikkeling in Groningen. Onderdeel van dit pakket is het versterken van het kennis- en innovatie ecosysteem, door middel van campusontwikkeling. Het investeringspakket bedraagt cumulatief € 50,0 miljoen en wordt gedekt via extensiveringen binnen de OCW-begroting op de artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie), artikel 6 (Hoger onderwijs), artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) en artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid);

  • energie 2024: In 2023 is structureel een extra tranche loon- en prijsbijstelling (lpo) toegekend aan de OCW-begroting in verband met gestegen energielasten. Deze lpo-middelen voor 2024 voor het funderend onderwijs (€ 30,6 miljoen) worden geëxtensiveerd;

  • G5: Door de overgang van een betaling per schooljaar naar een betaling per kalenderjaar voor de convenanten G5 valt er in 2025 eenmalig € 18,4 miljoen vrij.

5. Eindejaarsmarge

De totale onderuitputting in 2023 bedroeg € 494,0 miljoen. Conform begrotingsregels wordt maximaal 1% van het gecorrigeerde begrotingstotaal als eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting voor 2024. De totaal beschikbare eindejaarsmarge in 2024 komt daarmee voor OCW uit op € 470,9 miljoen. In tabel 4 is de inzet van de eindejaarsmarge uitgesplitst. Van de eindejaarsmarge wordt € 103,5 miljoen ingezet voor openstaande verplichtingen voor het kwijtschelden van DUO schulden bij gedupeerden en ex-partners als gevolg van de kinderopvangtoeslagenaffaire (KOT). Dit budget is niet volledig tot besteding gekomen in 2023 en is nodig voor uitbetalingen in 2024 en verder. Daarnaast wordt € 84,1 miljoen ingezet voor diverse andere openstaande verplichtingen vanuit 2023. Dit zijn verplichtingen die in 2023 zijn aangegaan, niet tot besteding zijn gekomen, en in 2024 alsnog moeten worden voldaan. Deze openstaande verplichtingen zijn reeds bij de Tweede Suppletoire begroting of in de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’ gemeld aan de Tweede en Eerste Kamer. De hoogste openstaande verplichting betreft die op het budget bekostiging aan Oekraïense nieuwkomers ter hoogte van € 23,8 miljoen. Daarnaast wordt € 48,4 miljoen ingezet voor diverse problematiek op de OCW-begroting. Er wordt in totaal € 236,0 miljoen van de eindejaarsmarge op de OCW-begroting ingezet. De resterende € 234,9 miljoen wordt niet overgeheveld naar de OCW-begroting en ingezet ter verbetering van het Rijksbrede beeld.

Tabel 4 Eindejaarsmarge (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2024

 

Maximale EJM 1%

470.942

11

Maatregelen kabinetsreactie POK

103.543

Diverse

Openstaande verplichtingen

84.109

Diverse

Overige inzet

48.378

 

Saldo na inzet EJM op OCW-begroting

234.912

 

Niet overgeheveld naar OCW-begroting en ingezet voor het Rijksbrede beeld

‒ 234.912

 

Saldo eindejaarsmarge

0

6. Kasschuiven

Op de begroting worden diverse meerjarige kasschuiven doorgevoerd, om de budgetten in overeenstemming te brengen met het verwachte bestedingsritme. De grootste kasschuif betreft een schuif van € 1,0 miljard op het budget van de reisvoorziening van de vervoersbedrijven. Hiermee wordt de betaling aan de vervoersbedrijven (gedeeltelijk) al aan het eind van het voorafgaande jaar in plaats van aan het begin van het betreffende jaar gedaan (in dit geval in 2024 in plaats van in 2025), zonder af te wijken van de afspraken met de vervoerbedrijven. Met deze kasschuif wordt op verzoek van het kabinet een bijdrage geleverd aan de optimalisering van het kasritme van de Staat over de jaren heen.

7. Nationaal Groeifonds

In tabel 5 staan de middelen voor het Nationaal Groeifonds uiteengezet. Hierin zijn de volgende zaken verwerkt:

  • in de derde ronde van het NGF zijn de middelen voor een aantal OCW-projecten (deels) toegekend. Deze middelen worden bij Voorjaarsnota overgeheveld naar de OCW-begroting. Het gaat om de NGF-projecten Innovatie huisvesting (cumulatief € 124,2 miljoen), Techkwadraat (cumulatief € 145,8 miljoen), Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) (cumulatief € 102,3 miljoen) en Impuls open leermiddelen (cumulatief € 20,5 miljoen);

  • de openstaande verplichtingen op lopende projecten waarvoor in 2023 verplichtingen zijn aangegaan, maar niet tot besteding zijn gekomen, maar wel tot betaling komen in 2024. Deze openstaande verplichtingen zijn reeds bij de Tweede Suppletoire begroting of in de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’ gemeld aan de Tweede en Eerste Kamer;

  • twee kasschuiven waarbij middelen naar achteren worden geschoven op twee NGF-projecten. Het gaat om de Biotech booster waarbij er € 25,1 miljoen vanuit 2024 wordt geschoven naar latere jaren en het NGF Collectief Laaggeletterdheid waarbij er € 1,0 miljoen van 2024 naar 2025 wordt geschoven.

Tabel 5 Nationaal Groeifonds (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

2029

1, 3, 95

Open leermateriaal

1.035

11.594

7.932

0

0

0

1, 3, 95

Ontwikkelkracht

13.029

0

0

0

0

0

3, 95

Digitaal onderwijs goed geregeld

1.544

0

0

0

0

0

4

Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden reeks en kasschuif

5.903

1.037

0

0

0

0

6

Nationale LLO Katalysator

31.223

0

0

0

0

0

6

Digitaliseringsimpuls onderwijs NL

38.678

0

0

0

0

0

16

Biotech booster reeks en kasschuif

‒ 22.372

18.034

6.335

704

0

0

16

Einsteintelescope

6.500

0

0

0

0

0

16

Big chemistry

1.700

0

0

0

0

0

3, 95

Huisvesting

16.558

5.513

45.443

43.167

13.521

0

3, 95

Techkwadraat

6.400

45.103

46.456

47.850

0

0

14

CIIIC

700

14.700

41.900

45.000

0

0

95

NGF apparaatskosten

892

0

0

0

0

0

 

Totaal

101.790

95.981

148.066

136.721

13.521

0

8. Niet-plafondrelevante mutaties

De niet-plafondrelevante (NR) mutaties hebben betrekking op de studiefinanciering. Het betreft hier de tranche 2024 van de niet-plafondrelevante prijsbijstelling van € 198,2 miljoen.

Daarnaast is er een meevaller op de niet relevante sf-raming van € 1,1 miljard. Dit wordt verklaard door het lagere aantal studenten in de referentieraming en doordat op alle niveaus het percentage studenten dat leent daalt.

9. Desalderingen

Dit betreft desalderingen van uitgaven en ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft de dotatie aan de Algemene Mediareserve van € 45,3 miljoen. Hiermee wordt aansluiting gevonden op de geactualiseerde Ster-raming.

10. Overig

Dit saldo bestaat uit verschillende technische mutaties:

  • een meevaller op Covid-19 budgetten als gevolg van het aflopen van het Nationaal Programma Onderwijs. Door het aflopen van het programma vallen de resterende middelen vrij. Daarnaast worden hier enkele openstaande verplichtingen verwerkt voor het Nationaal Programma Onderwijs met betrekking tot monitoring en evaluatie en de maatwerkregeling ventilatie wegens vertraging in de afhandeling van bezwaarschriften;

  • een toevoeging van de middelen die OCW in 2023 heeft ontvangen voor de financiering van kennisopbouw en samenwerking bij programma’s voor cultuur in Oekraïne wordt toegevoegd aan 2024;

  • overboekingen met andere departementen;

  • technische mutaties en interne overboekingen.

Tabel 6 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnr.

Ontvangsten 2024

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

Vastgestelde begroting 2024

 

2.038.040

2.220.961

2.292.730

2.369.227

2.445.758

Belangrijkste suppletoire mutaties

      

1

Referentieraming inclusief studiefinanciering

Diverse

‒ 60.489

‒ 61.427

‒ 28.606

8.125

48.837

2

Saldo in- en extensiveringen

11

‒ 1.067

‒ 1.600

‒ 1.600

0

0

3

Kasschuif

12

8.500

‒ 1.500

‒ 3.500

‒ 3.500

0

4

Niet-plafondrelevante mutaties

11

87.372

70.796

53.349

34.958

15.548

5

Desalderingen

3, 14, 15

62.948

46.810

41.810

41.810

41.810

6

Overig

Diverse

15.564

0

0

0

0

Stand 1e suppletoire begroting 2024

Totaal

2.150.868

2.274.040

2.354.183

2.450.620

2.551.953

Toelichting belangrijkste ontvangstenmutaties

1. Referentieraming inclusief studiefinanciering

Op de ontvangsten vindt een tegenvaller plaats van € 60,5 miljoen in 2024. Dit wordt veroorzaakt doordat de relevante renteontvangsten in 2024 omlaag zijn bijgesteld met € 43,3 miljoen. De relevante renteontvangsten vallen in de eerste jaren tegen doordat er bij de vorige raming geen rekening was gehouden met het deel van de studenten voor wie er wel rente wordt gerekend maar nog niet hoeft af te lossen. Daarnaast vindt er een structurele tegenvaller plaats van € 22,2 miljoen op de ontvangstenraming van de studiefinancieringsraming. Deze wordt met name veroorzaakt door een tegenvaller op de lesgeldontvangsten. Dit wordt veroorzaakt doordat meer studenten kiezen om het lesgeld in termijnen te betalen, waardoor de ontvangsten structureel naar achter schuiven.

2. Saldo in- en extensiveringen

De wettelijke rente die DUO rekent aan studenten die een betalingsregeling willen treffen bij DUO wordt op 0 procent gezet in de jaren 2024, 2025 en 2026. Hiermee wordt voorkomen dat het voor studenten financieel gunstiger is om geen betalingsregeling af te sluiten met DUO, maar direct met het CJIB, omdat het CJIB geen rente rekent. Dit leidt tot cumulatief € 4,3 miljoen lagere ontvangsten.

3. Kasschuif

Dit betreft middelen voor het op 0 procent zetten van de rente op de gepauzeerde schulden van de gedupeerden en ex-partners als gevolg van de KOT. Middels een kasschuif worden deze middelen in het juiste kasritme gezet.

4. Niet-plafondrelevante mutaties

De niet-plafondrelevante ontvangsten zijn op de ontvangsten van de studiefinancieringsraming in de eerste jaren hoger dan geraamd door extra ontvangsten op de rentedragende studielening. Dit wordt mogelijk verklaard door de positieve rente. Structureel worden geen hogere ontvangsten verwacht.

5. Desalderingen

Dit betreft desalderingen van uitgaven en ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft de dotatie aan de Algemene Mediareserve van € 45,3 miljoen. Hiermee wordt aansluiting gevonden op de geactualiseerde Ster-raming.

6. Overig

Dit saldo bestaat met name uit coronamiddelen die op de cultuurbegroting beschikbaar waren voor de Opengestelde Monumenten Lening waarvan € 25,6 miljoen niet is benut.

3 De beleidsartikelen

3.1 Beleidsartikel 1. Primair onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art.1 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

15.363.520

0

15.363.520

2.152.844

17.516.364

496.395

653.574

901.159

884.166

16.174.271

           

Uitgaven

15.428.036

0

15.428.036

1.026.547

16.454.583

787.502

664.837

903.619

883.186

16.163.158

           

Bekostiging

14.033.924

0

14.033.924

899.344

14.933.268

677.307

713.655

738.023

800.853

14.651.948

Bekostiging po-instellingen

13.765.148

0

13.765.148

922.394

14.687.542

799.573

783.707

808.075

870.905

14.427.089

Bekostiging Caribisch Nederland

30.142

0

30.142

324

30.466

327

327

327

327

30.725

Aanvullende bekostiging

207.029

0

207.029

‒ 25.284

181.745

‒ 106.103

‒ 72.289

‒ 72.289

‒ 72.289

160.619

Aanpak lerarentekort G5

31.605

0

31.605

1.910

33.515

‒ 16.490

1.910

1.910

1.910

33.515

Subsidies (regelingen)

703.480

0

703.480

105.966

809.446

76.911

‒ 84.994

133.262

49.974

755.639

Onderwijsvoorziening jonggehandicapten

27.878

0

27.878

6.256

34.134

7.326

7.326

7.326

7.326

35.204

Nederlands onderwijs buitenland

14.528

0

14.528

0

14.528

800

800

800

800

15.328

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

18.051

0

18.051

998

19.049

998

998

998

998

19.049

School en omgeving

174.404

0

174.404

‒ 3.240

171.164

‒ 23.577

11.928

15.139

15.139

281.846

Basisvaardigheden

224.765

0

224.765

72.282

297.047

67.828

‒ 126.969

96.418

12.365

240.540

NGF Open Leermateriaal

3.790

0

3.790

443

4.233

11.594

7.932

0

0

0

NGF Digitaal Onderwijs

5.300

0

5.300

1.284

6.584

0

0

0

0

2.750

Schoolmaaltijden

101.260

0

101.260

2.485

103.745

0

0

0

0

0

Brugfunctionaris

40.285

0

40.285

1.624

41.909

1.909

1.909

2.309

2.309

42.594

Overige subsidies

93.219

0

93.219

23.834

117.053

10.033

11.082

10.272

11.037

118.328

Opdrachten

42.683

0

42.683

‒ 12.766

29.917

‒ 5.282

‒ 6.303

‒ 5.835

‒ 5.826

34.269

Opdrachten

42.683

0

42.683

‒ 12.766

29.917

‒ 5.282

‒ 6.303

‒ 5.835

‒ 5.826

34.269

Bijdrage aan agentschappen

39.813

0

39.813

4.211

44.024

4.465

4.214

4.186

4.217

46.329

Dienst Uitvoering Onderwijs

39.813

0

39.813

4.211

44.024

4.465

4.214

4.186

4.217

46.329

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

11.189

0

11.189

456

11.645

181

181

181

166

8.179

Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds

8.393

0

8.393

319

8.712

44

44

44

29

5.246

UWV

2.796

0

2.796

137

2.933

137

137

137

137

2.933

Bijdrage aan medeoverheden

596.753

0

596.753

29.530

626.283

34.114

38.278

33.682

33.682

652.963

Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

572.386

0

572.386

34.040

606.426

33.955

36.184

36.184

36.184

645.432

Caribisch Nederland

19.878

0

19.878

‒ 3.321

16.557

163

2.098

‒ 3.081

‒ 3.081

2.463

Scholenprogramma Groningen

3.089

0

3.089

‒ 89

3.000

‒ 89

‒ 89

494

494

3.583

Ventilatie in scholen

0

0

0

300

300

0

0

0

0

0

Overig

1.400

0

1.400

‒ 1.400

0

85

85

85

85

1.485

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

194

0

194

‒ 194

0

‒ 194

‒ 194

120

120

13.831

Brede scholen

194

0

194

‒ 194

0

‒ 194

‒ 194

120

120

13.831

Ontvangsten

9.208

0

9.208

0

9.208

0

0

0

0

9.208

Tabel 8 Uitsplitsing verplichtingen
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

15.363.520

0

15.363.520

2.152.844

17.516.364

496.395

653.574

901.159

884.166

16.174.271

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

1.384

1.384

0

0

0

0

0

waarvan overig

15.363.520

0

15.363.520

2.151.460

17.514.980

496.395

653.574

901.159

884.166

16.174.271

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 2,2 miljard verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 ten behoeve van het bekostigingsjaar 2025 in het najaar van 2024 al wordt verplicht. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.

Uitgaven

De uitgaven worden met € 1,0 miljard verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor het instrument bekostiging wordt per saldo met € 899,3 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van € 798,7 miljoen;

  • een aanpassing naar aanleiding van de jaarlijkse raming van het aantal verwachte leerlingen in het primair onderwijs. Op het budget van 2024 resulteert dit in een opwaartse bijstelling van € 62,8 miljoen (zie ook het algemene deel);

  • een verhoging van het budget voor de nieuwkomersbekostiging met € 46,6 miljoen als gevolg van de doorrekening van het verwachte aantal nieuwkomers;

  • een verhoging van € 23,8 miljoen in het kader van de openstaande verplichting voor Oekraïense nieuwkomers in verband met een vertraagde betaling (zoals gemeld in de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’);

  • een overboeking van € 24,5 miljoen vanaf artikel 3 (Voortgezet onderwijs) om het budget van de arbeidsmarkttoelage op juiste wijze te verdelen over de artikelen;

  • een overboeking van € 24,4 miljoen naar artikel 14 (Cultuur) ten behoeve van de Bibliotheek op school;

  • een verlaging van de beschikbaar gestelde middelen ter compensatie van de energielasten voor 2024 ad € 14,7 miljoen;

  • een overboeking naar overige subsidies van de middelen (€ 12,4 miljoen) die vanuit het coalitieakkoord beschikbaar zijn gekomen voor Verzuim en Onderwijszorgarrangementen (OZA);

  • een overboeking van € 12,0 miljoen naar het instrument overige subsidies bij artikel 3 (Voortgezet onderwijs). Dit betreft middelen die vanuit het coalitieakkoord beschikbaar zijn gekomen voor professionalisering van leerkrachten in het kader van het bijgestelde curriculum. Het budget wordt verschoven in de tijd en zal vanaf artikel 3 (Voortgezet onderwijs) tot uitgaven leiden in de jaren 2025, 2026 en 2027.

Zoals aangegeven in de begroting 2024 is voor het programma schoolmaaltijden (€ 166,0 miljoen in 2024) een deel van de dekking (tijdelijk) gevonden op de bekostiging po (€ 13,4 miljoen) en bekostiging vo (€ 8,6 miljoen). Aangezien er voldoende eindejaarsmarge beschikbaar is, wordt het terugdraaien van deze extensivering op de bekostiging in de voorjaarsnota 2024 verwerkt.

Subsidies

Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 106,0 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door:

  • twee overboekingen van € 64,2 miljoen en € 33,1 miljoen vanaf artikel 3 (Voortgezet onderwijs) voor de subsidieregelingen Basisvaardigheden en School en Omgeving, zodat deze middelen juist over de artikelen verdeeld staan;

  • een toevoeging aan het budget van € 36,5 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024;

  • een neerwaartse bijstelling van het budget van School en Omgeving met € 34,2 miljoen ter correctie van een voortijdige betaling in 2023;

  • een overboeking vanaf het instrument bekostiging van de middelen (€ 12,4 miljoen) die vanuit het coalitieakkoord beschikbaar zijn gekomen voor Verzuim en OZA.

Amendement Ceder

In het kader van het amendement van het lid Ceder c.s. (36410-VIII-66) wordt het budget met € 0,5 miljoen verhoogd en verlaagd. Zie hiervoor de brief ‘Reactie moties- en amendementen funderend onderwijs’.

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget wordt per saldo met € 29,5 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van € 34,7 miljoen;

  • een verlaging van het budget voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland in 2024 met € 7,5 miljoen. Deze verlaging is onderdeel van een kasschuif waarbij het budget in 2025 en 2026 wordt verhoogd. Hiermee wordt de verdeling van de middelen over de jaren aangepast op de actuele planning van de onderwijshuisvestingsconvenanten Caribisch Nederland;

  • een verhoging van het budget met € 5,0 miljoen in het kader van de openstaande verplichting naar aanleiding van de vertraagde uitvoering van de onderwijshuisvestingsconvenanten Caribisch Nederland (zoals in 2023 in de 2e suppletoire begroting en de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’ gemeld).

Toelichting bijdrage OCW aan scholenprogramma Groningen 

In 2016 is tussen OCW, Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en de betrokken schoolbesturen en gemeenten afgesproken dat in het Groningse aardbevingsgebied 101 scholen aardbevingsbestendig en toekomstbestendig worden gemaakt. Aan het scholenprogramma dragen, naast de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) (€ 172,5 miljoen), de gemeenten en schoolbesturen (€ 44,5 miljoen), het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (€ 23,5 miljoen) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (€ 50,0 miljoen; waarvan € 3,0 miljoen per jaar tot en met 2034) bij.

Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente zijn opgenomen. Voor de bijdrage aan de gemeenten voor het kalenderjaar 2024 zal dit (net als voor kalenderjaar 2023) als wettelijke grondslag gelden op basis van artikel 4.23, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Tabel 9 Maximaal te ontvangen bedragen per gemeente ten behoeve van scholenprogramma Groningen

Gemeente

Bedrag per jaar

Het Hogeland

417.520

Groningen

134.834

Midden-Groningen

896.924

Eemsdelta

1.550.722

Totaal

3.000.000

3.2 Beleidsartikel 3. Voortgezet onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

11.290.093

0

11.290.093

1.498.524

12.788.617

344.096

377.641

541.335

490.076

11.119.375

           

Uitgaven

11.459.272

0

11.459.272

492.179

11.951.451

587.557

470.649

636.632

506.712

11.680.809

           

Bekostiging

10.512.339

0

10.512.339

524.387

11.036.726

434.142

418.406

432.338

447.456

10.606.251

Bekostiging vo-instellingen

10.364.349

0

10.364.349

516.823

10.881.172

478.428

462.705

476.637

491.755

10.507.325

Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen

0

0

0

100

100

0

0

0

0

0

Bekostiging Caribisch Nederland

23.804

0

23.804

232

24.036

232

232

232

232

24.033

Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters

119.646

0

119.646

7.232

126.878

‒ 44.518

‒ 44.531

‒ 44.531

‒ 44.531

74.893

Aanvullende regelingen leerlingendaling

4.540

0

4.540

0

4.540

0

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

744.532

0

744.532

‒ 54.047

690.485

145.157

42.825

193.590

48.318

852.017

Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo

25.076

0

25.076

1.210

26.286

1.028

1.028

1.028

1.028

18.968

Subsidieregeling structureel voorkomen onnodig zittenblijven

5.637

0

5.637

‒ 5.637

0

‒ 5.767

‒ 5.982

‒ 5.982

‒ 5.982

0

Praktijkgerichte programma's

10.501

0

10.501

569

11.070

5.819

569

‒ 4.681

2

0

Regeling Heterogene brugklassen

0

0

0

0

0

1.861

1.861

1.861

1.861

57.361

Basisvaardigheden

254.366

0

254.366

‒ 54.014

200.352

49.916

‒ 74.813

67.413

13.683

271.919

Maatschappelijke diensttijd

121.177

‒ 1.000

120.177

‒ 1.264

118.913

‒ 946

0

0

0

181.753

School en omgeving

111.510

0

111.510

‒ 44.767

66.743

‒ 3.750

7.430

9.468

9.468

178.345

NGF Ontwikkelkracht

19.972

0

19.972

8.931

28.903

0

0

0

0

0

Schoolmaaltijden

64.740

0

64.740

1.699

66.439

0

0

0

0

0

Brugfunctionaris VO

11.538

0

11.538

‒ 18

11.520

0

0

625

625

12.163

NGF Techkwadraat

0

0

0

5.775

5.775

44.459

45.793

47.167

0

0

NGF Huisvesting

0

0

0

16.108

16.108

5.054

44.975

42.690

13.034

0

Overige subsidies

120.015

1.000

121.015

17.361

138.376

47.483

21.964

34.001

14.599

131.508

Opdrachten

80.477

0

80.477

‒ 2.363

78.114

‒ 2.090

‒ 446

888

1.070

88.708

Opdrachten

63.925

0

63.925

‒ 2.363

61.562

‒ 2.090

‒ 446

888

1.070

68.336

MDT opdrachten

16.552

0

16.552

0

16.552

0

0

0

0

20.372

Bijdrage aan agentschappen

70.009

0

70.009

10.427

80.436

7.826

7.345

7.297

7.349

79.690

Dienst Uitvoering Onderwijs

70.009

0

70.009

10.427

80.436

7.826

7.345

7.297

7.349

79.690

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

51.567

0

51.567

13.765

65.332

2.512

2.509

2.509

2.509

53.785

College voor Toetsen en Examens

4.957

0

4.957

8.071

13.028

‒ 14

‒ 17

‒ 17

‒ 17

4.649

SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen

46.610

0

46.610

5.694

52.304

2.526

2.526

2.526

2.526

49.136

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

348

0

348

10

358

10

10

10

10

358

GRAZ (ECML) en PISA

348

0

348

10

358

10

10

10

10

358

Ontvangsten

7.391

0

7.391

7.000

14.391

0

0

0

0

7.391

Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

11.290.093

0

11.290.093

1.498.524

12.788.617

344.096

377.641

541.335

490.076

11.119.375

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

‒ 5.375

‒ 5.375

0

0

0

0

0

waarvan overig

11.290.093

0

11.290.093

1.503.899

12.793.992

344.096

377.641

541.335

490.076

11.119.375

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 1,5 miljard verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 ten behoeve van het bekostigingsjaar 2025 in het najaar van 2024 al wordt verplicht. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.

Uitgaven

De uitgaven worden met € 492,2 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor het instrument bekostiging wordt per saldo met € 524,4 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van € 586,8 miljoen;

  • een aanpassing naar aanleiding van de jaarlijkse raming van het aantal verwachte leerlingen in het voortgezet onderwijs. Op het budget van 2024 resulteert dit in een neerwaartse bijstelling van € 38,2 miljoen (zie ook het algemene deel);

  • een overboeking van € 24,5 miljoen naar artikel 1 (Primair onderwijs) om het budget van de arbeidsmarkttoelage op juiste wijze te verdelen over de artikelen;

  • een verlaging van de beschikbaar gestelde middelen ter compensatie van de energielasten ad € 15,9 miljoen;

  • een overboeking van € 10,6 miljoen vanaf het instrument subsidies ten behoeve van de schoolleidersbeurs voortgezet onderwijs.

Zoals aangegeven in de begroting 2024 is voor het programma schoolmaaltijden (€ 166,0 miljoen in 2024) een deel van de dekking (tijdelijk) gevonden op de bekostiging po (€ 13,4 miljoen) en bekostiging vo (€ 8,6 miljoen). Aangezien er voldoende eindejaarsmarge beschikbaar is, wordt het terugdraaien van deze extensivering op de bekostiging in de voorjaarsnota 2024 verwerkt.

Subsidies

Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 54,0 miljoen verlaagd. Dit wordt met name verklaard door:

  • twee overboekingen van € 64,2 miljoen en € 33,1 miljoen naar artikel 1 (Primair onderwijs) voor de subsidieregelingen Basisvaardigheden en School en Omgeving, zodat deze middelen juist verdeeld staan over de artikelen;

  • een toevoeging aan het budget van € 36,9 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024;

  • de extra investeringen van € 21,9 miljoen in 2024 naar aanleiding van de goedgekeurde aanvragen voor het Nationaal Groeifonds (Innovatie Onderwijshuisvesting ad € 16,1 miljoen; Techkwadraat ad € 5,8 miljoen);

  • neerwaartse bijstelling van het budget van School en Omgeving met € 10,3 miljoen ter correctie van een voortijdige betaling in 2023;

  • een overboeking van € 5,6 miljoen naar het instrument bekostiging in navolging van de afspraak in het sectorakkoord VO 2014-2017 om de beschikbaar gestelde middelen voor het voorkomen van onnodig zittenblijven, doorontwikkeld tot de subsidieregeling Structureel voorkomen onnodig zittenblijven, na afloop van de regeling toe te voegen aan de lumpsum.

Amendement Westerveld

In het kader van het amendement van het lid Westerveld 36410-VIII-39 wordt het budget met € 1,0 miljoen verhoogd en verlaagd. Zie hiervoor de brief ‘Reactie moties- en amendementen funderend onderwijs.'

Bijdragen aan agentschappen

Het budget voor het instrument bijdragen aan agentschappen wordt per saldo met € 10,4 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk verklaard door:

  • een toevoeging aan het budget van € 3,5 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024;

  • een overboeking van € 3,0 miljoen voor het uitvoeren van activiteiten binnen KOMEX (Kostprijsmodel examens);

  • een toevoeging van € 2,5 miljoen ten behoeve van het professionaliseringsplan van DUO.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Het budget voor het instrument bijdrage aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 13,8 miljoen verhoogd. Dit wordt grotendeels verklaard door:

  • een overboeking van € 7,5 miljoen vanuit artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneducatie) ten behoeve van het werkprogramma van het CvTE;

  • een toevoeging van € 2,5 miljoen ter correctie van een eerdere aanvraag van Cito op de WaU-middelen;

  • een toevoeging aan het budget van € 2,8 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024.

Ontvangsten

De ontvangsten worden met € 7,0 miljoen verhoogd.

3.3 Beleidsartikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

6.498.888

500

6.499.388

484.037

6.983.425

534.165

320.763

332.376

266.663

5.847.359

           

Uitgaven

5.642.932

500

5.643.432

238.468

5.881.900

314.520

335.834

346.001

314.024

5.887.555

           

Bekostiging

4.976.105

0

4.976.105

246.430

5.222.535

280.728

287.421

308.011

279.952

5.209.871

Bekostiging mbo-instellingen

4.078.966

0

4.078.966

240.382

4.319.348

235.625

241.165

263.229

230.244

4.460.601

Bekostiging Caribisch Nederland

12.200

0

12.200

‒ 201

11.999

‒ 200

‒ 200

‒ 200

‒ 200

12.242

Bekostiging vavo

87.079

0

87.079

4.641

91.720

4.641

4.641

4.647

4.647

91.826

Loopbaanoriëntatie

0

0

0

32.000

32.000

32.000

32.000

32.000

32.000

32.000

Kwaliteitsafspraken investeringsbudget

704.330

0

704.330

0

704.330

0

0

0

0

540.033

Regionaal Investeringsfonds

47.819

0

47.819

‒ 25.731

22.088

3.662

4.815

3.335

8.261

32.958

Regionaal Programma

35.211

0

35.211

‒ 4.661

30.550

5.000

5.000

5.000

5.000

40.211

Begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid

10.500

0

10.500

0

10.500

0

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

377.663

500

378.163

‒ 22.419

355.744

‒ 20.024

‒ 6.925

‒ 18.188

‒ 22.097

324.298

Praktijkleren

259.046

0

259.046

15.038

274.084

12.265

18.779

11.303

10.772

231.910

NGF Laaggeletterdheid

3.600

0

3.600

784

4.384

683

0

0

0

0

Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal

14.270

0

14.270

464

14.734

373

623

623

669

13.235

Loopbaanoriëntatie

34.082

0

34.082

‒ 32.000

2.082

‒ 32.000

‒ 32.000

‒ 32.000

‒ 32.000

0

Doorstroom beroepskolom

33.180

0

33.180

‒ 3.360

29.820

0

6.720

3.360

0

50.000

Vakwedstrijden mbo

4.928

0

4.928

262

5.190

262

262

262

262

5.190

Overige subsidies

28.557

500

29.057

‒ 3.607

25.450

‒ 1.607

‒ 1.309

‒ 1.736

‒ 1.800

23.963

Opdrachten

16.471

0

16.471

6.954

23.425

‒ 111

944

1.744

1.744

8.453

Opdrachten

16.471

0

16.471

6.954

23.425

‒ 111

944

1.744

1.744

8.453

Bijdrage aan agentschappen

24.514

0

24.514

4.505

29.019

3.237

2.991

3.473

3.488

28.734

Dienst Uitvoering Onderwijs

21.268

0

21.268

4.351

25.619

3.083

2.837

3.319

3.334

25.334

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

3.246

0

3.246

154

3.400

154

154

154

154

3.400

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

99.894

0

99.894

‒ 7.398

92.496

4.630

4.897

4.854

4.830

95.306

College voor Toetsen en Examens

11.861

0

11.861

‒ 11.861

0

‒ 468

‒ 468

‒ 468

‒ 468

10.393

Wet SLOA

70

0

70

‒ 70

0

‒ 70

‒ 31

‒ 31

‒ 31

1.903

SBB

82.802

0

82.802

4.371

87.173

4.836

5.064

5.021

4.997

76.456

NWO Comenius

4.240

0

4.240

6

4.246

283

283

283

283

5.584

NCP NLQF

921

0

921

156

1.077

49

49

49

49

970

Bijdrage aan medeoverheden

148.285

0

148.285

10.396

158.681

46.060

46.506

46.107

46.107

220.893

RMC's

40.694

0

40.694

6.274

46.968

‒ 244

‒ 244

‒ 244

‒ 244

66.951

Educatie

85.462

0

85.462

6.551

92.013

5.004

4.950

4.551

4.551

90.013

Regionaal Programma

22.129

0

22.129

‒ 2.929

19.200

31.800

31.800

31.800

31.800

53.929

Masterplan Campus Groningen

0

0

0

500

500

9.500

10.000

10.000

10.000

10.000

Ontvangsten

4.700

0

4.700

0

4.700

0

0

0

0

4.700

Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

6.498.888

500

6.499.388

484.037

6.983.425

534.165

320.763

332.376

266.663

5.847.359

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

14.669

14.669

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

6.498.888

500

6.499.388

469.368

6.968.756

534.165

320.763

332.376

266.663

5.847.359

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden in 2024 met € 484,1 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 245,6 miljoen) wordt grotendeels veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 op het instrument bekostiging van circa € 271,0 miljoen. Deze loon- en prijsbijstelling voor het jaar 2025 wordt in het najaar van 2024 verplicht aan de mbo-instellingen.

Uitgaven

De uitgaven worden met € 238,5 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor de bekostiging wordt in 2024 per saldo met € 246,4 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de bekostiging structureel voor circa € 271,0 miljoen wordt opgehoogd;

  • de middelen beschikbaar gesteld om de gevolgen van krimp in het mbo op te vangen van € 30,0 miljoen voor 2024 worden doorgeschoven naar 2027 doordat er wordt gewacht op besluitvorming over exacte besteding totdat het interdepartementale beleidsonderzoek MBO was afgerond;

  • de middelen voor de regeling aanvullende bekostiging loopbaanoriëntatie van € 32,0 miljoen worden structureel overgeboekt van het instrument subsidie naar het instrument bekostiging;

  • in 2024 wordt circa € 25,7 miljoen van de beschikbare middelen voor het instrument Regionaal Investeringsfonds (RIF) doorgeschoven naar latere jaren om de uitgaven weer in overeenstemming te brengen met het verwachte betalingsritme;

  • de bekostiging voor mbo-instellingen wordt neerwaarts bijgesteld op basis van de meest actuele referentieraming. Dit heeft te maken met de verwachte krimp in het mbo in de komende jaren, en de trend dat steeds minder jongeren binnen het mbo doorstromen vanwege de aantrekkingskracht van de huidige krappe arbeidsmarkt;

  • een eenmalige intensivering van in totaal € 50,0 miljoen voor het masterplan campus Groningen in de jaren 2024 tot en met 2029. Deze intensivering wordt gedekt via verschillende extensiveringen binnen de OCW-begroting. Voor artikel 4 betekent dit een tijdelijke verlaging van de bekostiging bij mbo-instellingen voor de jaren 2025 tot en met 2029 van circa € 3,0 miljoen per jaar;

  • daarnaast wordt de bekostiging van mbo-instellingen vanaf 2031 structureel met € 5,0 miljoen verlaagd ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector (Kamerstukken II, 33009, nr. 141);

  • voor de zomer van 2024 wordt het wetsvoorstel van school naar duurzaam werk naar de Tweede Kamer gestuurd. In voorbereiding hierop wordt vanaf 2025 structureel € 5,0 miljoen overgeboekt van de mbo-bekostiging naar het regionaal programma voor scholen.

Subsidies

Het budget voor subsidies wordt in 2024 per saldo met circa € 22,4 miljoen verlaagd. Deze verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemene deel), waardoor subsidies met circa € 14,8 miljoen structureel wordt opgehoogd;

  • een kasschuif op het instrument doorstroom beroepskolom van € 10,1 miljoen in 2024 naar de jaren 2026 en 2027 is noodzakelijk om de kasgevolgen van deze regeling in overeenstemming te brengen met het (verwachte) betalingsritme aan de onderwijsinstellingen;

  • de structurele overboeking van € 32,0 miljoen voor de regeling loopbaanoriëntatie van het instrument subsidie naar het instrument bekostiging.

Amendement Soepboer

Met het amendement Soepboer wordt voor de looptijd van het Bestuursakkoord Friese Taal en Cultuur (vijf jaren) een jaarlijks bedrag van € 0,5 miljoen ter beschikking gesteld. De dekking hiervan wordt gevonden in artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid, waarvan 2024 gedekt wordt op subsidies, en 2025 tot en met 2028 gedekt wordt op NWO praktijkgericht onderzoek.

Bijdrage aan medeoverheden

Het budget voor bijdrage aan medeoverheden wordt in 2024 per saldo met circa € 10,4 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de bijdrage aan medeoverheden structureel circa € 7,9 miljoen wordt opgehoogd;

  • een verhoging vanuit het coalitieakkoord van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op het educatiebudget in het kader van taalonderwijs aan anderstalige volwassenen van in totaal circa € 2,9 miljoen, waarvan € 2,0 miljoen in 2024;

  • een incidentele verhoging van in totaal € 50 miljoen op het budget masterplan campus Groningen, waarvan € 0,5 miljoen in 2024. Deze wordt gedekt via verschillende extensiveringen binnen de OCW-begroting op de artikel 4, artikel 6 (Hoger onderwijs), artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) en artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid);

  • voor de zomer van 2024 wordt het wetsvoorstel van school naar duurzaam werk naar de Tweede Kamer gestuurd. In voorbereiding hierop wordt vanaf 2025 structureel € 31,8 miljoen aan middelen beschikbaar gesteld voor het regionaal programma aan gemeenten. Deze structurele ophoging komt door een overboeking vanuit SZW van € 5,1 miljoen, een overboeking vanuit het Gemeentefonds van de decentralisatie-uitkering Jeugd van € 21,7 miljoen en een overheveling vanuit het RMC van € 5,0 miljoen.

3.4 Beleidsartikel 6. Hoger onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid art. 6 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

4.529.816

0

4.529.816

247.181

4.776.997

‒ 8.923

‒ 21.443

94.719

‒ 100.132

3.972.996

           

Uitgaven

4.530.410

0

4.530.410

299.872

4.830.282

108.006

73.878

9.284

‒ 88.709

3.990.315

           

Bekostiging

4.337.840

0

4.337.840

212.118

4.549.958

89.596

56.004

‒ 8.463

‒ 108.178

3.907.908

Bekostiging onderwijsdeel

3.737.469

0

3.737.469

179.892

3.917.361

79.537

45.950

‒ 18.517

‒ 118.232

3.709.481

Bekostiging ontwerp en ontwikkeling

151.379

0

151.379

8.148

159.527

8.066

8.061

8.061

8.061

159.441

Studievoorschot kwaliteitsafspraken

410.024

0

410.024

22.085

432.109

0

0

0

0

0

Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen

1.975

0

1.975

0

1.975

0

0

0

0

0

Fonds onderzoek en wetenschap

36.993

0

36.993

1.993

38.986

1.993

1.993

1.993

1.993

38.986

Subsidies (regelingen)

135.827

0

135.827

67.932

203.759

‒ 1.394

‒ 1.434

‒ 1.453

257

395

Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding

2.638

0

2.638

0

2.638

0

0

0

0

0

NGF Aanpak professionalisering leraren

3.527

 

3.527

‒ 1.576

1.951

‒ 1.631

‒ 1.638

‒ 1.695

0

0

NGF Katalysator

78.476

0

78.476

31.329

109.805

0

0

0

0

0

NGF Digitale impuls

45.000

0

45.000

38.063

83.063

0

0

0

0

0

Overige subsidies

6.186

0

6.186

116

6.302

237

204

242

257

395

Bijdrage aan agentschappen

18.910

0

18.910

1.838

20.748

1.947

1.839

1.816

1.828

26.494

Dienst Uitvoering Onderwijs

18.910

0

18.910

1.838

20.748

1.947

1.839

1.816

1.828

26.494

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

37.833

0

37.833

17.984

55.817

17.857

17.469

17.384

17.384

55.518

NWO: Promotiebeurs voor leraren

11.346

0

11.346

610

11.956

610

610

610

610

11.956

NWO: NRO-programma's Hoger Onderwijs

21.151

0

21.151

1.138

22.289

1.203

1.184

1.184

1.184

23.178

Nederland-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

5.336

0

5.336

1.634

6.970

1.442

1.073

988

988

5.782

Bijdrage RWT Nuffic

0

0

0

10.155

10.155

10.155

10.155

10.155

10.155

10.155

Bijdrage RWT. Centr. Stud

0

0

0

4.447

4.447

4.447

4.447

4.447

4.447

4.447

Ontvangsten

17

0

17

0

17

0

0

0

0

16

Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

4.529.816

0

4.529.816

247.181

4.776.997

‒ 8.923

‒ 21.443

94.719

‒ 100.132

3.972.996

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

‒ 7.987

‒ 7.987

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

4.529.816

0

4.529.816

255.168

4.784.984

‒ 8.923

‒ 21.443

94.719

‒ 100.132

3.972.996

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 247,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 299,9 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:

  • bijstelling van de verplichtingenraming omdat bij het instrument bekostiging de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 voor zowel 2024 als 2025 in het jaar 2024 verplicht worden (€ 227,4 miljoen);

  • garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan hogescholen die in 2024 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (€ 8,0 miljoen).

  • bijstelling van de verplichtingenraming omdat de aanpassing van de studentenaantallen uit de referentieraming 2024 voor 2025 in het jaar 2024 verplicht wordt (€ 131,7 miljoen);

  • bijstelling van de verplichtingenraming om het verplichtingenbedrag 2024 helemaal aan te laten sluiten op de uitgaven, inclusief het overlopende deel van de NGF-projecten uit 2023 (€ 140,4 miljoen).

Uitgaven

De uitgaven worden met € 299,9 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 212,1 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:

  • de doorverdeling (€ 233,5 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie het algemeen deel);

  • een kasschuif (€ 21,1 miljoen uit 2024 en € 2,7 miljoen uit 2025) naar 2026 om weer aan te sluiten op de tweede tranche van de uitgaven voor ‘vitalisering/krimp’;

  • overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 0,3 miljoen.

De resterende middelen voor halvering van het collegegeld (deze maatregel is stopgezet vanaf collegejaar 2024/2025) worden afgeboekt van de OCW-begroting (€ 133 miljoen in de periode 2028-2030, € 12 miljoen per jaar in de periode 2031-2064 en € 7 miljoen structureel vanaf 2065) ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector. Daarnaast wordt ter dekking de bekostiging van het HBO hiervoor vanaf 2031 structureel met € 3,2 miljoen verlaagd. Ook deze middelen worden afgeboekt (Kamerstukken II, 33009, nr 141).

Subsidies

Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 67,9 miljoen verhoogd. Het betreft:

  • de onderuitputting op de NGF-projecten LLO-katalysator (€ 31,2 miljoen) en Npuls (€ 38,7 miljoen) die conform de begrotingsregels worden meegenomen naar 2024 in de 100% Eindejaarsmarge van het investeringsplafond;

  • overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 2,0 miljoen.

Bijdrage aan agentschappen en bijdrage aan ZBO’s/RWT's

Het budget voor de bijdrage aan agentschappen en de bijdrage aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 19,9 miljoen verhoogd in 2024. Deze verhoging wordt veroorzaakt door:

  • de overboeking van de uitgaven voor de wettelijke taak van Nuffic en het Landelijk Centrum Studiekeuze van subsidies op artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) naar bijdrage aan RWT’s op artikel 6 (€ 13,9 miljoen);

  • overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verhogen met € 6,0 miljoen.

3.5 Beleidsartikel 7. Wetenschappelijk onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid art. 7 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

7.165.172

0

7.165.172

549.103

7.714.275

206.800

189.428

191.847

33.944

7.391.215

           

Uitgaven

7.076.407

0

7.076.407

346.096

7.422.503

245.671

212.135

193.550

145.313

7.316.340

           

Bekostiging

7.047.046

0

7.047.046

360.378

7.407.424

259.484

225.776

207.420

159.197

7.302.054

Bekostiging onderwijsdeel

2.997.688

0

2.997.688

152.974

3.150.662

66.717

33.042

14.651

‒ 33.606

3.307.184

Bekostiging onderzoeksdeel

2.843.411

0

2.843.411

146.607

2.990.018

144.800

144.731

144.733

144.733

2.983.026

Bekostiging ondersteuning geneeskunde onderwijs en onderzoek

804.295

0

804.295

40.077

844.372

40.114

40.150

40.183

40.217

851.761

Studievoorschot kwaliteitsafspraken

249.422

0

249.422

12.867

262.289

0

0

0

0

0

Fonds onderzoek en wetenschap

152.230

0

152.230

7.853

160.083

7.853

7.853

7.853

7.853

160.083

Subsidies (regelingen)

22.726

0

22.726

‒ 14.561

8.165

‒ 14.239

‒ 14.073

‒ 14.201

‒ 14.205

7.730

Nuffic

9.779

0

9.779

‒ 9.779

0

‒ 9.779

‒ 9.779

‒ 9.779

‒ 9.779

0

Studiekeuze123

4.264

0

4.264

‒ 4.264

0

‒ 4.264

‒ 4.264

‒ 4.264

‒ 4.264

0

Vluchteling Studenten UAF

2.751

0

2.751

‒ 823

1.928

‒ 181

126

126

126

2.570

Handicap & Studie

981

0

981

70

1.051

75

68

48

43

885

Interstedelijk Studentenoverleg (ISO)

394

0

394

70

464

62

69

60

69

343

Landelijke Studenten Vakbond (LSVb)

279

0

279

59

338

59

59

59

59

338

Open en online onderwijs

480

0

480

0

480

0

0

0

0

0

Overige subsidies

3.798

0

3.798

106

3.904

‒ 211

‒ 352

‒ 451

‒ 459

3.594

Opdrachten

3.468

0

3.468

116

3.584

263

269

168

158

3.226

Opdrachten

3.468

0

3.468

116

3.584

263

269

168

158

3.226

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

3.167

0

3.167

163

3.330

163

163

163

163

3.330

Europees Universitair Instituut Florence (EUI)

2.036

0

2.036

105

2.141

105

105

105

105

2.141

United Nations University (UNU)

1.131

0

1.131

58

1.189

58

58

58

58

1.189

Ontvangsten

16

0

16

0

16

0

0

0

0

16

Tabel 17 Uitsplitsing verplichtingen
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

7.165.172

0

7.165.172

549.103

7.714.275

206.800

189.428

191.847

33.944

7.391.215

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

‒ 12.774

‒ 12.774

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

7.165.172

0

7.165.172

561.877

7.727.049

206.800

189.428

191.847

33.944

7.391.215

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 549,1 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 346,1 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:

  • bijstelling van de verplichtingenraming omhoog omdat bij het instrument bekostiging de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 voor zowel 2024 als 2025 in het jaar 2024 verplicht worden (€ 362,7 miljoen);

  • garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan universiteiten die in 2024 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (€ 12,8 miljoen).

  • bijstelling van de verplichtingenraming omlaag omdat de aanpassing van de studentenaantallen uit de referentieraming 2024 voor 2025 in het jaar 2024 verplicht wordt (€ 97,8 miljoen);

  • bijstelling van de verplichtingenraming omlaag om het verplichtingenbedrag 2024 helemaal aan te laten sluiten op de uitgaven (€ 49,1 miljoen).

Uitgaven

De uitgaven worden met € 346,1 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 360,4 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:

  • de doorverdeling (€ 362,1 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie het algemeen deel);

  • overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 1,7 miljoen.

De resterende middelen voor halvering van het collegegeld (deze maatregel is stopgezet vanaf collegejaar 2024/2025) worden afgeboekt van de OCW-begroting (€ 70 miljoen in de periode 2028-2030, € 6 miljoen per jaar in de periode 2031-2064 en € 3 miljoen structureel vanaf 2065) ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector. Daarnaast wordt ter dekking de bekostiging van het WO hiervoor vanaf 2031 structureel met € 4,9 miljoen verlaagd. Ook deze middelen worden afgeboekt (Kamerstukken II, 33009, nr 141).

Amendement De Hoop

Conform het amendement van Kamerlid De Hoop (PvdA) worden structureel middelen beschikbaar gesteld voor een bachelor Fries (€ 0,3 miljoen). Op hoofdlijnen worden de afspraken vanaf 2025 hierover vastgelegd in de BFTK (bestuursafspraken Fries april 2024). In een convenant dat eind dit jaar wordt afgesloten zullen de meer precieze afspraken voor de komende jaren worden vastgelegd. De aanbevelingen van het KNAW-rapport worden hierbij meegenomen. Via het convenant wordt ook invulling gegeven aan de motie betreffende de wettelijke verankering van het academisch Fries.

Subsidies

Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 14,6 miljoen verlaagd. Het betreft:

  • de overboeking van de uitgaven voor de wettelijke taak van Nuffic en het Landelijk Centrum Studiekeuze van subsidies op artikel 7 naar bijdrage aan RWT’s op artikel 6 (Hoger onderwijs) van € 13,9 miljoen;

  • overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 0,7 miljoen.

Opdrachten en bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Het budget voor de opdrachten en de bijdrage aan (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd in 2024. Deze verhoging wordt veroorzaakt door:

  • overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verhogen met € 0,3 miljoen.

3.6 Beleidsartikel 8. Internationaal beleid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 8 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

21.211

0

21.211

6.091

27.302

6.059

5.008

5.028

4.708

25.608

           

Uitgaven

21.578

0

21.578

6.091

27.669

6.059

5.008

5.028

4.708

25.976

           

Subsidies (regelingen)

8.607

0

8.607

1.044

9.651

1.101

1.100

1.100

1.100

9.609

Stichting Ons Erfdeel

185

0

185

0

185

0

0

0

0

185

Stichting Nuffic

1.060

0

1.060

52

1.112

52

52

52

52

1.112

Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training

4.339

0

4.339

323

4.662

216

216

216

216

4.555

Internationalisering onderwijs

1.136

0

1.136

‒ 103

1.033

33

33

33

33

1.169

Duitsland Instituut Amsterdam

896

0

896

44

940

44

44

44

44

940

Netherlands house for Education and Research (Neth-ER)

667

0

667

19

686

19

19

19

19

686

Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur

157

0

157

‒ 30

127

0

0

0

0

157

Overige incidentele subsidies

167

0

167

739

906

737

736

736

736

805

Opdrachten

3.205

0

3.205

2.890

6.095

2.679

1.629

1.629

1.629

4.696

Opdrachten

3.205

0

3.205

2.890

6.095

2.679

1.629

1.629

1.629

4.696

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

1.650

1.650

1.650

1.650

1.650

1.650

1.650

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

1.650

1.650

1.650

1.650

1.650

1.650

1.650

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

9.286

0

9.286

507

9.793

629

629

649

329

9.541

Nederlandse Taalunie

7.680

0

7.680

284

7.964

281

281

281

281

7.872

Europa College Brugge

34

0

34

1

35

1

1

1

1

35

Unesco

57

0

57

2

59

2

2

2

2

59

OESO CERI

98

0

98

3

101

3

3

3

3

101

Fulbright Center

410

0

410

12

422

12

12

12

12

422

EU-programma's en activiteiten

22

0

22

1

23

1

1

1

1

23

Overige bijdragen

985

0

985

204

1.189

329

329

349

29

1.029

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

480

0

480

0

480

0

0

0

0

480

Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa)

480

0

480

0

480

0

0

0

0

480

Ontvangsten

99

0

99

0

99

0

0

0

0

99

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 6,1 miljoen verhoogd.

Uitgaven

De uitgaven worden met € 6,1 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

SubsidiesHet budget voor subsidies wordt per saldo met € 1,0 miljoen verhoogd. Het betreft onder andere:

  • een verhoging van per saldo € 0,4 miljoen van de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel);

  • een verhoging van het budget van per saldo € 0,6 miljoen voor de Subsidieregeling Koninkrijksbeurzenprogramma stcrt-2024-5652-n1.Deze regeling is bedoeld voor verstrekken van subsidie ter ondersteuning van onderwijsmobiliteit binnen het Koninkrijk der Nederlanden.

OpdrachtenHet budget wordt verhoogd met € 2,9 miljoen. Dit betreft onder andere:

  • een verhoging van per saldo € 0,2 miljoen van de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel);

  • een verhoging van € 1,1 miljoen voor het aandeel van de onderwijsdirecties in de gegunde aanbesteding om de internationalisering te bevorderen;

  • een verhoging van € 1,5 miljoen door een herschikking van de budgetten voor de Caribische landen van het Koninkrijk der Nederlanden;

  • diverse overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten/-artikelen en andere departementen) die het budget in totaal verhogen met € 0,1 miljoen.

Bijdragen aan medeoverhedenHet budget wordt verhoogd met € 1,7 miljoen door een herschikking van de budgetten van de Caribische landen van het Koninkrijk der Nederlanden.

3.7 Beleidsartikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid art. 9 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

242.989

0

242.989

7.799

250.788

163.778

150.889

149.403

149.314

405.237

           

Uitgaven

254.489

0

254.489

7.799

262.288

163.778

150.889

149.403

149.314

405.436

           

Bekostiging

95.951

0

95.951

‒ 12.701

83.250

139.194

139.357

140.222

140.222

255.925

Tekorten regios

95.951

0

95.951

‒ 12.701

83.250

139.194

139.357

140.222

140.222

255.925

Subsidies (regelingen)

152.048

0

152.048

18.205

170.253

23.516

10.282

7.933

7.842

140.619

Lerarenbeurs

64.837

0

64.837

5.859

70.696

9.284

6.534

3.534

3.534

62.928

Zij-instroom

82.831

0

82.831

12.847

95.678

13.961

4.483

5.134

5.043

73.995

Overige subsidies

4.380

0

4.380

‒ 501

3.879

271

‒ 735

‒ 735

‒ 735

3.696

Opdrachten

2.664

0

2.664

1.899

4.563

650

858

858

858

4.547

Opdrachten

2.664

0

2.664

1.899

4.563

650

858

858

858

4.547

Bijdrage aan agentschappen

3.826

0

3.826

396

4.222

418

392

390

392

4.345

Dienst Uitvoering Onderwijs

3.826

0

3.826

396

4.222

418

392

390

392

4.345

Ontvangsten

7.000

0

7.000

0

7.000

0

0

0

0

7.000

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 7,8 miljoen verhoogd.

Uitgaven

De uitgaven worden met € 7,8 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget wordt in 2024 per saldo met € 12,7 miljoen verlaagd. In de jaren daarna wordt het budget verhoogd met € 139,2 miljoen in 2025 tot € 140,2 miljoen in 2028. Deze verschuivingen worden voornamelijk veroorzaakt door:

  • in 2024 is er onderuitputting op de regeling onderwijsregio’s. Dit veroorzaakte een meevaller van € 14,5 miljoen;

  • vanaf 2025 worden middelen vanuit de regeling Professionalisering en begeleiding startende leraren en schoolleiders (PBSS) vanuit artikel 1 (Primair onderwijs) van de OCW begroting en de Regeling aanvullende bekostiging strategisch personeelsbeleid, begeleiding en verzuim vo (SHRM) vanuit artikel 3 (Voortgezet onderwijs) van de OCW begroting toegevoegd aan het budget voor de Onderwijsregio’s, in navolging van bestuurlijke afspraken. Dit gaat in totaal om € 125,6 miljoen;

  • daarnaast wordt aan dit budget loonbijstelling toegevoegd van € 5,8 miljoen.

Subsidies

Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 18,2 miljoen verhoogd in 2024. In de jaren hierna wordt het budget ook verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • een verhoging van het budget voor de Lerarenbeurs. Het budget voor de lerarenbeurs wordt in 2024 met € 2,0 miljoen verhoogd, in 2025 met € 5,8 miljoen en in 2026 met € 3,0 miljoen. Daarnaast wordt er loon- en prijsbijstelling toegevoegd van € 3,9 miljoen in 2024 en € 3,5 miljoen in daaropvolgende jaren;

  • het hoofdbudget zij-instroom wordt verhoogd, ten behoeve van een verhoging van het budget voor de subsidieregeling zij-instroom. Het budget wordt verhoogd met € 6,4 miljoen in 2024 en € 8,4 miljoen in 2025. Deze intensivering worden gedekt vanuit middelen die vrijvallen bij de convenanten G5 op artikel 1 (Primair onderwijs) door een overgang van financiering per schooljaar naar per kalenderjaar;

  • daarnaast wordt het hoofdbudget zij-instroom verhoogd vanwege onder andere loon- en prijsbijstelling, ter hoogte van € 4,7 miljoen in 2024 tot € 4,0 miljoen in 2029.

3.8 Beleidsartikel 11. Studiefinanciering

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid art. 11 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

6.283.902

‒ 167.500

6.116.402

177.453

6.293.855

‒ 1.982.903

‒ 1.065.557

‒ 1.180.980

‒ 1.211.907

5.951.544

           

Uitgaven

6.283.902

‒ 167.500

6.116.402

177.453

6.293.855

‒ 1.982.903

‒ 1.065.557

‒ 1.180.980

‒ 1.211.907

5.951.544

           

Inkomensoverdracht

 

1.365.838

‒ 167.500

1.198.338

1.079.634

2.277.972

‒ 1.118.922

‒ 159.004

‒ 164.924

‒ 229.685

3.543.228

Basisbeurs gift (R)

381.474

0

381.474

‒ 7.266

374.208

‒ 12.238

‒ 39.910

‒ 66.259

‒ 88.745

1.268.588

Aanvullende beurs gift (R)

790.816

0

790.816

21.695

812.511

17.273

24.876

46.565

57.807

1.078.817

Reisvoorziening gift (R)

16.735

‒ 167.500

‒ 150.765

989.254

838.489

‒ 1.217.629

‒ 191.863

‒ 187.421

‒ 228.945

994.823

Studievoorschotvouchers (R)

91

0

91

3

94

28.437

649

386

0

0

Caribisch Nederland gift (R)

3.101

0

3.101

‒ 924

2.177

‒ 924

‒ 924

‒ 924

‒ 924

2.177

Tegemoetkoming doelgroep leenstelsel (R)

0

0

0

0

0

33.163

3.839

2.447

1.435

22.161

Overige uitgaven (R)

173.621

0

173.621

76.872

250.493

32.996

44.329

40.282

29.687

176.662

Leningen

4.706.920

0

4.706.920

‒ 926.471

3.780.449

‒ 884.806

‒ 928.498

‒ 1.039.804

‒ 1.074.754

2.257.771

Basisbeurs prestatiebeurs (NR)

1.273.711

0

1.273.711

33.365

1.307.076

37.108

23.963

20.144

49.747

128.313

Aanvullende beurs prestatiebeurs (NR)

354.348

0

354.348

‒ 9.621

344.727

‒ 5.216

‒ 16.590

‒ 43.797

‒ 54.818

78.664

Reisvoorziening (NR)

274.413

0

274.413

‒ 157.334

117.079

‒ 134.425

‒ 104.774

‒ 123.382

‒ 98.160

84.407

Rentedragende lening (NR)

2.503.933

0

2.503.933

‒ 722.808

1.781.125

‒ 708.295

‒ 752.045

‒ 814.442

‒ 871.295

1.773.041

Collegegeldkrediet (NR)

298.972

0

298.972

‒ 87.144

211.828

‒ 90.807

‒ 93.388

‒ 95.191

‒ 96.322

200.759

Leven lang leren krediet (NR)

28.080

0

28.080

‒ 5.182

22.898

‒ 7.282

‒ 7.282

‒ 7.282

‒ 7.282

22.963

Overige uitgaven (NR)

‒ 26.537

0

‒ 26.537

22.253

‒ 4.284

24.111

21.618

24.146

3.376

‒ 30.376

Bijdrage aan agentschappen

211.144

0

211.144

24.290

235.434

20.825

21.945

23.748

92.532

150.545

Dienst Uitvoering Onderwijs

211.144

0

211.144

24.290

235.434

20.825

21.945

23.748

92.532

150.545

           

Ontvangsten

1.600.852

0

1.600.852

40.872

1.641.724

20.160

29.557

47.841

70.810

2.118.589

Ontvangen rente (R)

200.690

0

200.690

‒ 45.893

154.797

‒ 49.982

‒ 23.089

13.636

56.066

418.219

Ontvangsten Caribisch Nederland (R)

528

0

528

193

721

168

140

109

76

795

Overige ontvangsten (R)

20.842

0

20.842

‒ 800

20.042

‒ 822

‒ 843

‒ 862

‒ 880

18.848

Terugontvangen lening (NR)

1.378.792

0

1.378.792

87.341

1.466.133

70.765

53.318

34.927

15.517

1.680.696

Ontvangsten Caribisch Nederland (NR)

0

0

0

31

31

31

31

31

31

31

Toelichting: R = relevant, NR = niet-relevant

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Toelichting instrumenten (algemeen):

Zowel voor de uitgaven als de ontvangsten wordt een onderscheid gemaakt tussen relevant en niet-relevant. Relevant betekent: relevant voor het uitgavenplafond. Uitgangspunt in de begrotingsregels is dat uitgaven die relevant zijn voor het EMU-saldo ook relevant zijn voor het uitgavenplafond. Zoals opgenomen in Miljoenennota 2022 is de behandeling van prestatiebeurzen voor het EMU-saldo veranderd door gewijzigde inzichten van Eurostat en daarmee CBS.

In deze begroting van OCW worden de prestatiebeursuitgaven als niet-relevant behandeld (zolang die nog niet zijn omgezet in een gift); in de weergave van het EMU-saldo worden zij wel als relevant weergegeven, middels een correctie op het EMU-saldo. De relevante uitgaven in deze begroting worden daarom hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en uitgekeerde prestatiebeurs die wordt omgezet in een gift. Overige niet-relevante uitgaven zijn de rentedragende leningen. Deze uitgaven zijn niet-relevant voor het uitgavenplafond, maar worden wel meegerekend in de EMU-schuld.

De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op leningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van de rentedragende leningen

Toelichting mutaties:

Verplichtingen

De totale verplichtingen op artikel 11 worden met € 177,5 miljoen naar boven bijgesteld.

Uitgaven

De totale uitgaven op artikel 11 worden met € 177,5 miljoen naar boven bijgesteld. Het betreft een bijstelling van de inkomensoverdrachten naar boven van € 1.079,6 miljoen, grotendeels als gevolg van een kasschuif vanuit 2025; een bijstelling omlaag van de leningen met € 926,5 miljoen, grotendeels omdat er minder geleend wordt; en een bijstelling omhoog van het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met € 24,3 miljoen. Hieronder wordt per instrument toegelicht hoe de bijstellingen tot stand zijn gekomen.

Toelichting per instrument:

Inkomensoverdrachten

De relevante uitgaven worden met € 1.079,6 miljoen verhoogd. Dit bestaat uit de volgende elementen:

  • de uitgaven aan de basisbeurs worden per saldo met € 7,3 miljoen verlaagd;

    • dit betreft een bijstelling omlaag van € 2,6 miljoen op de omzettingen. Het grootste deel van de omzettingen vindt in januari plaats, voor 2024 zijn deze uitgaven al bekend;

    • daarnaast zijn de uitgaven aan basisbeurs die direct als gift uitgekeerd worden € 4,7 miljoen lager. Dit komt allereerst door een neerwaartse bijstelling van € 8,3 miljoen vanwege een lager aantal studenten dan geraamd. Daarnaast is in de bijstelling van de basisbeurs gift de prijsbijstelling van € 3,6 miljoen verwerkt;

  • de relevante uitgaven aan de aanvullende beurs worden per saldo met € 21,7 miljoen verhoogd;

    • de omzettingen zijn met € 12,5 miljoen omhoog bijgesteld;

    • de uitgaven aan de aanvullende beurs die direct als gift worden uitgekeerd zijn omhoog bijgesteld met € 9,1 miljoen. Dit komt allereerst door een neerwaartse bijstelling van € 3,3 miljoen vanwege lagere aantallen studenten. Door de prijsbijstelling wordt het bedrag met € 12,4 miljoen verhoogd;

  • de reisvoorziening wordt per saldo met € 989,3 miljoen verhoogd. Hier liggen de volgende verklaringen aan ten grondslag;

    • het budget kosten OV-contract is met € 884,8 miljoen verhoogd. Dit komt vooral door een kasschuif van € 1,0 miljard op het budget van de reisvoorziening voor de openbaarvervoersbedrijven van 2025 naar 2024. Met deze kasschuif wordt op verzoek van het kabinet een bijdrage geleverd aan de optimalisering van het kasritme van de Staat over de jaren heen. Daarnaast is het budget met € 120,3 miljoen verlaagd vanwege lagere prijzen en lagere aantallen studenten vanaf 2024. De lagere prijzen zijn het gevolg van het periodieke herijkingsonderzoek van het studentenreisproduct op basis van het aantal gereisde kilometers door studenten. Dit onderzoek is afgerond in 2023. Uit het onderzoek is gebleken dat studenten minder reizen, waardoor de prijs van het studentenreisproduct ook omlaag gaat. Het kabinet heeft eerder besloten om in 2024 een extra herijkingsonderzoek uit te voeren. In afwachting van deze extra herijking wordt een reservering aangemaakt op de Aanvullende Post (AP), die beschikbaar is voor de OCW begroting wanneer er sprake is van een eventuele tegenvaller bij de aankomende herijking. Deze reservering heeft een oploop doordat het plafondrelevante deel van de verlaging van het OV-contract oploopt in de tijd. De reservering valt vrij aan het generale beeld wanneer deze bij de herijking niet nodig blijkt te zijn. In deze bijstelling zit ook € 1,1 miljoen verwerkt aan vergoeding voor de OV-bedrijven voor de kwijtschelding OV-boetes als gevolg van de kinderopvangtoeslagenaffaire. Door de prijsbijstelling wordt de reisvoorziening op deze post met € 4,0 miljoen omhoog bijgesteld;

  • de reisvoorziening direct gift is met € 17,6 miljoen omlaag bijgesteld. Dit is het gevolg van het lagere normbedrag voor de reisvoorziening en lagere aantallen;

  • de omzettingen van prestatiebeurs in gift zijn per saldo met € 18,1 miljoen omlaag bijgesteld op basis van realisatiegegevens;

  • de bijdrage studerenden aan OV is met € 140,1 miljoen naar boven bijgesteld. Dit betreft een technische tegenboeking waarmee voorkomen wordt dat de waarde van de OV-kaart dubbel geboekt wordt (enerzijds door toekenning aan de student, anderzijds door de betaling aan de OV-bedrijven). Doordat het een tegenboeking betreft, betekent deze positieve mutatie dus eigenlijk een lager bedrag aan toekenningen. Dit wordt veroorzaakt door de lagere prijs van het studentenreisproduct en de lagere aantallen studenten;

  • de bijstelling op de studievoorschotvouchers en de tegemoetkoming is het gevolg van prijsbijstelling;

  • het budget voor Caribisch Nederland is met € 0,9 miljoen naar beneden bijgesteld. Vanaf 2024 worden de uitgaven aan Caribisch Nederland uitgesplitst naar relevante en naar niet-relevante uitgaven. Voorheen werden alle uitgaven aan Caribisch Nederland als relevante uitgaven geboekt;

  • de relevante overige uitgaven worden per saldo met € 76,9 miljoen verhoogd. Het budget wordt met € 64,6 miljoen verhoogd voor middelen ten behoeve van de kwijtschelding van studieschulden van toeslagengedupeerden. De uitvoering van de hersteloperatie duurt langer dan gedacht, waardoor er uitgaven uit 2023 doorschuiven naar 2024 en verder. Als laatste worden de overige uitgaven met € 12,3 miljoen naar boven bijgesteld, als gevolg van de hogere realisatiegegevens.

Leningen

De niet-relevante uitgaven worden per saldo met € 926,5 miljoen verlaagd. Dit bestaat uit de volgende onderdelen:

  • de niet-relevante uitgaven aan de basisbeurs worden met € 33,4 miljoen omhoog bijgesteld;

    • dit betreft allereerst de toekenningen prestatiebeurs. Deze worden omhoog bijgesteld met € 39,5 miljoen. Dit komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van € 24,2 miljoen vanwege minder uitwonende beurzen en lagere aantallen studenten. Anderzijds is er voor € 63,7 miljoen aan prijsbijstelling verwerkt;

    • de tegenboeking van de omzettingen van prestatiebeurs in gift zorgt voor een opwaartse bijstelling van € 2,6 miljoen;

    • de tegenboeking voor de omzetting naar lening zorgt voor neerwaartse bijstelling van € 8,7 miljoen.

  • de niet-relevante uitgaven aan de aanvullende beurs zijn met € 9,6 miljoen naar beneden bijgesteld;

    • dit betreft een opwaartse bijstelling van € 11,0 miljoen op de toekenningen prestatiebeurs. Dit komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van € 22,5 miljoen voornamelijk als gevolg van lagere aantallen studenten. Anderzijds is er voor € 11,5 miljoen aan prijsbijstelling verwerkt;

    • daarnaast zijn de omzettingen van prestatiebeurs naar gift, die hiertegen geboekt worden, met € 12,5 omlaag bijgesteld;

    • de tegenboeking voor de omzettingen naar lening zorgt voor een neerwaartse bijstelling van € 8,1 miljoen;

  • de niet-relevante uitgaven OV worden met € 157,3 miljoen naar beneden bijgesteld;

    • dit betreft voornamelijk lagere toekenningen prestatiebeurs, met € 132,8 miljoen, als gevolg van de lagere prijs van het OV;

    • de omzettingen naar gift zijn € 21,9 miljoen lager op deze post;

    • als laatste zijn de omzettingen naar lening € 2,7 miljoen lager dan geraamd;

  • de uitgaven op de post rentedragende lening (niet-relevant) zijn per saldo neerwaarts bijgesteld met € 722,8 miljoen;

    • er is sprake van een dalende trend in het percentage leners die niet alleen verband houdt met de herinvoering van de basisbeurs in het hbo en het wo. Dit zorgt voor lagere uitgaven aan de rentedragende lening (neerwaartse bijstelling van € 796,6 miljoen). Daarnaast is er een bijstelling als gevolg van lagere aantallen studenten (neerwaartse bijstelling van € 36,0 miljoen). Tot slot is er voor € 90,3 miljoen aan prijsbijstelling voor 2024 toegekend;

    • op deze post vindt daarnaast de tegenboeking op de omzettingen naar lening plaats. Dit is een bijstelling naar boven van € 19,5 miljoen;

  • de uitgaven aan het collegegeldkrediet zijn verlaagd met € 87,1 miljoen. Deze bijstelling komt, evenals bij de rentedragende lening, door de dalende trend in het percentage studenten dat naar verwachting gebruik gaat maken van het krediet (neerwaartse bijstelling van € 90,3 miljoen). Door lagere aantallen zijn de uitgaven op deze post met € 5,6 miljoen naar beneden bijgesteld. Daarnaast is er voor € 8,8 miljoen aan prijscompensatie voor 2024 toegekend;

  • het budget voor het levenlanglerenkrediet wordt met € 5,2 miljoen naar beneden bijgesteld op basis van realisatiegegevens. Er wordt minder gebruik gemaakt van het krediet dan verwacht (neerwaartse bijstelling van € 6,0 miljoen). Daarnaast is er voor € 0,8 miljoen aan prijscompensatie voor 2024 toegekend;

  • er is een kleine bijstelling op de post Caribisch Nederland leningen (NR). Vanaf 2024 worden de uitgaven aan Caribisch Nederland uitgesplitst naar relevant en niet-relevante uitgaven;

  • de niet-relevante overige uitgaven zijn met € 22,3 miljoen omlaag bijgesteld op basis van realisatiegegevens.

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 24,3 miljoen verhoogd. Als gevolg van de lagere volumes uit de referentieraming wordt het budget met € 0,6 miljoen verlaagd. Door de doorverdeling van de prijsbijstelling tranche 2024 stijgt het budget met € 10,6 miljoen. Ook is het budget voor de uitvoering van de kwijtschelding van studieschulden van toeslagengedupeerden met € 1,7 miljoen verhoogd. De uitvoering van de hersteloperatie duurt langer dan gedacht, waardoor er uitgaven uit 2023 doorschuiven naar 2024 en verder. DUO loopt op het gebied van informatie- en systeembeveiliging risico, om te kunnen voldoen aan de meest actuele compliancy is het budget verhoogd met € 6,5 miljoen. Tevens is het budget verhoogd met € 0,9 miljoen voor dekking van de gestegen huisvestingslasten. En voor de vernieuwde IKB-regeling die effectief is per 1 januari 2023 is het budget verhoogd met € 2,6 miljoen. Daarnaast is het budget verhoogd met € 1,6 miljoen voor meerkosten op het vlak van ICT. Naar aanleiding van de brief over de controle van de uitwonendenbeurs, het debat met de Tweede Kamer hierover en de hieruit voortvloeiende activiteiten wordt het DUO budget verhoogd met € 1,0 miljoen.

Ontvangsten

De ontvangsten worden met € 40,9 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de relevante ontvangsten van € 46,5 miljoen en een stijging van de niet-relevante ontvangsten met € 87,4 miljoen.

  • de relevante ontvangsten worden omlaag bijgesteld met € 46,5 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:

    • renteontvangsten: deze post is met € 45,9 miljoen verlaagd in 2024. Dit betreft vooral lagere renteontvangsten: in de raming was rekening gehouden met renteontvangsten van studenten die nog studeerden. Deze rente wordt wel geheven, maar de ontvangsten doen zich pas voor zodra deze studenten in de aflosfase zitten. De renteontvangsten groeien daardoor langzamer in dan gedacht;

    • overige ontvangsten: deze post is met € 0,8 miljoen verlaagd op basis van realisatiegegevens;

    • ontvangsten Caribisch Nederland: deze post is met 0,2 miljoen verhoogd op basis van realisatiegegevens;

  • de niet-relevante ontvangsten worden grotendeels gevormd door de terugontvangen lening en worden omhoog bijgesteld met € 87,3 miljoen op basis van realisatiegegevens. Dit is het gevolg van hoger dan verwachte extra ontvangsten (ontvangsten boven op de reguliere termijnontvangsten);

  • er is een kleine bijstelling op ontvangsten Caribisch Nederland (NR). Vanaf 2024 worden de ontvangsten op Caribisch Nederland uitgesplitst naar relevante en niet-relevante ontvangsten.

3.9 Beleidsartikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid art. 12 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

78.250

0

78.250

‒ 2.127

76.123

‒ 6.075

‒ 8.483

‒ 8.842

‒ 8.536

71.556

           

Uitgaven

78.250

0

78.250

‒ 2.127

76.123

‒ 6.075

‒ 8.483

‒ 8.842

‒ 8.536

71.556

           

Inkomensoverdracht

75.211

0

75.211

‒ 2.370

72.841

‒ 6.376

‒ 8.778

‒ 9.142

‒ 8.845

68.026

Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R)

3.985

0

3.985

‒ 552

3.433

‒ 552

‒ 552

‒ 552

‒ 552

3.433

Deeltijd vo (R)

1.964

0

1.964

373

2.337

373

373

373

373

2.337

Volwassenenonderwijs (vavo) (R)

5.933

0

5.933

345

6.278

‒ 19

‒ 370

‒ 539

‒ 603

5.494

Meerderjarige scholieren vo (R)

59.725

0

59.725

‒ 2.421

57.304

‒ 5.840

‒ 7.841

‒ 8.020

‒ 7.693

53.266

Meerderjarige scholieren vso (R)

3.604

0

3.604

‒ 115

3.489

‒ 338

‒ 388

‒ 404

‒ 370

3.496

Leningen

14

0

14

0

14

0

0

0

0

14

STOEB/ALR (NR)

14

0

14

0

14

0

0

0

0

14

Bijdrage aan agentschappen

3.025

0

3.025

243

3.268

301

295

300

309

3.516

Dienst Uitvoering Onderwijs

3.025

0

3.025

243

3.268

301

295

300

309

3.516

           

Ontvangsten

2.184

0

2.184

‒ 56

2.128

‒ 170

‒ 240

‒ 249

‒ 240

1.995

Tegemoetkoming lerarenopleiding en deeltijd vo (R)

290

0

290

‒ 29

261

‒ 29

‒ 29

‒ 29

‒ 29

261

Meerderjarige scholieren v(s)o en vavo (R)

1.894

0

1.894

‒ 27

1.867

‒ 141

‒ 211

‒ 220

‒ 211

1.734

Toelichting: R = relevant, NR = niet-relevant

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 2,1 miljoen verlaagd.

Uitgaven

De uitgaven aan de WTOS worden per saldo met € 2,1 miljoen verlaagd. Dit betreft een neerwaartse bijstelling van € 2,4 miljoen op de inkomensoverdrachten en een opwaartse bijstelling van € 0,2 miljoen op de bijdrage aan agentschappen. Hieronder zal per instrument worden toegelicht wat de oorzaken van de bijstellingen zijn.

Toelichting per instrument:

Inkomensoverdracht

De raming wordt per saldo met € 2,4 miljoen verlaagd. Dat komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van € 4,6 miljoen. Daarnaast is er een toekenning van de prijscompensatie van € 2,2 miljoen.

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt met € 0,1 miljoen verlaagd.

3.10 Beleidsartikel 13. Lesgeld

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid art. 13 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

17.086

0

17.086

1.825

18.911

1.892

1.764

1.745

1.763

19.716

           

Uitgaven

17.086

0

17.086

1.825

18.911

1.892

1.764

1.745

1.763

19.716

           

Bijdrage aan agentschappen

17.086

0

17.086

1.825

18.911

1.892

1.764

1.745

1.763

19.716

Dienst Uitvoering Onderwijs

17.086

0

17.086

1.825

18.911

1.892

1.764

1.745

1.763

19.716

Ontvangsten

266.696

0

266.696

‒ 16.500

250.196

‒ 13.721

‒ 9.674

‒ 8.009

‒ 6.185

330.957

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 1,8 miljoen verhoogd.

Uitgaven

Het uitgavenbudget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 1,8 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door de lpo tranche 2024.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt met € 16,5 miljoen verlaagd. De tegenvaller wordt grotendeels veroorzaakt door betalingen van lesgeld in termijnen, waardoor de ontvangsten structureel naar achteren worden geschoven.

3.11 Beleidsartikel 14. Cultuur

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

3.053.806

0

3.053.806

412.957

3.466.763

53.079

48.413

35.941

31.492

786.119

           

Uitgaven

1.304.479

0

1.304.479

108.893

1.413.372

104.630

126.744

117.314

67.839

1.377.039

           

Bekostiging

1.046.522

0

1.046.522

47.740

1.094.262

55.238

58.878

58.831

58.055

1.216.540

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen

245.493

0

245.493

7.005

252.498

14.431

15.307

15.255

16.229

291.960

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen

275.033

0

275.033

15.606

290.639

13.938

13.759

13.849

13.846

289.277

Museale instellingen met een wettelijke taak

260.738

0

260.738

24.498

285.236

10.090

9.829

9.967

9.967

272.048

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen

43.307

0

43.307

‒ 1.103

42.204

1.657

2.758

2.777

2.794

96.851

Digitale openbare bibliotheek

18.599

0

18.599

648

19.247

752

752

752

752

19.458

Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

13.903

0

13.903

559

14.462

559

559

559

559

14.462

Monumentenzorg

155.787

0

155.787

‒ 4.003

151.784

252

2.552

2.713

3.296

167.413

Archieven incl. Regionale Historische Centra

33.645

0

33.645

4.529

38.174

11.901

11.704

11.301

8.954

35.978

Cultuureducatie met Kwaliteit

17

0

17

1

18

1.658

1.658

1.658

1.658

29.093

Subsidies (regelingen)

96.368

0

96.368

38.701

135.069

41.699

60.970

51.052

3.068

66.203

Verbreden inzet cultuur

22.005

0

22.005

‒ 1.793

20.212

633

469

993

993

22.588

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

9.626

0

9.626

569

10.195

‒ 123

2

2

2

9.048

Programma leesbevordering

12.791

0

12.791

33.953

46.744

25.020

17.513

3.574

528

12.258

Creatieve Industrie

2.457

0

2.457

‒ 148

2.309

130

117

117

112

2.615

Specifiek cultuurbeleid

46.642

0

46.642

2.582

49.224

796

626

1.064

1.384

18.556

Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

2.847

0

2.847

2.838

5.685

543

343

302

49

1.138

NGF CIIIC

0

0

0

700

700

14.700

41.900

45.000

0

0

Opdrachten

33.385

0

33.385

‒ 4.921

28.464

552

2.217

2.715

2.034

29.967

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

2.141

0

2.141

‒ 3

2.138

110

110

110

110

2.251

Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

17.882

0

17.882

‒ 1.448

16.434

3.614

1.725

673

422

14.358

Overige opdrachten

13.362

0

13.362

‒ 3.470

9.892

‒ 3.172

382

1.932

1.502

13.358

Bijdrage aan agentschappen

56.562

0

56.562

4.310

60.872

2.610

2.977

2.973

2.939

58.207

Nationaal Archief

56.562

0

56.562

4.310

60.872

2.610

2.977

2.973

2.939

58.207

Bijdragen aan medeoverheden

69.653

0

69.653

22.952

92.605

4.442

1.613

1.654

1.654

4.044

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

1.989

0

1.989

111

2.100

89

89

89

89

2.078

Ontvangsten

3.549

0

3.549

36.172

39.721

0

0

0

0

494

Tabel 24 Uitsplitsing verplichtingen
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

3.053.806

0

3.053.806

412.957

3.466.763

53.079

48.413

35.941

31.492

786.119

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

56.288

56.288

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

3.053.806

0

3.053.806

356.669

3.410.475

53.079

48.413

35.941

31.492

786.119

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht. De bedragen «Stand vastgestelde begroting 2024» bij ‘Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed’ en ‘Overige opdrachten’ wijken af van de stand gepubliceerd in de ontwerpbegroting 2024. Deze bedragen waren in de gepubliceerde versie verwisseld en zijn nu gecorrigeerd.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 413,0 miljoen verhoogd. Het verschil van € 304,1 miljoen tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:

  • per saldo een verhoging/verlaging van de garantieverplichtingen met € 56,3 miljoen;

  • een verhoging van € 146,2 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024. Dit is nodig omdat in 2024 de verplichtingen van de culturele basisinfrastructuur 2025-2028 en de subsidie voor publieksactiviteiten museale instellingen met een wettelijke taak worden aangegaan, op loon- en prijsniveau 2024;

  • een verhoging van € 102,3 miljoen voor projecten in het kader van Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) beschikbaar gesteld uit het budget van het Nationaal Groeifonds. De uitgaven vinden plaats in de periode 2024-2028.

Uitgaven

De uitgaven worden met € 108,9 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 47,7 miljoen verhoogd. Dit saldo bestaat uit diverse mutaties, waarvan de grootste hier worden toegelicht. Voor loon- en prijsbijstelling is € 44,8 miljoen geraamd. Voor de zomer wordt de loon- en prijsbijstelling verstrekt aan instellingen en fondsen in de culturele basisinfrastructuur en de musea die via de Erfgoedwet worden bekostigd. Daarnaast is via desaldering de raming van het Nationaal Restauratiefonds verhoogd met € 9,6 miljoen voor de verduurzaming van museale instellingen bij het Nationaal Restauratiefonds. Ook is een kasschuif gedaan van € 4,9 miljoen van 2024 naar de jaren 2025-2028 voor het programma ‘Oorlog voor de rechter’. Deze kasschuif is bedoeld om het budget in de pas te laten lopen met de verwachte budgettaire behoefte van het Nationaal Archief die het programma uitvoert.

Voor de implementatie van de Nieuwe Archiefwet is er in de periode 2024-2029 budget beschikbaar van in totaal € 33,2 miljoen. Deze middelen zijn onder andere bestemd voor opleidingen, ter dekking van kosten bij de inspectie, en ter dekking van de implementatie lagere overheden. Daarnaast wordt er budget gebruikt voor de selectiedatabase. In het huidige regeerakkoord is benoemd dat de nieuwe archiefwet consistent geïmplementeerd wordt.

Ten slotte ontvangt het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis een tegemoetkoming van € 5,0 miljoen vanwege een noodgedwongen verhuizing het Prins Willem-Alexanderhof (Den Haag) naar een pand in eigendom. De tegemoetkoming is bestemd voor de eenmalige verhuiskosten en kosten voor de (museale) inrichting.

Subsidies

Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 38,7 miljoen verhoogd. Naast aanvullend budget voor loon- en prijsbijstelling (€ 4,0 miljoen) en diverse andere kleinere mutaties, is € 24,4 miljoen overgeboekt van artikel 3 (Voortgezet onderwijs) voor de gezamenlijke beleidsinzet van SCM en MPVO voor Leesbevordering via de Bibliotheek op school als onderdeel van het Masterplan Basisvaardigheden. Voor hetzelfde doel is uit de eindejaarsmarge € 14,9 miljoen beschikbaar gekomen te verdelen over de jaren 2024 en 2025. Daarnaast is uit de eindejaarsmarge € 2,4 miljoen voor leesbevordering beschikbaar gesteld.

Deels uit de eindejaarsmarge is een totaalbudget van € 11,5 miljoen beschikbaar om de noodgedwongen verhuizing van het Literatuurmuseum van het Prins Willem-Alexanderhof (Den Haag) naar Utrecht mede mogelijk te maken. De tegemoetkoming is bestemd voor de eenmalige verhuiskosten en kosten voor de (museale) inrichting. De bijdrage wordt verdeeld over meerdere jaren beschikbaar gesteld.

Ten slotte was een verschuiving van € 4,9 miljoen van het instrument subsidies naar het instrument bijdragen aan medeoverheden nodig om de middelen voor impuls jongerencultuur en talentontwikkeling aan de 19 cultuurregio’s beschikbaar te stellen.

Bijdragen aan medeoverheden

Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met bijna € 23,0 miljoen verhoogd. Naast aanvullend budget voor loon- en prijsbijstelling (€ 3,1 miljoen), is per saldo € 8,5 miljoen overgeboekt naar dit instrument vanuit de financiële instrumenten Bekostiging en Subsidies, waaronder middelen voor de uitvoeringsagenda Faro. Uit de eindejaarsmarge is € 11,3 miljoen toegevoegd aan het subsidieplafond van de Regeling eenmalige specifieke uitkeringen lokale bibliotheekvoorzieningen voor versterking van het bibliotheeknetwerk in gemeenten.

Uitvoeringsagenda Faro

Op 10 januari 2024 heeft het Koninkrijk der Nederlanden het ‘Kaderverdrag van de Raad van Europa inzake de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving (Verdrag van Faro)’ ondertekend. De gemeente Zaanstad, de gemeente Leiden en het Openbaar Lichaam voor Saba hebben los van elkaar een eigen, onderscheidenlijk project ingediend waarvoor zij een financiële bijdrage krijgen. Omdat het om specifieke projecten gaat, die beoordeeld zijn op hun inhoudelijke bijdrage aan het realiseren van de Uitvoeringsagenda Faro, waarover derhalve afspraken zijn gemaakt over de besteding van gelden tussen de rijksoverheid en de betreffende decentrale overheden, en waaruit geen recht op financiering voor andere decentrale overheden voor vergelijkbare projecten ontstaat, zal deze financiële ondersteuning worden verstrekt in de vorm van een specifieke, dan wel bijzondere uitkering via de OCW-begroting. In de eerste tabel hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet, maximaal te ontvangen bedragen in euro’s per decentrale overheid zijn opgenomen. In de tweede tabel hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 91, eerste lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba maximaal te ontvangen bedragen in US Dollars per decentrale overheid zijn opgenomen. Voor de bijdrage aan de betreffende decentrale overheden voor het kalenderjaar 2024 zal de begroting als wettelijke grondslag gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht.

Tabel 25 Tabel Specifieke uitkering Faro Uitvoeringsagenda

Decentrale overheid

Bedrag 2024

Gemeente Zaanstad

€ 41.125

Gemeente Leiden

€ 62.300

Totaal

€ 103.425

Tabel 26 Tabel Specifieke uitkering Faro Uitvoeringsagenda

Decentrale overheid

Bedrag 2024

Public Entity of Saba

$ 62.900

Totaal

$ 62.900

Ontvangsten

De ontvangstenraming wordt verhoogd met € 36,2 miljoen. Het grootste deel (€ 25,6 miljoen) betreft de invordering van restanten van budget dat als gevolg van Covid-19 beschikbaar was gesteld voor de Opengestelde Monumentenlening. Van de museale instellingen met een wettelijke taak wordt € 9,6 miljoen ingevorderd door lagere vaststelling van huisvestingssubsidies (als gevolg van het vervallen van btw-plichtigheid voor het onderhoud en het beheer van de Rijkscollectie). Via desaldering blijven deze middelen beschikbaar voor een verduurzamingsfonds voor de museale instellingen.

3.12 Beleidsartikel 15. Media

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 27 Budgettaire gevolgen van beleid art. 15 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

1.223.663

0

1.223.663

109.162

1.332.825

79.261

75.097

74.367

74.798

1.294.889

           

Uitgaven

1.213.908

0

1.213.908

78.650

1.292.558

79.116

74.141

74.222

74.367

1.294.889

           

Bekostiging

1.172.494

0

1.172.494

75.095

1.247.589

74.350

52.267

70.092

70.237

1.268.733

Landelijke publieke omroep

917.872

0

917.872

41.278

959.150

47.038

47.172

47.264

47.384

968.725

Regionale omroep

182.083

0

182.083

5.563

187.646

6.335

‒ 8.156

11.597

12.478

211.499

Stichting Omroep Muziek

22.384

0

22.384

656

23.040

603

575

575

575

20.175

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)

30.585

0

30.585

965

31.550

926

927

859

859

29.392

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

3.005

0

3.005

204

3.209

97

99

98

93

2.967

Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO)

5.522

0

5.522

162

5.684

162

162

162

162

5.684

Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)

1.830

0

1.830

54

1.884

54

54

54

54

1.884

Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO)

1.890

0

1.890

55

1.945

55

55

55

55

1.945

Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve

6.497

0

6.497

26.222

32.719

19.458

11.757

9.806

8.955

26.104

Overige bekostiging media

826

0

826

‒ 64

762

‒ 378

‒ 378

‒ 378

‒ 378

358

Subsidies (regelingen)

33.624

0

33.624

1.722

35.346

1.756

18.621

758

758

15.576

Subsidies

1.862

‒ 300

1.562

93

1.655

44

44

44

44

946

Onderzoeksjournalistiek

12.181

300

12.481

625

13.106

799

717

714

714

14.630

Lokale journalistiek

19.581

0

19.581

1.004

20.585

913

17.860

0

0

0

Opdrachten

730

0

730

31

761

34

37

37

37

754

Opdrachten

730

0

730

31

761

34

37

37

37

754

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

6.981

0

6.981

1.797

8.778

2.971

3.211

3.330

3.330

9.742

Commissariaat voor de Media

6.981

0

6.981

1.797

8.778

2.971

3.211

3.330

3.330

9.742

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

79

0

79

5

84

5

5

5

5

84

European Audiovisual Observatory

79

0

79

5

84

5

5

5

5

84

Ontvangsten

135.660

0

135.660

45.340

181.000

46.810

41.810

41.810

41.810

165.500

Reclame ontvangsten

135.660

0

135.660

45.340

181.000

46.810

41.810

41.810

41.810

165.500

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 109,2 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties (€ 78,7 miljoen). Daarnaast wordt de verplichtingenstand aangesloten op de voorgenomen uitgaven uit de mediabegrotingsbrief.

Uitgaven

De uitgaven worden met € 78,7 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 75,1 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:

  • toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (€ 30,6 miljoen);

  • een overboeking van € 1,1 miljoen van de post dotatie/onttrekking AMr en € 0,4 miljoen van de post overige bekostiging naar het instrument bijdragen aan ZBO’s / RWT’s in verband met de financiering van de uitbreiding van de (wettelijke) taken van het Commissariaat (€ 1,5 miljoen);

  • een verhoging van de dotatie aan de AMr als gevolg van de geactualiseerde raming van de reclameopbrengsten voor 2024 in de mediabegrotingsbrief 2024 (€ 45,3 miljoen);

  • daarnaast is er een overboeking binnen het instrument bekostiging van de post dotatie/ onttrekking AMr naar de Landelijke Publieke Omroep (€ 18,0 miljoen) voor de dekking van de meerkosten bij de aankoop van rechten voor uitzending van de zogenaamde superevenementen (het EK en WK voetbal (vrouwen en mannen) en de Olympische Spelen (inclusief Paralympische Spelen)).

Subsidies

Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 1,7 miljoen verhoogd als gevolg van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024.

Amendement Sneller en Paternotte

Als gevolg van het amendement Sneller en Paternotte (Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 410 VIII, nr. 38) is voor 2024 € 0,3 miljoen beschikbaar om extra te investeren in persvrijheid en persveiligheid. De middelen worden in overleg met PersVeilig ingezet voor de in het amendement genoemde doelen.

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

Het budget voor bijdragen aan ZBO's / RWT's wordt per saldo met € 1,8 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:

  • toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (€ 0,2 miljoen);

  • een overboeking van € 1,1 miljoen van de post dotatie/onttrekking AMr en € 0,4 miljoen van de post overige bekostiging naar het instrument bijdragen aan ZBO’s / RWT’s in verband met de financiering van de uitbreiding van de (wettelijke) taken van het Commissariaat (€ 1,5 miljoen).

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt met € 45,3 miljoen verhoogd. Hiermee wordt de raming aangepast aan de raming van de reclameopbrengsten in de mediabegrotingsbrief 2024.

Dotatie Algemene Mediareserve

Aan de AMr wordt op basis van de huidige ramingen eind 2024 € 32,7 miljoen toegevoegd.

Tabel 28 Raming ontwikkeling liquiditeit AMr (bedragen x € 1.000)

Saldo AMr per 01-01-2024

189.053

Directe mutaties AMr

-

Mutaties AMr via begroting

32.719

Verwacht saldo AMr per 31-12-2024

221.772

3.13 Beleidsartikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 29 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

1.683.746

‒ 500

1.683.246

138.127

1.821.373

107.598

100.011

94.825

96.545

1.720.202

           

Uitgaven

1.739.520

‒ 500

1.739.020

81.570

1.820.590

107.598

100.011

94.825

96.545

1.720.202

           

Bekostiging

1.389.267

0

1.389.267

93.769

1.483.036

78.702

77.909

76.828

76.458

1.444.111

NWO

563.764

0

563.764

71.932

635.696

70.280

69.932

69.494

69.571

628.051

KNAW

105.320

0

105.320

7.160

112.480

6.044

5.791

5.790

5.774

110.365

KB

64.780

0

64.780

3.353

68.133

3.658

6.440

7.417

8.818

67.069

NWO Talentenontwikkeling

175.486

0

175.486

‒ 9.601

165.885

‒ 9.601

‒ 9.601

‒ 9.601

‒ 9.601

165.885

NWO TTW

8.463

0

8.463

4.537

13.000

‒ 463

‒ 463

‒ 463

‒ 463

8.000

NWO Grootschalige researchinfrastructuur

58.586

0

58.586

‒ 3.206

55.380

‒ 3.206

‒ 3.206

‒ 3.206

‒ 3.206

55.380

NWO Praktijkgericht Onderzoek

60.380

0

60.380

4.975

65.355

2.916

2.916

2.916

2.916

61.110

Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

21.755

0

21.755

7.293

29.048

3.333

2.136

341

347

16.082

Poolonderzoek

3.234

0

3.234

‒ 87

3.147

‒ 87

‒ 87

‒ 87

‒ 87

1.500

Caribisch Nederland

2.644

0

2.644

‒ 144

2.500

‒ 144

‒ 144

‒ 144

‒ 144

2.500

NWO NWA

140.160

0

140.160

‒ 4.076

136.084

‒ 5.377

‒ 7.154

‒ 6.978

‒ 6.524

130.000

NWO Fonds onderzoek en wetenschap

168.827

0

168.827

10.838

179.665

10.554

10.554

10.554

8.262

181.506

NWO Praktijk onderzoek en wetenschap

15.868

0

15.868

795

16.663

795

795

795

795

16.663

Subsidies (regelingen)

138.958

‒ 500

138.458

66.728

205.186

103.636

92.086

86.217

86.089

132.027

VSC

191

0

191

298

489

298

298

298

298

489

Naturalis Biodiversity Center

8.502

0

8.502

408

8.910

1.708

1.708

1.708

1.708

10.207

BPRC

11.989

0

11.989

576

12.565

576

576

576

576

12.565

NCWT/NEMO

3.991

0

3.991

‒ 98

3.893

‒ 98

‒ 98

‒ 98

‒ 98

3.892

STT

254

0

254

13

267

13

13

13

13

267

Stichting AAP

1.192

0

1.192

58

1.250

58

58

58

58

1.250

Nationale coördinatie

5.268

‒ 500

4.768

443

5.211

2.813

3.326

3.101

‒ 1.203

3.319

Subsidie Fonds onderzoek en wetenschap

5.229

0

5.229

79.478

84.707

79.346

79.346

79.333

84.213

86.664

Nationaal Groeifonds

75.400

0

75.400

‒ 14.172

61.228

18.034

6.335

704

0

10.850

Delta Climate Center

26.942

0

26.942

‒ 800

26.142

364

0

0

0

2.000

Neth.Acad.of Enginer

0

0

0

524

524

524

524

524

524

524

Opdrachten

12.591

0

12.591

‒ 3.829

8.762

‒ 1.056

2.081

2.056

2.374

10.956

Opdrachten

2.156

0

2.156

1.692

3.848

‒ 383

‒ 279

‒ 1.350

‒ 1.350

1.556

Opdrachten Fonds onderzoek en wetenschap

10.435

0

10.435

‒ 5.521

4.914

‒ 673

2.360

3.406

3.724

9.400

Bijdrage aan agentschappen

82.798

0

82.798

‒ 79.268

3.530

‒ 78.538

‒ 76.903

‒ 75.415

‒ 73.515

10.693

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

963

0

963

542

1.505

1.294

2.929

4.417

6.317

8.575

RVO Fonds onderzoek en wetenschap

81.835

0

81.835

‒ 79.810

2.025

‒ 79.832

‒ 79.832

‒ 79.832

‒ 79.832

2.118

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

115.906

0

115.906

4.170

120.076

4.854

4.838

5.139

5.139

122.415

EMBC

1.317

0

1.317

0

1.317

0

0

38

38

1.355

EMBL

7.716

0

7.716

0

7.716

0

0

260

260

9.176

ESA

35.338

0

35.338

1.030

36.368

1.030

1.030

1.030

1.030

36.368

CERN

60.620

0

60.620

3.140

63.760

3.509

3.493

3.493

3.493

64.287

ESO

10.804

0

10.804

111

10.915

422

422

425

425

11.229

NTU/INL

111

0

111

‒ 111

0

‒ 107

‒ 107

‒ 107

‒ 107

0

Ontvangsten

101

0

101

0

101

0

0

0

0

101

Tabel 30 Uitsplitsing verplichtingen

Verplichtingen

1.683.746

‒ 500

1.683.246

138.127

1.821.373

107.598

100.011

94.825

96.545

1.720.202

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

1.683.746

‒ 500

1.683.246

138.127

1.821.373

107.598

100.011

94.825

96.545

1.720.202

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt met € 138,1 miljoen verhoogd. Het verschil in ophoging van het verplichtingenbudget en uitgavenbudget bedraagt € 56,6 miljoen. Het extra verplichtingenbudget dient voor de nog te verplichten instellingssubsidie van BPRC voor 2024, het verplichten van de extra middelen ten behoeve van de instandhouding van de huisvesting van de Koninklijke Bibliotheek en tot slot de in 2024 verwachte verplichtingen voor projecten uit het Nationaal Groeifonds.

Uitgaven

Het uitgavenbudget wordt met € 81,6 miljoen verhoogd. Deze verhoging heeft te maken met onderstaande mutaties.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 93,8 miljoen verhoogd. Deze verhoging is een gevolg van onder meer de volgende mutaties:

  • de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de bekostiging voor € 70,4 miljoen in 2024 en € 68,5 miljoen structureel wordt opgehoogd;

  • diverse overboekingen vanuit andere artikelen en departementen ten behoeve van onderzoekscalls en -projecten vanuit de NWA, het NRO, de STT en NWO Praktijkgericht onderzoek (SIA) (€ 18,6 miljoen);

  • bijdragen van andere directies en departementen (€ 1,9 miljoen) in de hoofdbekostiging van NWO, KNAW en KB ten behoeve van diverse projecten en de implementatie van de Europese NIS2-richtlijn;

  • de bekostiging van de KB wordt vanaf 2025 jaarlijks oplopend tot € 8,0 miljoen structureel verhoogd om de tegenvallers uit stijgende huisvestingskosten te dekken;

  • uitgaven (€ 2,9 miljoen) waarvan de besteding bij nadere uitwerking via het bekostiginginstrument vormgegeven worden, zoals bijvoorbeeld de uitvoeringskosten van de sectorplannen (via NWO) of de subsidie «Hestia-beurzen» (via het NWO-onderdeel Fonds Onderzoek en Wetenschap);

  • de bekostiging van NWO wordt voor 2025 tot en met 2029 met € 0,9 miljoen jaarlijks verlaagd ter dekking van de campussen Groningen. Zie voor nadere toelichting artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneducatie);

  • de bekostiging van NWO wordt vanaf 2031 structureel met € 3,7 miljoen verlaagd ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector (Kamerstukken II, 33009, nr 141).

Amendement Soepboer

In het kader van het amendement Soepboer vindt een overboeking plaats van € 0,5 miljoen van 2025 tot 2028 van het instrument NWO praktijkgericht onderzoek naar artikel 4 MBO ten behoeve van de dekking voor de inrichting en uitvoering van een practoraat «Friese taal en Geletterdheid in de meertalige context» (Amendement van het lid Soepboer c.s., Kamerstukken II, 36410-VIII, nr. 54).

Subsidies

Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 66,7 miljoen verhoogd. Deze verandering is voornamelijk het resultaat van:

  • het binnen het Fonds Onderzoek en Wetenschap overhevelen van de subsidieregeling Horizon Europe van het instrument Bijdragen aan agentschappen naar Subsidies (€ 79,1 miljoen). Dit betreft een boekhoudkundige wijziging, er zijn geen inhoudelijke gevolgen;

  • het met een kasschuif in lijn brengen van de budgetten voor het NGF-project Biotech Booster op met het verwachte kasritme in de komende jaren en de diverse openstaande verplichtingen op de NGF-projecten (per saldo € 14,1 miljoen in 2024);

  • de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de subsidies voor € 6,9 miljoen in 2024 en € 5,5 miljoen structureel worden opgehoogd;

  • uitgaven (per saldo € 4,7 miljoen) waarvan de besteding bij nadere uitwerking via andere instrumenten loopt dan dit subsidie-instrument, zoals de «Hestia-beurzen» (via het NWO-onderdeel Fonds Onderzoek en Wetenschap).

Daarnaast vindt er vanaf 2025 binnen subsidies een extensivering plaats van structureel € 1,3 miljoen op nationale coördinatie. Dit wordt ingezet als intensivering voor Naturalis Biodiversity Center. Onderzoek van EY concludeert dat de subsidie aan Naturalis onvoldoende toereikend is. Naar aanleiding van dit onderzoek, worden er hiermee extra middelen beschikbaar gesteld voor Naturalis.

Amendement Soepboer

In het kader van het amendement Soepboer vindt een overboeking plaats van € 0,5 miljoen in 2024 naar artikel 4 MBO ten behoeve van de dekking voor de inrichting en uitvoering van een practoraat «Friese taal en Geletterdheid in de meertalige context» (Amendement van het lid Soepboer c.s., Kamerstukken II, 36410-VIII, nr. 54).

Opdrachten

Het budget voor opdrachten wordt met € 3,8 miljoen verlaagd.

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor agentschappen wordt per saldo met € 79,3 miljoen verlaagd. Deze verlaging hangt samen met het overhevelen van de regeling Horizon Europe naar het instrument Subsidies. Tegelijkertijd stijgt het budget de komende jaren als gevolg van de uitvoeringskosten van de screeningswet die in voorbereiding is. De totale kosten voor de uitvoering van de screeningswet worden begroot op € 11,3 miljoen structureel, waarvan nu € 7,9 miljoen aanvullend wordt gedekt vanuit de meevaller op de referentieraming en studiefinancieringsraming.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Het budget voor (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 4,2 miljoen verhoogd. Dit komt door de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en extra uitgaven door een wisselkoerstegenvaller binnen de contributies aan (inter)nationale organisaties.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget blijft ongewijzigd ten opzichte van de begroting.

3.14 Beleidsartikel 25. Emancipatie

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 31 Budgettaire gevolgen van beleid, beleid art. 25 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

7.835

0

7.835

4.724

12.559

‒ 161

995

636

991

20.158

           

Uitgaven

20.965

0

20.965

2.826

23.791

852

1.852

1.485

1.371

20.158

           

Bekostiging

13.263

0

13.263

704

13.967

701

698

698

584

11.584

Kennisinfrastructuur: Gender- en lhbti- gelijkheid

13.263

0

13.263

704

13.967

701

698

698

584

11.584

Subsidies (regelingen)

4.874

0

4.874

723

5.597

787

261

204

204

4.461

Gender- en lhbti- gelijkheid 2022-2027

4.874

0

4.874

723

5.597

787

261

204

204

4.461

Opdrachten

1.947

0

1.947

2.115

4.062

80

1.609

490

490

2.200

Bijdrage aan medeoverheden

881

0

881

‒ 716

165

‒ 716

‒ 716

93

93

1.913

Gemeentefonds gender- en lhbti- gelijkheid

881

0

881

‒ 716

165

‒ 716

‒ 716

93

93

1.913

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2024» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen zijn met € 4,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 voor de jaren 2024-2027 in het jaar 2024 verplicht worden. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.

Uitgaven

De uitgaven zijn met € 2,8 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 0,7 miljoen verhoogd. Dit betreft de lpo tranche 2024.

Subsidies

De uitgaven zijn per saldo met € 0,7 miljoen verhoogd. Dit betreft de lpo tranche 2024 € 0,2 miljoen, een openstaande verplichting € 0,3 miljoen en een bijdrage vanuit artikel 6 (Hoger onderwijs) aan het nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag van € 0,3 miljoen (2025; € 0,3 miljoen).

Opdrachten

De uitgaven zijn per saldo met € 2,1 miljoen verhoogd. Dit betreft onder andere de lpo tranche 2024 (€ 0,1 miljoen) en extra middelen in het kader van het Nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag € 0,5 miljoen in 2024 (2025; € 0,2 miljoen, 2026; € 0,03 miljoen). Tevens is voor de verlenging van het Nationaal actieprogramma SGGSG tot eind 2026 een bedrag van € 1,1 miljoen toegevoegd aan de begroting in het jaar 2026. Daarnaast heeft een verschuiving plaatsgevonden tussen de instrumenten (€ 0,5 miljoen). In het kader van de herpositionering en duurzame borging van de archief- en bibliotheekfunctie op het gebied van gendergelijkheid en de daarmee verwachte kosten is een bedrag van € 1,0 miljoen toegevoegd aan de begroting.

Bijdrage aan medeoverheden

De uitgaven zijn met € 0,7 miljoen verlaagd. Dit betreft € 0,8 miljoen aan overboekingen naar het gemeentefonds in het kader van de programma's Regenboogsteden en Veilige steden. Voor de jaren 2024-2026 is € 0,1 miljoen per jaar toegevoegd aan de begroting ten behoeve van het Programma Veilig steden.

4 De niet-beleidsartikelen

4.1 Niet beleidsartikel 91. Nog onverdeeld

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 32 Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 91 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

0

574

11.166

           

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

0

574

11.166

           

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan programma

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan apparaat

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan programma

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

waarvan apparaat

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

0

574

11.166

           

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven.

4.2 Niet-beleidsartikel 95. Apparaat Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 33 Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 95 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerp-begroting 2024 (1)

Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)

Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Verplichtingen

395.426

0

395.426

40.743

436.169

28.713

31.174

32.029

22.157

407.694

           

Uitgaven

395.426

0

395.426

40.743

436.169

28.713

31.174

32.029

22.157

407.694

           

Personele uitgaven

329.287

0

329.287

40.558

369.845

27.750

30.211

31.066

21.444

330.340

waarvan eigen personeel

316.914

0

316.914

33.967

350.881

25.070

28.136

27.521

21.444

318.283

waarvan externe inhuur

7.710

0

7.710

6.591

14.301

2.680

2.075

3.545

0

7.489

waarvan overige personele uitgaven

4.663

0

4.663

0

4.663

0

0

0

0

4.568

           

Materiële uitgaven

66.139

0

66.139

185

66.324

963

963

963

713

77.354

waarvan ICT

7.275

0

7.275

491

7.766

0

0

0

0

8.109

waarvan bijdrage aan SSO's

24.490

0

24.490

62

24.552

293

293

293

293

24.773

waarvan overige materiële uitgaven

34.374

0

34.374

‒ 368

34.006

670

670

670

420

44.472

           

Begrotingsreserve schatkistbankieren

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

           

Ontvangsten

567

0

567

0

567

0

0

0

0

567

In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen worden met € 40,7 miljoen verhoogd.

Uitgaven

De uitgaven worden met € 40,7 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Personele uitgaven

Het budget wordt per saldo met € 40,6 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2024: € 21,1 miljoen (zie het algemeen deel);

  • diverse kasschuiven (per saldo € 2,9 miljoen in 2024) om budget door te schuiven naar de jaren waarin de uitgaven plaatsvinden;

  • diverse interdepartementale overboekingen: € 6,7 miljoen. Hiervan komt het grootste deel van BZK, € 5,0 miljoen voor het op orde brengen van de informatiehuishouding (naar aanleiding van de kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag);

  • diverse interne overboekingen (per saldo € 12,6 miljoen): Het betreft hier voornamelijk uitvoeringskosten voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) waarvoor het budget nog niet aan het apparaatsbudget was toegevoegd (€ 7,3 miljoen);

  • overige mutaties: toevoeging middelen eindejaarsmarge, middelen Nationaal Groeifonds en extensiveringen op artikel 95 (per saldo € 3,0 miljoen).

Materiële uitgaven

Het budget wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, examens, informatievoorziening, alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering, waarbij de burger en instellingen centraal worden gesteld. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord waarbinnen het Inkoop Uitvoeringscentrum en het Overheidsdatacenter zijn ondergebracht, welke dienstverlening verricht onder meer voor het concern OCW en haar diensten en andere overheidsorganen.

Tabel 34 Exploitatieoverzicht DUO (Eerste suppletoire begroting 2024) (bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) = (1) + (2) Totaal geraamd

Baten

   

- Omzet

445.212

42.872

488.084

waarvan omzet moederdepartement

354.673

42.872

397.545

waarvan omzet overige departementen

84.128

84.128

waarvan omzet derden

6.411

6.411

Rentebaten

Vrijval voorzieningen

Bijzondere baten

Totaal baten

445.212

42.872

488.084

    

Lasten

   

Apparaatskosten

406.812

42.872

449.684

- Personele kosten

295.950

28.935

324.885

waarvan eigen personeel

248.475

24.443

272.918

waarvan inhuur externen

39.537

3.853

43.390

waarvan overige personele kosten

7.938

639

8.577

- Materiële kosten

110.862

13.937

124.799

waarvan apparaat ICT

30.261

3.614

33.875

waarvan bijdrage aan SSO's

27.219

3.451

30.670

waarvan overige materiële kosten

53.382

6.872

60.254

Rentelasten

1.100

0

1.100

Afschrijvingskosten

35.700

0

35.700

- Materieel

13.000

0

13.000

waarvan apparaat ICT

12.500

0

12.500

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

500

0

500

- Immaterieel

22.700

0

22.700

Overige lasten

1.500

0

1.500

waarvan dotaties voorzieningen

1500

0

1500

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

445.112

42.872

487.984

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

100

0

100

Agentschapsdeel Vpb-lasten

100

0

100

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

De baten in de 1e suppletoire begroting stijgen met € 42,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024 (€ 445,2 miljoen). De lasten stijgen eveneens met € 42,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024 (€ 445,2 miljoen).

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement in de 1e suppletoire begroting is € 42,9 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024. De stijging heeft betrekking op de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 16,7 miljoen), additionele werkzaamheden op het gebied van informatie- en systeembeveiliging teneinde aan de meest actuele compliancy vereisten te voldoen (€ 12,6 miljoen) en toegekende middelen ter dekking van gestegen huisvestingslasten (€ 1,7 miljoen) respectievelijk de vernieuwde IKB-regeling die effectief is per 1 januari 2023 (€ 5,0 miljoen). Daarnaast is sprake van meerkosten op het vlak van ICT (€ 1,9 miljoen), additionele dienstverlening op het gebied van examens (€ 4,1 miljoen) en het naar voren halen van de werkzaamheden van de subsidieregeling STAP-budget (€ 0,9 miljoen).

Lasten

Apparaatskosten

De apparaatskosten in de 1e suppletoire begroting zijn € 42,9 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024. De personele kosten stijgen met € 28,9 miljoen en de materiële kosten stijgen met € 14,0 miljoen. In de stijging zijn de toekenning van de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling (€ 16,7 miljoen), werkzaamheden op het gebied van informatie- en systeembeveiliging (€ 12,6 miljoen) en de gestegen kosten voor huisvesting (€ 1,7 miljoen) respectievelijk IKB (€ 5,0 miljoen) opgenomen. Daarnaast komt de stijging voort uit meerkosten op het vlak van ICT (€ 1,9 miljoen), additionele dienstverlening op het gebied van examens (€ 4,1 miljoen) en het naar voren halen van de werkzaamheden van de subsidieregeling STAP-budget (€ 0,9 miljoen).

Kasstroomoverzicht

Tabel 35 Kasstroomoverzicht DUO (Eerste suppletoire begroting 2024)(bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) = (1) + (2) Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

20.231

0

20.231

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

445.212

42.872

488.084

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 409.512

‒ 42.872

‒ 452.384

2.

Totaal operationele kasstroom

35.700

0

35.700

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 73.600

‒ 20.700

‒ 94.300

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 73.600

‒ 20.700

‒ 94.300

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 35.700

10.061

‒ 25.639

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

73.600

20.700

94.300

4.

Totaal financieringskasstroom

37.900

30.761

68.661

5.

Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

20.231

10.061

30.292

Toelichting

Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024 met de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling en overige bijstellingen. Daarnaast is de aangevraagde leenfaciliteit verwerkt evenals de daarbij behorende investeringen en zijn de verwachte aflossingen op reeds afgesloten leningen aangepast.

Naar boven