36 550 Voorjaarsnota 2024

36 471 Kabinetsformatie 2023

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2024

Bij de regeling van werkzaamheden van 30 mei jl. heeft de vaste commissie voor Financiën mij verzocht om vóór het debat over de Voorjaarsnota op 4 juni 2024 uw Kamer een brief te sturen over de verschillenanalyse tussen de Voorjaarsnota en de financiële tabel van het hoofdlijnenakkoord. Voor de budgettaire doorwerking van het Hoofdlijnenakkoord op het EMU-saldo verwijs ik naar de «Budgettaire bijlage Hoofdlijnenakkoord». In de Voorjaarsnota heeft het kabinet meerjarige EMU-saldi gepresenteerd die ook door het CPB zijn doorgerekend (zie tabel 1).

Tabel 1: EMU-saldo Voorjaarsnota kabinet en CPB

In procenten bbp, – is tekort

2025

2026

2027

2028

EMU-saldo kabinet VJN

– 2,8%

– 4,0%

– 2,6%

– 3,0%

EMU-saldo CPB VJN

– 2,1%

– 3,3%

– 2,6%

– 3,2%

De ramingen voor het EMU-saldo en de EMU-schuld van het kabinet zijn gebaseerd op de uitgaven zoals deze in de departementale begrotingen zijn opgenomen en de raming van de belastinginkomsten. Het CPB maakt een onafhankelijke raming, waarbij het andere uitgangspunten heeft gehanteerd dan het kabinet, in het bijzonder op onderuitputting. Voor 2025 en 2026 heeft het kabinet een minder gunstig EMU-saldo; voor 2028 geldt het omgekeerde. Voor een nadere toelichting op de verschillen verwijs ik u naar de publicatie van het CPB «budgettaire analyse Voorjaarsnota 2024».

De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg

Naar boven