1. Inleiding
Naar aanleiding van het voorstel Wet regels integriteit en vervolgfuncties bewindspersonen
hebben de leden van de BBB-fractie de volgende vragen aan de regering.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Het bevorderen
van integriteit en transparantie binnen het openbaar bestuur is een uitgangspunt dat
kan rekenen op de steun van deze leden. Desalniettemin stellen deze leden graag enkele
vragen naar aanleiding van het voorgestelde.
2. Uitvoerbaarheid
Zorgt deze wet, met al zijn procedurele verplichtingen en adviezen, er niet juist
voor dat bewindspersonen die bijvoorbeeld leraar of politievrijwilliger willen worden,
onnodig worden opgezadeld met bureaucratische rompslomp, terwijl dit maatschappelijk
juist gewaardeerde stappen zijn? Voorts vragen de leden van de BBB-fractie wat de wet betekent voor de regeldruk?
Voldoet Nederland met de invoering van deze wet aan de regels van de GRECO?
In het voorstel is de bevoegdheid opgenomen voor de Minister-President om ontheffingen
te verlenen voor de draaideur- en lobbyverboden, wat betekent dit voor zijn/haar positie?
Zou deze bevoegdheid niet beter buiten de politiek belegd kunnen worden? Graag ontvangen
de leden een toelichting.
Hoe zorgt de regering ervoor dat dit wetsvoorstel niet leidt tot meer juridisering,
maar ook daadwerkelijk bijdraagt aan een bredere integriteitscultuur binnen het openbaar bestuur? Graag ontvangen de leden van de ChristenUnie-fractie een reflectie hierop, ook met het oog op de intrinsieke motivatie van (gewezen)
bewindspersonen in de ethische afwegingen die zij maken met betrekking tot hun vervolgfunctie.
Hoe wordt de balans gewaarborgd tussen integriteitswaarborgen en de rechtspositie
van (gewezen) bewindspersonen, zoals hun recht op arbeid en reputatiebescherming?
Is het in te stellen adviescollege voldoende toegerust qua menskracht, expertise en
doorlooptijden om binnen korte tijd zorgvuldige adviezen uit te brengen? Maakt deze
schakel van de voorgestelde keten het geheel niet kwetsbaar? En hoe kan die kwetsbaarheid
zo goed mogelijk ondervangen worden?
Hoe reflecteert de regering op de praktische uitvoerbaarheid, mede vanwege de grote
tijdsdruk rondom nieuwe benoemingen?
3. Handhaafbaarheid
De leden van de BBB-fractie vragen waarom er in het voorstel nog steeds geen concrete sancties zijn opgenomen
voor overtredingen, terwijl andere landen die wel kennen?
Hoe wordt in de praktijk gecontroleerd of gewezen bewindspersonen daadwerkelijk voldoen
aan de meldplicht en het lobby- en draaideurverbod, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie.
Welke stimulansen zijn er voor gewezen bewindspersonen om normconform te handelen?
Of negatiever geredeneerd: welke sanctiemogelijkheden bestaan er in de praktijk bij
niet-naleving en zijn die afdoende?
4. Consistentie
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering hoe dit wetsvoorstel zich verhoudt tot de huidige versoberde
wachtgeldregeling en de re-integratieplicht van gewezen bewindspersonen?
5. Evaluatie en inwerkingtreding
De leden van de BBB-fractie vragen de regering of de wet geëvalueerd wordt, zo ja
wanneer? In hoeverre zijn er plannen om op termijn het lobbyverbod te verbreden, bijvoorbeeld
naar de ambtelijke top? Wat is het tijdpad voor de inwerkingtreding?
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken ziet met belangstelling uit naar de nota
naar aanleiding van het verslag en ziet deze graag zo spoedig mogelijk tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Lagas
De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Bergman