Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
van het Koninkrijk d.d. 7 februari 2024 en het nader rapport d.d. 5 april 2024, aangeboden
aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad
van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 18 december 2023, no. 2023002979,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 7 februari 2024, nr. W02.23.00373/II/K, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 18 december 2023, no. 2023002979, heeft Uwe Majesteit, op
voordracht van de Minister van Buitenlandse zaken, mede namens de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van rijkswet houdende goedkeuring van
de op 28 mei 2022 te Genève aangenomen wijzigingen van de op 23 mei 2005 te Genève
tot stand gekomen Internationale Gezondheidsregeling (2005) (
Trb. 2022, 135
), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen
over het voorstel van rijkswet en adviseert bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal
in te dienen.
De waarnemend vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
S.F.M. Wortmann
Het voorstel van rijkswet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het
Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.Ik verzoek U,
mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het hierbij gevoegde
voorstel van rijkswet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
aan de Staten van Aruba, aan de Staten van Curaçao en aan de Staten van Sint Maarten
te zenden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot