De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel F, wordt in het voorgestelde artikel 23a, derde lid, «een
jaar» vervangen door «vijf jaar».
II
In artikel I, onderdeel G, wordt in het voorgestelde artikel 28 «een jaar» vervangen
door «vijf jaar».
III
In artikel IV wordt in het voorgestelde artikel 208e, tweede lid, «een jaar» vervangen
door «vijf jaar».
Toelichting
In het wetsvoorstel is een overgangstermijn van één jaar voorgesteld voor de toepassing
van de wet voor een specifieke categorie huurwoningen. Huurcontracten die qua puntentelling
in het toekomstige gereguleerde segment van het woningwaarderingsstelsel (WWS) vallen,
maar die momenteel feitelijk zijn geliberaliseerd met een hoger huurbedrag, vallen
namelijk één jaar na inwerkingtreding van de wet onder het dwingende karakter van
het WWS. Een huurwoning met bijvoorbeeld een huidige huur van € 1.000, maar met een
puntenaantal corresponderend met een huur van € 740,14 valt na één jaar terug naar
het laatstgenoemde bedrag.
Verhuurders kunnen daardoor plotseling te maken krijgen met een forse huurdaling,
terwijl deze huurprijs in sommige gevallen bijvoorbeeld in overleg en met goedkeuring
van beide partijen is vastgesteld. Daarbij komt dat veel kleine, particuliere verhuurders
met enkele woningen grote nadelige gevolgen ondervinden van deze korte termijn. Ze
hebben nauwelijks tijd om op deze daling te anticiperen, bijvoorbeeld door de woning
te verbeteren of de woning te verkopen. Dit alles tast de rechtszekerheid van verhuurders
aan. Ook perkt een overgangstermijn van één jaar het eigendomsrecht van verhuurders,
naar de mening van de indiener, te veel aan.
Om die reden regelt dit amendement een overgangstermijn van vijf jaar, in plaats van
de huidige één jaar. Hiermee wordt uiterlijk na vijf jaar hetzelfde doel bereikt als
het huidige wetsvoorstel beoogd, maar wordt verhuurders meer rechtszekerheid en handelingsperspectief
geboden.
Flach