36 492 Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro

D BRIEF VAN DE UITVOEREND VICEVOORZITTER ŠEFČOVIČ VAN DE EUROPESE COMMISSIE EN LID MCGUINNESS

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2024

De Commissie dankt de Eerste Kamer voor haar brief over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verrichting van digitale-eurodiensten door betalingsdienstaanbieders die zijn opgericht in lidstaten die de euro niet als munt hebben en houdende wijziging van Verordening (EU) 2021/1230 van het Europees Parlement en de Raad {COM(2023) 368 final} en het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro {COM(2023) 369 final}.

Zoals uiteengezet in de effectbeoordeling bij de voorstellen van de Commissie over de digitale euro en contant geld als wettig betaalmiddel (het pakket voor de gemeenschappelijke munt), is de algemene doelstelling ervoor te zorgen dat het door de Europese Centrale Bank en het Eurosysteem uitgegeven centralebankgeld de economie van de EU in het digitale tijdperk kan ondersteunen, en tegelijkertijd de rol van contant geld veilig te stellen. Daarnaast heeft de digitale euro twee specifieke doelstellingen: 1) het monetaire anker van de euro in het digitale tijdperk te versterken door ervoor te zorgen dat centralebankgeld in zowel fysieke als toekomstige digitale vorm op grote schaal beschikbaar is voor en wordt aanvaard door alle ingezetenen/bedrijven van de eurozone en op hun behoeften is afgestemd, en tegelijkertijd de financiële stabiliteit te beschermen; en 2) de open strategische autonomie van de EU te versterken door het concurrentievermogen van de euro ten opzichte van andere valuta’s, digitale centralebankmunten van derde landen en stablecoins die niet in euro luiden, te vergroten. Concreet zou een digitale euro een door de EU gereguleerde betalingsoplossing bieden die overal in de eurozone wordt aanvaard, waardoor onze economie minder afhankelijk zou worden van de dominante internationale kaartsystemen.

Offlinebetalingstransacties in digitale euro’s moeten volgens het voorstel in de apparaten van de betaler en de begunstigde worden geïnitieerd, uitgevoerd en afgewikkeld, in fysieke nabijheid en zonder connectiviteit. Connectiviteit is dus niet vereist en de saldi worden alleen bijgewerkt in de apparaten van de betaler en de begunstigde (zie artikel 2, punt 15, en artikel 30, lid 3). Dit lijkt op transacties met contant geld waarbij alleen betaler en begunstigde betrokken zijn, en de door offlinebetalingstransacties in digitale euro’s geboden privacy is daarmee dan ook vergelijkbaar.

Waarvoor echter wel connectiviteit nodig is bij gebruik van lokale opslagapparaten waarmee offlinebetalingstransacties in digitale euro’s kunnen worden gedaan, is het afstorten (opladen van het lokale opslagapparaat door de verwerving van digitale euro’s in ruil voor contanten of andere geldmiddelen) en opnemen (ontladen van het lokale opslagapparaat door digitale euro’s te wisselen tegen contanten of andere geldmiddelen), net als bij het storten of opnemen van contant geld bij een geldautomaat of in een bankfiliaal. De offlinebetalingstransacties zelf die in digitale euro’s worden verricht, vinden – net als bij contant geld – volledig offline plaats en worden niet getraceerd. Aangezien contant geld tegenwoordig vooral voor kleinere bedragen wordt gebruikt, zouden er bovengrenzen zijn voor offlinebetalingstransacties in digitale euro’s en offline aangehouden bedragen in digitale euro’s.

Programmeerbaarheid van de digitale euro wordt ondubbelzinnig verboden door artikel 24, lid 2, van het voorstel. Dit betekent dat noch de Europese Centrale Bank (ECB), noch enige andere instelling in staat zal zijn de eenheden van de digitale euro te programmeren met een intrinsieke logica die de volledige fungibiliteit van elke eenheid beperkt. Dit houdt in dat er geen beperkingen toegestaan zullen zijn voor bijvoorbeeld de soorten goederen en diensten die met de digitale euro kunnen worden gekocht, of voor de plaats, het tijdstip of de ontvanger van een betaling in digitale euro’s. Wat het voorstel wel toestaat, zijn «voorwaardelijke betalingen» die door de gebruikers van de digitale euro worden bepaald. Dit zijn betalingen waartoe automatisch opdracht wordt gegeven zodra is voldaan aan vooraf bepaalde voorwaarden die de betaler en de begunstigde zijn overeengekomen. Gebruikers van de digitale euro moeten het dus eens zijn over deze voorwaarden als zij gebruik willen maken van voorwaardelijke betalingen. Voorbeelden van dergelijke betalingen zijn al op grote schaal gebruikte doorlopende opdrachten die automatische betalingen van een specifiek bedrag op een specifieke datum in gang zetten (bv. betaling van huur op de eerste dag van de maand), geautomatiseerd storten op of opnemen van betaalrekeningen in digitale euro’s, en mogelijk in de toekomst betalingen tussen machines. Al deze voorwaardelijke betalingen kunnen alleen plaatsvinden als de gebruiker er gebruik van wil maken en instemt met de voorwaarden.

Voor mensen zonder toegang tot digitale betalingsdiensten bevat artikel 14, leden 2 en 3, van het voorstel een verplichting voor de lidstaten om autoriteiten of postcheque-en girodiensten als bedoeld in Richtlijn (EU) 2015/2366 aan te wijzen om betalingsdiensten in digitale euro’s aan te bieden in elk land van de eurozone. Mensen die kwetsbaar zijn voor digitale financiële uitsluiting zouden bij deze entiteiten gratis ondersteuning en toegang tot diensten in digitale euro’s krijgen, zoals persoonlijke ondersteuning en specifieke bijstand bij het openen van een digitale-eurorekening en het gebruik van alle basisdiensten in digitale euro’s. Ook mensen zonder bankrekening zouden gratis toegang krijgen tot de basisdiensten van een digitale euro.

Het voorstel inzake contant geld als wettig betaalmiddel, dat deel uitmaakt van het pakket voor de gemeenschappelijke munt, zal zorgen voor rechtszekerheid en duidelijkheid met betrekking tot de aanvaarding van contant geld en de toegang tot onze eenheidsmunt in de hele eurozone, en voor consistentie met de digitale euro. Het belangrijkste doel is contant geld te beschermen en ervoor te zorgen dat een digitale euro, als die door de Europese Centrale Bank wordt uitgegeven, een aanvulling vormt op contant geld en dit niet zal vervangen. Ten eerste waarborgt het voorstel de aanvaarding van contant geld in de eurozone, zodat mensen de keuze hebben om desgewenst contant te betalen. Het is essentieel ervoor te zorgen dat het beginsel van verplichte aanvaarding van contant geld niet wordt ondermijnd doordat detailhandelaren op ongerechtvaardigde wijze stelselmatig contante betalingen van consumenten weigeren. Op grond van deze verordening moeten de lidstaten daarom de aanvaardingsniveaus van contant geld op hun grondgebied monitoren en nagaan of sprake is van ongerechtvaardigde weigering van contanten, en maatregelen nemen indien de aanvaarding van contanten niet gewaarborgd is. De verordening zal er ook voor zorgen dat contant geld gemakkelijk toegankelijk is, want als burgers geen toegang hebben tot contanten, kunnen zij er ook niet mee betalen. Daarom voert deze verordening voor de lidstaten de verplichting in om de mate van toegang tot contant geld op hun grondgebied te monitoren en maatregelen te nemen indien voldoende en effectieve toegang tot contanten niet gewaarborgd is.

De hierboven geformuleerde opmerkingen zijn gebaseerd op het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. Dit voorstel doorloopt momenteel het wetgevingsproces, waarbij zowel het Europees Parlement als de Raad is betrokken.

De Europese Commissie hoopt dat zij met de toelichting in dit antwoord voldoende is ingegaan op de door de Eerste Kamer aan de orde gestelde punten en zij kijkt ernaar uit de politieke dialoog in de toekomst voort te zetten.

Uitvoerend vicevoorzitter, Maroš Šefčovič

Lid van de Commissie, Mairead McGuinness

Naar boven