Artikel I, onderdeel D, van het wetsvoorstel komt te luiden:
D
In artikel 62, eerste lid, wordt na «maatregelen te treffen» ingevoegd «of de directeur
publieke gezondheid van de gemeentelijke gezondheidsdienst opdraagt medisch-operationele
voorzieningen te treffen» en wordt een zin toegevoegd, luidende «Hieronder vallen
ook de redelijkerwijs te maken kosten voor het geheel of gedeeltelijk beëindigen van
opgedragen maatregelen of voorzieningen.».
Toelichting
Artikel 62, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg) regelt dat, indien
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) op grond van artikel
7, eerste of derde lid, Wpg de voorzitter van de veiligheidsregio of de burgemeester
opdraagt maatregelen te treffen, ten behoeve van de bekostiging daarvan een beroep
kan worden gedaan op het Rijk. Artikel I, onderdeel D, van het wetsvoorstel regelt
dat bekostiging door het Rijk ook aan de orde is, indien de Minister van VWS de directeur
publieke gezondheid van de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) opdraagt om medisch-operationele
voorzieningen te treffen ter bestrijding van een (dreigende) epidemie van een A1-
of A2-infectieziekte.
Indien niet langer sprake is van een (dreigende) epidemie of deze een fase heeft bereikt
waarin bepaalde maatregelen of voorzieningen niet meer of in mindere mate nodig zijn,
zullen de opgedragen maatregelen of voorzieningen geheel of gedeeltelijk kunnen worden
beëindigd. Daarmee kunnen echter ook kosten zijn gemoeid. Hoewel dergelijke afbouwkosten
strikt genomen niet gericht zijn op de bestrijding van een (dreigende) epidemie is
het binnen de beoogde bekostigingssystematiek passend om de redelijkerwijs te maken
kosten voor het beëindigen van opgedragen maatregelen of voorzieningen, eveneens voor
rekening van het Rijk te laten komen. Deze lijn is ook gehanteerd in de overgang van
de covid-19 epidemie naar de endemische fase. Om onduidelijkheden op dit punt te voorkomen,
wordt voorgesteld om dit in artikel 62, eerste lid, Wpg te expliciteren. Daartoe strekt
deze nota van wijziging, waarbij het vanuit een oogpunt van duidelijkheid wenselijk
is om artikel I, onderdeel D, opnieuw vast te stellen.
De Minister voor Medische Zorg,
P.A. Dijkstra