Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 470 XVII Wijziging van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023‒2024

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Liesje Schreinemacher

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende Tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk. Het is nodig een voorbehoud te maken met betrekking tot de beginstanden. Deze zijn afhankelijk van goedkeuring van de Eerste Suppletoire Begroting en de Suppletoire Begroting Prinsjesdag door de Eerste Kamer, die beide nog in beraad heeft.

In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met een toelichting op de substantiële verschillen.

Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel (tabel 1) conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In deze wijziging van de begrotingsstaat wordt ook de verdeling van de middelen uit het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15) opgenomen zoals ook toegelicht in de Kamerbrief van 31 oktober jl.1

In 2023 worden geen extra maatregelen genomen als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Voor het uitgebreide overzicht wordt verwezen naar de pagina Overheidsfinanciën in coronatijd op Rijksfinancien.nl.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 45,4 miljoen en een verhoging van de geraamde ontvangsten met EUR 26,5 miljoen.

De belangrijkste uitgavenmutaties bij de Tweede suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2023

Vastgestelde begroting 2023

 

3.861.912

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

3.480.344

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023

 

3.759.635

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie

1.2

21.105

2) Klimaat

2.3

25.188

3) Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

3.1

7.246

4) Humanitaire hulp

4.1

42.000

5) Opvang in de regio

4.2

20.000

6) Multilaterale samenwerking

5.1

24.674

7) Overig armoedebeleid

5.2

‒ 15.963

8) Nog te verdelen i.v.m. BNI en/of toerekeningen

5.4

‒ 72.696

9) Overige mutaties

 

‒ 6.112

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

3.805.077

Toelichting

  • 1. Het budget binnen artikel 1.2 stijgt o.a. door hogere uitgaven aan het Programma Internationaal Ondernemen, aan het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) garanties en aan de DTIF-subsidies.

  • 2. Aan het subartikelonderdeel 2.3 voor Klimaat wordt EUR 5 miljoen toegevoegd ten behoeve van een structurele oplossing voor de Al Safer-tanker voor de kust van Jemen (via het United Nations Development Programme). Daarnaast wordt als gevolg van het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15) EUR 20 miljoen naar dit artikelonderdeel overgeheveld waarvan EUR 10 miljoen als bijdrage aan het Access to Energy Fund en EUR 10 miljoen als bijdrage aan het Africa Adaptation Acceleration Program.

  • 3. Het artikelonderdeel Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten is verhoogd met EUR 7,2 miljoen. Dit betreft een overheveling van EUR 5 miljoen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van een bijdrage van aan het Financial Intermediary Fund voor Pandamic Prevention, Preparedness and Response. De overige EUR 2,2 miljoen is een technische overheveling van artikel 2.2.

  • 4. Het artikelonderdeel Humanitaire Hulp (artikel 4.1) is verhoogd met EUR 42 miljoen, waarvan EUR 30 miljoen vanwege amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15). De besteding betreft EUR 25 miljoen ten behoeve van humanitaire hulpverlening voor de crisis in Gaza, EUR 2 miljoen voor noodhulp na de aardbeving in Marokko en EUR 15 miljoen ten behoeve van humanitaire noden elders in de wereld.

  • 5. Het budget voor Opvang in de Regio (artikel 4.2) is verhoogd met EUR 20 miljoen. Dit betreft de verwerking van het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15) ten behoeve van UNICEF en UNHCR.

  • 6. De uitgaven aan Multilaterale Samenwerking (artikel 5.1) stijgen voornamelijk door de steun aan Oekraïne in het kader van het derde steunpakket. Dit bestaat uit EUR 7 miljoen voor technische assistentie van het IMF en EUR 20 miljoen voor een funded guarantee aan de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD).

  • 7. De uitgaven op artikel 5.2 nemen per saldo af. Dit komt voornamelijk doordat de reservering voor de verdragsmiddelen Suriname voor 2023 naar beneden is bijgesteld en is overgeheveld naar een aparte budgetregel.

  • 8. Het budget op verdeelartikel 5.4 neemt af in verband met de overheveling van de middelen voortkomend uit het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15) naar de artikelen voor Klimaat, Humanitaire Hulp en Opvang in de Regio.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2023

Vastgestelde begroting 2023

 

50.130

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

59.088

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023

 

69.088

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

1.10

16.215

2) Koersverschillen OS

5.22

10.000

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

95.653

Toelichting

  • 1. Ter dekking van het DTIF-instrument wordt een onttrekking gedaan uit de FOM begrotingsreserve. Deze onttrekking wordt gedaan om aan de toegenomen vraag naar werkkapitaal en financieringen via DTIF te kunnen voldoen.

  • 2. De ontvangsten op het subartikel 5.22 nemen toe. Dit komt voornamelijk vanwege verwachte koersverschillen. Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo.

3 Beleidsartikelen

Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
  

2023

2023

2023

     
     
 

Verplichtingen

532 105

270 137

802 242

     
 

Uitgaven:

   
     
 

Programma-uitgaven totaal

602 852

16 721

619 573

 

waarvan juridisch verplicht

  

100%

     

1.1

Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO

32 934

‒ 4 096

28 838

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

MVO en beleidsondersteuning (ODA)

12 875

‒ 50

12 825

 

MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)

4 338

‒ 3 361

977

     
 

Opdrachten

   
 

MVO en beleidsondersteuning (non-ODA)

2 226

‒ 735

1 491

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

2 300

300

2 600

     
     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

MVO en beleidsondersteuning (ODA)

5 000

‒ 250

4 750

 

Contributies internationaal ondernemen (non-ODA)

6 195

0

6 195

     
     

1.2

Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie

96 181

21 105

117 286

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Programma's internationaal ondernemen

10 000

‒ 2 750

7 250

 

Versterking concurrentiepositie Nederland

6 502

0

6 502

 

Invest Internationaal

9 780

‒ 780

9 000

 

Dutch Trade and Investment Fund

4 499

12 501

17 000

     
 

Garanties

   
 

Dutch Trade and Investment Fund

1 500

8 500

10 000

     
 

Opdrachten

   
 

Programma's internationaal ondernemen

10 566

5104

15 670

 

Dutch Trade and Investment Fund

4 186

‒ 3 656

530

 

Wereldtentoonstelling

4 000

0

4 000

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

45 148

2 152

47 300

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Programma's internationaal ondernemen

0

34

34

     

1.3

Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden

473 737

‒ 288

473 449

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Marktontwikkeling en markttoegang

9 450

12 110

21 560

 

Economic governance and institutions

5 200

11 200

16 400

 

Financiële sector ontwikkeling

42 270

5 730

48 000

 

Infrastructuurontwikkeling

29 787

0

29 787

 

Duurzame productie en handel

28 700

16 300

45 000

 

(Jeugd)werkgelegenheid

9 000

‒ 4 000

5 000

 

Nexus onderwijs en werk

9 825

‒ 3 672

6 153

 

Lokale private sector ontwikkeling

4 590

1 650

6 240

     
 

Leningen

   
 

Infrastructuurontwikkeling

0

0

0

 

Financiële sector ontwikkeling

20 000

30 000

50 000

     
 

Garanties

   
 

Financiële sector ontwikkeling

10 000

15 000

25 000

     
 

Opdrachten

   
 

Marktontwikkeling en markttoegang

11 000

0

11 000

 

Economic governance and institutions

4 000

19 700

23 700

 

Financiële sector ontwikkeling

4 000

4 000

8 000

 

Infrastructuurontwikkeling

7 750

962

8 712

 

(Jeugd)werkgelegenheid

25 850

7 950

33 800

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

24 000

0

24 000

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

International Labour Organisation

5 700

‒ 721

4 979

 

Lokale private sector ontwikkeling

45 925

‒ 11 889

34 036

 

Marktontwikkeling en markttoegang

7 400

3 025

10 425

 

Partnershipprogramma ILO

6 500

1 900

8 400

 

Economic governance and institutions

6 000

‒ 1 150

4 850

 

Financiële sector ontwikkeling

17 000

‒ 13 440

3 560

 

Infrastructuurontwikkeling

85 290

‒ 53 162

32 128

 

(Jeugd)werkgelegenheid

0

0

0

 

Nexus onderwijs en werk

14 000

‒ 1 281

12 719

     
 

Nog te verdelen

   
 

Nog te verdelen

40 500

‒ 40 500

0

     
 

Ontvangsten

24 000

16 215

40 215

     

1.10

Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

7.000

16 215

23 215

     

1.30

Ontvangsten DGGF

17.000

0

17 000

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 1 wordt in 2023 verhoogd. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het vastleggen van meerjarige programma’s voor VN-instellingen, zoals International Labour Organization (ILO).

Daarnaast worden er verhoogde verplichtingen aangegaan voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF), FMO MASSIF, en voor het Market Creation Platform.

Tevens worden in 2023 door de posten meerjarige verplichtingen aangegaan voor de uitvoering van decentrale programma's.

Uitgaven

Artikelonderdeel 1.1

Het budget voor artikel 1.1 wordt met EUR 4,1 miljoen verlaagd. Tegenvallende uitgaven op het gebied van de MVO-programma’s maken een overheveling mogelijk naar artikel 1.2.

Artikelonderdeel 1.2

Het budget binnen artikel 1.2 stijgt met EUR 21,1 miljoen. Deze stijging is o.a. toe te schrijven aan hogere uitgaven voor het Programma Internationaal Ondernemen, voor het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) garanties en voor de DTIF subsidies. De dekking wordt onder andere gevonden overhevelingen vanuit artikel 1.1 en vanuit hogere ontvangsten.

Artikelonderdeel 1.3

In de Tweede suppletoire begroting 2023 zijn de budgetten door positieve cMEV-bijstelling herverdeeld binnen dit artikelonderdeel. Voor de bijdrage aan ILO, het non-ODA gedeelte hiervan, wordt EUR 288.000 overgeboekt naar Directie Multilaterale Instellingen en Mensenrechten voor het ITLOS tribunaal.

Ontvangsten

Ter dekking van het DTIF-instrument zal een onttrekking worden gedaan uit de FOM begrotingsreserve van EUR 16,2 miljoen. Deze onttrekking wordt gedaan om aan de toegenomen vraag naar werkkapitaal en financieringen via DTIF te kunnen voldoen en is daarvoor ook bedoeld. De ontvangsten op artikel 1.10 Ontvangsten Handel en Investeringen (DIO) worden daarom EUR 16,2 miljoen hoger geraamd.

Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
  

2023

2023

2023

     
     
 

Verplichtingen

1 244 608

5 635

1 250 243

     
 

Uitgaven:

   
     
 

Programma-uitgaven totaal

868 008

23 960

891 968

 

waarvan juridisch verplicht

  

100%

     

2.1

Voedselzekerheid

389 554

0

389 554

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen

13 000

150

13 150

 

Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect.

14 000

9 500

23 500

 

Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid

3 000

0

3 000

 

Uitbannen huidige honger en voeding

16 327

14 000

30 327

 

Voedselzekerheid

55 509

20 701

76 210

     
 

Opdrachten

   
 

Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid

20 550

2 952

23 502

 

Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen

10 000

‒ 10 000

0

 

Voedselzekerheid

1 000

‒ 250

750

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

3 370

0

3 370

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Voedselzekerheid

120 298

‒ 16 510

103 788

 

Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen

17 000

0

17 000

 

Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect.

40 500

0

40 500

 

Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid

27 000

0

27 000

 

Uitbannen huidige honger en voeding

48 000

‒ 20 543

27 457

     
 

Nog te verdelen

0

0

0

 

Nog te verdelen

   
     

2.2

Water

199 235

‒ 1 228

198 007

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Waterbeheer

26 167

493

26 660

 

Drinkwater en sanitatie

30 563

10 425

40 988

     
 

Opdrachten

   
 

Waterbeheer

3 170

‒ 1 120

2 050

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

2 000

0

2 000

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Waterbeheer

91 585

‒ 17 749

73 836

 

Drinkwater en sanitatie

45 750

6 723

52 473

     
     
     

2.3

Klimaat

279 219

25 188

304 407

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Klimaat algemeen

33 863

9 140

43 003

 

Hernieuwbare energie

26 000

10 000

36 000

 

Dutch Fund for Climate and Development

40 000

0

40 000

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

3 400

0

3 400

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Contributie IZA/IZT

357

283

640

 

Klimaatprogramma's (non-ODA)

1 725

‒ 100

1 625

 

Klimaat algemeen

129 232

5 865

135 097

 

Hernieuwbare energie

36 000

0

36 000

 

UNEP

8 642

0

8 642

Toelichting

Verplichtingen

Er is minder verplichtingenbudget nodig op artikel 2 dan eerder verwacht, met name op de decentrale budgetten voor het thema Water. Dit komt bijvoorbeeld doordat in Mali de committering voor het Programme de Dévéloppement Integré et Durable du Sourou (PDIDS) pas in 2024 wordt aangegaan.

Uitgaven

Artikelonderdeel 2.2

Er wordt EUR 2,2 miljoen overgeheveld naar 3.1 Mondiale gezondheid en SRGR voor een bijdrage aan het Global Analysis and Assessment of Sanitation and Drinking-Water programma van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO/GLAAS). Daarnaast wordt vanuit artikel 4.1 Humanitaire Hulp EUR 1,0 miljoen bijgedragen in verband met de noodhulpcomponent van het Dutch Disaster Risk Reduction/Dutch Surge Support programma.

Artikelonderdeel 2.3

Er wordt EUR 5,0 miljoen toegevoegd aan het subartikelonderdeel voor Klimaat voor een structurele oplossing voor de Al Safer-tanker voor de kust van Jemen (via het United Nations Development Programme). De tanker is leeggepompt en nu moet de vervangende opslag operationeel gemaakt worden.

Daarnaast wordt als gevolg van het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15) EUR 20 miljoen naar dit artikelonderdeel overgeheveld. Hiervan wordt EUR 10 miljoen ingezet als bijdrage aan het Access to Energy Fund van het FMO en EUR 10 miljoen als vervroegde bijdrage aan het Africa Adaptation Acceleration Program. Hiermee laat Nederland haar commitment zien op zowel het terrein van het tegengaan van klimaatverandering als het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering.

Artikel 3: Sociale vooruitgang

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 Sociale vooruitgang (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
  

2023

2023

2023

     
     
 

Verplichtingen

563 268

36 333

599 601

     
 

Uitgaven:

   
     
 

Programma-uitgaven totaal

813 224

7 746

820 970

 

waarvan juridisch verplicht

  

100%

     

3.1

Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

507 965

7 246

515 211

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Mondiale gezondheid en SRGR

162 178

56 591

218 769

 

Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis

0

0

0

     
 

Opdrachten

   
 

Mondiale gezondheid en SRGR

16 397

‒ 8 078

8 319

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

137

0

137

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

WHO/PAHO

6 713

77

6 790

 

Mondiale gezondheid en SRGR

196 338

4 757

201 095

 

UNFPA

48 300

‒ 1 958

46 342

 

UNAIDS

23 000

0

23 000

 

Partnershipprogramma WHO

14 402

‒ 3 643

10 759

 

Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis

0

0

0

 

UNICEF

0

0

0

 

Vrouwenrechten en keuzevrijheid

0

0

0

     
 

Nog te verdelen

   
 

Nog te verdelen

40 500

‒ 40 500

0

     

3.2

Vrouwenrechten en gendergelijkheid

49 667

500

50 167

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Vrouwenrechten

33 067

3 097

36 164

     
 

Opdrachten

   
 

Vrouwenrechten

0

267

267

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Vrouwenrechten

6 600

887

7 487

 

UNWOMEN

6 000

249

6 249

     
 

Nog te verdelen

   
 

Nog te verdelen

4 000

‒ 4 000

0

     

3.3

Maatschappelijk middenveld

198 442

0

198 442

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Twinningsfaciliteit Suriname

850

‒ 193

657

 

Versterking maatschappelijk middenveld

175 857

‒ 4 087

171 770

     
 

Opdrachten

   
 

Versterking maatschappelijk middenveld

6 000

7 500

13 500

 

Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds

1 417

‒ 960

457

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Versterking maatschappelijk middenveld

10 318

1 740

12 058

     
 

Nog te verdelen

   
 

Nog te verdelen

4 000

‒ 4 000

0

     

3.4

Onderwijs

57 150

0

57 150

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Onderzoeksprogramma's

1 500

0

1 500

     
 

Opdrachten

   
 

Onderwijs

200

‒ 24

176

 

Onderzoekprogramma's

2 000

0

2 000

 

Hoger Onderwijs

40 932

‒ 1 757

39 175

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Onderwijs

2 518

61

2 579

 

Global partnership for education

10 000

1 720

11 720

Toelichting

Verplichtingen

Er is meer verplichtingenbudget nodig op artikel 3 dan eerder verwacht. Dit komt met name door het vastleggen van de algemene vrijwillige bijdrage van EUR 105 miljoen voor het UNFPA. Daarnaast zijn er neerwaartse bijstellingen vanwege de ombuigingen waardoor committeringen voor één jaar worden aangegaan in plaats van voor meerdere jaren. Per saldo neem het verplichtingenbudget op artikel 3 toe.

Uitgaven

Artikelonderdeel 3.1

Er vindt een overheveling plaats van EUR 5 miljoen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van een totale bijdrage van EUR 10 miljoen aan het Financial Intermediary Fund voor Pandamic Prevention, Preparedness and Response. De resterende EUR 5 miljoen komt uit kasruimte binnen artikel 3.1.

Er wordt EUR 2,2 miljoen overgeheveld van Artikel 2.2 Water voor een bijdrage aan het Global Analysis and Assessment of Sanitation and Drinking-Water programma van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO/GLAAS).

In de Tweede suppletoire begroting 2023 zijn de budgetten door positieve cMEV-bijstelling herverdeeld binnen dit artikelonderdeel.

Artikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
  

2023

2023

2023

     
     
 

Verplichtingen

1 753 849

237 601

1 991 450

     
 

Uitgaven:

   
     
 

Programma-uitgaven totaal

1 041 712

61 000

1 102 712

 

waarvan juridisch verplicht

  

100%

     

4.1

Humanitaire hulp

584 017

42 000

626 017

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Noodhulpprogramma's

117 000

30 000

147 000

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Noodhulpprogramma's

352 000

‒ 7 000

345 000

 

Noodhulpprogramma's non-ODA

1 017

0

1 017

 

UNHCR

35 000

0

35 000

 

UNRWA

19 000

8 000

27 000

 

Wereldvoedselprogramma

60 000

11 000

71 000

     

4.2

Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking

247 000

20 000

267 000

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Opvang in de regio

5 000

2 500

7 500

 

Migratie en ontwikkeling

0

1 000

1 000

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Opvang in de regio

192 000

8 500

200 500

 

Migratie en ontwikkeling

50 000

8 000

58 000

     

4.3

Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling

210 695

‒ 1 000

209 695

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Legitieme stabiliteit

5 500

0

5 500

 

Inclusieve vredes- en politieke processen

3 500

6 500

10 000

 

Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen

0

818

818

 

Functionerende rechtsorde

38 165

6 900

45 065

     
 

Opdrachten

   
 

Inclusieve vredes- en politieke processen

0

1 500

1 500

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Legitieme stabiliteit

0

4 000

4 000

 

Functionerende rechtsorde

102 680

‒ 5 680

97 000

 

Inclusieve vredes- en politieke processen

40 850

4 962

45 812

     
 

Nog te verdelen

   
 

Nog te verdelen

20 000

‒ 20 000

0

Toelichting

Verplichtingen

Er is meer verplichtingenbudget nodig op artikel 4 dan eerder verwacht. Dit komt met name door het aangaan van verplichtingen voor Country Based Pooled Funds voor Democratische Republiek Congo, Zuid Soedan, Soedan, Somalië en Jemen. Daarnaast zijn er meerjarige verhogingen van bijdragen aan de Dutch Relief Alliance (DRA) en het Nederlandse Rode Kruis. Verder is EUR 62,0 miljoen van de ophoging gerelateerd aan het totaal van mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

Uitgaven

Artikelonderdeel 4.1

Het artikelonderdeel is verhoogd met EUR 42,0 miljoen. De besteding betreft EUR 25,0 miljoen ten behoeve van humanitaire hulpverlening voor de crisis in Gaza, EUR 2,0 miljoen voor noodhulp na de aardbeving en Marokko en EUR 15,0 miljoen ten behoeve van humanitaire noden elders in de wereld.

De ophoging bestaat uit overhevelingen vanuit artikel 5.4 waarbij er EUR 10,0 miljoen is toegevoegd ten behoeve van de inzet van UNRWA en ICRC in Gaza zoals aangegeven in de Kamerbrief Update humanitaire hulp Palestijnse Gebieden van 17 oktober jl. Verder wordt EUR 30,0 miljoen, afkomstig uit het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15), ingezet via een verhoging van de bijdrage aan het Wereldvoedselprogramma en verhoging van de subsidies voor Noodhulpprogramma’s ten behoeve van het Nederlandse Rode Kruis en de Dutch Relief Alliance (DRA). Van deze bijdragen wordt EUR 15,0 miljoen besteed ten behoeve van de crisis in Gaza en de overige EUR 15,0 miljoen kunnen deze organisaties wereldwijd inzetten, daar waar de noden het hoogst zijn. Tot slot is EUR 2,0 miljoen afkomstig uit artikel 5.4 ten behoeve van noodhulp na de aardbeving in Marokko. Voor noodhulp na deze aardbeving is de subsidie aan het Nederlandse Rode Kruis verhoogd met EUR 5,0 miljoen, door naast de overheveling vanuit art 5.4 vanuit het instrument Noodhulp EUR 3,0 miljoen over te hevelen.

Verder wordt EUR 1,0 miljoen overgeheveld naar artikel 2.2 Water in verband met de noodhulpcomponent van het Dutch Disaster Risk Reduction/Dutch Surge Support programma. Ter compensatie wordt EUR 1,0 miljoen overgeheveld vanuit het budget van nog te verdelen middelen op artikel 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling, zodat het totaalbudget voor humanitaire hulp hierdoor niet wijzigt. 

Artikelonderdeel 4.2

Het artikelonderdeel is verhoogd met EUR 20,0 miljoen. Dit betreft de verwerking van het amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15), waarbij EUR 20,0 miljoen wordt overgeheveld vanuit artikel 5.4 naar bijdragen opvang in de regio ten behoeve van UNICEF (EUR 8 miljoen) en UNHCR (EUR 12 miljoen) voor ondersteuning van vluchtelingen en gastgemeenschappen in o.a. Pakistan, de Hoorn van Afrika en de MENA regio, met name door middel van onderwijs voor kinderen.

Artikelonderdeel 4.3In de Tweede suppletoire begroting 2023 zijn de budgetten door positieve cMEV-bijstelling herverdeeld binnen dit artikelonderdeel.

Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
  

2023

2023

2023

     
     
 

Verplichtingen

842 132

‒ 128 191

713 941

     
 

Uitgaven:

   
     
 

Programma-uitgaven totaal

433 839

‒ 63 985

369 854

 

waarvan juridisch verplicht

  

100%

     

5.1

Multilaterale samenwerking

319 553

24 674

344 227

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

UNIDO

1 531

0

1 531

 

UNDP

28 250

1 750

30 000

 

UNICEF

31 250

1 750

33 000

 

Speciale multilaterale activiteiten

13 577

‒ 4 322

9 255

 

Assistent deskundigenprogramma

9 000

‒ 1 592

7 408

 

Internationale Financiële Instellingen

8 000

1 592

9 592

 

Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen

79 789

0

79 789

 

Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken

8 156

‒ 1 504

6 652

 

Bijdrage aan IFI's voor steun Oekraine

140 000

27 000

167 000

     
 

Nog te verdelen

   
 

Nog te verdelen

0

0

0

     

5.2

Overig armoedebeleid

103 216

‒ 15 963

87 253

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling

8 385

‒ 105

8 280

 

Nationale SDG Implementatie

650

‒ 70

580

     
 

Opdrachten

   
 

Nationale SDG Implementatie

155

‒ 71

84

 

Programmamiddelen Oekraine - ln-kind steun

5 300

‒ 541

4 759

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

UNESCO

4 337

0

4 337

 

Diverse ondersteunende activiteiten

23 874

‒ 23 342

532

 

Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling

2 529

‒ 8

2 521

 

Schuldverlichting

57 736

4 604

62 340

 

Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking

250

‒ 140

110

 

Verdragsmiddelen Suriname

0

3 710

3 710

     
     

5.4

Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen

11 070

‒ 72 696

‒ 61 626

     
     
     
     
     
 

Ontvangsten

45 088

10 350

55 438

     

5.20

Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen

22 182

0

22 182

     

5.21

Ontvangsten OS

21 176

0

21 176

     

5.22

Koersverschillen OS

0

10 000

10 000

     

5.23

Diverse ontvangsten non-ODA

1 730

350

2 080

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen op artikel 5 nemen af. Dit komt doordat een aantal verplichtingen pas in 2024 wordt aangegaan, waardoor deze in 2023 vrijvallen. Het gaat dan om bijvoorbeeld de kapitaalaanvulling van de IBD. Daarnaast is op het gebied van schuldverlichting rekening gehouden met een hogere verplichtingenstand dan nodig bleek, daarom wordt dit ook naar beneden bijgesteld.

Uitgaven

Artikelonderdeel 5.1

De uitgaven voor dit subartikel nemen toe. Dit komt voornamelijk door de steun aan Oekraïne ter hoogte van EUR 27 miljoen in het kader van het derde steunpakket. Dit bestaat uit EUR 7 miljoen voor technische assistentie van het IMF en EUR 20 miljoen voor een funded guarantee aan de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) voor gasaankopen.

Daarnaast vindt een aantal overboekingen plaats tussen budgetten binnen het subartikel.

Artikelonderdeel 5.2

De uitgaven op dit subartikel nemen per saldo af. Dit komt voornamelijk doordat de reservering voor de verdragsmiddelen Suriname voor 2023 naar beneden is bijgesteld en is overgeheveld naar een aparte budgetregel. De rest van de middelen wordt in de Eerste suppletoire begroting van 2024 in het juiste kasritme geplaatst, omdat niet alle middelen in 2023 uitgegeven konden worden. Het budget dat in 2023 vrijvalt, vloeit naar het verdeelartikel 5.4.

Artikelonderdeel 5.4

Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 artikelonderdeel 5.4 gecreëerd. Op dit artikelonderdeel wordt ook overprogrammering geregistreerd. Overprogrammering houdt in dat er meer programma’s of bijdragen worden gepland dan waarvoor budget beschikbaar is, in de verwachting dat over het algemeen de uitvoering van programma’s en/of betalingen vertraging oploopt. De uitvoering van het beleid leert dat bijvoorbeeld (geo)politieke ontwikkelingen en uitvoeringsmogelijkheden in landen waarin programma’s worden uitgevoerd gedurende het jaar kunnen leiden tot vertragingen in de uitputting van de ODA-middelen. Indien er sprake is van overprogrammering is dat zichtbaar als een negatieve stand op het verdeelartikel. Over de verdere werking van dit artikel verwijs ik u naar de Kamerbrief als reactie op Motie van der Graaf c.s. (Kamerstuk II, 36200 XVII nr. 32) over fluctuaties van het ODA-budget.

De beginstand van het verdeelartikel is inclusief het aangenomen amendement Grinwis c.s. (Kamerstuk 36435-XVII-15), welke is aangenomen op de suppletoire begroting Prinsjesdag.

Om de informatievoorziening aangaande de mutaties op het verdeelartikel te verbeteren wordt onderstaande tabel opgenomen in de suppletoire begrotingen van BHOS.

Tabel 9 Mutaties verdeelartikel 5.4 (bedragen x EUR 1.000)

Beginstand (A)

11.070

Verdeling amendement Grinwis c.s.

‒ 70.000

Humanitaire hulp Palestijnse gebieden

‒ 10.000

Eerstejaarsopvang asielzoekers

‒ 10.700

Desaldering ontvangsten

10.000

ODA-meevallers

8.758

Overig

‒ 754

Totaal mutaties (B)

‒ 72.696

Eindstand (A+B)

‒ 61.626

Ontvangsten

De ontvangsten op het subartikel nemen toe. Dit komt voornamelijk vanwege geraamde koersverschillen. Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Dit saldo wordt verantwoord op het artikel 5 maar geldt voor de gehele BHOS-begroting.

Naar boven