Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 470 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023‒2024

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H.G.J.Bruins Slot

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Suppletoire Begroting Prinsjesdag 2023 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.

Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2023. Zoals uit de hiernavolgende tabellen blijkt, nemen de uitgaven per saldo toe met EUR 238,7 miljoen en nemen de ontvangsten toe met EUR 116,3 miljoen. Het ODA budget neemt toe met EUR 386,5 miljoen en het non-ODA budget neemt af met EUR 147,8 miljoen.

Tabel 2 Wijzigingen in HGIS uitgaven vanaf Voorjaarsnota 2023 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

Wv. ODA

Stand uitgaven VJN 2023

9.358,9

6.434,1

Totaal mutaties

238.7

386,5

Stand uitgaven NJN 2023

9.597,6

6.820,7

De HGIS standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening.

De toename is het gevolg van meerdere mutaties op de verschillende begrotingshoofdstukken. In de hiernavolgende tabel zijn deze nader uitgesplitst.

Tabel 3 Oorzaken uitgavenmutaties HGIS vanaf Voorjaarsnota 2023 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

Wv. ODA

1) Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA)

172,8

166,2

2) Overboekingen van en naar de HGIS

86,4

130,8

3) Desaldering op ontvangsten

69,9

21,6

4) Kasschuif

2,6

67,9

5) Onderuitputting huisvesting

‒ 69,6

0,0

6) Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting)

‒ 23,2

0,0

Totaal

238,7

386,5

Toelichting uitgaven:

Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 238,7 miljoen ten opzichte van de stand die in de Voorjaarsnota 2023 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:

  • 1. Macrobijstellingen: op basis van de wijzigingen, zoals ze zijn opgenomen in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product, is de omvang van de HGIS bijgesteld. Hierdoor wordt het ODA budget met EUR 166,2 miljoen verhoogd en wordt het non-ODA budget met EUR 6,6 miljoen verhoogd.

  • 2. Overboekingen van en naar de HGIS: er vindt een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats, waardoor het non-ODA-deel van het HGIS budget per saldo met EUR 44,5 miljoen afneemt. Dit komt voornamelijk doordat de Europese Vredesfaciliteit niet meer onder het HGIS-kader valt. De ophoging van de Europese Vredesfaciliteit staat namelijk conform Europese begrotingssystematiek in lopende prijzen op de begroting, waardoor het buiten de HGIS budgetten is geplaatst zodat de bedragen niet dubbel geïndexeerd worden.De ODA-uitgaven nemen met EUR 130,8 miljoen toe. Dit is het gevolg van steunpakketten aan Oekraïne in het kader van steun en wederopbouw welke als ODA kwalificeren.Per saldo neemt de HGIS toe met EUR 86,4 miljoen.

  • 3. Desaldering op ontvangsten: de ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 69,9 miljoen. Dit is met name het gevolg van extra ontvangsten op de begrotingen van BZ en BHOS. Op de BZ-begroting gaat het dan met name om hogere consulaire ontvangsten en een verwacht positief koersverschil. Op de BHOS-begroting gaat het om een onttrekking uit de FOM reserve en een verwacht positief koersverschil.

  • 4. Kasschuif: op het terrein van non-ODA worden er middelen naar latere jaren geschoven op de begroting van Defensie om de steun aan Oekraïne in het juiste kasritme te zetten. Op het gebied van ODA stijgen de uitgaven met EUR 70 miljoen vanwege de kasschuif als gevolg van het aangenomen amendement Grinwis c.s.1

  • 5. Toevoeging middelenafspraak huisvesting (verwachte onderuitputting op huisvesting): het huisvestingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gericht op het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Om dit te bewerkstelligen is een middelenafspraak huisvesting gemaakt waarbij de opbrengst van de verkopen opnieuw kan worden ingezet in latere jaren. In dit kader wordt EUR 23,2 miljoen doorgeschoven naar volgende jaren. Uitvoering van de huisvestingsprojecten loopt vertraging op.

  • 6. Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting): binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Defensie. Deze middelen worden via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de volgende jaren.

Tabel 4 Wijzigingen in HGIS ontvangsten vanaf Voorjaarsnota 2022 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Ontvangsten

Totaal

Wv. ODA

Stand ontvangsten VJN 2022

153,8

26,1

Totaal mutaties

116,3

21,6

Stand ontvangsten NJN 2022

270,1

47,7

Toelichting ontvangsten:

  • De ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 116,3 miljoen. Dit is met name het gevolg van hogere ontvangsten op de begroting van Defensie, Buitenlandse Zaken en BHOS.

  • Defensie raamt EUR 48 miljoen aan hogere ontvangsten. Dit betreft de verwachte ontvangsten aan cofinanciering voor een aantal militaire goederen dat aan Oekraïne wordt geleverd.

  • Buitenlandse Zaken raamt hogere ontvangsten vanwege hogere consulaire ontvangsten op het gebied van visa's en paspoorten en een verwacht positief koersverschil.

  • BHOS raamt hogere ontvangsten vanwege een extra onttrekking uit de FOM reserve en een verwacht positief koersverschil.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

UitgavenIn dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 758,9 miljoen in 2023. De belangrijkste mutaties ten opzichte van de Incidentele Suppletoire Begroting Prinsjesdag worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Tabel 5 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2023

Vastgestelde begroting 2023

 

13.009.330

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

13.094.853

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023

 

12.794.804

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

1.1

4.172

2) Gastlandbeleid internationale organisaties

1.3

‒ 5.246

3) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

2.4

‒ 5.964

4) Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

2.5

1.088

5) Afdrachten aan de Europese Unie

3.1

‒ 762.624

4) Personeelsuitgaven

7.1.13

27.900

5) Materiële uitgaven

7.1.14

‒ 10.100

6) Overige mutaties

 

‒ 8.149

   

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

12.035.881

Toelichting

Artikelonderdeel 1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlakDe uitgaven voor dit artikelonderdeel stijgen doordat de betaling van de bijdrage aan het Internationaal Strafhof op verzoek van de organisatie vervroegd is en daardoor plaatsvindt in 2023 in plaats van in 2024.

Artikelonderdeel 1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties De uitgaven voor het gastlandbeleid voor de internationale organisaties dalen doordat een deel van de geplande betalingen voor het Vredespaleis in 2024 gedaan wordt in plaats van in 2023.

Artikelonderdeel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verbandDe uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband dalen in 2023. Dit is met name het gevolg van de contributie aan VN-vredesmissies die lager uitviel dan voorzien.

Artikelonderdeel 2.5 Transitie in prioritaire gebiedenDe uitgaven voor transitie in prioritaire gebieden worden naar boven bijgesteld. Dit is het gevolg van een verhoging op het Matra-programma voor aanvullende projecten ten behoeve van Oekraïne.

Artikelonderdeel 3.1 Afdrachten aan de Europese UnieDe afdrachten aan de Europese Unie dalen met EUR 763 miljoen. Dit komt door de vierde aanvullende begroting (DAB4) en een nabetaling invoerrechten. Verder treedt er bij de invoerrechten gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Hierdoor worden de invoerrechten neerwaarts bijgesteld met EUR 324 miljoen.

Artikelonderdeel 7.1.13 Personele uitgavenDeze stijging van het budget betreft een saldo van verschillende mutaties. Dit komt met name door een desaldering op het apparaatsbudget. Deze desaldering is onder andere het gevolg van een stijging van de ontvangsten door hogerere consulaire ontvangsten van EUR 19 miljoen op het gebied van visa's en paspoorten. Verder is EUR 5 miljoen hiervan afkomstig van koerswinsten en EUR 3,7 miljoen van ingevorderde loonkosten uit 2022.

Artikelonderdeel 7.1.14 Materiele uitgavenEr wordt EUR 10,1 miljoen doorgeschoven naar de komende jaren via de middelenafspraak huisvesting. Vanwege vertragingen zal niet al het budget in 2023 worden uitgegeven.

Tabel 6 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2023

Vastgestelde begroting 2023

 

2.785.406

Stand 1e suppletoire begroting 2023

 

2.767.385

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag 2023

 

1.375.691

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
   

1) Veiligheid en stabiliteit restitutie programma's

2.40

3.906

2) Diverse ontvangsten EU

3.10

‒ 73.053

3) Consulaire diensten aan vreemdelingen

4.20

18.000

6) Overige mutaties

 

9.807

   

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

1.334.351

OntvangstenIn dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde ontvangsten van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 41,3 miljoen in 2023. De belangrijkste mutaties ten opzichte van de Incidentele Suppletoire Begroting Prinsjesdag worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Toelichting

Artikelonderdeel 2.40 Veiligheid en stabiliteit restitutie programma'sDe ontvangsten op artikelonderdeel 2.40 nemen toe als gevolg van een terugontvangen bedrag uit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund.

Artikelonderdeel 3.10 Diverse ontvangsten EUIn totaal worden de ontvangsten neerwaarts met EUR 73,1 miljoen bijgesteld. Dit komt enerzijds door de TEM-nabetaling aan de Europese Unie. Deze leidt tot EUR 7,9 miljoen hogere perceptiekosten. Ten tweede wordt naar aanleiding van de actualisatie van de inkomstenraming van de TEM bij de Najaarsnota 2023 ook de raming van de perceptiekostenvergoeding geactualiseerd. Dit leidt tot een verlaging van EUR 81 miljoen.

Artikelonderdeel 4.20 Consulaire diensten aan vreemdelingenDoor meer visa uitgiften en een nieuw intern verrekentarief met de IND zijn de ontvangsten gestegen.

4 Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
  

2023

2023

2023

     
 

Verplichtingen

132 621

45 797

178 418

     
 

Uitgaven:

   
     
 

Programma-uitgaven totaal

154 368

‒ 74

154 294

 

waarvan juridisch verplicht

  

88%

     

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

70 804

4 172

74 976

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Internationaal recht

650

1 735

2 385

     
 

Opdrachten

   
 

Internationaal recht

2 550

‒ 1 350

1 200

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Verenigde Naties

38 154

114

38 268

 

OESO

7 955

23

7 978

 

Internationaal Strafhof

3 910

4 390

8 300

 

Internationaal recht

17 585

‒ 740

16 845

     

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

67 777

1 000

68 777

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Mensenrechtenfonds

20 517

‒ 535

19 982

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Mensenrechtenfonds

37 110

685

37 795

 

Mensenrechten multilateraal

10 150

850

11 000

     

1.3

Gastlandbeleid internationale organisaties

15 787

‒ 5 246

10 541

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Carnegiestichting

5 749

1 154

6 903

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Vredespaleis

6 750

‒ 6 317

433

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Internationaal Strafhof

858

19

877

 

Speciaal Tribunaal Libanon

1 800

‒ 313

1 487

 

Nederland Gastland

630

211

841

Toelichting

VerplichtingenDe toename van het verplichtingenbudget wordt voornamelijk veroorzaakt door een vijfjarige overeenkomst die is afgesloten met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De nieuwe overeenkomst leidt tot een aanpassing van het verplichtingenritme over de jaren.

UitgavenArtikelonderdeel 1.1Het uitgavenbudget op Internationaal Strafhof wordt met EUR 4,4 miljoen verhoogd doordat de betaling van de bijdrage aan het Internationaal Strafhof op verzoek van de organisatie vervroegd is en daardoor plaatsvindt in 2023 in plaats van in 2024.

Artikelonderdeel 1.3Het uitgavenbudget op Gastlandbeleid internationale organisaties is verlaagd met EUR 5,2 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat een deel van de geplande betalingen voor het Vredespaleis in 2024 gedaan wordt in plaats van in 2023.

4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
  

2023

2023

2023

     
 

Verplichtingen

349 068

24 153

373 221

     
 

Uitgaven

   
     
 

Programma-uitgaven totaal

347 451

‒ 4 439

343 012

 

waarvan juridisch verplicht

  

98%

     

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

93 743

‒ 256

93 487

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Atlantische Commissie

565

0

565

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

NAVO

13 150

0

13 150

 

WEU

750

44

794

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

2 428

0

2 428

 

Veiligheidsfonds

1 850

‒ 300

1 550

 

NAVO Oekraïne UCAP Trust Fund

75 000

0

75 000

     

2.2

Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

17 252

0

17 252

 

Subsidies (regelingen)

   
 

Anti-terrorisme instituut

650

150

800

 

Contra-terrorisme

4 850

850

5 700

 

Cyber security

4 032

‒ 160

3 872

 

Global Forum on Cyber Expertise

1 250

1 000

2 250

     
 

Opdrachten

   
 

Global Forum on Cyber Expertise

0

0

0

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Contra-terrorisme

3 600

‒ 1 500

2 100

 

Cyber security

2 870

‒ 340

2 530

     

2.3

Wapenbeheersing

13 022

675

13 697

     
 

Opdrachten

   
 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

465

0

465

 

Conferentie REAIM en follow up

2 000

675

2 675

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

IAEA

7 317

0

7 317

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

1 320

0

1 320

 

CTBTO

1 920

0

1 920

     

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

190 293

‒ 5 946

184 347

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Nederland Helsinki Comité

28

0

28

 

Stabiliteitsfonds

25 000

0

25 000

 

Training buitenlandse diplomaten

3 350

357

3 707

     
 

Opdrachten

   
 

Makandra

2 919

‒ 1 036

1 883

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Makandra

320

‒ 22

298

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

OVSE

6 000

0

6 000

 

Stabiliteitsfonds

55 432

13 206

68 638

 

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

91 353

‒ 12 560

78 793

 

Overige

1 891

‒ 1 891

0

     
 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

   
 

Inzet hoog-risico posten

0

0

0

     
 

Nog te verdelen

   
 

Nog te verdelen

4 000

‒ 4 000

0

     
     

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

33 141

1 088

34 229

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

15 582

635

16 217

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

3 939

‒ 870

3 069

     
 

Opdrachten

   
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

4 463

1 050

5 513

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

678

0

678

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

0

453

453

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

8 479

‒ 180

8 299

     
 

Ontvangsten

1 000

3 906

4 906

     

2.10

Doorberekening Defensie diversen

0

0

0

2.40

Restituties programma's

1 000

3 906

4 906

Toelichting

VerplichtingenHet verplichtingenbudget stijgt in 2023. Dit is met name het gevolg van het vastleggen van nieuwe meerjarige verplichtingen voor het Matra-programma.

UitgavenArtikelonderdeel 2.4Het budget voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband daalt in 2023. Dit is met name het gevolg van de contributie aan VN-vredesmissies die lager uitviel dan voorzien. Op het Stabiliteitsfonds worden terugontvangen middelen uit het NAVO Afghanistan National Army (ANA) Trust Fund opnieuw ingezet ten behoeve van het NAVO Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP) Trust Fund. De ombuiging op het Stabiliteitsfonds als gevolg van de asieltegenvaller wordt deels teruggedraaid door EUR 4 miljoen over te hevelen vanuit het budget voor nog te verdelen middelen naar het Stabiliteitsfonds ODA.

Artikelonderdeel 2.5Het budget voor de bevordering van transitie in prioritaire gebieden stijgt in 2023 met EUR 1,1 miljoen. Dit is het gevolg van een verhoging op het Matra-programma voor aanvullende projecten ten behoeve van Oekraïne.

OntvangstenArtikelonderdeel 2.40De ontvangsten stijgen in 2023 door een restitutie vanuit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund.

4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Effectieve Europese samenwerking (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
  

2023

2023

2023

     
 

Verplichtingen

11 582 018

‒ 760 760

10 821 258

     
 

Uitgaven

   
     
 

Programma-uitgaven totaal

11 178 082

‒ 762 979

10 415 103

 

waarvan juridisch verplicht

  

100%

     

3.1

Afdrachten aan de Europese Unie

11 003 570

‒ 762 624

10 240 946

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

BNI-afdrachten

4 546 290

‒ 477 582

4 068 708

 

BTW-afdrachten

1 409 353

0

1 409 353

 

Invoerrechten

4 814 712

‒ 285 042

4 529 670

 

Plastic-grondslag

233 215

0

233 215

     

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

100 313

‒ 2 219

98 094

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Europees Ontwikkelingsfonds

100 313

‒ 2 219

98 094

     

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

32 800

1 611

34 411

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Raad van Europa

11 000

1 628

12 628

 

Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank

21 800

‒ 17

21 783

     

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie

4 996

253

5 249

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

EIPA

348

0

348

     
 

Opdrachten

   
 

Europa College beurzenprogamma

190

0

190

 

Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk

0

8

8

 

EU-sanctiebeleid

208

0

208

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Benelux bijdrage

4 250

245

4 495

     

3.5

Europese Vredesfaciliteit

36 403

0

36 403

     
 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

   
 

Europese Vredesfaciliteit

36 403

0

36 403

     
 

Ontvangsten

1 284 546

‒ 72 946

1 211 600

     

3.10

Diverse ontvangsten EU

1 284 296

‒ 73 053

1 211 243

 

Invoerrechten

1 200 515

‒ 73 053

1 127 462

 

Overige ontvangsten EU

83 781

0

83 781

     

3.11

Europees herstelfonds

0

0

0

     

3.30

Restitutie Raad van Europa

250

107

357

Toelichting

Verplichtingen Het verplichtingenbudget voor artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking neemt af. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

UitgavenArtikelonderdeel 3.1De neerwaartse bijstelling van de raming van de EU-afdrachten van EUR 762,6 miljoen betreft een optelsom van verschillende mutaties. Deze worden hieronder toegelicht.

BNI-afdrachtenIn de vierde aanvullende begroting (DAB4) voor 2023 stelt de Commissie het uitgavenniveau naar beneden bij als gevolg van vertraging in de betalingen van de cohesiefondsen. Normaal gesproken is de raming van de EU-afdrachten gebaseerd op het MFK-betalingenplafond en de maximale inzet van de speciale instrumenten bij het MFK. Omdat DAB4 de laatste aanvullende begroting van 2023 is, is besloten hiervan af te wijken en in plaats daarvan het betalingenniveau zoals door de Commissie in DAB4 geraamd over te nemen. Dit is de meest realistische inschatting van de uitputting van de EU-begroting voor 2023. Op EU-niveau ligt de raming van de betalingen onder de MFK-hoofdstukken en voor de speciale instrumenten samen circa EUR 8 miljard onder de betalingenmaxima. Deze bijstelling betekent een verlaging van de raming van de Nederlandse bni-afdracht in 2023 met EUR 477,6 miljoen. Het is hierbij van belang om te melden dat het verschil tussen de daadwerkelijke betalingen en de MFK-maxima in enig jaar via het Enkelvoudige marge-instrument (Single Margin Instrument; SMI) mag worden opgeteld bij de betalingenplafonds van toekomstige MFK-jaren. Dit gebeurt ieder jaar in de technische aanpassing die in juli verschijnt. In juli 2024 zal dus naar verwachting de raming van de Nederlandse bni-afdracht voor de jaren 2024-2027 met een vergelijkbaar bedrag naar boven worden bijgesteld. Per saldo stijgt of daalt de raming van de Nederlandse EU-afdrachten over het gehele MFK genomen dus niet.             

Nabetaling invoerrechtenEr is een Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling van bruto EUR 39 miljoen in 2023 gedaan aan de Europese Unie naar aanleiding van een herbeoordeling van dossiers. Dit is het saldo van nabetalingen van verschillende dossiers, waaronder een dossier m.b.t. zonnepanelen. Deze middelen zijn na aftrek van de perceptiekostenvergoeding overgeheveld vanaf de reservering op de aanvullende post naar de BZ-begroting. Van deze bruto betalingen is EUR 28,8 miljoen onder voorbehoud en EUR 10,2 miljoen definitief.

Actualisatie invoerrechtenBij de invoerrechten treedt gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Hierdoor worden de invoerrechten neerwaarts bijgesteld met EUR 324 miljoen.

Artikelonderdeel 3.3Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 3.3, een hechtere Europese waardengemeenschap, is gestegen met EUR 1,6 miljoen. Deze stijging is het gevolg van een verhoogde contributie aan de Raad van Europa, met name om het wegvallen van de jaarlijkse bijdrage van Rusland te compenseren.

OntvangstenArtikelonderdeel 3.10In totaal worden de ontvangsten neerwaarts met EUR 73 miljoen bijgesteld. Dit komt enerzijds door de TEM-nabetaling aan de Europese Unie. Deze leidt tot 7,9 miljoen euro hogere perceptiekosten. Ten tweede wordt naar aanleiding van de actualisatie van de inkomstenraming van de TEM bij de Najaarsnota 2023 ook de raming van de perceptiekostenvergoeding geactualiseerd. Dit leidt tot een verlaging van EUR 81 miljoen. Het bedrag aan perceptiekostenvergoeding is als een gewogen gemiddelde berekend aan de hand van een samengesteld percentage. Op dossiers die hun oorsprong vinden in de periode vóór 1 januari 2021 bedraagt het perceptiekostenpercentage 20%. Op dossiers die vanaf 1 januari 2021 zijn ontstaan rust een percentage van 25%.

4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
  

2023

2023

2023

     
 

Verplichtingen

70 192

‒ 137

70 055

     
 

Uitgaven

   
     
 

Programma-uitgaven totaal

72 191

‒ 4 926

67 265

 

waarvan juridisch verplicht

  

99%

     

4.1

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

13 423

‒ 2 605

10 818

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Gedetineerdenbegeleiding

2 260

‒ 1 005

1 255

     
 

Inkomensoverdrachten

   
 

Gedetineerdenbegeleiding

540

0

540

     
 

Opdrachten

   
 

Consulaire bijstand

394

0

394

 

Reisdocumenten en verkiezingen

2 441

0

2 441

 

Consulaire opleidingen

400

‒ 300

100

 

Consulaire informatiesystemen

7 388

‒ 1 300

6 088

 

Loket buitenland

0

0

0

     

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

23 738

‒ 2 927

20 811

     
 

Opdrachten

   
 

Ambtsberichtenonderzoek

150

0

150

 

Visumverlening

2 858

‒ 800

2 058

 

Legalisatie en verificatie

80

0

80

 

Consulaire informatiesystemen

19 622

‒ 2 200

17 422

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Asiel en migratie

1 028

73

1 101

     

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

8 237

343

8 580

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Internationaal Cultuurbeleid

4 589

‒ 141

4 448

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Internationaal cultuurbeleid

3 648

484

4 132

     

4.4

Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

26 793

263

27 056

     
 

Subsidies (regelingen)

   
 

Instituut Clingendael

800

0

800

 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

3 872

1 000

4 872

 

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

49

22

71

 

Publieksdiplomatie

2 229

29

2 258

 

Onderzoeksprogramma

100

0

100

 

Academische Leerstoel Anton de Kom

344

‒ 139

205

     
 

Opdrachten

   
 

Adviesraad Internationale vraagstukken

635

74

709

 

Instituut Clingendael

3 071

‒ 82

2 989

 

Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties

1 000

110

1 110

 

Algemene voorlichting

1 590

0

1 590

 

Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten

2 000

650

2 650

 

China-strategie

27

2

29

 

Onderzoeksprogramma

2 212

0

2 212

 

Conferentie uitdragen Nederlandse waarden en belangen

4 000

‒ 1 000

3 000

     
 

Bijdrage aan agentschappen

   
 

Algemene voorlichting

1 200

30

1 230

 

Publieksdiplomatie

0

0

0

 

Verkeersnotificaties

400

‒ 50

350

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

   
 

Europese bewustwording

868

‒ 600

268

 

Publieksdiplomatie

2 396

217

2 613

     
 

Ontvangsten

47 374

19 000

66 374

     

4.10

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

9 200

1 000

10 200

     

4.20

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

37 900

18 000

55 900

     

4.40

Doorberekening Defensie diversen

74

0

74

     

4.41

Ontvangsten verkeersnotificaties

200

0

200

ToelichtingVerplichtingenHet verplichtingenbudget neemt af met EUR 1 miljoen. De verplichtingen mutaties houden verband met de uitgavenmutaties zoals hieronder toegelicht.

UitgavenArtikelonderdeel 4.1Het budget voor consulaire dienstverlening wordt naar beneden bijgesteld, omdat betalingen voor een aantal projecten doorschuiven naar 2024. Dit betreft onder andere de subsidie voor gedetineerdenbegeleiding en consulaire informatiesystemen.

Artikelonderdeel 4.2Het budget wordt naar beneden bijgesteld. Dit komt met name doordat de BMVI middelen, die vallen onder consulaire informatiesystemen, pas in 2024 uitgegeven worden.

Artikelonderdeel 4.4Voor het uitdragen van de Nederlandse waarden is het budget gestegen. Dit komt onder andere door het Programma Ondersteuning Buitenland Beleid. Er is gebleken dat de nieuwe geopolitieke realiteit de afgelopen jaren om extra inzet van dit instrument vraagt. Daarnaast zijn de kosten voor de conferentie van het Feministisch Buitenland Beleid lager dan voorzien.

OntvangstenArtikelonderdeel 4.10De paspoortontvangsten zijn hoger dan voorzien.

Artikelonderdeel 4.20De ontvangsten voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen vallen hoger uit, doordat er meer visa zijn verstrekt.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 5: Geheim

Tabel 11 Niet-beleidsartikel 5 Geheim (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
  

2023

2023

2023

     

Verplichtingen

 

0

0

0

     

Uitgaven

 

0

0

0

     

Ontvangsten

 

0

0

0

     

5.10

Geheim

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangstenGeen toelichting.

5.2 Artikel 6: Nog onverdeeld

Tabel 12 Niet-beleidsartikel 6 Nog onverdeeld (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

     
     
  

2023

2023

2023

     
 

Verplichtingen

7 427

‒ 7 427

0

     
 

Uitgaven

   
     
 

Uitgaven totaal

7 427

‒ 7 427

0

     

6.1

Nog onverdeeld (HGIS)

7 427

‒ 7 427

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgavenAls gevolg van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product is het HGIS non-ODA budget afgelopen najaar gestegen met EUR 6,6 miljoen. Dit is verwerkt in de suppletoire begroting Prinsjesdag. Aan het einde van dit jaar valt het bedrag op artikel 6 vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de HGIS opgevraagd in de volgende jaren.

5.3 Artikel 7: Apparaat

Tabel 13 Niet-beleidsartikel 7 Apparaat (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

    
     
  

2023

2023

2023

     

Verplichtingen

1 048 385

7 822

1 056 207

     

Uitgaven

 

1 035 285

20 922

1 056 207

     

7.1.13

Personele uitgaven

656 372

27 953

684 325

7.1.13.1

Eigen personeel

644 372

27 953

672 325

7.1.13.2

Inhuur extern

12 000

0

12 000

7.1.13.3

overige personeel

0

0

0

     

7.1.14

Materiele uitgaven

378 913

‒ 7 031

371 882

7.1.14.1

ICT

72 197

1 004

73 201

7.1.14.2

Bijdragen aan SSO's

54 147

0

54 147

7.1.14.3

Overige materieel

252 569

‒ 8 035

244 534

     

7.2

Koersverschillen

0

0

0

     
     

Ontvangsten

 

42 771

8 700

51 471

     

7.10

Diverse ontvangsten

42 771

3 700

46 471

     

7.11

Koersverschillen

0

5 000

5 000

Toelichting

VerplichtingenBinnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.

UitgavenArtikelonderdeel 7.1.13 Deze stijging van het budget met EUR 27,9 miljoen betreft een saldo van verschillende mutaties. Dit komt met name door een desaldering op het apparaatsbudget. Deze desaldering is onder andere het gevolg van een stijging van de ontvangsten door hogerere consulaire ontvangsten van EUR 19 miljoen op het gebied van visa's en paspoorten. Verder is EUR 5 miljoen hiervan afkomstig van koerswinsten en EUR 3,7 miljoen van ingevorderde loonkosten uit 2022.

Artikel onderdeel 7.1.14De mutatie op materiële uitgaven bestaat uit de volgende onderdelen:

  • De onderuitputting op het huisvestingsbudget van EUR 10,1 miljoen wordt doorgeschoven naar de komende jaren via de middelenafspraak huisvesting. Vanwege vertragingen zal niet al het budget in 2023 worden uitgegeven.

  • Verder wordt er een bedrag van EUR 2,7 miljoen overgeheveld van programma naar apparaat in verband met hogere uitgaven op materieel. In het jaar 2024 vindt een omgekeerde overheveling plaats.

OntvangstenArtikelonderdeel 7.10 Deze mutatie betreft een ontvangst van ingevorderde loonkosten uit 2022.

Artikelonderdeel 7.11 Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Dit saldo wordt verantwoord op het apparaatsartikel maar geldt voor de gehele BZ-begroting. Als gevolg van koersontwikkelingen ten opzichte van de Euro, zijn de koersverschillen vooralsnog per saldo EUR 5 miljoen positief.


X Noot
1

Kamerstukken II, 36435-XVII-15

Naar boven