36 448 Benoeming van een Voorzitter

Nr. 4 BRIEF VAN HET LID VAN DER LEE

Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2023

Waarde collega’s, geachte griffier,

Herstel van vertrouwen begint bij onszelf. Het falen bij de Kinderopvangtoeslag en de afhandeling van de aardbevingsschade is helaas symptomatisch voor de grote kloof tussen de systeemwereld van beslissers en de leefwereld van burgers. Als geen ander is de Tweede Kamer de plek waar die kloof overbrugd dient te worden. Als volksvertegenwoordigers behoren wij een stem te geven aan hen die zich niet gehoord, geloofd of gezien weten. Tegelijkertijd moeten wij op dualistische wijze de controleurs van de uitvoerende macht zijn en als medewetgever kwalitatief hoogwaardige én uitvoerbare wetten tot stand brengen. Op al die cruciale taken is verbetering mogelijk.

Het zou voor mij een enorm voorrecht zijn als ik jullie daarbij in de rol van Kamervoorzitter zou mogen helpen. Samen met de nieuwe griffier, het Presidium en onze geweldige Kamerorganisatie wil ik daarvoor de best mogelijke randvoorwaarden bieden.

In een parlementaire democratie woedt volgens politiek filosoof Claude Lefort «een permanente strijd om de lege zetel van de macht», want gelukkig kunnen wij als gekozen politici die nooit permanent bezetten. Vanuit verschillende levensbeschouwelijke, ideologische of pragmatische opvattingen proberen wij botsende belangen te rijmen en onze grondwettelijke plichten na te leven. Tegelijkertijd dragen wij samen de Kamer als instituut; als cruciale pijler onder onze democratie. Daarbij vervullen wij ook een voorbeeldrol en mag het, nee moet het, ook stevig botsen in onze onderlinge discussies. Het is daarbij echter wel zaak om zoveel mogelijk op de bal te blijven spelen. In de hitte van het Kamerdebat mag er veel gezegd worden, genieten parlementariërs voor de wet zelfs immuniteit, maar we hebben in ons reglement ook spelregels afgesproken. Door als voorzitter boven de partijen te staan, wil ik mijn best doen om volop ruimte te geven aan het democratisch debat en daarbij tegelijkertijd bevorderen dat we elkaar onderling met respect bejegenen en geen afbreuk doen aan de waardigheid van de Kamer.

Met veel trots kijk ik terug op het team waarmee ik als voorzitter uitstekend heb samengewerkt tijdens de parlementaire enquête naar de aardgaswinning in Groningen. «Groningers boven gas» heeft tot erkenning van en herkenning bij vele gedupeerden geleid. Met deze succesvol verlopen enquête is ook zichtbaar geworden dat ik een verbindend leider ben, die ook boven partijen kan staan. Door goed oog te hebben voor de belangen van alle leden en medewerkers, werd een fijne werkomgeving verzekerd en heb ik hen in staat gesteld om het beste uit zichzelf te halen. Ook is het gelukt om vernieuwingen toe te passen; door gedupeerden aan de keukentafel te spreken, als getuigen te horen en door ons eindrapport ter plekke in Zeerijp – recht boven het gasveld – te presenteren.

Erg leerzaam en intensief waren ook de werkzaamheden die ik heb verricht als lid van de parlementaire ondervraging Kinderopvangtoeslag en als plaatsvervangend voorzitter van de parlementaire ondervraging fiscale constructies. Juist omdat ik de gaswinning en toeslagenaffaire diepgaand heb onderzocht, weet ik hoe cruciaal het is dat macht en tegenmacht, dualisme en onafhankelijke borging van cruciale (burger)belangen, stevig in ons politieke stelsel zijn verankerd. Daarop toezien, zie ik als kerntaak van het parlement en graag zou ik daaraan als uw voorzitter willen bijdragen. Ik wil met jullie bevorderen dat er méér aandacht en tijd uitgaat naar zorgvuldige behandeling van wetgeving. Dat vereist nog meer nadruk op de uitvoering, het nog alerter zijn op signalen vanuit burgers en bedrijven en beter zicht houden op de lange termijn. De praktijk is immers veel weerbarstiger dan vaak gedacht.

Aan de voorwaarden uit de profielschets denk ik goed te kunnen voldoen. Zo heb ik in bijna zeven jaar Kamerlidmaatschap ervaring opgedaan met alle parlementaire instrumenten waarover we de beschikking hebben. Als zesjarig lid van het Presidium zat ik al vele plenaire vergaderingen voor, dat geldt overigens ook voor veel commissiedebatten en -activiteiten. Als lid van de commissie Van der Staaij heb ik meegewerkt aan de eerste herziening van het Reglement van Orde in vijfentwintig jaar.

Mijn vermogen om boven partijen te opereren blijkt niet alleen uit de vele keren dat ik meerderheden in de Kamer veilig wist te stellen. Als voorzitter van (in)formatieonderhandelingen in Amsterdam, Arnhem en de provincie Groningen heb ik coalities, soms zelfs van zes partijen, tot stand gebracht. Als geboren en getogen Achterhoeker, woonachtig in Amsterdam, denk ik verbindend te kunnen zijn tussen stad en platteland.

Ook buiten de Kamer deed ik ervaringen op die goed passen in het gevraagde profiel. Als lid van een vierkoppige Raad van Bestuur gaf ik acht jaar lang leiding aan Oxfam Novib, dat in die periode zo’n 625 mensen in dienst had. Dit komt aardig in de buurt van het aantal mensen dat werkzaam is in onze Kamerorganisatie. Daarnaast ben ik voorzitter geweest van de Raad van Toezicht van Oxfam Zweden en vele jaren vicevoorzitter van Partos; de brancheorganisatie voor internationale samenwerking. Vermeldenswaardig is ook dat ik van december 1989 tot september 2009 in (leidinggevende) rollen voor de Kamerfractie van GroenLinks heb gewerkt. En wellicht ongebruikelijk, mocht ik in die periode ruim vijfhonderd vergaderingen van deze Kamerfractie technisch voorzitten.

Vanwege deze ruime ervaring binnen en buiten de Kamer meen ik goed te voldoen aan alle vereisten. Ik denk ook met gezag de Kamer in binnen- en buitenland te kunnen vertegenwoordigen. Bovendien heb ik in de praktijk dikwijls het recht op informatie, dat de Kamer volgens artikel 68 Grondwet geniet, moeten bevechten. Bij uitstek is dat immers een rol die ook door een voorzitter van een enquêtecommissie wordt vervuld.

Een uitnodigende, veilige en productieve werkomgeving is voor iedereen in het gebouw belangrijk. Dat inspireert en vergemakkelijkt het werken aan herstel van vertrouwen. Daar zou ik vanuit een helder besef over rollen en bevoegdheden, samen met leidinggevenden uit de organisatie en uit de Kamerfracties aan willen werken. Ook koester ik de wens dat er op digitaal vlak een grote kwaliteitsslag in de Kamer wordt gerealiseerd en zal ik altijd een vinger aan de pols willen houden bij de verbouwing van ons geliefde Binnenhof.

Tot slot, en van het allergrootste belang, is het borgen van de persoonlijke veiligheid van politici. Samen met daartoe bevoegde autoriteiten wil ik het maximale doen om het werk van ons als volksvertegenwoordigers te beschermen. Uiteraard in de Kamer en waar mogelijk buiten de Kamer.

Graag beantwoord ik al jullie vragen in het Kamerdebat op donderdag 14 december.

Hartelijke groet,

Tom van der Lee

Naar boven