36 441 Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld

Nr. 20 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN TJEERD DE GROOT EN BIKKER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11

Ontvangen 5 maart 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel II, onderdeel C, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt «of».

2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt «veroorzaakt.» vervangen door «veroorzaakt, of».

3. Aan het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. op grond van het gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin, waarvan de vergunninghouder blijk heeft gegeven bij activiteiten onder deze vergunning of een eerdere vergunning op grond van deze wet.

4. In het derde lid wordt «eerste lid» vervangen door «eerste lid, onderdelen a tot en met d».

II

Artikel II, onderdeel V, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden twee artikelen».

2. Na het voorgestelde artikel 167o wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 167p

Artikel 36, eerste lid, aanhef en onderdeel e, is niet van toepassing op een winningsplan dat voor de datum van inwerkingtreding van dat onderdeel is ingediend.

Toelichting

Op dit moment wordt de maatschappelijke verantwoordelijkheidszin alleen meegenomen bij het afgeven van een opsporings- en winningsvergunning en niet bij het goedkeuren van het winningsplan. Aangezien winningsvergunningen worden verleend voor een lange periode en voor 1 januari 2003 soms voor onbepaalde tijd zijn verleend wordt de maatschappelijke verantwoordelijkheidszin dus maar één keer gecheckt. Middels dit amendement wordt de maatschappelijke verantwoordelijkheidszin ook getoetst bij nieuwe winningsplannen en niet alleen bij opsporings- en winningsvergunningen.

Tjeerd de Groot Bikker

Naar boven