36 440 Regels over het bemannen van zeeschepen (Wet bemanning zeeschepen)

B VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING1

Vastgesteld 17 juni 2024

1. Inleiding

De leden van de fractie van de BBB hebben kennisgenomen van het voorstel voor de Wet bemanning zeeschepen. Deze leden wensen de regering naar aanleiding van dit wetsvoorstel een aantal vragen te stellen.

2. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de BBB

De leden van de fractie van de BBB merken op dat een zeeschip met in de top een fier wapperende Nederlandse vlag steeds minder is te zien. Dit wordt mede veroorzaakt door de vergrijzing en de krapte op de arbeidsmarkt. Deze leden constateren dat achter deze Nederlandse vlag helaas een woud van regelgeving schuilt, waarin de regering met dit wetsvoorstel tracht te snoeien. Mede gelet op het beginsel van een gelijk speelveld hebben de leden van de fractie van de BBB de volgende vragen over het wetsvoorstel te stellen aan de regering.

  • 1. Kan de regering aangeven op welke wijze het met dit wetsvoorstel eenvoudiger wordt gemaakt om niet-Nederlandse kapiteins aan te nemen op zeeschepen onder Nederlandse vlag? Dit is nu namelijk toch ook al mogelijk?

  • 2. Kunnen de geopolitieke spanningen nog gevolgen hebben voor de veiligheid op de schepen als het eenvoudiger wordt om niet-Nederlandse kapiteins aan te nemen?

  • 3. De leden van de fractie van de BBB constateren dat indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, het eenvoudiger moet worden om onder Nederlandse vlag te varen. In hoeverre gaat de regering evalueren of dit wetsvoorstel invloed heeft op het aantal schepen dat onder Nederlandse vlag vaart?

  • 4. In hoeverre hebben andere Europese landen te maken met de aan de orde zijnde problemen?

  • 5. In de reacties op de internetconsultatie wordt vaak aangegeven dat het eenvoudiger maken van het aannemen van niet-Nederlandse kapiteins op schepen die onder Nederlandse vlag varen, de opleiding tot zeevarende alsmede het beroep van zeevarende nog minder aantrekkelijk zal maken vanwege het ontbreken van carrièreperspectief. Gaat de regering dit monitoren? Zo ja, op welke wijze?

  • 6. Wat wordt er op dit moment gedaan om het Nederlandse zeevaartonderwijs aantrekkelijker te maken?

  • 7. De leden van de fractie van de BBB wijzen met betrekking tot de internetconsulatie op de reactie van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR)2, waarin wordt gewezen op de handhavende rol van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bij de uitvoering van onaangekondigde vlaginspecties en de afnemende meerwaarde van de overige toezichthouders in relatie tot de extra administratieve lasten. Door de KVNR wordt voorgesteld om de rol van de overige toezichthouders te beperken. Wat is hiervoor nodig? Voorziet het voorliggende wetsvoorstel daar voldoende in? Wat gaat de regering doen met deze suggestie?

  • 8. De leden van de fractie van de BBB wijzen tot slot op artikel 4, lid 4, van het wetsvoorstel, waarin staat dat de scheepsbeheerder zorg draagt voor een schriftelijk beleid ten aanzien van voorkoming van alcohol- en drugsmisbruik door zeevarenden die veiligheidstaken, beveiligingstaken of taken die verband houden met het maritieme milieu uitvoeren. Hierbij wordt aandacht geschonken aan voorlichting over de gevolgen van het gebruik van alcohol en drugs en aan het gebruik van alcohol en drugs door zeevarenden tijdens het werk. Deze leden vragen de regering waarom er wordt gekozen voor voorlichting en preventie in plaats van een verbod op het gebruik van alcohol en drugs tijdens het werk. Hoe wordt dit artikel gehandhaafd? Is dat bij een verbod van gebruik tijdens het werk niet veel eenvoudiger? Graag ontvangen de leden van de fractie van de BBB een toelichting hierop van de regering.

De vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het verslag en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Kemperman

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Dragstra


X Noot
1

Samenstelling:

Van Wijk (BBB), Kemperman (BBB) (voorzitter), Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Klip-Martin (VVD), Meijer (VVD), Kaljouw (VVD), Rietkerk (CDA) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Van Meenen (D66), Aerdts (D66), Van Kesteren (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), De Vries (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

Naar boven