De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 18 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
-
1a. Bij algemene maatregel van bestuur kan, onder het stellen van voorwaarden of beperkingen,
vrijstelling worden verleend van de in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde schriftelijke
toestemming. De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen algemene maatregel
van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers
der Staten-Generaal is overgelegd.
II
In artikel 19, eerste lid, wordt na «artikel 18, eerste lid, onderdeel b» ingevoegd
«, of aan personen aan wie vrijstelling is verleend op grond van artikel 18, lid 1a».
Toelichting
Het voorliggende wetsvoorstel heeft als doel het toekomstbestendig maken van bemanningswetgeving
voor zeeschepen onder Nederlandse vlag. De indieners vinden het van belang dat het
aantrekkelijk blijft om onder de Nederlandse vlag te varen. Zowel Nederlandse zeevarenden
als maritieme sector zijn er niet bij gebaat als reders Nederland ontwijken en zich
elders inschrijven. In dit verband stellen de indieners voor de mogelijkheid open
te houden om via algemene maatregel van bestuur te kiezen voor een eenvoudigere route
om niet-Europese kapiteins in te zetten.
De indieners hechten aan de huidige nationaliteitseis voor kapiteins onder de Nederlandse
vlag. Nederlandse en Europese kapiteins zijn goed opgeleid. Inzet van deze kapiteins
moet het uitgangspunt zijn. Tegelijkertijd constateren de indieners dat op de huidige
arbeidsmarkt voor zeevarenden sprake is van vergrijzing, beperkte instroom en vroegtijdige
uitstroom van Nederlandse en Europese zeevarenden. Er ontstaat een tekort aan Nederlandse
en Europese kapiteins. Op dit moment zijn er al ruim achthonderd niet Europese kapiteins
op Nederlandse zeeschepen actief, gelet op de schaarste op de arbeidsmarkt. Voor al
deze kapiteins moeten Nederlandse reders om de een of twee jaar een separate vergunning
aanvragen via het paritair stelsel van vergunningverlening. Deze route is een administratieve
last voor reders die onder Nederlandse vlag varen en een belemmering voor reders die
overwegen om te vlaggen naar het Nederlandse register. Deze regeling wordt geëvalueerd.
Met het oog op de toekomst stellen de indieners daarom voor de mogelijkheid open te
houden om via algemene maatregel van bestuur te kiezen voor een eenvoudigere route
om niet-Europese kapiteins in te zetten. Zo kan snel ingespeeld worden op bijvoorbeeld
de resultaten van de evaluatie van het huidige paritair stelsel van vergunningverlening
voor niet-Europese kapiteins of de veranderende situatie op de arbeidsmarkt voor zeevarenden.
Zij willen erop wijzen dat als reders omvlaggen naar andere landen het risico bestaat
dat Nederlandse zeevarenden ontslagen worden, omdat dan geen aanspraak meer gemaakt
kan worden op de afdrachtvermindering in de loonbelasting. Voor behoud van Nederlandse
zeevarenden is het dus van belang dat schepen onder Nederlandse vlag blijven varen
en dat varen onder de Nederlandse vlag aantrekkelijk blijft.
Bij de eventuele keuze voor een algemene maatregel van bestuur en de uitwerking ervan
moet overleg worden gevoerd met onder meer de vakbonden voor zeevarenden om ervoor
te zorgen dat de positie van Nederlandse kapiteins niet in gevaar komt en het kwaliteits-
en opleidingsniveau geborgd is. De indieners stellen tevens een voorhangbepaling bij
de genoemde algemene maatregel van bestuur voor, zodat de Staten-Generaal kunnen aangeven
of de positie van Nederlandse kapiteins en het kwaliteits- en opleidingsniveau inderdaad
voldoende geborgd is.
Het met dit amendement voorgestelde extra lid in artikel 18 (onderdeel I) brengt met
zich mee dat ook de verwijzing naar artikel 18 in artikel 19, eerste lid, van het
wetsvoorstel moet worden aangepast (onderdeel II).
Stoffer
Pierik