36 440 Regels over het bemannen van zeeschepen (Wet bemanning zeeschepen)

Nr. 8 AMENDEMENT VAN DE LEDEN STOFFER EN PIERIK

Ontvangen 17 april 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 18 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Bij algemene maatregel van bestuur kan, onder het stellen van voorwaarden of beperkingen, vrijstelling worden verleend van de in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde schriftelijke toestemming. De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

In artikel 19, eerste lid, wordt na «artikel 18, eerste lid, onderdeel b» ingevoegd «, of aan personen aan wie vrijstelling is verleend op grond van artikel 18, lid 1a».

Toelichting

Het voorliggende wetsvoorstel heeft als doel het toekomstbestendig maken van bemanningswetgeving voor zeeschepen onder Nederlandse vlag. De indieners vinden het van belang dat het aantrekkelijk blijft om onder de Nederlandse vlag te varen. Zowel Nederlandse zeevarenden als maritieme sector zijn er niet bij gebaat als reders Nederland ontwijken en zich elders inschrijven. In dit verband stellen de indieners voor de mogelijkheid open te houden om via algemene maatregel van bestuur te kiezen voor een eenvoudigere route om niet-Europese kapiteins in te zetten.

De indieners hechten aan de huidige nationaliteitseis voor kapiteins onder de Nederlandse vlag. Nederlandse en Europese kapiteins zijn goed opgeleid. Inzet van deze kapiteins moet het uitgangspunt zijn. Tegelijkertijd constateren de indieners dat op de huidige arbeidsmarkt voor zeevarenden sprake is van vergrijzing, beperkte instroom en vroegtijdige uitstroom van Nederlandse en Europese zeevarenden. Er ontstaat een tekort aan Nederlandse en Europese kapiteins. Op dit moment zijn er al ruim achthonderd niet Europese kapiteins op Nederlandse zeeschepen actief, gelet op de schaarste op de arbeidsmarkt. Voor al deze kapiteins moeten Nederlandse reders om de een of twee jaar een separate vergunning aanvragen via het paritair stelsel van vergunningverlening. Deze route is een administratieve last voor reders die onder Nederlandse vlag varen en een belemmering voor reders die overwegen om te vlaggen naar het Nederlandse register. Deze regeling wordt geëvalueerd.

Met het oog op de toekomst stellen de indieners daarom voor de mogelijkheid open te houden om via algemene maatregel van bestuur te kiezen voor een eenvoudigere route om niet-Europese kapiteins in te zetten. Zo kan snel ingespeeld worden op bijvoorbeeld de resultaten van de evaluatie van het huidige paritair stelsel van vergunningverlening voor niet-Europese kapiteins of de veranderende situatie op de arbeidsmarkt voor zeevarenden. Zij willen erop wijzen dat als reders omvlaggen naar andere landen het risico bestaat dat Nederlandse zeevarenden ontslagen worden, omdat dan geen aanspraak meer gemaakt kan worden op de afdrachtvermindering in de loonbelasting. Voor behoud van Nederlandse zeevarenden is het dus van belang dat schepen onder Nederlandse vlag blijven varen en dat varen onder de Nederlandse vlag aantrekkelijk blijft.

Bij de eventuele keuze voor een algemene maatregel van bestuur en de uitwerking ervan moet overleg worden gevoerd met onder meer de vakbonden voor zeevarenden om ervoor te zorgen dat de positie van Nederlandse kapiteins niet in gevaar komt en het kwaliteits- en opleidingsniveau geborgd is. De indieners stellen tevens een voorhangbepaling bij de genoemde algemene maatregel van bestuur voor, zodat de Staten-Generaal kunnen aangeven of de positie van Nederlandse kapiteins en het kwaliteits- en opleidingsniveau inderdaad voldoende geborgd is.

Het met dit amendement voorgestelde extra lid in artikel 18 (onderdeel I) brengt met zich mee dat ook de verwijzing naar artikel 18 in artikel 19, eerste lid, van het wetsvoorstel moet worden aangepast (onderdeel II).

Stoffer Pierik

Naar boven