36 426 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw)

B VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1

Vastgesteld 16 november 2023

Het voorliggende wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de BBB-fractie leggen de regering naar aanleiding het voorstel Wet fiscale Klimaatmaatregelen Glastuinbouw nog graag enige vragen voor.

De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA hebben naar aanleiding van de voorgestelde Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw nog een tweetal vragen.

De leden van de PVV-fractie hebben naar aanleiding van de nu voorliggende wijzigingen van enkele belastingwetten nog een drietal vragen.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben naar aanleiding van de voorgestelde Wet fiscale Klimaatmaatregelen glastuinbouw twee vragen.

De leden van de fractie van de PvdD leggen de regering naar aanleiding van het voorstel nog graag enige vragen voor.

De leden van de fractie van JA21 hebben kennisgenomen van de voorgenomen wetgeving, inclusief het amendement-Grinwis c.s.,2 en hebben daarover nog een vraag.

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel en hebben nog enkele vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De ambitie van het kabinet om in 2030 maximaal 4,3 Mton broeikasemissies te veroorzaken, is dit voorjaar uitgewerkt in een aanvullend klimaatpakket glastuinbouw. Dit pakket bestaat enerzijds uit verschillende extra overheidsuitgaven om de energietransitie in de glastuinbouw te bespoedigen. Zo kunnen glastuinbouwbedrijven voortaan gebruik maken van de SDE++ voor de installatie van een warmtepomp, is de bijdrage aan de EG-regeling verhoogd en is een bijdrage beschikbaar gekomen voor een nieuwe subsidieregeling gemaakt voor warmtedistributienetten en duurzame warmte. Anderzijds zijn in het aanvullend klimaatpakket ook afspraken gemaakt over het verder beprijzen van het gebruik van aardgas en de uitstoot van broeikasgasemissies in de glastuinbouw. In dit wetsvoorstel wordt invulling gegeven aan deze afspraken. Het gaat hierbij om (1) het afschaffen van de verlaagde energiebelastingtarieven, (2) het beperken van de vrijstelling voor elektriciteitsopwekking en (3) de introductie van een CO2-heffing glastuinbouw.

Bij de behandeling in de Tweede Kamer is het amendement-Grinwis c.s. aangenomen. Dit amendement verlengt het afbouwpad voor het verlaagd tarief glastuinbouw van vijf naar tien jaar. De dekking hiervoor wordt gevonden in de CO2-heffing binnen de glastuinbouwsector, die in 2025 geïntroduceerd wordt. Hiertoe vullen de indieners de reeks van de CO2-heffing uit het initiële wetsvoorstel aan met het bedrag dat nodig is om de budgettaire derving van het verlengen van het afbouwpad te dekken. Hierbij wordt de additionele verhoging van de CO2-heffing uit de nota van wijziging achterwege gelaten, aangezien indieners van mening zijn dat de aanpassing van de WKK3-maatregel niet gedekt behoort te worden via de CO2-heffing. Sowieso geldt dat het juiste prijspad om de CO2-reductie inclusief terugsluis die is afgesproken met de glastuinbouwsector, en het budgettaire doel voor komend jaar worden bepaald met de aangekondigde tariefstudie in 2024. Dit kan vervolgens geïmplementeerd worden in het pakket Belastingplan 2025. Door te kiezen voor een grotere inzet van het systeem dat met de sector is afgesproken – de CO2-heffing glastuinbouw – en een langer afbouwpad van het verlaagde tarief in de energiebelasting voor de glastuinbouw, wordt de aanpak om broeikasgasemissies te reduceren effectiever én rechtvaardiger. Effectiever, omdat directer op de CO2-uitstoot wordt gestuurd. Rechtvaardiger, doordat relatief energie-extensieve en/of relatief kleine glastuinbouwbedrijven niet onevenredig zwaar worden belast én doordat voor meer handelingsperspectief voor tuinders wordt gezorgd, doordat er meer kansen ontstaan op realisatie van een verzwaard elektriciteitsnet en aansluiting op aardwarmtebronnen en warmtenetten.

Een impactanalyse heeft plaatsgevonden door Trinomics en BlueTerra.4 In de impactanalyse wordt de lastenverhoging in de glastuinbouw geraamd op +€ 528 miljoen in 2030, een stijging van de energiekosten met 45% en een stijging van de bedrijfskosten van 9%. Volgens Glastuinbouw Nederland (de belangenorganisatie voor de Nederlandse glastuinbouwsector) wordt het voor de helft van de Nederlandse telers onrendabel om nog tomaten, paprika’s, komkommers, aardbeien en ander zacht fruit of bloemen en planten te telen. Waar de energiekosten volgens Glastuinbouw Nederland twee tot soms vijf keer stijgen, kunnen deze kosten beperkt worden doorberekend aan de consument. Afschaffing van het tuinbouwtarief en inperking van de WKK-inputvrijstelling remt dan ook met name klimaatkoplopers in het telen van gezonde en groene producten op Hollandse bodem, geeft men aan. Aangezien de behoefte aan de nu door de Nederlandse telers geteelde producten in Nederland zal blijven bestaan, bestaat er een grote kans dat deze vervolgens uit het buitenland zullen worden geïmporteerd. Dit is echter dan tegen hogere kosten (waardoor velen in Nederland zich deze producten niet meer kunnen permitteren) en is bovendien milieuonvriendelijker door de lagere eisen op dit vlak in het buitenland en de langere aanvoerlijnen. De vragen van de leden van de BBB-fractie zijn niet zozeer fiscaal inhoudelijk, maar zien op de effecten op de Nederlandse glastuinbouwsector en daarmee op de Nederlandse economie en op de gevolgen voor de Nederlandse consument. Tevens zijn deze leden erg benieuwd naar het daadwerkelijke handelingsperspectief op korte termijn en naar de maatregelen op dit vlak die de ons omringende landen nemen.

De leden van de BBB-fractie begrijpen dat de totale kosten voor de sector zoals geraamd in de impactanalyse door het aangenomen amendement-Grinwis c.s. niet wijzigen. Deze bedragen nog steeds € 528 miljoen, maar nu in 2035 ten gevolge van het verlengde afbouwpad. Klopt dit? Wel worden deze totale lasten door het amendement anders binnen de sector verdeeld doordat relatief kleine en/of energie-extensieve bedrijven minder zwaar belast worden ten koste van de relatief grote en/of energie-intensieve bedrijven. Klopt dit? Welk reëel handelingsperspectief hebben de glastuinbouwbedrijven op korte termijn? Per wanneer is een daarvoor noodzakelijke verzwaring van het elektriciteitsnet en aansluiting op aardwarmtebronnen en warmtenetten gerealiseerd? Hoe dienen de termen «meer handelingsperspectief» en «meer kansen» in het amendement te worden uitgelegd? Betekent dat de kans daarop groter is binnen 10 jaar dan binnen 5 jaar of moet dat anders worden uitgelegd? Voorgesteld wordt om de algemene inputvrijstelling voor WKK’s per 1 januari 2025 geleidelijk af te schaffen. Het voorstel raakt niet alleen de glastuinbouw maar alle industriële WKK’s. In de industrie staan ongeveer 112 WKK’s met een opgesteld vermogen van 3 GW. Is de regering het ermee eens dat de bijdrage van de Nederlandse industriële WKK’s aan het Nederlandse elektriciteitsnet, door het beschikbaar stellen van flexibel elektrisch vermogen bijvoorbeeld rondom congestiegebieden, de komende jaren onmisbaar blijft? Zo nee, waarom niet? In de ogen van de leden van de BBB-fractie sluit het tempo waarmee alternatieven gerealiseerd kunnen worden (flexibel elektrisch vermogen, warmtepompen en e-boilers) niet aan bij de snelheid van het (verlengde) afbouwpad dat wordt voorgesteld. Is de regering het hiermee eens? Indien niet, waarom niet? Voor hoeveel procent van de Nederlandse glastuinbouw is het na invoering van dit wetsvoorstel niet langer rendabel om hun bedrijf voort te zetten? Wat zijn de gevolgen hiervan voor de Nederlandse economie (bijvoorbeeld op het vlak van werkgelegenheid en export)? Welke milieumaatregelen voor de glastuinbouw nemen onze buurlanden België en Duitsland? Hoeveel bedragen de energiekosten voor de glastuinbouw in deze landen? Bestaat het risico dat de grote energie-intensieve bedrijven hun activiteiten verplaatsen naar het buitenland? Een beëindiging of verplaatsing van teeltactiviteiten naar het buitenland heeft mogelijk een economische en milieutechnische impact. Welke importstromen worden verwacht door deze maatregelen en in het bijzonder welke «weglekeffecten» door verplaatsing en internationaal transport, worden voorzien door deze maatregelen? Wat betekenen de nu voorgestelde maatregelen uiteindelijk voor de door de consument te betalen prijzen voor deze producten? Naar alle waarschijnlijkheid zullen de prijzen gaan stijgen, maar heeft de regering enig idee met hoeveel procent? Heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een visie op de toekomst van de energie intensieve landbouw in Nederland en hoe passen deze maatregelen in die visie? Kan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit duiden welke impact deze fiscale maatregelen hebben op de sector, op welke wijze hij deze maatregelen ziet als een «versterking» van de sector en of hij deze ook vindt passen binnen het Nederlandse landbouwbeleid? In welke mate (kwantitatief) draagt de reductie van de glastuinbouw in Nederland en de verplaatsing van de productie naar ons omringende landen bij aan de integrale klimaatdoelstellingen van de EU? En als dat een negatieve impact is: hoe weegt de regering dat dan?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA

De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA wijzen op de energiekosten, die volgens de impactanalyse met 45% stijgen. Hoe vertaalt dit zich als percentage van de totale kosten? Hoe pakt dit uit in vergelijking met de relevante fiscale regelingen in Duitsland, Frankrijk en België?

Hoeveel jaren hebben de betreffende fiscale voordelen voor deze sector bestaan? Wat zijn de budgettaire gevolgen hiervan geweest de afgelopen 5 jaar?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

Warmtekrachtkoppeling, het gelijktijdig opwekken van warmte en elektriciteit, is jarenlang door de overheid gestimuleerd vanwege de significante voordelen: lager brandstofverbruik, lagere CO2-uitstoot en – vooral tegenwoordig van belang – geen extra belasting van het elektriciteitsnet. Alleen al in de industrie staat in totaal ca. 3 GW opgesteld vermogen. Ook in de glastuinbouw staat een aanzienlijk gezamenlijk WKK-vermogen opgesteld. De leden van de PVV-fractie vragen wat het doel van de afbraakactie is, die door deze wet veroorzaakt wordt. CO2-besparing kan het niet zijn, want het uitsluitende gevolg zal zijn dat de betreffende sectoren naar het buitenland verplaatst worden. Hoe beoordeelt de regering het effect van deze wet op de nu reeds bestaande congestie op het elektriciteitsnet, terwijl elektrificatie van de energievoorziening toch jarenlang een belangrijk doel leek te zijn gezien onder meer de miljarden subsidies die zijn besteed (verspild) aan het elektrificeren van het autopark? Is het de bedoeling dat ook tuinbouwgebieden plaats maken voor migrantenhuisvesting?

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie vernemen graag hoe de regering de impact van dit wetsvoorstel op de glastuinbouw onderzocht heeft. Waarom meent de regering dat dit wetsvoorstel proportioneel is voor deze sector?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

De leden van de PvdD-fractie vernemen graag waarom er gekozen is voor een datum van inwerkingtreding van 2025 (in plaats van 2024). Bijna de helft van de glastuinbouw betreft sierteelt (in grondgebruik: 5.800 ha groenten; 4.100 ha sierteelt in 2021 (volgens de Staat van Landbouw, Natuur en Voedsel, 2022). Hoe is deze verhouding in termen van volume, aantal bedrijven en winst? Welk percentage van voedingsgewassen en sierteelt uit de glastuinbouw is voor de binnenlandse markt en hoeveel voor de export? Is er verschil per gewas in energieverbruik? Is er verschil in energieverbruik tussen verschillende vormen van teelt (bijvoorbeeld gangbaar versus ecologisch) per gewas? Wat zijn de indirecte broeikasgasemissies van de glastuinbouw, bijvoorbeeld door gebruik van kunstmest? Wat zijn de ontwikkelkansen voor klimaatneutrale en duurzame glastuinbouw? Zijn er naast fossiele subsidies andere, mede door de overheid gefinancierde, financiële prikkels in glastuinbouw die, direct of indirect, negatieve milieugevolgen hebben (zoals gebruik van kunstmest, watergebruik, gebruik van bestrijdingsmiddelen etc.)? Zijn er naast fossiele subsidies nog andere, mede door de overheid gefinancierde, financiële prikkels voor verschillende economische sectoren (bijvoorbeeld landbouw, mobiliteit, industrie) die, direct of indirect, negatieve milieugevolgen hebben (zoals gebruik van kunstmest, watergebruik, gebruik van bestrijdingsmiddelen etc.)?

Vragen en opmerkingen van de leden van de JA21-fractie

De leden van de fractie van JA21 hebben kennisgenomen van de voorgenomen wetgeving inclusief het amendement-Grinwis c.s. over de verlenging van het afbouwpad verlaagd tarief glastuinbouw en de wijziging van de CO2-heffing glastuinbouw.5 Voor de leden van deze fractie is het opnemen van het amendement-Grinwis c.s. randvoorwaardelijk om met dit wetsvoorstel te kunnen instemmen. Kan de regering toezeggen dat eventuele budgettaire gevolgen van dit amendement, dat overigens op draagvlak van de sector kan rekenen, niet worden afgewimpeld op de glastuinbouwsector?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie vragen of dit een eerste stap is in een sterke stijging van de energiebelasting. Waarom worden kleine tuinders zwaarder belast dan grootschalige tuinders en wat betekent dit voor hun concurrentiepositie? Waarom wordt deze energiebelasting niet gerealiseerd via de CO2-heffing? Is dat niet een veel eerlijker systeem? Wat zal de impact zijn op de prijzen van voedsel, met name groenten? Zijn er effectanalyses gemaakt van de gevolgen voor het geheel en voor de breedte van de glastuinbouwsector?

De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de reactie van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen de nota naar aanleiding van het verslag graag uiterlijk vrijdag 17 november 2023.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Van Ballekom

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, De Man


X Noot
1

Samenstelling:

Kroon (BBB) (ondervoorzitter), Van Wijk (BBB), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Martens (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Karimi (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD) (voorzitter), Van de Sanden (VVD), Vogels (VVD), Bovens (CDA), Bakker-Klein (CDA), Aerdts (D66), Moonen (D66), Van Strien (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken II 2023/24, 36 426, nr. 14.

X Noot
3

Warmtekrachtkoppeling.

X Noot
4

Trinomics en BlueTerra (2023), Effectenonderzoek vrijstellingen energiebelasting, onderzoek in opdracht van het Ministerie van Financiën, 10 augustus 2023.

X Noot
5

Kamerstukken II 2023/24, 36 426, nr. 14.

Naar boven