De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel D, komt te luiden:
II
In artikel I worden na onderdeel D twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Da
In artikel 61 vervalt «artikel 60, eerste en derde lid,».
Db
In artikel 62 vervalt «en artikel 60, eerste lid,».
III
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
3. De onderdeelsaanduiding «B» vervalt en in de tekst wordt «Artikel 64 wordt» vervangen
door «Artikel 64 van de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari
2026».
IV
Artikel III wordt als volgt gewijzigd:
3. De onderdeelsaanduiding «B» vervalt en in de tekst wordt «Artikel 64 wordt» vervangen
door «Artikel 64 van de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari
2027».
V
Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:
3. De onderdeelsaanduiding «B» vervalt en in de tekst wordt «Artikel 64 wordt» vervangen
door «Artikel 64 van de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari
2028».
VI
Artikel V wordt als volgt gewijzigd:
3. De onderdeelsaanduiding «B» vervalt en in de tekst wordt «Artikel 64 wordt» vervangen
door «Artikel 64 van de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari
2029».
VII
Artikel VI wordt als volgt gewijzigd:
5. De onderdeelsaanduiding «D» vervalt en in de tekst wordt «Artikel 64 wordt» vervangen
door «Artikel 64 van de Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari
2030».
Toelichting
De energiebelasting kent verlaagde energiebelastingtarieven op aardgas voor de glastuinbouwsector,
een door Europa Commissie (EC) goedgekeurde vorm van staatssteun dat is toegekend
tot 31 december 2024.
Het voorstel vanuit het kabinet kent een geleidelijke afschaffing van deze tarieven
tussen 2025 en 2030, echter moet de EC hier goedkeuring voor geven. Met de invoering
van de nieuwe richtsnoeren staatssteun wordt ook gekeken naar het behalen van de klimaatdoelen.
Aanvragen waarmee – direct of indirect – steun voor fossiele brandstoffen is gemoeid,
zullen waarschijnlijk geen positieve milieueffecten opleveren en zullen vaak belangrijke
negatieve effecten hebben.
Dit amendement stelt voor om niet te wachten tot de aanvraag bij de EC, en de afschaffing,
zoals eerder in de coalitie is afgesproken, per 1 januari 2025 te realiseren.
De budgettaire beslag van de maatregel is € 220 miljoen per jaar (voor 2024 volgens
de Miljoenennota 2024, bijlage 9 Fiscale regelingen).
Van Raan