36 418 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)

Nr. 45 AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT

Ontvangen 23 oktober 2023

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel VII, onderdeel G, wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

3. In het achtste lid wordt «tot ten hoogste 30% van het daarbij aan te wijzen gedeelte van het loon» vervangen door «voor een periode van ten hoogste 20 maanden tot ten hoogste 30% van het daarbij aan te wijzen gedeelte van het loon, voor de daaropvolgende periode van ten hoogste 20 maanden tot ten hoogste 20% van het daarbij aan te wijzen gedeelte van het loon en voor de daaropvolgende periode van ten hoogste 20 maanden tot ten hoogste 10% van het daarbij aan te wijzen gedeelte van het loon».

II

Na artikel XXXVII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXXVIIa

Artikel 31a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals dat luidde op 31 december 2023 en de daarop berustende bepalingen zoals die luidden op 31 december 2023 blijven van toepassing op een werknemer die uiterlijk over het laatste loontijdvak van 2023 een vergoeding genoot waarop artikel 31a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals dat luidde op 31 december 2023 van toepassing was. Indien de werknemer, bedoeld in de eerste zin, op enig moment na 31 december 2023 na een onderbreking opnieuw als ingekomen werknemer wordt aangemerkt, is de eerste zin slechts tot de onderbreking van toepassing.

Toelichting

Dit amendement regelt dat per 1 januari 2024 het bedrag dat forfaitair kan worden beschouwd als een vergoeding van kosten en verstrekkingen van verblijf buiten het land van herkomst (de 30%-regeling) voor ingekomen werknemers voor ten hoogste de eerste 20 maanden kan worden gesteld op ten hoogste 30% van – kort gezegd – het belastbare loon1, voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden op ten hoogste 20% van dat loon en voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden tot ten hoogste 10% van dat loon. Na 60 maanden is de maximale looptijd van een beschikking met betrekking tot de 30%-regeling verstreken. Bij een beschikking met een kortere looptijd dan 60 maanden gelden dezelfde percentages en perioden, waarbij het recht op toepassing van de 30%-regeling stopt op het moment dat de looptijd van de beschikking met betrekking tot de 30%-regeling is verlopen. Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 een vergoeding genoten waarvoor deze werknemers in het bezit waren van een 30%-beschikking.

Budgettair

De opbrengst van het amendement wordt geraamd op € 0 miljoen in 2024, € 3 miljoen in 2025, € 43 miljoen in 2026, € 98 miljoen in 2027, € 166 miljoen in 2028 en € 194 miljoen in 2029 en latere jaren. De regering wordt verzocht het vrijkomende budget geheel in te zetten om bij de studenten van de pechgeneratie (zij die gestudeerd hebben zonder basisbeurs) de rente op de studieleningen te verlagen.

Omtzigt


X Noot
1

Het gaat om de som van:

  • a. het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking ter zake van het verblijf buiten het land van herkomst dat is genoten tijdens de looptijd van de bewijsregel en waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b Wet LB 1964 belasting wordt geheven, voor zover de ingekomen of uitgezonden werknemer ter zake geen recht heeft op voorkoming van dubbele belasting;

  • b. de vergoeding voor extraterritoriale kosten.

Naar boven