De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Aan artikel XX worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
F
Artikel 72, eerste lid, onderdeel b, vervalt.
G
In artikel 81a wordt «37c, eerste lid, en 84a» vervangen door «en 37c, eerste lid,».
III
Na artikel XXXI wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XXXIA
In de Provinciewet vervalt met ingang van 1 januari 2026 in artikel 222, derde lid,
onderdeel f, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel e door een
punt.
Toelichting
Het huidige belastingstelsel kent vele fiscale regelingen die ondoelmatig en/of ondoeltreffend
zijn. Deze aftrekposten, kortingen en vrijstellingen kosten jaarlijks tezamen ongeveer
€ 163 miljard. Het afschaffen van de fiscale regelingen kan het Nederlands belastingstelsel
eenvoudiger en eerlijker maken.
Dit amendement regelt dat de oldtimerregeling komt te vervallen met ingang van 1 januari
2026. Op dit moment is artikel 72, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting
1994 – oftewel: de oldtimerregeling – ondoelmatig en ondoeltreffend. Het afschaffen
van de oldtimerregeling zal er ook toe leiden dat het overgangsrecht komt te vervallen
en artikel 222, derde lid, onderdeel f, Provinciewet.
De regeling is ondoelmatig en ondoeltreffend, omdat alle auto’s die ten minste 40 jaar
geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen nu onder de regeling vallen. De oldtimerregeling
maakt het bezit van auto’s ouder dan 40 jaar daardoor relatief aantrekkelijk. Deze
auto’s zijn daarbij ook vaak erg vervuilend. Zo maakt de oldtimerregeling dus geen
onderscheid tussen mobiel erfgoed enerzijds of een «gewone» oude auto anderzijds.
Het kabinet heeft aangekondigd de oldtimerregeling per 2028 te versoberen naar auto’s
die voor 1988 zijn gebouwd. Er wordt in de versobering van het kabinet echter geen
onderscheid gemaakt naar wat mobiel erfgoed is en wat niet. Hierdoor blijft het een
generieke vrijstelling voor alle motorrijtuigen van voor 1988. Daarnaast is deze maatregel
onderdeel van de taakstelling belastingconstructies en fiscale regelingen. De volledige
afschaffing van deze ondoelmatige regeling kan er toe leiden dat de inkomstenbelasting
voor box 1 belastingplichten minder hoeft te stijgen. Indiener beoogt met dit amendement
ervoor te zorgen dat het fiscaal voordeel van enkelen niet wordt afgewenteld op de
gehele samenleving.
De kosten van de oldtimerregeling en de overgangsregeling zijn in de miljoenennota
geschat op € 117 miljoen in 2024. Het vervallen van de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting
voor oldtimers per 1 januari 2026 en het vervallen van de overgangsregeling voor oudere
motorrijtuigen per 1 januari 2026 realiseert naar verwachting een budgettaire opbrengst
van € 67 miljoen in 2026. Door het aflopen van de huidige overgangsregeling is de
opbrengst in de opvolgende jaren € 66 miljoen in 2027 en structureel € 64 miljoen
vanaf 2028. Door het vervallen van de vrijstelling en de overgangsregeling zal motorrijtuigenbelasting
betaald moeten worden voor voertuigen die in het algemeen weinig gebruikt worden.
De verwachting is daarom dat veel motorrijtuigen voor een deel van het jaar geschorst
gaan worden of dat ze worden geëxporteerd of gesloopt. Dit gedragseffect wordt ingeschat
op 50% en de opbrengst is in prijspeil 2026.
De opbrengsten wil indiener gebruiken om aan de taakstelling fiscale regelingen en
belastingconstructies te voldoen. Hiermee wil indiener ervoor zorgen dat de inkomstenbelasting
voor box 1 belastingplichtigen niet stijgt.
Dassen