36 410 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024

Nr. 20 AMENDEMENT VAN HET LID BUSHOFF

Ontvangen 22 november 2023

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 4 Zorgbreed beleid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 27.000 (x € 1.000).

II

In artikel 11 Nog onverdeeld worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 27.000 (x € 1.000).

Toelichting

Dit amendement op de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2024 verhoogt het verplichtingen- en uitgavenbedrag in artikel 4 (Zorgbreed beleid) met € 27 miljoen voor de Regeling zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten in 2024.

De indiener vindt het belangrijk dat er extra middelen voor deze regeling komen in 2024. In de eerste plaats omdat er naar aanvragers van de regeling na voltooiing van de aanvraag al wordt gecommuniceerd dat ze mogelijk begin 2024 pas de tegemoetkoming zullen ontvangen. De Minister voor Langdurige Zorg en Sport kan niet beloven dat het lukt om de tegemoetkoming in 2023 uit te keren. Tegelijkertijd heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport laten weten dat ze niet van plan is om middelen van 2023 voor de regeling over te hevelen naar 2024. Als de Minister voor Langdurige Zorg en Sport haar zelf opgelegde deadline van uitbetalen in 2023 niet haalt, heeft ze vervolgens geen dekking voor het uitkeren van de tegemoetkoming in 2024. Dit amendement organiseert deze ruimte. Daarnaast vindt de indiener de regeling te beperkt. In heel 2020 moesten zorgmedewerkers zonder vaccinatie werken met COVID patiënten en liepen ze een groter risico om besmet te raken met het virus en als gevolg daarvan post-COVID klachten te krijgen. De indiener wil de regeling met dit amendement uitbreiden van zorgmedewerkers die in de eerste golf (maart 2020 tot en met juni 2020) ziek zijn geworden door het coronavirus naar een regeling voor zorgmedewerkers die van maart 2020 tot en met december 2020 ziek zijn geworden door het coronavirus en roept de Minister voor Langdurige Zorg en Sport op om deze uitbreiding in de onderliggende regeling door te voeren. De indiener verwacht dat de groep die door deze verbreding van de regeling aanspraak zal kunnen maken aanzienlijk groter is dan de groep die voor de huidige regeling in aanmerking komt (naar schatting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn dit 1000 mensen) en beoogt daarom extra middelen te reserveren.

De dekking voor deze extra middelen wordt gevonden op artikel 11 (Nog onverdeeld). Het grootste deel van het budget dat voor 2023 nog gereserveerd staat op dat artikel was bestemd voor de uitvoering van deze regeling.1 De indiener wil er met dit amendement voor zorgen dat deze middelen via de eindejaarsmarge in 2024 beschikbaar blijven voor zorgmedewerkers met langdurige post-COVID klachten en dat ook meerkosten voor de uitbreiding van de regeling via de eindejaarsmarge worden gedekt. Met dit amendement worden daarom taakstellend het verplichtingen- en uitgavenbedrag in artikel 11 verlaagd met € 27 miljoen. Die taakstelling kan via de eindejaarsmarge bij een eerstvolgende budgettaire nota worden ingevuld. Daarmee leidt dit amendement niet tot ongedekte extra uitgaven.

Bushoff


X Noot
1

Zie de beantwoording van de feitelijke vragen over de Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota), Kamerstukken II 2023/24, 36 435 XVI, nr. 3.

Naar boven