Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2024
Op 18 april jl. vond een dertigledendebat plaats over private equity in de zorg. In
verband met de te verwachte stemmingen over de moties die zijn ingediend bij dit dertigledendebat,
bericht ik u graag het volgende.
Ingediende motie met Kamerstuk 36 410 XVI, nr. 148
Op voorgenoemd dertigledendebat is een motie ingediend door lid Daniëlle Jansen c.s.,
die is gewijzigd in het verzoek aan de regering om te onderzoeken op welke schaal
zorgaanbieders tussen de moeder- en dochteronderneming en/of andere gelieerde entiteiten
en/of personen excessieve vergoedingen vragen voor geleverde goederen of diensten
of voor een verstrekte geldlening en om te onderzoeken hoe toezichthouders meer instrumenten
in handen kunnen krijgen om op te treden tegen financiële constructies die het huidige
verbod op winstuitkering ontwijken.
Ik geef uw Kamer graag als appreciatie mee dat ik deze motie ontraad. De redenen daartoe
zijn de volgende:
-
• Voor middelgrote- en grote rechtspersonen die aan het hoofd van een groep of groepsdeel
staan, is het verplicht om jaarlijks een geconsolideerde jaarrekening op te stellen.
Een geconsolideerde jaarrekening is een samenvoeging van de individuele jaarrekeningen
van alle zorgaanbieders en niet-zorgaanbieders binnen de groep. Om dubbele boekhouding
en daarmee administratieve lasten te voorkomen, worden de intercompany transacties
en belangen geëlimineerd, waardoor deze in de geconsolideerde jaarrekening niet meer
zichtbaar zijn.
-
• Met betrekking tot de gelieerde entiteiten en/of personen die excessieve vergoedingen
vragen voor geleverde goederen en diensten of verstrekte geldleningen wordt opgemerkt
dat alleen grote rechtspersonen van betekenis zijnde transactie met verbonden partijen
in de toelichting bij de jaarrekening, verplicht moeten vermelden. Er moet sprake
zijn van een van betekenis zijnde transacties, oftewel transacties die een dusdanige
omvang hebben. Een andere voorwaarden daarbij is dat deze van betekenis zijnde transacties
met verbonden partijen niet onder normale marktvoorwaarden hebben plaatsgevonden.
Hierdoor zijn dus niet per definitie alle transacties met verbonden partijen in de
toelichting bij de jaarrekening zichtbaar.
Het onderdeel van de motie om te onderzoeken hoe toezichthouders meer instrumenten
in handen kunnen krijgen om op te treden tegen financiële constructies die het huidige
verbod op winstuitkering ontwijken, ondersteun ik en zou in een aparte motie wat mij
betreft wel als appreciatie «oordeel Kamer» krijgen.
Samenvattend is deze motie gedeeltelijk niet uitvoerbaar, omdat de transacties tussen
moeder- en dochterondernemingen niet zichtbaar zijn. Ook zijn niet alle transacties
met verbonden partijen voor de externe toezichthouders in de toelichting op de jaarrekening
zichtbaar. Ik ontraad dan ook deze motie.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder