Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2024
De vaste Kamercommissie voor VWS heeft ons verzocht een brief aan uw Kamer te doen
toekomen met de planning voor het jaar 2024 (2024Z01791). De commissie heeft hierbij verzocht een overzicht te verstrekken van de beleidsbrieven
die wij voornemens zijn in 2024 aan uw Kamer te sturen en wetgeving die naar verwachting
bij uw Kamer wordt ingediend. Tevens ontvangt uw commissie graag een overzicht van
de rapporten en adviezen die reeds aan de Kamer zijn aangeboden, maar waarvan de kabinetsreactie
op een later moment aan de Kamer wordt aangeboden dan wel aan een volgend kabinet
wordt overgelaten.
In bijlage 1 vindt u een tabel met daarin per beleidsterrein de te verwachten beleidsbrieven,
inclusief het overzicht van de door u nog te ontvangen kabinetsreacties. In bijlage 2
vindt u een overzicht van bij uw Kamer in te dienen wetsvoorstellen.
Vanwege de demissionaire status van het huidige kabinet kunnen wij in beperkte mate
voorzien welke beleidsbrieven in 2024 aan uw Kamer zullen worden gezonden en welke
wetsvoorstellen bij uw Kamer zullen worden ingediend. Daarnaast leert de ervaring
dat op het brede terrein van volksgezondheid, welzijn en sport zich tal van actuele
ontwikkelingen kunnen voordoen die ook om een reactie vragen. Het kan zijn dat deze
ontwikkelingen van invloed zijn op de timing van reeds aangekondigde stukken.
Met betrekking tot het wetgevingsoverzicht willen wij daarnaast graag de kanttekening
plaatsen dat veel van de wetgeving in dit overzicht komende tijd uitgewerkt wordt.
Na deze uitwerking moet vervolgens een aantal stappen worden gezet, waaronder advisering
door de Afdeling Advisering van de Raad van State, voordat wetgeving bij de Tweede
Kamer aanhangig kan worden gemaakt. Dit betekent dat de planning van aanbieden van
deze wetgeving aan de Kamer nog kan wijzigen. De aanduiding van de kwartalen is, zeker
naarmate dit verder in de tijd ligt, dan ook indicatief. Ook kan het voorkomen dat
er uiteindelijk voor wordt
gekozen de genoemde wetsvoorstellen niet of pas later bij de Tweede Kamer aanhangig
te maken. Tot slot is het mogelijk dat wetgeving bij de Tweede Kamer aanhangig zal
worden gemaakt die niet op bijgaand overzicht is opgenomen vanwege ontwikkelingen
die nu nog niet te voorzien zijn.
Graag willen wij benadrukken dat de planning om de hierboven genoemde redenen een
indicatief karakter heeft.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder
De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen