36 410 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2024

Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 4 oktober 2023

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

De begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2024 komt te luiden:

Vastgestelde begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2024 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

58.463.208

58.144.466

2.341.636

         

Beleidsartikelen

     

1

Arbeidsmarkt

1.431.039

1.095.313

14.880

2

Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

8.119.759

8.120.187

61.823

3

Arbeidsongeschiktheid

6.629

9.717

0

4

Jonggehandicapten

4.198.496

4.198.496

0

5

Werkloosheid

181.927

186.375

0

6

Ziekte en verlofregelingen

60.379

60.379

0

7

Kinderopvang

4.628.664

4.631.946

1.826.825

8

Oudedagsvoorziening

174.933

174.933

0

9

Nabestaanden

2.964

2.964

0

10

Tegemoetkoming ouders

9.248.817

9.248.817

345.809

11

Uitvoeringskosten

699.527

698.229

0

12

Rijksbijdragen

28.094.182

28.094.182

0

13

Integratie en maatschappelijke samenhang

761.123

762.123

1.000

         

Niet-beleidsartikelen

     

96

Apparaat Kerndepartement

563.867

569.903

91.299

99

Nog onverdeeld

290.902

290.902

0

TOELICHTING

Algemeen

Met deze nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2024 wordt de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) gecorrigeerd in verband met het gebaar van erkenning voor ouderen van Surinaamse herkomst. De dekking voor de ophoging van de begroting van SZW wordt gevonden in de reservering die bij Voorjaarsnota 2023 op de Aanvullende Post bij Financiën is aangelegd voor dit dossier. Additionele dekking komt uit artikel 99 van de begroting van SZW.

Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

Art 8. Oudedagsvoorziening

Het kabinet heeft besloten tot een gebaar van erkenning voor ouderen van Surinaamse herkomst. Het gebaar ziet op de unieke samenloop van omstandigheden van deze groep. Het gebaar van erkenning heeft de vorm van eenmalig bedrag van € 5.000 per persoon. Dit artikel wordt opgehoogd met het budget dat is benodigd voor uitbetaling van het bedrag. Hierbij is voorzien in uitvoering van de motie van het lid Van Weyenberg (D66) inzake de wooneis en de motie van het lid Van Baarle (DENK) inzake de aanvraagperiode (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 20 361, nr. 212 en 215).

Art 11. Uitvoering

Dit artikel wordt opgehoogd om te voorzien in middelen voor bekostiging van de uitvoeringskosten van de SVB voor het gebaar van erkenning.

Art 99. Nog onverdeeld

Dekking van de ophoging van artikel 8 en 11 komt hoofdzakelijk uit de reservering op de Aanvullende Post bij Financiën. Een resterend deel van de dekking wordt gevonden op artikel 99.

Meerjarige doorwerking

Deze nota van wijziging heeft alleen uitwerking op begrotingsjaar 2024. In de onderstaande tabellen zijn per artikel de standen ontwerp begroting 2024 vóór nota van wijziging, de mutaties en de standen ontwerp begroting 2024 na nota van wijziging meerjarig opgenomen.

Tabel 2 Meerjarige doorwerking verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

8

Oudedagsvoorziening

         
 

Stand vóór nota van wijziging

53.173

55.606

58.373

61.391

65.077

 

Gebaar erkenning Surinaamse ouderen

121.760

0

0

0

0

 

Stand na nota van wijziging

174.933

55.606

58.373

61.391

65.077

             

11

Uitvoeringskosten

         
 

Stand vóór nota van wijziging

698.537

673.703

664.915

665.530

666.240

 

Gebaar erkenning Surinaamse ouderen

990

0

0

0

0

 

Stand na nota van wijziging

699.527

673.703

664.915

665.530

666.240

             

99

Nog onverdeeld

         
 

Stand vóór nota van wijziging

291.557

291.683

316.361

307.577

287.462

 

Gebaar erkenning Surinaamse ouderen

– 655

0

0

0

0

 

Stand na nota van wijziging

290.902

291.683

316.361

307.577

287.462

             

Totaal

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

         
 

Stand voor nota van wijziging

58.341.113

58.136.234

59.770.358

61.234.045

61.706.924

 

Gebaar erkenning Surinaamse ouderen

122.095

0

0

0

0

 

Stand na nota van wijziging

58.463.208

58.136.234

59.770.358

61.234.045

61.706.924

Tabel 3 Meerjarige doorwerking uitgaven (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

8

Oudedagsvoorziening

         
 

Stand vóór nota van wijziging

53.173

55.606

58.373

61.391

65.077

 

Gebaar erkenning Surinaamse ouderen

121.760

0

0

0

0

 

Stand na nota van wijziging

174.933

55.606

58.373

61.391

65.077

             

11

Uitvoeringskosten

         
 

Stand vóór nota van wijziging

697.239

673.503

664.915

665.530

666.240

 

Gebaar erkenning Surinaamse ouderen

990

0

0

0

0

 

Stand na nota van wijziging

698.229

673.503

664.915

665.530

666.240

             

99

Nog onverdeeld

         
 

Stand vóór nota van wijziging

291.557

291.683

316.361

307.577

287.462

 

Gebaar erkenning Surinaamse ouderen

– 655

0

0

0

0

 

Stand na nota van wijziging

290.902

291.683

316.361

307.577

287.462

             

Totaal

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

         
 

Stand voor nota van wijziging

58.022.371

58.391.016

60.060.490

61.411.188

61.711.494

 

Gebaar erkenning Surinaamse ouderen

122.095

0

0

0

0

 

Stand na nota van wijziging

58.144.466

58.391.016

60.060.490

61.411.188

61.711.494

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

Naar boven