36 410 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2023

Op verzoek van uw Kamer bieden wij hierbij een overzicht aan van de nieuwe beleidsuitgaven die zijn opgenomen in de ontwerpbegroting 2024 van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In het overzicht zijn alleen de uitgaven voor 2024 opgenomen, omdat alleen deze uitgaven ingevolge artikel 105 van de Grondwet ter autorisatie aan het parlement worden voorgelegd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink

Nieuwe beleidsmatige uitgaven 2024 (bedrag x € 1.000)
 

Artikel

2024

1) Transitie landbouw

   

– Vestigingssteun jonge landbouwers

21

31.500

– Landschapselementen

22

7.500

– Bedrijfsgerichte doelsturing

21

2.750

2) Warmtenetten infrastructuur glastuinbouw (SWIG)

21

15.100

3) Nationale Parken

22

4.950

Ad 1. Transitie landbouw

De landbouw heeft duidelijkheid, rust en zekerheid nodig over de opgaven op gebied van natuur, stikstof, water, klimaat en het perspectief en verdienvermogen voor de boeren. Dit vraagt een transitie die ingrijpend is voor boeren en inzet vraagt van en invloed heeft op alle ketenpartijen. Om te zorgen dat de transitie ondanks de demissionaire status van het kabinet niet stilvalt, stelt het kabinet voor noodzakelijke stappen € 175 mln. beschikbaar. Hiervan is € 41,75 mln. beschikbaar in 2024.

Het doel was om het met de regeling vestigingssteun jonge landbouwers uit te keren Europese subsidiebedrag met (een deel van de) € 41,75 mln. op te hogen. Uitstel van de begrotingsbehandeling leidt ertoe dat deze aanvullende middelen niet tijdig genoeg vrijkomen voor de voorziene openstelling van de regeling vestigingssteun. Aanvullend is hiermee onduidelijkheid over de definitieve invulling van deze regeling ontstaan, wat in zichzelf mogelijk al gevolgen heeft voor tijdige uitvoering door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en vervolgens voor de rapportage en verantwoording aan de Europese Commissie en het Nationaal Strategisch Programma.

Voor de maatregel landschapselementen heeft uitstel geen directe gevolgen, omdat de uitvoering van de maatregel niet in het eerste kwartaal van 2024 van start hoeft te gaan.

Voor bedrijfsgerichte doelsturing geldt dat de extra middelen toegevoegd worden aan reeds bestaande middelen op de begroting van LNV. Naar verwachting zijn er geen grote gevolgen voor deze maatregel indien autorisatie van de begroting nog tijdig in 2024 plaats vindt.

Ad 2. Warmtenetten infrastructuur glastuinbouw (SWIG)

Vanuit het Klimaatfonds is € 300 mln. beschikbaar gesteld voor de aanleg van warmte distributienetten om de transitie naar een duurzamere energievoorziening voor de glastuinbouwsector te ondersteunen. Hiervan is € 15,1 mln. beschikbaar in 2024. Door investeringen in warmte-infrastructuur voor de glastuinbouw te stimuleren wordt een alternatief geboden voor het opwekken van warmte middels gasgebruik. Hierdoor wordt bijgedragen aan de ambitie van de glastuinbouwsector om in 2040 zowel klimaatneutraal als economisch rendabel te zijn. Tegelijkertijd worden met fiscale vergroeningsmaatregelen in het Belastingplan 2024 hogere lasten voor de sector voorzien. Openstelling van de subsidie is nu voorzien voor januari 2024. Een latere openstelling betekent vertraging in de transitie en minder tijd voor de sector om zich aan te passen aan de nieuwe (fiscale) ontwikkelingen.

Ad 3. Nationale Parken

Met het beleidsprogramma Nationale Parken 2024–2030 wordt invulling gegeven aan de ontwikkeling van Nederlandse nationale parken naar robuuste natuur en landschapsgebieden met onthaalfunctie. Het programma is in samenwerking met provincies, parkorganisaties en maatschappelijke partners opgesteld. Voor de periode 2024–2030 is jaarlijks € 5 mln. extra begroot, bovenop de reeds beschikbare € 1,3 mln. per jaar. Momenteel wordt in overleg met de betrokken partijen gewerkt aan de concretisering van het beleidsprogramma.

Met de provincies moeten afspraken worden gemaakt over cofinanciering. Uitstel van de autorisatie van de begroting heeft tot gevolg dat de afspraken met de partijen, waaronder die met de provincies, pas op een later moment gemaakt kunnen worden, waardoor de uitvoering van het beleidsprogramma maanden vertraging oploopt.

Naar boven