De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het IPBES (Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en
Ecosysteemdiensten) concludeert dat invasieve exoten een van de vijf grootste bedreigingen
zijn voor biodiversiteit en internationaal bijna 400 miljard euro kosten;
constaterende dat de Amerikaanse rivierkreeft een bedreiging vormt voor de waterkwaliteit
en biodiversiteit, en dat hierdoor de doelen van de Kaderrichtlijn Water verder uit
zicht raken;
constaterende dat op dit moment alleen beroepsvissers de Amerikaanse rivierkreeft
mogen wegvangen, waardoor waterbeheerders van alleen deze beperkte groep afhankelijk
zijn;
van mening dat het door de Minister aangegeven beschikbare aantal van vijf tot tien
beroepsvissers over heel Nederland die tegen betaling hiervoor kunnen worden ingehuurd,
vanzelfsprekend geen zoden aan de dijk zet;
verzoekt de regering de wet- en regelgeving zodanig aan te passen dat bevissing op
verantwoorde wijze met fuik en kreeftenkorf – uitsluitend ter bevissing van de Amerikaanse
rivierkreeft – breder wordt toegestaan dan door enkel de beroepsvisserij, bijvoorbeeld
ook door sportvissers en agrariërs;
verzoekt de regering een offensief invasieve exoten op te stellen, zodat bedreiging
van biodiversiteit, waterinfrastructuur en de waterkwaliteit wordt tegengegaan, en
dit plan uiterlijk in het tweede kwartaal van 2024 aan de Kamer te doen toekomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Campen
Valstar
Grinwis