De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 1 Primair onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 500 (x € 1.000).
II
In artikel 1 Primair onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 500 (x € 1.000).
Wat je jong leert, neem je de rest van je leven mee. Hierbij is het onderwijs en in
het bijzonder van de leraar van groot belang. De klas fungeert hierin immers als een
mini-samenleving. Door kinderen te inspireren en activeren zelf bij te dragen bouwen
docenten op structurele wijze aan een respectvolle samenleving.
Leraren worden geconfronteerd met maatschappelijk gevoelige vraagstukken in de klas,
moeten deze benoemen en de discussie in goede banen leiden. Het is van belang dat
docenten in het PO, VO, MBO, speciaal onderwijs en het nieuwkomersonderwijs worden
ondersteund bij het bespreekbaar maken van gevoelige maatschappelijke thema’s, zoals
antisemitisme, racisme, homofobie, eenzaamheid, seksueel misbruik, gebrek aan gezag
naar journalisten, hulpverleners en gezagdragers en cyberpesten.
Om dit noodzakelijke werk te kunnen doen en zowel gestructureerd programma’s uit te
rollen als in te spelen op actuele, maatschappelijke gevoelige thema’s wordt 500.000
euro voor dit jaar vrijgemaakt. Deze programma’s geven invulling aan beleidsdoelen
van verschillende ministeries, van Justitie en Veiligheid (respect naar gezagsdragers),
Sociale Zaken (discriminatie), VWS (jeugd), BZK (verkiezingen) en OCW (het onderwijsdomein).
Voor 2024 is financiering vanuit OCW niet voorzien en deze activiteiten zijn middelen
van groot belang.
Om dit mogelijk te maken vindt binnen artikel 1 een verhoging plaats van de overige
subsidies, en een verlaging onder instrument subsidies.