Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2023
In overeenstemming met artikel 28 van de Kaderwet adviescolleges bied ik u hierbij
het evaluatierapport «Agenderen en adresseren» aan over het functioneren van de Raad
voor Cultuur (RvC) in de periode 2019–2022. Ik stel u hierbij ook in kennis van mijn
reactie op dit rapport.
Het rapport schetst een positief beeld van het functioneren van de RvC. Zo wordt geconcludeerd
dat de RvC kwalitatief hoogwaardige adviezen levert, een gezaghebbende positie ten
opzichte van de culturele sector bekleedt en er veel aandacht wordt besteed aan de
doorwerking van de adviezen. Ik herken dit beeld en zie de RvC dan ook als een belangrijk
onderdeel van het cultuur- en mediabestel in Nederland. De adviezen van de RvC, zowel
de beleidsadviezen als de adviezen in het kader van de subsidieaanvragen, zijn niet
alleen voor mij, maar voor het gehele veld van grote waarde.
Het rapport geeft tevens een aantal perspectieven mee voor de toekomst, onder andere
op het gebied van een interactief adviesproces, het bewaken van de onafhankelijke
positie en het anticiperen op de veranderingen van het cultuurbestel vanaf 2029. Het
rapport doet tevens de aanbeveling om de samenwerking met andere adviesraden voort
te zetten. Dit sluit goed aan bij de Rijksbrede visie op de «ontkokering» van advisering,
zoals blijkt uit de Eindrapportage brede evaluatie organisatiekaders voor rijksorganisaties op afstand
die op 9 december 2021 door de Staatssecretaris van BZK aan uw Kamer is gestuurd.
Ik vertrouw erop dat de RvC de komende periode benut om deze perspectieven waar nodig
mee te nemen in zijn werkwijze en organisatie.
De aanbevelingen in het rapport aangaande de positie van de raad ten opzichte van
de mediasector wil ik in samenhang zien met de het rapport «Eenheid in veelzijdigheid»
van de commissie-Van Geel. Ik neem mijn reactie op dit deel van het adviesrapport
dan ook mee in de aan uw Kamer toegezegde verkenning en analyse van de aanbevelingen
van het rapport van de commissie-Van Geel. Deze verkenning zal in februari 2024 naar
uw Kamer worden gestuurd.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu