Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2023
Hierbij bied ik u het interim-auditrapport 2023 van het Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap aan. Dit interim-auditrapport 2023 van de Auditdienst Rijk (ADR)
gaat over de uitkomsten van de wettelijke controlewerkzaamheden door de ADR bij het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). In dit interim-auditrapport
beschrijft de ADR de door hen geconstateerde voortgang op het oplossen van de bevindingen
die in het auditrapport 2022 zijn gerapporteerd. Daarnaast geeft de ADR weer welke
nieuwe aandachtspunten zij zien in het financieel beheer voor OCW.
Over 2022 zijn vier bevindingen over het beheer gerapporteerd. Twee bevindingen zijn
IT gerelateerd (IT-beheer en autorisatiebeheer). De andere bevindingen betreffen het
beleid ter bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) en bovenmatige bevoorschotting
van agentschappen.
De twee IT-bevindingen zijn bevindingen die al in eerdere jaren zijn gerapporteerd
in het auditrapport van de ADR. Het zijn weerbarstige onderwerpen waarvan de verbetermaatregelen
enige tijd vergen om goed te implementeren en de werking ervan te kunnen zien. Het
Ministerie van OCW herkent de beschreven bevindingen en aanbevelingen in het interim-auditrapport.
Het stemt mij hoopvol dat de ADR heeft geconstateerd dat OCW op de goede weg is met
het implementeren van de verbetermaatregelen.
De bevinding over het M&O beleid (aanpak om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies
tegen te gaan) bestaat sinds 2021. Het verbeterplan is in 2021 gestart en het is goed
om te constateren dat de ADR ook hier ziet dat we maatregelen, zoals verbeterde formats
voor risico-analyse en controlebeleid, genomen hebben. Ik verwacht dat met de toepassing
van deze formats de kwaliteit van het M&O beleid verder zal verbeteren. Een andere
belangrijke maatregel bij deze bevinding is het recente besluit binnen mijn ministerie
dat de subsidies aan bekostigde onderwijsinstellingen boven de € 125.000 met een niet
laag M&O risico niet langer al direct bij de toekenning ook vastgesteld worden. Hiermee
sluit de verstrekkingswijze van de subsidie beter aan op de risico-analyse van de
subsidie.
De bevinding en handelingsperspectief wat betreft bovenmatige bevoorschotting aan
agentschappen herken ik. De werkwijze met betrekking tot bevoorschotting is aangescherpt
en vastgesteld. Ik blijf sturen op de voortgang hierop.
Over de tussentijdse bevindingen over het Herstel en Veerkrachtplan (HVP) ben ik nog
met de ADR in gesprek en verwijs ik u naar de managementreactie die u als bijlage
bij het interim-auditrapport kunt vinden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf