36 410 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024

Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2023

Hierbij informeer ik u graag, mede namens de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, over de uitkomsten van het Bestuurlijk Overleg over de Financiële verhoudingen met de medeoverheden (BOFv) dat heeft plaatsgevonden tussen de fondsbeheerders en de medeoverheden op 21 november jongstleden.

Tijdens het BOFv op 21 november hebben fondsbeheerders en medeoverheden (Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen) met begrip voor elkaars positie een constructief gesprek gevoerd over de financiële verhoudingen. Hierbij is een aantal afspraken gemaakt die bijdragen aan stabiele financiële verhoudingen en het samen blijven werken aan maatschappelijke opgaven. Hierna informeer ik u over deze afspraken.

Met de uitkomsten van het BOFv geef ik tevens uitvoering aan de door uw Kamer aangenomen moties van het lid Nijboer (PvdA) (Kamerstuk 36 410 VII, nr. 62) en het lid Inge van Dijk (CDA) (Kamerstuk 36 410 VII, nr. 77). Deze moties zijn ingediend tijdens de begrotingsbehandeling BZK voor 2024 op 19 oktober. Tevens geef ik hiermee uitvoering aan mijn toezegging aan het lid Inge van Dijk (CDA) tijdens de begrotingsbehandeling BZK, de Kamer te zullen informeren over de uitkomsten van het BOFv ten aanzien van de vraagstukken die onder de noemer «incidenteel-structureel» worden geschaard.

Verruimde inzet van reserves

In het BOFv is de in nauw overleg tussen fondsbeheerders, VNG, IPO en financieel toezichthouders tot stand gekomen notitie «incidenteel-structureel» vastgesteld1. Deze kan leiden tot een verruimde inzet van reserves en overschotten van gemeenten voor onder andere de dekking van de structurele kosten die uit investeringen voortvloeien. Dit kan bijdragen aan het verkleinen van tekorten of het overbruggen naar een sluitende begroting. Dit is geen oplossing voor structurele tekorten die zich nu of in de toekomst voordoen, maar draagt wel bij aan het oplossen van actuele knelpunten.

Vervolg van het gesprek in het BOFv in maart en april 2024

In vervolg op het Overhedenoverleg van 6 september jl., waarover u bij brief van 2 oktober jl. bent geïnformeerd (Kamerstuk 36 410 VII, nr. 5), is een gezamenlijke notitie opgesteld over de «Plussen en minnen op hoofdlijnen» van de financiën van de medeoverheden. Dit leidde tot een gesprek over de balans van ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht.

Fondsbeheerders en medeoverheden hebben afgesproken om twee nieuwe data voor een BOFv in te plannen in maart en april 2024, waarin het gesprek wordt voortgezet.

Uitgangspunt voor het BOFv in maart 2024 vormt de BBP-systematiek, ook in relatie tot de inhoudelijke en financiële dynamiek op de terreinen van zorg, infrastructuur/ beheer en onderhoud, Openbaar Vervoer en natuur. Voor dit overleg wordt voorbereid:

  • Een analyse waarin, voor provincies en gemeenten, de ontwikkeling van de trap-op/trap-af systematiek wordt afgezet tegen de toepassing van de BBP-indexeringssystematiek.

  • Een analyse waarin wordt ingegaan op hoe de BBP-indexeringssystematiek de gewenste stabiliteit brengt en zich verhoudt tot dynamiek op de beleidsterreinen zorg, infrastructuur/ beheer en onderhoud, Openbaar Vervoer en natuur. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij reeds lopende onderzoeken, waarbij medeoverheden betrokken zijn. In maart 2024 worden op basis van de dan beschikbare informatie meerdere handelingsperspectieven geschetst, zowel voor de kortere als voor de langere termijn. Hierbij worden zowel financiële als (beleids)inhoudelijke keuzemogelijkheden in kaart gebracht.

Met deze voorgenomen analyses geef ik ook invulling aan de motie van het lid Nijboer (PvdA) die de regering verzoekt de (ervaren) tekorten inzichtelijk te maken. Daarnaast hebben mijn medefondsbeheerder en ik op 17 november jl. een brief ontvangen van een aantal brancheorganisaties in de zorg2 waarin zij hun zorgen uitspreken over de financiële aspecten van een aantal ontwikkelopgaven bij gemeenten op het terrein van de jeugdhulp en de Wmo. Ook hier geven we met de voorgenomen analyses invulling aan.

In april 2024 volgt een BOFv ter voorbereiding op de Voorjaarsnota. De fondsbeheerders hebben begrip voor de wens van VNG en IPO tot afschaffing van de opschalingskorting en erkennen de noodzaak van stabiele financiële verhoudingen. Indien er in het voorjaar nog geen nieuw kabinet is gevormd zegt het demissionaire kabinet toe dat de oploop van de opschalingskorting op tafel ligt, mede in het licht van de overheidsfinanciën op dat moment. Hiermee geef ik tevens invulling aan de motie van het lid Van Dijk (CDA), die de regering verzoekt serieus te kijken naar de opschalingskorting.

Verkenning bestuursakkoord/ uitvoeringsakkoord.

Fondsbeheerders en medeoverheden brengen in kaart, op welke wijze een bestuursakkoord tussen Rijk en medeoverheden effectief kan bijdragen aan de uitvoering van een nieuw regeerakkoord en versterking van de interbestuurlijke samenwerking.

Daarbij worden ook de ervaringen met eerdere akkoorden betrokken en komt (onder meer) aan de orde: aard van het akkoord, inhoudelijke scope, wijze van «governance», omgangsvormen (cf. Code Interbestuurlijke Verhoudingen). Het Overhedenoverleg is primair de plaats om dit te bespreken.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge


X Noot
2

Sociaal Werk Nederland, Actiz, Zorgthuisnl, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, de Nederlandse ggz en Jeugdzorg Nederland.

Naar boven