De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 3 Woningmarkt van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag
verhoogd met € 800.000 (x € 1.000).
Toelichting
De maximaal toegestane gemiddelde huurverhoging per woningcorporatie (maximale huursomstijging
voor woningcorporaties) is gelijk aan CAO-loonontwikkeling minus 0,5 procentpunt (CAO-0,5%).
Volgens Aedes raamt het CPB dat de CAO-lonen met 5,8% in 2023 en 5,6% in 2024 stijgen.
Als deze raming uitkomt mogen de huren in 2024 en 2025 worden verhoogd met respectievelijk
5,3% en 5,1% conform de Nationale Prestatieafspraken (NPA)1.
Voor huurwoningen in het geliberaliseerd segment (vrije sector) geldt de maximering
op huurprijsverhoging tot 1 mei 2024. Op die datum vervalt de Wet maximering huurprijsverhogingen
geliberaliseerde huurovereenkomsten. De maximaal toegestane jaarlijkse huurverhoging
is gelijk aan: de laagste van (CAO-loonontwikkeling en Consumentenprijs index) + 1 procentpunt.
Het kabinet zet in op verlenging van deze wet na 1 mei 2024 (tot 1 mei 2027).2 De raming voor de inflatie is 3,9% voor 2023 en 3,8% voor 2024. Dat betekent dat
in 2024 in de geliberaliseerde sector op basis van de huidige raming voor de inflatie
van 3,9% de huur met 4,9% zal stijgen (inflatie + 1 procentpunt).
Concluderend; op basis van de huidige raming, afspraken en wetgeving kunnen de huren
in 2024 in de gereguleerde sector harder stijgen dan de huren in de geliberaliseerde
sector.
Ondertussen stelt het Nibud dat het verdwijnen van de energietoeslag in 2024 een koopkrachtdaling
voor de huishoudens met de laagste inkomens betekent. Het Nibud ziet ook dat de koopkracht
voor een alleenstaande met bijstand in 2024 daalt met 4,3 procent.3
Honderdduizenden huishoudens zitten financieel helemaal klem en verkeren in armoede.
Zij houden aan het einde van de maand onvoldoende over om de noodzakelijke uitgaven
zoals eten te kunnen doen. Indiener vindt het daarom noodzakelijk dat er ingegrepen
wordt in het betaalbaar maken van de huren. Dit amendement heeft betrekking op een
algehele huurbevriezing (dus zowel in de gereguleerde sector als in de geliberaliseerde
sector). Indiener is voorts van mening dat afschaffing van de vennootschapsbelasting
voor woningcorporaties noodzakelijk is en in ruil daarvoor afspraken te maken om onder
andere de huren betaalbaar te kunnen houden. Indiener zal daar separaat een amendement
voor indienen.
Indiener dient dit amendement nu in als compensatie voor woningcorporaties om de huren
te bevriezen. Indiener doet een oproep aan het kabinet om de betrokken wet- en regelgeving
waar noodzakelijk aan te passen.
Dekking wordt gevonden in de algemene middelen.
Beckerman