36 410 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024

I BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2024

Hierbij doe ik uw Kamer mijn reactie toekomen op de toezegging van 6 april 2021 aan het lid Dittrich (D66)1, om met de Caribische landen te bespreken dat in het Caribisch deel van het Koninkrijk de mogelijkheid wordt geboden tot het aangaan van een huwelijk tussen partners van gelijk geslacht.

Graag verwijs ik naar de brief van mijn voorganger d.d. 26 juni 2023 (ons kenmerk: 2023–0000367859) inzake de beantwoording van de initiële toezegging. Uit de brief volgt dat ik na de uitspraak van de Hoge Raad de gevolgen daarvan in kaart zou brengen. Uw kamer heeft laten weten daarover geïnformeerd te willen worden. Middels deze brief kom ik tegemoet aan deze wens.

De Hoge Raad heeft op 12 juli jl. uitspraak gedaan in twee zaken die betrekking hebben tot de mogelijkheid van het huwen tussen personen van gelijk geslacht. Het Gemeenschappelijke Hof van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: het Hof) had geoordeeld dat de landen Aruba en Curaçao het discriminatieverbod, zoals neergelegd in de beide Staatsregelingen, hebben geschonden door personen van gelijk geslacht uit te sluiten van het huwelijk. De Hoge Raad is van oordeel dat de uitspraken van het Hof in stand kunnen blijven.

Deze uitspraak van de Hoge Raad betekent dat personen van gelijk geslacht vanaf 12 juli 2024 kunnen trouwen in Aruba en Curaçao. Op zaterdag 27 juli 2024 is het eerste stel van hetzelfde geslacht getrouwd in Curaçao.

Hoewel Sint Maarten geen partij is geweest bij deze rechtszaken heeft de uitspraak van de Hoge Raad ook relevantie voor Sint Maarten. Zij kennen immers eenzelfde staatsregeling als Aruba en Curaçao.

Gelet op de uitspraken van de Hoge Raad, en de uitwerking in de praktijk tot op heden, is het niet nodig om verder met de landen te spreken over de mogelijkheid tot het aangaan van een huwelijk tussen personen van gelijk geslacht en beschouw ik met deze brief de toezegging als definitief afgedaan.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – Digitalisering en Koninkrijksrelaties, F. Zsolt Szabó


X Noot
1

Kamerstuk 35 570 IV, nr. 33.

Naar boven