36 410 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2024

Nr. 64 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 september 2024

Hierbij ontvangt de Kamer de antwoorden op de vragen van het lid Soepboer (NSC) van 9 augustus 2024 over de startdatum van de werkzaamheden aan het Julianakanaal (Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 2428) alsmede de second opinion uitgevoerd door een materiedeskundige zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 7 augustus (Kamerstuk 36 410 A, nr. 63).

Het Ministerie van IenW is blij met de conclusies en aanbevelingen uit de second opinion. Sommige aanbevelingen kunnen direct door Rijkswaterstaat worden overgenomen, andere aanbevelingen moeten nog nader worden uitgewerkt voordat erover besloten kan worden.

Ten aanzien van de aanbevelingen over de aanvullende scope zal, om een goede fasering in te bouwen zonder vertraging van de uitvoering, in de maand september een heroverweging plaatsvinden van de aanvullende scope aan de oevers en de bodem voor de westkolk bij sluis Born. Zodra in oktober het kanaal droogstaat, zal een beoordeling van de toestand van het kanaal plaatsvinden aan de hand van een visuele inspectie.

De aanbevelingen op monitoring van de bodem en monitoring van lekverlies tijdens verwijderen van de tijdelijke dam zijn reeds geïmplementeerd. De aanbeveling ten aanzien van lekverliesmeting vooraf en achteraf is weliswaar zinvol, maar niet wenselijk om uit te voeren. Er kan namelijk geen vergelijkbare situatie «vooraf» en «achteraf» worden bepaald omdat de dam meteen na realisatie nog in enige mate zal lekken, wat vervolgens in de loop der tijd zal afnemen. Hierdoor zijn deze twee metingen niet goed met elkaar te vergelijken. Daarnaast ligt het werk ten behoeve van deze metingen twee keer 48 uur stil waardoor de stremming vier dagen langer zal duren.

Ten slotte wordt er nog een aantal aanvullende aanbevelingen gedaan ten aanzien van het (toekomstig) gebruik en de instandhouding van het kanaal, deze worden ook overgenomen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

Naar boven