36 407 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2023/959, richtlijn nr. 2023/958 en verordening nr. 2023/957 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 mei 2023 (PbEU 2023, L130) met het oog op aanpassingen van het emissiehandelssysteem op het terrein van broeikasgasinstallaties en luchtvaart en een uitbreiding naar scheepvaart en brandstofleveranciers

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2023

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de nota naar aanleiding van het verslag inzake het bovenvermelde voorstel aan (Kamerstuk 36 407, nr. 8).

Op 25 april 2023 zijn de Europese onderhandelingen over de herziening van het EU ETS afgerond. De meeste artikelen uit de herziene EU ETS-richtlijn moeten uiterlijk 31 december 2023 zijn omgezet in nationale wet- en regelgeving, ten behoeve van een geharmoniseerde Europese uitvoering vanaf 1 januari 2024. Vanuit het kabinet hechten wij aan tijdige implementatie van Europese richtlijnen in Nederland. Om deze implementatiedeadline te halen houdt het wetsvoorstel vast aan zuivere implementatie, dat wil zeggen dat er geen andere regels opgenomen zijn dan voor deze implementatie noodzakelijk. Niet-bindende bepalingen kunnen desgewenst op een later moment worden geïmplementeerd.

Het EU ETS is een bijna volledig Europees werkend systeem, met vaste termijnen en procedures. Als de implementatiedeadline niet wordt gehaald brengt dit verschillende uitvoeringsrisico’s met zich mee en onzekerheid in de relevante sectoren. De NEa heeft dan bijvoorbeeld niet tijdig de bevoegdheden om toezicht te kunnen houden op de gerapporteerde emissies in de nieuwe sectoren van het ETS en indien nodig handhavend op te treden. Zo kan de situatie ontstaan dat via Nederland een deel van de ETS-regelgeving wordt omzeild. Voor het verlenen van emissierechten aan de bestaande industrie gelden nieuwe regels die per 2024 worden ingevoerd. Het is bij uitstel niet zeker dat de NEa in staat zal zijn om tijdig alle informatie te verzamelen om het aantal gratis rechten te berekenen en de emissierechten te verstrekken. Ten slotte kan de Europese Commissie besluiten tot het starten van een inbreukprocedure, met als mogelijke gevolg een dwangsom.

Gezien het bovenstaande hecht het kabinet aan tijdige inwerkingtreding op 1 januari 2024. Daarom wil ik u verzoeken om de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel voor het verkiezingsreces af te ronden, zodat er ook voldoende tijd is voor behandeling in de Eerste Kamer.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven