36 403 Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet, houdende regeling van nicotineproducten zonder tabak en nicotineapparaten

Nr. 9 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET NADER VERSLAG

Ontvangen 19 maart 2024

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de nadere aanvullende vragen die door de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn gesteld over het hierboven genoemde wetsvoorstel. Ik dank de leden van deze commissie voor hun inbreng. Hieronder ga ik in op de door de diverse fracties gestelde vragen, waarin de volgorde van het verslag wordt aangehouden. Ik hoop met de beantwoording van de gestelde vragen de nog bestaande onduidelijkheden te kunnen wegnemen.

1. Algemeen

De leden van de PVV-fractie hebben eerder gevraagd welke maatregelen de regering neemt om de verkoop van vapes, snus, tabak en rookwaren via sociale mediakanalen zoals snapchat terug te dringen, echter bleef deze vraag onbeantwoord.

Genoemde leden hebben de regering er al op gewezen dat jongeren hun vapes via andere kanalen verkrijgen dan volwassenen. Inmiddels blijkt dit ook uit het bericht «Jongeren komen ook na verbod makkelijk aan smaakjesvapes»1. Wat is de reactie van de regering op het bericht dat jongeren, ondanks het smaakjesverbod, nog steeds gemakkelijk aan smaakjesvapes kunnen komen onder andere via snapchat, sociale media, maar ook via het schoolplein?

De regering vindt het zeer kwalijk dat vapes aan jongeren worden verkocht. Daarnaast wordt door de verkoop van vapes met een smaakje aan jongeren niet alleen de leeftijdsgrens, maar ook het smaakjesverbod overtreden. Met verschillende social-mediakanalen heeft de NVWA afspraken gemaakt over het melden en verwijderen van illegale content (notice and take down procedure). Dit houdt in dat als wordt geconstateerd dat er illegale producten worden aangeboden of dat er reclame wordt gemaakt, dit wordt gemeld bij het social-mediakanaal. Het social-mediakanaal wordt hierdoor (mede)verantwoordelijk voor deze uitingen en kan een account of de content dan verwijderen. En dat gebeurt in de praktijk ook. Daarnaast worden de social-mediakanalen aangespoord zelf de posts en accounts op hun platform te scannen en preventief te verwijderen.

Het merendeel van de jongeren geeft aan dat ze niet plan zijn om te gaan stoppen met vapen, ondanks het smaakjesverbod. Welke maatregelen heeft de regering genomen, specifiek gericht op jongeren, om de stijging van het aantal jongeren dat rookt en/of vapt, tegen te gaan?

Er worden naast het smaakjesverbod diverse andere maatregelen genomen om het roken en vapen onder jongeren terug te dringen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het (online) verkoopverbod voor tabak en e-sigaretten, het beperken van de verkoop van e-sigaretten tot slechts speciaalzaken en de uitbreiding van het rookverbod met e-sigaretten en het rookvrij maken van meer plekken waar veel kinderen en jongeren komen. Daarnaast worden er voor tabak accijnsverhogingen doorgevoerd en wordt een verbruiksbelasting op e-sigaretten ingevoerd. Prijsmaatregelen behoren tot de effectiefste maatregelen voor het ontmoedigen van roken en vapen, ook onder jongeren. Daarnaast ondersteun ik de campagnes van #artsenslaanalarm, die specifiek gericht zijn op het voorlichten van jongeren over de gevaren van vapen. Daarnaast wordt op scholen aandacht besteed aan roken en vapen in het kader van het preventieprogramma Helder op School en ondersteun ik stoppen-met-roken programma’s voor mensen (en dus ook jongeren) die willen stoppen.

De leden van de PVV-fractie vragen de regering als jongeren nog steeds gemakkelijk aan vapes kunnen komen en niet zullen stoppen met vapen, in hoeverre het smaakjesverbod het daadwerkelijk beoogde effect zal bereiken. Dit verbod was immers juist gericht op jongeren. Genoemde leden ontvangen in dit kader graag een reactie van de regering.

Het is nog te vroeg om te concluderen of het smaakjesverbod de beoogde effecten bereikt, namelijk het voorkomen dat jongeren beginnen met vapen of zorgen dat zij er mee stoppen. Het verbod is immers nog maar een kleine drie maanden van kracht. Afgelopen maand heeft er toezicht en handhaving door de NVWA plaatsgevonden. Het toezicht is gestart bij producenten, importeurs en groothandels. Dit om het probleem bij de bron aan te pakken. Bij deze bedrijven heeft de NVWA de bevoegdheid partijen verboden vapes tegen te houden om te voorkomen dat vapes met smaakjes in Nederland in het handelskanaal terecht komen. Ook worden de komende periode controles bij winkels uitgevoerd. Bij deze controles wordt opgetreden als er vapes met smaakjes worden aangetroffen en wordt achterhaald waar de vapes vandaan komen om dit ook weer bij de bron aan te pakken.

De leden van de PVV-fractie merken op dat nu vooral de volwassen ex-rokers de dupe zijn van het smaakjesverbod, nu voor hen de beschikbaarheid van minder schadelijke alternatieven, zoals de vapes/e-sigaret met smaakjes buiten bereik is. Ook in dit kader ontvangen zij graag een reactie van de regering. Immers, ook het Trimbos heeft het standpunt dat volledig overstappen op de e-sigaret gezondheidswinst op kan leveren.

In de afweging tussen het beschikbaar houden van e-sigaretsmaakjes voor de (beperkte) groep mensen die deze middelen willen gebruiken als stoppen-met- roken-middel en het beschermen van jongeren tegen (het beginnen) van een schadelijke nicotineverslaving door vapes, heeft de regering voor het laatste gekozen. Er zijn voldoende effectief bewezen stoppen-met-roken-methoden beschikbaar zonder de e-sigaret. Op de website www.ikstopnu.nl kunnen mensen terecht voor effectief bewezen stoppen-met-rokenzorg.

Welke initiatieven worden genomen om verstokte rokers bewust te maken van deze potentiële gezondheidsvoordelen van een volledige overstap naar e-sigaretten?

E-sigaretten zijn maar voor een kleine groep rokers een effectief hulpmiddel bij het stoppen met roken van tabak. Het lukt veel rokers echter niet om volledig over te stappen en daarna ook te stoppen met e-sigaretgebruik. In de Nederlandse Richtlijn Behandeling Tabaksverslaving en Stoppen-met-Rokenondersteuning worden e-sigaretten dan ook niet aangeraden als eerste keuzemiddel om het stoppen met roken te ondersteunen.2 Om deze redenen worden vanuit de overheid dergelijke initiatieven niet ondersteund.

De regering verwachtte eerder niet dat mensen door het smaakverbod zouden terugvallen op reguliere sigaretten. Kan de regering aangeven op basis waarvan zij deze aanname heeft gedaan?

Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie de regering of de maatregel van het smaakjesverbod zijn doel niet voorbij gaat als de jongeren blijven vapen en de ex-rokers weer gaan roken.

Er is geen bewijs dat het smaakjesverbod zou leiden tot meer terugval naar normaal roken. Er is wel steeds meer bewijs dat het gebruik van e-sigaretten (met smaakjes) een opstap kan zijn tot normaal roken.3 Daarom vindt het kabinet het belangrijker om het vapen onder jongeren ontmoedigen, dan het beschikbaar houden van smaakjes voor de kleine groep mensen die de vape willen gebruiken om te stoppen met roken. Ook is er bewijs dat de e-sigaret een opstap kan zijn naar normaal roken. Door te zorgen dat minder jongeren gaan vapen, zorgen we er op die manier ook voor dat minder jongeren gaan roken.

Het is daarnaast nog te vroeg om te concluderen of het smaakjesverbod de beoogde doelen bereikt, namelijk het voorkomen dat jongeren beginnen met vapen of er mee stoppen. De veelal zoete smaken van de e-sigaret zijn één van de aantrekkelijkste kenmerken van e-sigaretten, die met name jongeren aantrekken.4

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben in het onderhavige wetsvoorstel gelezen dat het Trimbos-instituut in het algemeen en het programma Helder op School in het bijzonder, een belangrijke rol spelen in het informeren van onder andere jongeren over vapen en roken. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de regering hoeveel scholen gebruik maken van voorlichtingsmateriaal van Helder op School. Zijn er cijfers over de impact van deze voorlichtingsmodules?

Helder op School is een integraal preventieprogramma voor het onderwijs, gericht op leerlingen en hun omgeving. Voorlichting over roken en vapen maakt onderdeel uit van dit programma, maar wordt altijd gecombineerd met inzet op andere bepalende factoren, zoals ervaren sociale normen, eigen-effectiviteitsverwachting en vaardigheden. Uit onderzoek weten we dat kennis alleen meestal niet genoeg is voor gedragsverandering. Daarom richt Helder op School zich naast de leerlingen ook op ouders en de schoolomgeving. De implementatie van Helder op School verloopt via de Gezonde School-adviseur van de GGD en/of preventiewerkers van regionale instellingen voor verslavingszorg. Uit een verkenning van Verslavingskunde Nederland blijkt dat de bij hen aangesloten instellingen voor verslavingszorg vorig jaar circa 30% van de vo-scholen hebben bereikt met Helder op School. Dat zou betekenen dat vorig jaar op ongeveer 435 scholen door een preventiewerker het programma is geïmplementeerd. De implementatie via de GGD verloopt via de Gezonde School-adviseurs, daar wordt op dit moment alleen gemonitord welke scholen een themacertificaat en welke scholen een ondersteuningsaanbod voor een thema hebben aangevraagd.5 Vorig schooljaar waren er 42 vo-scholen met een themacertificaat roken, alcohol- en drugspreventie en 11 vo-scholen die het ondersteuningsaanbod hadden aangevraagd voor dit thema. Het aantal scholen dat door de Gezonde School-adviseurs wordt begeleid is aanzienlijk hoger, Gezonde School werkt op dit moment aan de ontwikkeling van een instrument om dit beter in kaart te brengen.

Op de website van Helder op School6 is te vinden dat het voorlichtingsmateriaal van Helder op School prijzig is. Zo kost een «Werkboek leerlingen Frisse Start Leerjaar 1» bijvoorbeeld 2,5 euro per stuk. Deze leden vragen de regering of de prijs van het materiaal als barrière werkt voor scholen om het aan te vragen? Zijn er ook andere drempels om het preventiemateriaal aan te schaffen? Gaat de regering actie ondernemen om preventie voorlichtingsmateriaal toegankelijker te maken en zodoende wijdverspreider?

Het is goed om scherp te zijn op mogelijke barrières om aan de slag te gaan met het integraal preventieprogramma. Er zijn echter geen signalen bekend dat de prijs voor de lesmaterialen voor scholen een hindernis vormt voor deelname. Voor elk lespakket van Helder op School geldt dat de kosten aanzienlijk lager liggen dan lespakketten van bijvoorbeeld educatieve uitgeverijen. Alleen de gemaakte kosten voor het drukken, opslaan en verzenden van de materialen wordt in rekening gebracht. De kosten voor ontwikkeling en vormgeving worden vanuit een subsidie bekostigd. De kosten van lespakketten met alleen digitale materialen zijn dan ook weer een stuk lager. Als een school deelneemt aan een pilot of evaluatietraject dan is het lesmateriaal altijd helemaal gratis. Scholen die aan de slag gaan met gezonde leefstijl kunnen bovendien een ondersteuning aanvragen via Gezonde School. Dat bestaat uit een geldbedrag van € 3.000,– per school, scholingsaanbod voor de coördinator Gezonde School en gemiddeld 10 uur advies en ondersteuning van een Gezonde School-adviseur.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de regering hoe het gaat met de uitvoering motie-Van Esch/Kuik7. Vanaf 2025 is het enkel nog toestaan om vapes te verkopen bij tabaksspeciaalzaken en heeft de hoeveelheid tabaksspeciaalzaken in een wijk ook betrekking op de toegankelijkheid van vapes. Deze leden constateren echter dat er een trend plaatsvindt dat steeds meer supermarkteigenaren tabaksspeciaalzaken in de buurt van een supermarkt openen. Zij vragen de regering of een consequentie hiervan is dat e-sigaretten, ondanks het verbod op de verkoop van tabak in supermarkten, ook in deze nieuwe tabakszaken nabij supermarkten te verkrijgen is. Gaat de regering actie ondernemen om te voorkomen dat e-sigaretten ook op deze wijze nog nabij supermarkten te koop zijn?

Het kabinet zet in op een significante reductie van het aantal verkooppunten. Dit jaar wordt een verkoopverbod voor supermarkten ingevoerd. De volgende stap is dat e-sigaretten alleen nog in speciaalzaken worden verkocht. Door het verkoopverbod bij supermarkten mogen verkooppunten geen onderdeel van de supermarkt zijn, maar hebben een eigen ingang.

Vanwege het grote aandeel in de nationale tabaksomzet dat vrijvalt met het verkoopverbod in supermarkten zullen er aanmerkelijke veranderingen plaatsvinden in deze branche. SEO Economisch Onderzoek schat in dat het aantal verkooppunten daalt van 9.700 eind 2021 tot 4.400 in 2024.8 De verwachting is dat er door dit verbod 250 nieuwe tabakszaken worden geopend. Dit staat in geen enkele verhouding tot het aantal verkooppunten dat door de maatregel verdwijnt.

Bovendien worden jongeren beschermd door de verkoop uit de supermarkt te halen en in een tabakszaak komen jongeren ouder dan 18 jaar.

Om de veranderingen in de branche goed te kunnen volgen heeft het kabinet ingezet op een registratieplicht. Op deze manier kan het kabinet de afname van het aantal verkooppunten in de tijd beter volgen en kan tevens exacter in beeld worden gebracht waar de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten plaatsvindt. Op basis hiervan kan worden gekeken of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. Op dit moment ziet het kabinet geen aanleiding om aanvullende maatregelen te nemen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat de doelen op roken, alcohol en overgewicht uit het Nationaal Preventieakkoord niet gehaald gaan worden. Dit blijkt uit het onderzoek van het RIVM «Impact Nationaal Preventieakkoord op roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik nog onvoldoende»9 van 17 januari jl. Met betrekking tot roken is de verwachting dat in 2040 nog tien proces van de volwassenen rookt en dat vier procent van de jongeren tussen de twaalf en zestien rookt. Uit het onderzoek komt naar voren dat om de voorgenomen ambities van maximaal vijf procent rokers in 2040 en nul rokende jongeren te halen, er extra en stevigere maatregelen nodig zijn. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de regering of de huidige wetswijziging wel voldoende bijdraagt aan de ambitie van maximaal vijf procent rokers en nul rokende jongeren in 2040. Dienen er geen extra en stevigere maatregelen worden genomen op het gebied van e-sigaretten om het aantal jongere en beginnende rokers terug te dringen?

De rapportage van het RIVM onderstreept naar mijn mening de noodzaak om het ingezette beleid voort te zetten en verder uit te bouwen om zo de rookvrije generatie dichterbij te brengen. De inzet ten aanzien van roken en aanverwante producten laat zien dat voor effectief preventiebeleid wettelijke maatregelen nodig zijn. Eén van deze maatregelen betreft dit wetsvoorstel. Het wetsvoorstel ziet niet op e-sigaretten, maar er zijn wel verschillende wettelijke maatregelen uitgewerkt die wel betrekking hebben op e-sigaretten waaronder het smaakjesverbod en het wetsvoorstel dat onder andere voorschrijft dat e-sigaretten alleen nog in speciaalzaken mogen worden verkocht vanaf 2025.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag en hebben daarbij nog enkele vragen.

Genoemde leden lezen het volgende in de beantwoording van de regering: «Voor wat betreft het rookverbod heeft de NVWA aangegeven dat dit moeilijk handhaafbaar is vanwege de (on)zichtbaarheid van de nicotinezakjes. Het gebruik van deze producten is vaak niet goed waar te nemen, zoals dit bijvoorbeeld bij een sigaret wel goed zichtbaar is». Ook schrijft de regering: «De NVWA geeft aan dat ze bij haar reguliere controles op het rookverbod letten op het overduidelijk zichtbaar gebruik van rookloze tabaksproducten- zoals orale tabak – door consumenten». Kan de regering verder ingaan op de handhaafbaarheid? Kan een consument alleen beboet worden als diegene «overduidelijk» een nicotinezakje verpakking opent?

De NVWA controleert of het rookverbod is ingesteld, aangeduid en gehandhaafd wordt. Dit is een verplichting voor bedrijven. Indien door de NVWA een afwijking wordt geconstateerd, wordt opgetreden richting het bedrijf. De consument wordt in deze gevallen niet beboet.

Als er gerookt wordt dan is dat zichtbaar en ook verwijtbaar ten aanzien van de ondernemer en/of zijn personeel die hierop moeten toezien. Van een persoon die nicotinezakjes gebruikt is het gebruik vaak niet zichtbaar en daarom kan een ondernemer ook niet verweten worden wanneer een persoon dit middel gebruikt op een plek waar het rookverbod geldt. Als een persoon overduidelijk in de buurt van de ondernemer en/of zijn personeel een nicotinezakje in zijn of haar mond stopt is het wel verwijtbaar en kan de NVWA ook handhavend optreden tegen die ondernemer.

Tevens vragen de leden van de D66-fractie of de regering inzicht kan geven in het succes van de handhaving van het verbod op nicotine zakjes met 0,035 of meer milligram. Kan de regering aangeven of deze handhaving al gericht plaatsvindt of dat het onderdeel is van algemeen handhavingsbeleid?

Het verbod op nicotinezakjes met 0,035 of meer milligram nicotine is geregeld via de Warenwet sinds 2021. De NVWA heeft sindsdien een aantal handhavingsacties gedaan, o.a. bij importeurs, internetbedrijven en heel gericht bij de detailhandel. Sinds 2023 wordt het toezicht op nicotinezakjes meegenomen tijdens reguliere controles bij winkels. Daarnaast pakt de NVWA ook meldingen op van politie en douane over nicotinezakjes.

Tevens wijs ik op de factsheet Nicotinezakjes: Inspectieresultaten 2021 en 2022 van de NVWA die ik op 13 april 2023 aan de Kamer heb verstuurd.10

Tot slot vragen de leden van de D66-fractie de regering hoeveel er op dit moment wordt gedaan aan voorlichting over en preventie van het gebruik van nicotinezakjes en welke doelgroepen hiermee worden bereikt.

Op dit moment zijn er geen plannen om voorlichting te geven over specifiek nicotinezakjes. Een dergelijke brede campagne gericht op jongeren over een relatief nieuw product, zoals nicotinezakjes zou namelijk ook ongewenste effecten kunnen hebben, zoals een normalisatie van het middel en daarmee een toename van interesse en gebruik. Scholen worden ondersteund met het programma «Helder op School» om, naar lokale behoefte, aan de slag te gaan met voorlichting en beleid over verslavende middelen zoals e-sigaretten en nicotinezakjes.

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel dat de Tabaks- en rookwarenwet wil wijzigen. Dit wetsvoorstel regelt de regeling van nicotineproducten zonder tabak en nicotineapparaten. Zij hebben nog een aantal vragen over de toelichting op dit wetsvoorstel.

Eén van de vragen die de leden van de BBB-fractie hebben gesteld, gaat over de rol van nicotinezakjes bij het verminderen van roken, met verwijzing naar Zweden. De regering heeft gereageerd dat nicotinezakjes geen vervanging kunnen zijn voor tabaksproducten vanwege de schadelijke effecten van nicotine, zoals hartritmestoornissen en verslaving. Er is geen inhoudelijk antwoord gegeven op deze vraag. Ook zijn de volgende vragen van genoemde leden niet inhoudelijk beantwoord. Door het gebruik van minder schadelijke nicotineproducten, met name snus, is het percentage rokers in Zweden teruggebracht naar ongeveer vijf procent. Nederland hoopt dit percentage in 2040 te bereiken. Zweedse mannen hebben de laagste ziektelast van Europa als het gaat om door tabak veroorzaakte ziekten. De leden van de BBB-fractie willen graag antwoorden ontvangen die ingaan op de situatie in Zweden.

Het is zo dat er in Zweden minder gerookt wordt dan in Nederland.11 Echter, naast het roken wordt er in Zweden veel snus met tabak gebruikt. Het kabinet vindt het onverstandig om het Zweedse gebruik van snus als een «veiligere» manier van tabak gebruik te zien, omdat snus zeer verslavend is en ernstige vormen van kanker veroorzaakt. Het risico op verslaving is door de nicotine bij snus en nicotinezakjes groot en dat maakt de stap naar sigaretten mogelijk kleiner. Het Zweedse Kankerfonds ziet in Zweden een zorgwekkende toename van het gebruik van snus en nicotinezakjes onder jongeren. Het percentage vrouwen tussen 16 en 29 jaar dat snus of nicotinezakjes gebruikte nam toe van 3% in 2018 tot 12% in 2022. Ook had 40% van de studenten in het voortgezet onderwijs nicotinezakjes gebruikt en een aanmerkelijk deel daarvan rookte niet of had eerder andere nicotineproducten gebruikt. Het fonds ziet hierin een zorgwekkende trend waardoor Zweden juist wegbeweegt van een tabaksvrije generatie in 2040.12

De Nederlandse regering wil het gebruik van snus met tabak en nicotinezakjes zoveel mogelijk beperken, met name voor jongeren. Ook merkt de regering op dat het de bron die de BBB aanhaalt dat de ziektelast bij mannen door tabaksproducten in Zweden lager zou zijn dan in Nederland niet kan beoordelen, omdat het informatie uit een presentatie betreft van onduidelijke afkomst.13

Andere lidstaten van de Europese Unie kiezen niet voor symbolische politiek en kiezen voor een effectievere aanpak. Landen zoals Zweden, Denemarken, Hongarije, Slowakije, Tsjechië, Estland en IJsland hebben al regelgeving op dit gebied. In Finland, Letland en Litouwen zijn er nog processen gaande om regelgeving in te voeren. Finland is bezig om eerder ingestelde verboden ongedaan te maken vanwege aanhoudende illegale verkoop. De Finse overheid erkent dat dit risico's met zich meebrengt voor kwetsbare groepen, maar heeft ervoor gekozen om de risico's aan te pakken door middel van regulering. Dit gebeurt door maatregelen zoals het beperken van het nicotinegehalte, het verminderen van de aantrekkelijkheid en strenge regels voor de toegang tot het product. Heeft de regering onderzoek gedaan naar de manier waarop deze producten in de EU worden gereguleerd? Zo niet, waarom niet? En zo ja, waarom denkt Nederland dat het een uitzonderingspositie moet innemen?

Uiteraard kijkt de regering ook naar hoe andere landen met nicotinezakjes omgaan. Het kabinet heeft de beleidsopties gewogen en is tot de conclusie gekomen dat een verbod op deze schadelijke en verslavende producten op zijn plaats is. Nicotinezakjes bevatten voldoende nicotine om een verstoord hartritme te veroorzaken en een nicotineverslaving op te wekken en in stand te houden. De nicotinezakjes zijn daarnaast verpakt in aantrekkelijk ontworpen doosjes waardoor ze meer lijken op een lifestyleproduct, dan op een schadelijk nicotineproduct. Ook wordt het product door verschillende bekende Nederlanders op sociale media gepromoot. Deze aspecten maken het gebruik van nicotinezakjes door niet-rokers, met name jongeren, aantrekkelijk. Het kabinet wil voorkomen dat jongeren schadelijke en verslavende producten gaan gebruiken. Bovendien wil het kabinet voorkomen dat door het gebruik van nicotinezakjes de drempel wordt verlaagd om andere producten met nicotine, zoals tabakssigaretten te gaan gebruiken.

Is de regering op de hoogte van de studies van het Duitse federale instituut voor risicoanalyse (BfR)? In deze studies worden, net als in het rapport van het RIVM, aanbevelingen gedaan over hoe nicotinezakjes gereguleerd kunnen worden, zodat volwassen rokers toegang hebben tot nicotinezakjes om te stoppen met roken en minderjarigen en niet-rokers beschermd worden.

Ja, de regering is op de hoogte van de studies van de BfR. In deze adviezen wordt benadrukt dat niet-rokers beschermd moeten worden tegen deze producten.

De afgelopen jaren is zichtbaar geworden dat de middelen die door de industrie ontwikkeld worden in het kader van het stoppen met roken ook populair kunnen worden onder jongeren en niet-rokers. De elektronische sigaret is hier een voorbeeld van. De regering is van mening dat de grootste gezondheidswinst wordt behaald als rokers volledig stoppen met roken, en in dat proces niet op een vervangend schadelijk product overstappen zoals nicotinezakjes. Daarom is het beleid van het kabinet gericht op het stimuleren van rokers om te stoppen met roken. Het beschermen van jongeren en niet-rokers tegen de schadelijke effecten van nicotinezakjes weegt in de ogen van de regering zwaarder dan het waarborgen van de aantrekkelijkheid van het product als een stoppen-met-roken-middel.

Als het gebruik van nicotinezakjes inderdaad zou leiden tot het gebruik van sigaretten, hoe verklaart de regering dan dat Zweden de laagste aantal zieken door roken van Europa heeft? Op welk onderzoek baseert de regering de bewering dat nicotinezakjes een opstap vormen? Zouden we niet juist naar nicotinezakjes moeten kijken als een alternatief voor volwassen rokers die een minder schadelijk alternatief willen, zoals in veel andere landen gebeurt? De regering stelt dat het onbekend is of nicotinezakjes leiden tot het gebruik van sigaretten. Is de regering op de hoogte van ervaringen in landen als Zweden, Noorwegen en de Verenigde Staten, waar orale producten al langer worden gebruikt om het roken terug te dringen?

Zoals ik aangaf in mijn antwoord op de eerste vraag van de leden van de BBB-fractie is in Zweden de rookprevalentie inderdaad relatief laag. Echter, wel wordt er in Zweden veel snus (met tabak) gebruikt, vanwege de culturele status van het product aldaar. Dat is echter niet zonder risico’s. Snus met tabak is zeer verslavend en schadelijk voor de gezondheid, omdat het bijvoorbeeld mondkanker veroorzaakt. Dat is dan ook de reden dat snus met tabak als sinds 1991 verboden in heel Europa, behalve in Zweden vanwege de eerdergenoemde culturele status.

De rol van de recentere opkomst van nicotinezakjes bij het bereiken van de rookvrije generatie is verre van onomstreden, ook in Zweden. Het Zweedse Kankerfonds geeft aan dat er geen bewijs is dat mensen die nicotinezakjes gebruiken op de lange termijn ook minder tabaksproducten gebruiken dan mensen die geen nicotinezakjes gebruiken.14 Het Zweedse bureau voor de beoordeling van gezondheidstechnologie en beoordeling van sociale diensten (SBU) geeft daarnaast aan dat nicotinezakjes (en e-sigaretten) kunnen leiden tot het roken van tabak.15 Zoals ik aangaf in mijn antwoord op een eerdere vraag is het zelfs zo dat in Zweden een opwaartse trend zichtbaar is in tabaksgebruik onder jongeren in de afgelopen jaren. De toename van het roken van tabak onder jonge vrouwen die nicotinezakjes gebruiken is met name sterk.

De leden van de BBB-fractie delen de zorgen van de regering over mogelijk gebruik van nicotinezakjes door jongeren. Maar zij begrijpen niet waarom de regering daarom kiest voor een algeheel verbod, ook voor volwassenen. Is het niet logischer om, net als bij tabaksproducten, alcohol, gokken, cannabis en andere producten, te kiezen voor strikt gereguleerde verkoop alleen aan volwassenen? Zo niet, waarom niet? Hoe legt de regering aan een volwassen roker uit dat hij wel op allerlei plaatsen sigaretten, sigaren en sinds kort zelfs staatscannabis kan kopen, maar dat nicotinezakjes, die aanzienlijk minder schadelijk zijn voor de gezondheid, volledig verboden worden voor eigen gebruik en de omgeving?

De regering kiest ervoor om, in lijn met het verbod op snus met tabak, nicotinezakjes te verbieden, omdat deze producten schadelijk en verslavend zijn voor de gezondheid, en met name voor jongeren aantrekkelijk zijn. Bovendien zijn er aanwijzingen dat de nicotinezakjes kunnen leiden tot het roken van normale tabak. De regering wil elke poging van de tabaksindustrie om jongeren verslaafd te maken aan verslavende middelen, zoals nicotinezakjes, zoveel mogelijk de pas afsnijden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

NOS, 31 januari 2024, «Jongeren komen ook na verbod makkelijk aan smaakjesvapes» (Jongeren komen ook na verbod makkelijk aan smaakjesvapes (nos.nl)).

X Noot
2

Factsheet elektronische sigaretten (vapes). Trimbos-instituut (2023).

X Noot
3

Factsheet elektronische sigaretten (vapes). Trimbos-instituut (2023).

X Noot
4

Zoete smaken maken e-sigaretten aantrekkelijk. RIVM 2021.

X Noot
6

Trimbos-instituut, 2023, «Prijzen Helder op School» (Prijzen-Helder-op-School-2023.pdf (trimbos.nl)

X Noot
7

Kamerstukken II 2022/23, 32 793, nr. 658.

X Noot
8

SEO Economisch onderzoek, 2021. Factsheet verkooppunten tabak ultimo 2021. Bijlage bij kamerstuk 32 793, nr. 646

X Noot
9

RIVM, 17 januari 2024, «Impact Nationaal Preventieakkoord op roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik nog onvoldoende»

X Noot
10

Kamerstukken II 2022/23, 32 011, nr. 101

X Noot
11

WHO 2024. WHO global report on trends in prevalence of tobacco use 2000–2030. Beschikbaar via: https://www.who.int/publications/i/item/9789240088283.

X Noot
12

Cancerfonden – Swedish Cancer Society. Achieving a tobacco-free generation according to Europe’s Beating Cancer plan. Challenges with emerging products in Sweden.

X Noot
13

Fagerstrom, 2017, «Death rates per 100.000 attributable to tobacco» (https://www.e-cigarette-summit.co.uk/wp-content/uploads/sites/82/2020/11/Karl-Fagerstrom.pdf).

X Noot
14

Cancerfonden – Swedish Cancer Society. Achieving a tobacco-free generation according to Europe’s Beating Cancer plan. Challenges with emerging products in Sweden.

X Noot
15

Associations between the use of «snus» (moist tobacco) or e-cigarettes and tobacco smoking. The Public Health Agency of Sweden. https://www.folkhalsomyndigheten.se/the-public-health-agency-of-sweden/living-conditions-and-lifestyle/andtg/tobacco/associations-between-the-use-of-snus-moist-tobacco-or-e-cigarettes-and-tobacco-smoking/.

Naar boven