De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel A, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de in subonderdeel a opgenomen definitie wordt de komma na «elektronisch verhittingsapparaat»
vervangen door «en» en vervalt «en nicotineproduct zonder tabak, met uitzondering
van nicotineproduct zonder tabak voor oraal gebruik».
2. In subonderdeel c vervalt de begripsomschrijving van «nicotineproduct zonder tabak
voor oraal gebruik».
3. In de in subonderdeel d opgenomen definitie vervalt «voor oraal gebruik».
II
Artikel I, onderdeel B, onder 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «worden drie leden» vervangen door «worden twee leden».
2. Het achtste lid vervalt, onder vernummering van het negende en het tiende lid tot
het achtste lid en het negende lid.
3. In het negende lid (nieuw) wordt «, achtste of» vervangen door «of».
III
In artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt «negende» vervangen door «achtste».
2. In onderdeel 2 vervalt «en nicotineproducten zonder tabak».
IV
In artikel I, onderdeel D, vervalt «voor oraal gebruik».
V
In artikel I, onderdeel E, vervalt «, nicotineproducten zonder tabak».
VI
In artikel I, onderdeel F, vervalt «, nicotineproducten zonder tabak».
VII
Artikel I, onderdeel G, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het met onderdeel 1 voorgestelde onderdeel e vervalt «nicotineproduct zonder tabak
of».
2. In het met onderdeel 2 voorgestelde onderdeel e vervalt «nicotineproduct zonder tabak
of».
3. In onderdeel 3 vervalt «, nicotineproduct zonder tabak».
4. In onderdeel 4, onder a, vervalt «, een nicotineproduct zonder tabak».
5. In het met onderdeel 4, onder b, voorgestelde onderdeel e vervalt «nicotineproduct
zonder tabak of».
VIII
In artikel I, onderdeel H, vervalt «, nicotineproducten zonder tabak».
IX
In artikel I, onderdeel J, onder 1 en 2 vervalt telkens «, nicotineproducten zonder
tabak».
Toelichting
Op dit moment voorziet het wetsvoorstel in een verbod op nicotineproducten zonder
tabak voor oraal gebruik (nicotinezakjes), en gaat voor NZT niet voor oraal gebruik
geen verbod gelden, maar een lichter regime dat lijkt op het regime voor aanverwante
producten. Het gaat dan bijvoorbeeld om nicotinesticks, stoomsteentjes met nicotine
voor waterpijpen of nicotinespray. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat er in het
buitenland nog meer variatie aan producten bestaat, zoals waterpijppasta, tandenstokers
met nicotine en handgels met nicotine. De indieners zouden graag ook deze NZT niet
voor oraal gebruik onder het verbod willen brengen net als NZT voor oraal gebruik.
Zo gaat voor alle NZT hetzelfde regime gelden.
In de nota naar aanleiding van het verslag heeft het kabinet aangegeven dat «wanneer
meer duidelijkheid komt over de risico’s van deze producten of het gebruik toeneemt
zou een verbod op andere typen NZT ook kunnen worden overwogen.» Volgens de indieners
is juist het feit dat het producten betreft die nu nog niet breed beschikbaar zijn
reden om een verbod nu wettelijk te regelen. Het toepassen van het voorzorgsprincipe
is hier op zijn plaats. Het is bekend dat de tabaksindustrie niet stil staat en telkens
nieuwe producten op de markt brengt. De voorgestelde wijziging voorkomt een eventuele
verschuiving in promotie en gebruik van NZT niet voor oraal gebruik. Daarmee zetten
we een concrete stap naar een rookvrije generatie en het verminderen van de risico’s
van roken voor jongeren.
Krul Daniëlle Jansen