36 399 Mededeling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, Het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de Europese Waterstofbank

Nr. A BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING

Aan vicevoorzitter Šefčovič van de Europese Commissie

Den Haag, 13 juli 2023

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving1 hebben met belangstelling kennisgenomen van de op 16 maart 2023 gepubliceerde mededeling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s (COM(2023)156) over de Europese waterstofbank.2 De leden van de fractie van de PVV wensen de Europese Commissie een aantal vragen voor te leggen naar aanleiding van deze mededeling.

De leden van de fractie van de PVV wijzen ter inleiding graag op de volgende passage uit de aan de orde zijnde mededeling:

«De voorgestelde Europese waterstofbank vormt een aanvulling op het regelgevings- en ondersteunende kader van de EU voor totstandbrenging van een volledige waterstofwaardeketen in Europa en ondersteunt de verordening voor een nettonulindustrie. Zij zal proactief steun verlenen aan industriële belanghebbenden die zich meer op de uitrol van schone technologie willen gaan richten of zich hierop willen concentreren, en de weg bereiden voor de benodigde investeringen in menselijk kapitaal. Zij zal niet alleen de ontwikkeling van de fabricage van elektrolyse-installaties ondersteunen, maar ook industriële actoren verderop in de keten helpen om te investeren in nieuwe schone industriële processen of vervoerstechnologieën die werken op hernieuwbare waterstof in plaats van fossiele brandstoffen.

De Commissie is voornemens om op basis van deze mededeling alle vier de pijlers van de Europese waterstofbank tegen het einde van het jaar operationeel te maken. In deze periode zal zij het ontwerp, de activiteiten en de institutionele opzet van de Europese waterstofbank verder verfijnen, in voortdurend overleg met de lidstaten en belanghebbenden.»3

Vervolgens wijzen de leden van de fractie van de PVV op de volgende passage uit de mededeling:

«Al met al wordt de totale investeringsbehoefte voor de productie, het vervoer en het verbruik van 10 miljoen ton hernieuwbare waterstof geraamd op 335 tot 471 miljard EUR, waarvan 200 tot 300 miljard EUR nodig is voor extra productie van hernieuwbare elektriciteit. De investeringen in belangrijke categorieën van de waterstofinfrastructuur tegen 2030 worden geraamd op 50 tot 75 miljard EUR voor elektrolyse-installaties, 28 tot 38 miljard EUR voor pijpleidingen binnen de EU en 6 tot 11 miljard EUR voor opslag. De opschaling van de capaciteit voor de fabricage van elektrolyse-installaties vergt investeringen die op maximaal 1,2 miljard EUR worden geraamd. Er zal nog eens 500 miljard EUR aan investeringen in internationale waardeketens nodig zijn om de import van 10 miljoen ton hernieuwbare waterstof mogelijk te maken, onder meer in de vorm van derivaten.»4

De leden van de fractie van de PVV wensen de Europese Commissie naar aanleiding van bovenstaande passages de volgende vragen te stellen:

  • 1. Kan de Europese Commissie aangeven of de voorgestelde «waterstofroute» ― waar de Europese waterstofbank onderdeel van wordt ― op welke manier dan ook belemmerend zou kunnen werken met betrekking tot een mogelijk toekomstige uitrol van een «kernenergieroute»? Is daar ook uitgebreid onderzoek naar gedaan? Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd antwoord.

  • 2. Kan de Europese Commissie aangeven, in aanmerking nemende alle genoemde bedragen, wat een Nederlands huishouden gemiddeld ongeveer gaat bijdragen aan de ontwikkeling van deze «waterstofroute»? Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd antwoord.

  • 3. Kan de Europese Commissie een inschatting maken over hoe kernenergie zou scoren ten opzichte van de voorgestelde «waterstofroute» inzake onder andere de kosten, de energiezekerheid en de klimaatdoelstellingen? Is daar ook uitgebreid onderzoek naar gedaan? Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd antwoord.

De leden van de fractie van de PVV wijzen voorts op de volgende passage uit de mededeling:

«De EU zal partnerlanden blijven ondersteunen bij het versnellen van hun transitie naar groene energie, onder meer door technische bijstand en ondersteuning te verlenen voor totstandbrenging van een gunstig bestuurs-, wetgevings- en ondernemingsklimaat, en door investeringen te mobiliseren die nodig zijn in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie.»5

  • 4. Kan de Europese Commissie aangeven wat precies wordt bedoeld met «ondersteuning te verlenen voor totstandbrenging van een gunstig bestuurs- en wetgevingsklimaat»? Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd antwoord.

Verder wijzen de leden van de fractie van de PVV op de navolgende passage uit de mededeling:

«De Europese Commissie heeft namens de EU memoranda van overeenstemming en/of partnerschappen ondertekend met Egypte, Japan, Kazachstan, Marokko, Namibië en Oekraïne.»6

  • 5. Kan de Europese Commissie aangeven op welke data deze memoranda van overeenstemming en/of partnerschappen ondertekend zijn, alsmede (per genoemd land) welke argumenten de doorslag hebben gegeven om met deze landen in zee te gaan en welke investeringen (op welke manier dan ook en indien van toepassing) al naar deze landen zijn gegaan? Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd antwoord met zoveel mogelijk details.

De leden van de fractie van de PVV verwijzen voorts naar de volgende passage uit de mededeling en wensen naar aanleiding hiervan de Europese Commissie een vraag te stellen:

«Uit de feedback van belanghebbenden is echter gebleken dat er behoefte is aan aanvullende maatregelen ter vermindering van de zeer hoge kosten in verband met de risico’s die niet voldoende door de financiële instrumenten van de EU worden aangepakt. Een betere coördinatie van de financiële instrumenten van de EU en de EU-lidstaten en vermindering van de onzekerheid over het aanbod en de afname van waterstof kunnen de economische haalbaarheid en de financierbaarheid van investeringen van zowel de afnemer in de EU als de producent in een derde land effectief vergroten. Dit is met name van belang voor investerings- en energie-intensieve sectoren met krappe marges bij de marktinkomsten.»7

  • 6. Deze leden vragen de Europese Commissie of er, kijkende naar de grote onzekerheden en risico’s van de voorgestelde «waterstofroute» ― waar de Europese waterstofbank onderdeel van wordt ―, rekening wordt gehouden (op welke manier dan ook) met een soort van «exit strategie», wanneer er grote tegenslagen te betreuren zijn. Of wordt koste wat kost aan deze route vastgehouden? De leden van de fractie van de PVV ontvangen graag een gemotiveerd antwoord.

De leden van de fractie van de PVV verwijzen tot slot naar de volgende passage uit de mededeling:

«In de energiesector is de EU-financiering in niet-EU-landen gericht op het ondersteunen van de energietransitie in partnerlanden, onder meer door de uitrol van hernieuwbare energie te bevorderen, publieke en particuliere investeringen aan te trekken en zakelijke kansen en hoogwaardige banen te creëren.»8

  • 7. Kan de Europese Commissie zo gedetailleerd mogelijk aangeven wat de Nederlandse economie (Rijk, regionaal, lokaal) en een gemiddeld Nederlands huishouden hiermee gaan opschieten? Graag ontvangen deze leden een gemotiveerd antwoord.

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen drie maanden na dagtekening van deze brief.

Voorzittervan de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, E. Kemperman


X Noot
1

Samenstelling:

Van Wijk (BBB), Kemperman (BBB) (voorzitter), Van Langen (BBB), Jaspers (BBB), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Klip-Martin (VVD), Meijer (VVD), Kaljouw (VVD), Rietkerk (CDA) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Van Meenen (D66), Aerdts (D66), Bezaan (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (Ja21), Janssen (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Van Dijk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

X Noot
3

COM(2023)156, p. 18.

X Noot
4

COM(2023)156, p. 4.

X Noot
5

COM(2023)156, p. 13.

X Noot
6

COM(2023)156, p. 14.

X Noot
7

COM(2023)156, p. 17.

X Noot
8

COM(2023)156, p. 17.

Naar boven