De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat collectieve warmtenetten een belangrijk onderdeel zijn van de uitvoering
van de energietransitie in de gebouwde omgeving, maar dat er op diverse plaatsen in
Nederland zorgen zijn rond de kosten voor warmtenetten, met name voor bewoners van
sociale huurwoningen in kwetsbare wijken;
overwegende dat de kosten van de energietransitie op verschillende manieren neerslaan
bij huishoudens, waardoor de hoogte van de energierekening tussen huishoudens steeds
meer uiteen gaat lopen naarmate de variatie in energiebronnen en lokale situaties
toeneemt, en hier geen integraal beleid op is;
constaterende dat bewoners die aangesloten zijn op een warmtenet hetzelfde nettarief
voor elektriciteit betalen als bewoners die middels een elektrische warmtepomp in
hun warmtevraag voldoen, en op deze manier dus zowel voor het warmtenet als voor het
elektriciteitsnet meebetalen, maar daar niet evenredig gebruik van maken;
verzoekt de regering de kostensystematiek voor warmteverbruik in huis integraal in
kaart te brengen, waarbij het uitgangspunt is dat de optie die maatschappelijk het
meest wenselijk is ook voor de bewoners het meest aantrekkelijk wordt, te schetsen
met welke instrumenten (zoals tarieven, belastingen, subsidies en toeslagen) hierop
gestuurd kan worden, en dit voor de behandeling van de Wet collectieve warmte met
de Kamer te delen,
en gaat over tot de orde van de dag.