36 378 Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)

Nr. 60 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN KRÖGER EN GRINWIS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 34

Ontvangen 23 mei 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel 3.10, zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 6a. Voor de toepassing van het eerste tot en met vierde lid wordt onder produceren van elektriciteit niet verstaan het door een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit opwekken en vervolgens gebruiken van die elektriciteit bij:

    • a. de uitvoering van een niet-frequentiegerelateerde ondersteunende dienst met een volledig geïntegreerd netwerkcomponent, bedoeld in artikel 3.28, tweede lid;

    • b. het voorzien in een niet-frequentiegerelateerde ondersteunende dienst indien hiervoor aan hem een ontheffing als bedoeld in artikel 3.28, derde lid, is verleend;

    • c. het voorzien in congestiebeheers- of systeembeheersdiensten indien hiervoor aan hem een ontheffing als bedoeld in artikel 3.29, tweede lid is verleend;

    • d. het weer omzetten van opgeslagen energie in elektrische energie met behulp van een elektriciteitsopslagfaciliteit die op grond van artikel 3.32, eerste lid, door de Autoriteit Consument en Markt is erkend als volledig geïntegreerde netwerkcomponent of waarvoor de Autoriteit Consument en Markt een ontheffing als bedoeld in artikel 3.33, eerste lid, heeft verleend.

II

Artikel 3.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel a, onder 2°, wordt na «het» ingevoegd «in opdracht van een derde» en vervalt «, niet zijnde productie- of opslaginstallaties of onderdelen van productie- of opslaginstallaties».

2. Het tweede lid, onderdeel a, subonderdeel 3° vervalt.

3. Na het tweede lid, onderdeel b, subonderdeel 1° wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

  • 1a°. het in opdracht van een derde aanleggen, onderhouden en ter beschikking stellen van installaties of onderdelen van installaties;.

4. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 6. Indien een infrastructuurbedrijf een productie-installatie voor elektriciteit, gas, waterstofgas, gas uit hernieuwbare bronnen of andere gasvormige stoffen uit hernieuwbare bronnen dan gas, of een elektriciteitsopslagfaciliteit ter beschikking stelt aan een derde als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, onder 2o, of het tweede lid, onderdeel b, onder 1ao, dan meldt hij dit aan de Autoriteit Consument en Markt en verstrekt daarbij de voor die terbeschikkingstelling geldende afspraken.

  • 7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de procedure voor de melding, bedoeld in het zesde lid, of de informatie die daarbij moet worden verstrekt.

III

Artikel 3.21, derde tot en met zesde lid, vervalt.

IV

Artikel 5.21, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd.

1. In onderdeel c, onder 2°, wordt «3.21, eerste, tweede, vijfde en zesde lid», vervangen door «3.21, eerste en tweede lid».

2. In onderdeel g vervalt «3.21, vierde lid,».

V

Artikel 7.33 vervalt.

Toelichting

Het elektriciteitssysteem maakt een sterke groei door, vanwege de overstap van gas naar elektrisch, het elektrisch vervoer en de elektrificatie van de bedrijven. De zon- en windenergie worden de belangrijkste bronnen voor elektriciteit, maar zijn van nature weersafhankelijk. Dat gaat gepaard met uitdagingen, en vraagt om het faciliteren van een flexibiliteitshandel en aanpakken van netcongestie, batterijen, seizoensopslag in warmtebuffers en het kiezen van de juiste mix van zon en wind. Het toepassen van deze technieken is soms nationaal, zoals voor waterstof, maar meestal zeer lokaal, zoals voor warmte en batterijen. De netbeheerder speelt een belangrijke rol in het optimaliseren van dit systeem en het inpassen van de productie van wind- en zonenergie.

Dit amendement bevat twee elementen. Ten eerste verduidelijkt het de strekking van het groepsverbod en stelt systeembeheerders in staat om zelf te voorzien in congestie- of systeembeheersdiensten of investeringen in opslag waar nodig, mits deze alleen gebruikt worden voor de taken van de systeembeheerder voor het net, waaronder congestiebeheersdiensten, en alleen, wanneer derden, zoals marktpartijen en energiegemeenschappen, daar niet in voorzien. Ten tweede geeft het amendement infrastructuurbedrijven de ruimte om productie- en opslagcapaciteit aan te leggen, beheren en ter beschikking te stellen in opdracht van derden, zoals energiegemeenschappen, bedrijven en lokale overheden. Bij deze constructie geldt een meldplicht bij het ACM zodat deze erop kan toezien dat het infrastructuurbedrijf er geen oneigenlijk financieel belang bij heeft.

Kröger Grinwis

Naar boven