36 378 Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)

Nr. 29 AMENDEMENT VAN HET LID KRÖGER

Ontvangen 15 april 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 1.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.7 energiearmoede tegengaan

  • 1. Bij de toepassing van de regels gesteld bij of krachtens deze wet is het uitgangspunt dat energiearmoede wordt tegengegaan.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur geeft Onze Minister een definitie van energiearmoede.

  • 3. Jaarlijks wordt gelijktijdig met de klimaat- en energieverkenning als bedoeld in artikel 6 van de Klimaatwet door een of meer bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen adviesinstanties een verkenning uitgebracht van de mate van energiearmoede in de samenleving, wie het betreft en wat de ontwikkelingen zijn met betrekking tot het terugdringen van energiearmoede.

Toelichting

Door de inval van Rusland in Oekraïne is de energieprijs de laatste jaren gestegen naar recordhoogtes, en daarmee energiearmoede ook. In 2022 becijferede TNO dat ruim 600.000 huishoudens in energiearmoede leefden. Door maatregelen zoals het prijsplafond, de energietoeslag en isolatie zijn de gevolgen hiervan enigszins gedempt, maar de financiële maatregelen zijn inmiddels verlopen terwijl de prijzen voor energie waarschijnlijk hoog blijven.

Het kan niet zo zijn dat nu de ergste schokken op de energiemarkt voorbij zijn de politieke urgentie om energiearmoede aan te pakken verloren gaat. Met dit amendement krijgt energiearmoede – te definiëren per algemene maatregel van bestuur – een plek in de Energiewet alsmede een inspanningsplicht om deze tegen te gaan. De Autoriteit Consument en Markt deed recent enkele suggesties voor hoe dit bewerkstelligd kan worden.

Tevens zorgt het amendement ervoor dat energiearmoede jaarlijks zal worden gemonitord. TNO bracht in het verleden energiearmoede al in kaart, inclusief energiearmoede op postcodeniveau. Deze informatie stelt het Rijk en decentrale overheden in staat om gericht energiearmoede tegen te gaan, en geeft weer in hoeverre de eerdergenoemde inspanningsplicht voldoende wordt nageleefd. Bij deze monitoring denkt de indiener aan een jaarlijks gelijktijdig met de klimaat- en energieverkenning te publiceren rapport door een consortium van PBL, TNO en Nibud.

Kröger

Naar boven