36 373 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en Wet voortgezet onderwijs 2020 in verband met de tijdelijke inrichting van tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen voor leerplichtige nieuwkomers en het versterken van de regierol van gemeentebesturen bij het aanbod van nieuwkomersonderwijs (Tijdelijke wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs)

G BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2023

Bij de behandeling van de Tijdelijke wet nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs op 26 september jl. heeft het lid Van Meenen een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht voor het eind van 2023 te komen tot een herziene inrichting van de asielprocedure en de asielketen, die het aantal gedwongen verplaatsingen van kinderen tot maximaal één reduceert. De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs heeft toegezegd dat ik, als verantwoordelijke Staatssecretaris, uw kamer over dit punt zou informeren. Die toezegging doe ik hierbij gestand.

Allereerst wil ik benadrukken dat het kabinet erkent dat het ongewenst is dat kinderen in de asielprocedure regelmatig moeten verhuizen en de inzet is en blijft om deze zoveel als mogelijk te beperken. Zoals in de Staat van Migratie 20231 wordt toegelicht, is het belangrijk om op te merken dat bij het doorlopen van de asielprocedure verschillende verhuisbewegingen kunnen plaatsvinden. Enerzijds vinden verhuizingen plaats door de stappen die worden gezet in de asielprocedure, zoals van de centrale ontvangslocatie (col) naar de procesopvanglocatie (pol). Anderzijds kunnen ook verhuisbewegingen plaatsvinden op eigen verzoek van de vreemdeling, of voor het borgen van de veiligheid op locatie. Ten slotte kunnen verhuizingen ook het gevolg zijn van het sluiten van locaties, zeker de afgelopen periode met veel noodlocaties en crisisnoodlocaties komt dit veelvuldig voor.

De eerst genoemde «proces-gerelateerde» verhuizingen zijn inherent aan de manier waarop het asielstelsel is ingericht. Daarnaast is voor het verminderen van verhuisbewegingen in de huidige praktijk van wezenlijk belang dat er voldoende stabiele en duurzame opvangvoorzieningen zijn. Dit vraagt dat ook de gemeenten die dat nu nog niet doen, hun bijdrage leveren aan een humane en duurzame opvang van asielzoekers. Met de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen («Spreidingswet») die bij uw Kamer voorligt beoogt het kabinet te komen tot voldoende en duurzame opvangplaatsen. Zo wordt de inzet van noodopvanglocaties en crisisnoodopvanglocatie zoveel als mogelijk voorkomen, waarmee ook de verhuisbewegingen van kinderen beperkt worden.

Op dit moment blijft het dus belangrijk dat gemeenten zich blijven inzetten om reguliere opvangvoorzieningen te realiseren en geen doelgroep beperkingen invoeren, wat op dit moment veelal voorkomt als het gaat om noodopvanglocaties en tijdelijke gemeentelijke opvang. Hiermee kan worden voorkomen dat juist kinderen, vaker dan nodig, moeten verhuizen. Uiteraard blijft het kabinet zich ook onvermoeid inzetten om, binnen de mogelijkheden van de huidige uitvoeringspraktijk, de verhuisbewegingen van kinderen te beperken.

Hopende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven