36 372 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie

Nr. 21 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID LAHLAH C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11

Ontvangen 8 maart 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel D, onderdeel 2, worden aan het voorgestelde artikel 38, negende lid, een zin toegevoegd, luidende: De voordracht voor een krachtens de eerste zin vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

In artikel I, onderdeel F, worden aan het voorgestelde artikel 40a, achtste lid, een zin toegevoegd, luidende: De voordracht voor een krachtens de eerste zin vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

De Minister heeft ervoor gekozen om de uitwerking van een aantal aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie te kunnen regelen via een algemene maatregel van bestuur. Hieronder vallen ook de verregaande voorgestelde maatregelen van verplicht visueel toezicht bij gesprekken tussen de gedetineerde en rechtsbijstandverlener en de maximering van het aantal rechtsbijstandverleners naar twee. Omdat het hier gaat om een fundamentele inperking van rechten van gedetineerden en het de vertrouwelijkheid tussen advocaat en gedetineerde raakt, zijn de indieners van mening dat ook de uitwerking van deze maatregelen democratische legitimiteit vereist. Door het toevoegen van een voorhangprocedure aan een algemene maatregel van bestuur die het voorgestelde artikel 38, achtste lid, en het voorgestelde artikel 40a, uitwerkt, wordt deze legitimiteit nog eens extra geregeld en benadrukt.

Lahlah Sneller Uitermark Van Nispen Bikker El Abassi Koekkoek Teunissen

Naar boven