Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 360 XIV Jaarverslag en slotwet van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) 2022

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2022–2023

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ;

  • 2. de begrotingsstaten inzake de agentschappen van dit ministerie;

  • 3. de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds (F).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,P. Adema

De Minister voor Natuur en Stikstof,C.Van der Wal - Zeggelink

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTVERSCHILLEN)

1 Leeswijzer

De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2 Beleidsartikelen

2.1 Artikel 21 Land- en tuinbouw

Slotverschillen Artikel 21 (Bedragen x € 1 mln).
  

verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal artikel 21

‒ 167.727

‒ 8.678

26.110

21 Land- en tuinbouw

03 - Ontvangsten

  

26.110

05 - Subsidies

‒ 81.998

‒ 6.499

 

25 - Garanties

‒ 86.579

2.077

 

55 - Opdrachten

‒ 2.164

‒ 3.589

 

75 - Bijdragen aan ZBO / RWT

2.611

‒ 3.375

 

85 - Bijdragen aan mede-overheden

‒ 11.830

‒ 11.830

 

95 - Bijdragen aan (internationale) organisaties

‒ 4.674

‒ 2.369

 

96 - Storting begrotingsreserve

1.007

1.007

 

97 - Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

15.900

15.900

 

Toelichting

Subsidies

De verlaging van het verplichtingenbudget met € 82,0 mln. is een saldo van verhogingen en verlagingen. Het saldo wordt met name veroorzaakt door een verlaging van de verplichtingen met € 44,4 mln. voor Regeling sanering varkenshouderijen en de nadeelcompensatie vervroegd verbod pelsdierhouderijen met € 20,4 mln.

De uitgaven worden verlaagd met € 6,5 mln., dit is een saldo van verhogingen en verlagingen. Dit saldo wordt onder andere veroorzaakt door lagere uitgaven van € 2,8 mln. voor de tegemoetkoming land- en tuinbouwsector en lagere uitgaven van € 2,3 mln. aan de regeling sanering varkenshouderijen. Ook is er 1,5 mln. aan lagere uitgaven voor gewasbescherming. Dit wordt veroorzaakt door vertraging in de uitvoering.

Garanties

Het verplichtingen budget voor garanties op Artikel 21 wordt met € 86,6 mln. verlaagd. De lagere verplichtingenstand komt doordat in 2022 minder garanties op leningen zijn afgegeven bij de Borgstelling MKB Landbouw (BL) dan dat het huidige het huidige LNV plafond (€ 120,0 mln.) toelaat.

Daarnaast is er een extra bijstorting in de Borgstellingsfaciliteit (begrotingsreserve ten behoeve van garanties waaronder de BL) gedaan. De extra kasuitgaven zijn bedoeld voor een nieuwe garantieregeling: de BL-G(lastuinbouw). De storting maakt het mogelijk dat de overheid garant kan staan (tot aan € 35,0 mln.) voor overbruggingskredieten die door de glastuinbouw kunnen worden aangevraagd. De motie-Amhaouch (Kamerstuk 36045-82 d.d. 2 juni 2022) heeft verzocht om een aanpassing van de LNV borgstellingsregeling. Hieraan wordt nu tegemoet gekomen.

Bijdragen aan mede-overheden

Zowel het verplichtingen- als het kasbudget voor bijdrage aan mede-overheden wordt in totaal voor € 11,8 mln. verlaagd. Dit wordt veroorzaakt doordat er minder middelen zijn aangevraagd door de provincies voor de Maatregel Gerichte Aankoop.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Zowel het verplichtingen- als het kasbudget voor de bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken in artikel 21 worden met € 15,9 mln. verhoogd. Doordat er meer uitbraken en ruimingen zijn geweest door de uitbraak van de vogelgriep zijn de uitgaven in het DGF hoger dan verwacht. Daarnaast zijn ruimingen voorgeschoten uit crisisreserves van andere sectoren. Deze reserves moeten weer worden aangevuld en dat leidt tot deze hogere verplichtingen en uitgaven. Hierdoor wordt er een hogere storting gedaan in het Diergezondheidsfonds.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn met € 26,0 mln verhoogd, omdat kasmiddelen die aan het begin van de coronacrisis in 2020 zijn toegevoegd om onder de Borgstelling MKB Landbouw (BL) garanties te kunnen verstrekken, generaal aan het Ministerie van Financiën worden teruggegeven. Bij Veegbrief is al gemeld, dat coronamiddelen die niet noodzakelijk zijn, weer terugvloeien.

2.2 Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

Slotverschillen Artikel 22 (Bedragen x € 1 mln).
  

verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal artikel 22

43.242

‒ 40.228

‒ 5.493

22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

03 - Ontvangsten

  

‒ 5.493

05 - Subsidies

76.541

‒ 8.039

 

15 - Leningen

1

1

 

25 - Garanties

9.993

  

55 - Opdrachten

‒ 548

6.080

 

65 - Bijdragen Baten-Lastendiensten

939

1.469

 

85 - Bijdragen aan mede-overheden

‒ 44.641

‒ 40.698

 

95 - Bijdragen aan (internationale) organisaties

‒ 317

‒ 315

 

96 - Storting begrotingsreserve

1.274

1.274

 

Toelichting

Subsidies

De verplichtingen voor de subsidies op artikel 22 worden met € 76,5 mln. verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hoger aangegane verplichtingen voor de saneringsregeling voor de visserijsector in het kader van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Eerder werd verondersteld dat er meer tijd nodig was voor de beoordeling van de subsidieaanvragen, waardoor verplichtingen in 2023 zouden plaatsvinden. Een groot deel van de aanvragen werd alsnog in 2022 verplicht. De kasuitgaven volgen wel volledig in 2023.

De lagere uitgaven hebben voornamelijk te maken met de nationale cofinanciering van het nieuwe Europese Visserijfonds (EMFAF). Omdat er in 2022 nog geen regelingen uit dit fonds zijn betaald, worden de middelen gestort in de begrotingsreserve visserij zodat ze beschikbaar blijven als cofinanciering in latere jaren.

Garanties

De verplichtingen worden met € 10,0 mln. verhoogd op het onderdeel ‘garanties’ vanwege het aangaan van nieuwe leningen met betrekking tot de garanties voor EHS.

Opdrachten

De verplichtingen worden met € 10,0 mln. verhoogd op het onderdeel ‘garanties’ vanwege het aangaan van nieuwe leningen door het Nationaal Groenfonds met betrekking tot de garanties voor EHS.

Bijdragen aan mede-overheden

Zowel de verplichtingen, als de uitgaven op het budget bijdragen aan mede-overheden wordt verlaagd. Voor de verplichtingen heeft dit een technische oorzaak en heeft te maken met correctie in de verplichtingen administratie. De uitgaven verlaging wordt veroorzaakt doordat € 24,8 mln. als onderdeel van de Provinciale Uitvraag (SPUK) onverhoopt niet uitgekeerd. Daarnaast is de opdrachtverlening voor 2022 aan SBB (€ 13,5 mln.) via het opdrachteninstrument verlopen, terwijl de middelen op het instrument mede-overheden in kas stonden.» Tot slot is er in 2022 een lager bedrag beschikt aan de provincies dan geraamd waardoor de uitgaven lager zijn uitgevallen.

2.3 Artikel 23 Kennis en innovatie

Slotverschillen Artikel 23 (Bedragen x € 1 mln).
  

verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal artikel 23

‒ 239.398

‒ 9.763

983

23 Kennis en innovatie

03 - Ontvangsten

  

983

05 - Subsidies

‒ 64.382

‒ 7.726

 

55 - Opdrachten

10.524

500

 

65 - Bijdragen Baten-Lastendiensten

1.537

‒ 993

 

75 - Bijdragen aan ZBO / RWT

‒ 187.077

‒ 1.544

 

Toelichting

Subsidies

Zowel de uitgaven, als de verplichtingen op het subsidiebudget op artikel 23 valt naar verwachting lager uit. Het betreft € 64,4 mln. aan lagere verplichtingen en € 7,7 mln. aan lagere kasuitgaven. De lagere verplichtingen worden onder andere veroorzaakt door het vrijvallen van de € 20,0 mln. aan verplichtingenruimte voor het project Crop-XR uit het Nationaal Groeifonds. De verwachting was dat de volledige subsidie in 2022 aangegaan zou worden. Deze verplichting wordt naar verwachting in 2023 aangegaan. Daarnaast wordt het lagere saldo verplichtingen voornamelijk veroorzaakt door lagere verplichtingen voor meerjarige onderzoeksprogrammering.

De lagere kasuitgaven worden hoofdzakelijk veroorzaakt door een onderuitputting van € 9,4 mln. op het onderdeel van de Missiegedreven Topsectoren. Verder wordt er € 3,2 mln. meer uitgegeven aan diverse onderzoeks- en innovatieprojecten.

Opdrachten

Op het opdrachtenbudget van artikel 23 is er een hoger verplichtingenbudget van € 10,5 mln. nodig. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere verplichtingen aan het RIVM. De verplichting wordt al in 2022 aangegaan terwijl het extra verplichtingenbudget hiervoor in 2023 vanuit andere onderdelen van de begroting volgen.

Bijdragen aan ZBO/RWT

De verplichtingen voor de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s vallen € 187,1 mln. lager uit. Dit wordt veroorzaakt doordat de verplichtingen voor Visserijonderzoek en Natuur&Milieu van € 136,0 mln. en verplichtingen aan Wageningen Research van € 51,4 mln. zijn geraamd in 2022, terwijl de verplichtingen worden aangegaan in 2023. De verplichtingen worden hierdoor voor 2022 naar beneden bijgesteld.

2.4 Artikel 24: Uitvoering en toezicht

Slotverschillen Artikel 24 (Bedragen x € 1 mln).
  

verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal artikel 24

‒ 38

‒ 38

10.191

24 Uitvoering en toezicht

03 - Ontvangsten

  

10.191

65 - Bijdragen Baten-Lastendiensten

‒ 38

‒ 38

 

Toelichting

Ontvangsten

De hogere ontvangst van € 10,2 mln. in 2022 wordt verklaard door verrekening van de NVWA opdracht 2021.

3 Niet-Beleidsartikelen

3.1 Artikel 50 Apparaat

Sloverschillen Artikel 50 (Bedragen x € 1 mln).
  

verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal artikel 50

‒ 3.475

‒ 3.475

‒ 1.213

50 Apparaat

01 - Personele uitgaven

‒ 4.256

‒ 4.256

 

02 - Materiele uitgaven

781

781

 

03 - Ontvangsten

  

‒ 1.213

4 Diergezondheidsfonds

Slotverschillen DGF (Bedragen x € 1 mln).
 

verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Totaal DGF

11.052

‒ 6.503

15.358

Bewaking en bestrijding van dierziekten

11.052

‒ 6.503

15.358

Toelichting

Bewaking en bestrijding van dierziekten

De verplichtingen zijn uiteindelijk in totaal € 11,1 mln hoger uitgevallen doordat deze bij najaarsnota nog waren opgenomen volgens het voorheen gehanteerde principe dat verplichtingen gelijk zijn aan kas.

Daarnaast worden de uitgaven met € 6,5 mln. verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door lagere uitgaven aan de bestrijding van vogelgriep door een lager dan verwacht aantal uitbraken in november en december.

Tot slot worden de ontvangsten met € 15,4 mln. verhoogd. Dit hangt met name samen met de in artikel 21 benoemde storting van LNV in het DGF voor vogelgriep. Hoewel in november en december uiteindelijk een lager dan verwacht aantal uitbraken vogelgriep werd geregistreerd is voor de storting uitgegaan van een hoger aantal uitbraken gebaseerd op daaraan voorafgaande maanden. Doordat er in 2022 meer uitbraken en ruimingen zijn geweest met betrekking tot de vogelgriep zijn ruimingen voorgeschoten uit crisisreserves van andere sectoren. Deze reserves moeten weer worden aangevuld.

Naar boven