36 358 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 en enkele andere wetten in verband met het treffen van een tijdelijke voorziening voor het benoemen van rechters-plaatsvervangers in hun eenenzeventigste levensjaar

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 4 oktober 2023

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel VI wordt «op de dag» vervangen door «binnen twee weken».

Toelichting

Artikel VI is een overgangsrechtbepaling. Hierin wordt geregeld dat rechterlijke ambtenaren die met rechtspraak belast zijn en tussen de negen tot drie maanden voor de inwerkingtreding van deze wet met leeftijdsontslag zijn gegaan alsnog op grond van artikel 54a, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren kunnen worden benoemd tot raadsheer-plaatsvervanger of rechter-plaatsvervanger. Hiervoor moet het betrokken gerechtsbestuur binnen een bepaalde termijn een aanbeveling tot benoeming doen aan de Raad voor de rechtspraak (hierna: de Raad). Deze wijziging van artikel VI regelt dat die termijn wordt verruimd naar twee weken na inwerkingtreding van de wet. Dit is afgestemd met de Raad.

Met de termijn van twee weken wordt geborgd dat enerzijds de aanbevelingen tot benoeming van raadsheren-plaatsvervangers en rechters-plaatsvervangers zo snel mogelijk worden doorgezet naar de Raad en anderzijds dat rekening kan worden gehouden met onvoorziene omstandigheden. Hierbij is in aanmerking genomen dat het betrokken gerechtsbestuur in beginsel de aanbevelingen voor benoeming van deze groep rechterlijke ambtenaren al voor de inwerkingtreding van de wet zal moeten voorbereiden om deze aanbevelingen ook tijdig te kunnen doorzetten naar de Raad. De termijn van twee weken ziet in beginsel alleen op de administratieve handeling van het doorzetten van de aanbevelingen naar de Raad. Dit kan per brief of per e-mail.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Naar boven