36 357 Wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Verzamelwet VWS 2023)

B VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1

Vastgesteld 14 mei 2024

Het wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, CDA, SP en Volt hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Naar aanleiding hiervan hebben zij een gezamenlijk geformuleerde vraag.

De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en naar aanleiding hiervan hebben zij enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel Verzamelwet VWS 2023. Naar aanleiding hiervan hebben zij enkele vragen en opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, CDA, SP en Volt

De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, CDA, SP en Volt stellen vast dat zowel het geldende artikel 15 van de Alcoholwet als de voorgestelde wijziging van dat artikel een uitzondering bevat op de kleinhandel in onder andere damesverband. Zij merken op dat damesverband één menstruatieproduct is met een enigszins antieke benaming maar dat het totale aanbod aan menstruatieproducten veel ruimer is. Door uitsluitend damesverband te vermelden kan de indruk ontstaan dat de uitzondering alleen ziet op dit ene menstruatieproduct en niet op alle andere menstruatieproducten. In dit verband wijzen zij erop dat in het voorgestelde artikel 15, tweede lid, van de Alcoholwet bij oordopjes tegen gehoorschade wel een breed scala aan gehoorbeschermingsmiddelen wordt genoemd. Deze leden vragen de regering te bevestigen dat het in het voorgestelde artikel 15, tweede lid, opgenomen begrip «damesverband» mede omvat alle andere menstruatieproducten. Tevens verzoeken zij de formulering van artikel 15, tweede lid, van de Alcoholwet op dit punt aan te passen bij de eerstvolgende gelegenheid.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie signaleren met betrekking tot de voorgestelde aanpassingen van de artikelen 14 en 15 van de Alcoholwet (Artikel I, onderdelen B en C) dat in veel horecabedrijven sinds jaar en dag ook streekproducten dan wel andere kleine kleinhandel artikelen worden verkocht. Zij stellen vast dat deze artikelen nu worden aangepast, terwijl er al jaren niet op gehandhaafd wordt. De leden van de BBB-fractie beschouwen dit als onwenselijk en vragen de regering dan ook te reflecteren op de noodzaak van deze wijzigingen.

De leden van de BBB-fractie vragen of de verwerking van persoonsgegevens in het voorgestelde artikel 68b van de Zorgverzekeringwet (Artikel IX) alleen gebaseerd is op de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en niet raakt aan hetgeen geregeld is in de Uitvoeringswet AVG (UAVG).

Volgens de memorie van toelichting2 betreft de nieuwe opzet van artikel 68b Zorgverzekeringswet (Artikel IX) naar verwachting enkele tientallen personen waarbij de gevolgen voor de regeldruk van inwoners minimaal is. De leden van de BBB-fractie vragen de regering te verduidelijken of dit ook geldt voor het CAK en of het wetsvoorstel momenteel voor het CAK uitvoerbaar is.

De in de Verzamelwet VWS 2023 voorgestelde aanpassing van de Wet medische hulpmiddelen (Artikel VI), in het bijzonder de regels rondom herverwerking van medische hulpmiddelen, is volgens de leden van de BBB-fractie meer dan een kleine aanpassing. Zij vragen de regering te verduidelijken of er voor het werkveld voldoende begeleiding is bij de uitvoering hiervan, zodat de veiligheid van patiënten gewaarborgd wordt. Ten slotte vragen zij de regering toe te lichten of de ziekenhuizen en herverwerkers weten aan welke normen zij moeten voldoen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie stellen vast dat in het voorliggende wetsvoorstel de rapportagetermijn in de Wet afbreking zwangerschap wordt verruimd (Artikel IIIA). Deze verruiming is eerder aangekondigd in de kabinetsreactie van 14 juni 2023 op de Tweede evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap. Daarin staat «De afronding van deze wetsaanpassingen (via een verzamelwet) verwacht ik in 2024».3 De Tweede evaluatie is gepubliceerd in april 2020 en op 26 juni 2020 aan de Tweede Kamer aangeboden.4

Op 19 februari 2021 gaf het toenmalige demissionaire kabinet een korte appreciatie van de aanbevelingen die een wetswijziging vereisen5, waaronder aanbeveling 11 (rapportageplicht wijzigen naar een frequentie van eens per jaar). De leden van de fractie van de SGP vinden het aannemelijk dat het voornemen om de rapportagetermijn te verruimen op basis van de aanbeveling in de evaluatie daarom al ruim van tevoren bekend was bij de regering.

Het bevreemdt de leden van de SGP-fractie daarom dat de verruiming van de rapportagetermijn niet vanaf het begin onderdeel uitmaakte van het wetgevingstraject van deze verzamelwet, de indiening vond plaats op 15 mei 2023, maar eerst is toegevoegd via de op 4 september 2023 ingediende tweede nota van wijziging.

De leden van de fractie van de SGP vragen de regering toe te lichten waarom zij er voor heeft gekozen deze wijziging op deze wijze in het wetgevingstraject in te voegen. Voorts vragen zij of de regering het met de leden van de SGP-fractie eens is dat de meer geëigende weg de voorkeur verdient, namelijk de weg waarbij de Raad van State in de gelegenheid wordt gesteld te adviseren over een voorgenomen wetswijziging en ook de Tweede Kamer in een eerder stadium hierover kan oordelen.

De leden van de SGP-fractie begrijpen dat de wijziging van de rapportageplicht inhoudelijk niet veel gevolgen zal hebben. Tegelijkertijd vinden zij dat de procedure die ten aanzien van deze wijziging is gevolgd niet de meest geëigende. Zij vinden het daarom belangrijk om hierover vragen te stellen, te meer omdat de informatie in de rapportages mogelijk handvatten biedt voor het door de regering zelf gewenste terugdringen van het aantal afgebroken zwangerschappen. Kan de regering hierop reflecteren?

Tevens vragen zij de regering hoe het aantal vroegtijdig afgebroken zwangerschappen kan worden teruggebracht als er slechts eens per jaar informatie komt over het aantal van deze vroegtijdig afgebroken zwangerschappen.

Tijdens de schriftelijke behandeling6 van de Verzamelwet VWS 2023 in de Tweede Kamer is door de leden van de CDA-fractie verzocht om een overzicht per wet, van de artikelen waar met een kleine ingreep administratieve lasten voor kleine en eerstelijnszorgaanbieders verlaagd kunnen worden. Kan de regering aangeven wanneer een dergelijk overzicht zal worden toegezonden?

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het verslag en ontvangt deze graag uiterlijk vrijdag 7 juni 2024.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Prins

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Van Wijk (BBB), Van Knapen (BBB), Lievense (BBB) Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Geerdink (VVD), Kaljouw (VVD), Klip-Martin (VVD), Prins (CDA) (voorzitter), Bakker-Klein (CDA), Moonen (D66), Van Meenen (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Talsma (CU), Van den Oetelaar (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken II, 2022/23, 36 357, 3, blz. 5

X Noot
3

Kamerstukken I, 2022/23, 30 371, B, blz. 9

X Noot
4

Kamerstukken II, 2019/20, 30 371, 42

X Noot
5

Kamerstukken II, 2020/21, 30 371, 45, blz. 2, 5 en 6

X Noot
6

Verslag 20 juni 2023 (Kamerstukken II, 2022/23, 36 357, 6, blz. 3)

Naar boven